Civis Mundi Digitaal #88
De aanslagen die in Sri Lanka in april dit jaar meer dan 250 mensen het leven hebben gekost bevestigen dat het zuiden en zuidoosten van Azië een uitermate vruchtbaar gebied is voor de Islamitische Staat (IS) of voor in zijn naam opererende kleine islamitische groepen. Tekortkomingen op het gebied van veiligheid, de poreusheid van grenzen, corruptie, en religieuze en etnische spanningen in veel landen in dit gebied dragen bij aan hun kwetsbaarheid. Muhammad Faizal, specialist op het gebied van veiligheidsvraagstukken aan de Rajaratnam School of International Studies, liet mij weten dat “de Islamitische Staat erin geslaagd is bondgenoten in deze regio te vinden omdat de financiële netwerken en die van transport en handel er goed ontwikkeld zijn, en deze de circulatie van materiële en immateriële steun, de uitwisseling van tactieken, technieken en terroristische procedures vergemakkelijken. Voor de Islamitische Staat is de regio strategisch van belang mede vanwege de belangrijke mohammedaanse bevolking van wie zij verwacht operationele, materiële en ideologische steun te krijgen om zo uiteindelijk zijn bestaan te consolideren.”
De actuele golf van aan IS toegeschreven aanslagen begon met het bloedbad in juli 2016 in een restaurant in Bangladesh dat geliefd was bij uit Dacca verdreven mensen. De aanslagplegers waren jongeren uit vooral gegoede milieus, net zoals bij de aanslagen in Sri Lanka, waar ten minste twee van de aanslagplegers in Australië en het Verenigd Koninkrijk gestudeerd hadden. In mei 2018 bliezen drie families uit de middenklasse zich met hun ’kamikaze-kinderen’ op in de Indonesische stad Surabaya. De geïndoctrineerde ouders zouden ervan overtuigd zijn geweest dat het einde van de wereld nabij was. Omdat ze niet naar het kalifaat in Syrië konden reizen, kozen ze ervoor om als martelaren het paradijs binnen te gaan.
Het grote aantal verhinderde aanslagen sinds 2016 bevestigt ook de omvang van de bedreiging door IS, die in dat jaar zijn aanhangers opriep niet meer naar ‘het kalifaat’ te komen, maar contact te zoeken met zijn lokale vestigingen.
De autoriteiten van Singapore maakten in 2016 melding van een geplande aanslag op het casino Marina Bay Sands met hulp van motorbootjes vanaf het Indonesische eiland Batam. In 2017 ontmantelde de politie in Maleisië een cel van IS die probeerde wapens uit het mohammedaanse zuiden van Thailand, waar een separatistische opstand heerst, het land binnen te smokkelen. Op de Filippijnen blies in juli 2018 een Duits-Marokkaanse jihadist zich op in zijn auto bij een wegversperring op een van de eilanden van de Sulu-archipel, met een tiental slachtoffers tot gevolg. De aanslagpleger zou het gemunt hebben op een parade van duizenden schoolkinderen aan de andere kant van de wegversperring.
Volgens de experts van het ‘Institute for Policy Analysis of Conflict’ (IPAC), een denktank in Jakarta, zullen de Filippijnen nog heel lang de invloed van IS ondergaan. In hun rapport van maart 2019 wijzen ze op de aanwezigheid van pro-IS extremisten in grote delen van het land die in handen van opstandelingen zijn. In alle landen steunt IS op lokale groepen. De meeste aanslagen zijn plaatselijk georganiseerd en zijn een antwoord op lokale grieven. Deze aanslagen worden overigens geleid door personen die voor eigen doeleinden gebruik willen maken van de internationale berichtgeving die een verband met IS met zich meebrengt.
Volgens de experts van IPAC zijn de aanslagen in het Indonesische Surabaya een keerpunt, in die zin dat ze geleid hebben tot een nieuwe anti-terroristenwet en honderden arrestaties. Tegelijkertijd geeft dat enorme problemen voor het surveilleren van gevangenissen van waaruit in het verleden een aantal jihadisten aanslagen hebben opgezet en geleid. In Bangladesh en Sri Lanka is de invloed van salafistische ideeën via daar werkende migranten gesignaleerd als een belangrijke oorzaak van radicalisering. Ik wil daarbij de kanttekening plaatsen dat het satanisme al heel lang deel uitmaakt van het ideologische en politieke landschap in Maleisië en Indonesië, waardoor het onderzoek naar terroristische afwijkingen er niet eenvoudiger op wordt. India schijnt tot dusverre relatief gespaard te zijn door IS, maar heeft intern veel te lijden onder uiterst nationalistische hindoe-groeperingen.
Een andere brandhaard is Afghanistan. IS heeft er in 2015 een regionale tak geïnstalleerd: de Islamitische Staat van Khorassan, verantwoordelijk voor honderden aanslagen op burgers en militairen.
IS mag in Syrië militair gezien zo goed als verslagen zijn, in het zuiden en zuidoosten van Azië heeft het zich goed geworteld, met ook in de toekomst alle gevolgen van dien.