Het zelfgekozen einde in ethisch perspectief. Over euthanasie en suïcide. Jared Diamond, Augustinus en Peter Singer. Inleiding: ethische heroriëntatie inzake leven en dood

Civis Mundi Digitaal #90

door Piet Ransijn

 

Inleiding: ethische heroriëntatie inzake leven en dood

De situatie van Wim Couwenberg en zijn laatste artikel over euthanasie in nr 89 hebben mij hiermee van dichterbij geconfronteerd dan krantenberichten erover. Wat het in mij oproept heb ik opgeschreven in gedichten in dat nummer en daarna. Euthanasie als zelfgekozen einde houdt verband met enerzijds palliatieve sedatie en anderzijds suïcide. Behalve de gevoelens die dit oproept, houden de ethische en filosofische aspecten mij bezig en de onderbouwing daarvan. Er zijn bij mijn weten weinig filosofen die over suïcide schreven. Wellicht omdat zij zich richtten op het leven en zingeving ervan.De enige mij bekende filosofen die erover schreven zijn Augustinus in de Civitate Dei en Albert Camus in De mythe van Sisyphus en in zijn postume roman Een gelukkige dood. Ook een bevriend en belezen filosoof, kende geen andere filosofen die hierover schreven. Over euthanasie hebben moderne filosofen en ethici zoals Peter Singer geschreven.

Wat zeggen deze filosofen over deze beladen thema’s? En hoe gaan andere culturen met het levenseinde van ouderen om? Daarover schreef de veelzijdige antropoloog Jared Diamond in zijn boek Erfenis: Wat we kunnen leren van traditionele samenlevingen. Wat betreft een eventueel leven na de dood heb ik de visie van filosofen en antropologen weergeven in eerdere artikelen. Zo poog ik nu tot een meer onderbouwde meerzijdige visie te komen inzake het netelige thema van ons levenseinde dan alleen poëtische ontboezemingen. Wim Couwenberg nodigde daartoe uit in zijn laatste artikel over euthanasie.

Hoewel er veel meer over is geschreven, vooral tegenwoordig, blijft dit artikel beperkt tot genoemde auteurs, die een breed spectrum van visies over het thema geven, van ‘primitief’ en intercultureel tot klassiek, christelijk, humanistisch en modern.

 

Confrontaties met euthanasie

Met euthanasie ben ik niet eerder van nabij geconfronteerd geweest. Wel met palliatieve sedatie bij familie en vrienden. Een zeer katholieke tante had er bezwaren tegen bij het overlijden van haar broer, mijn oom. Mijn ouders hadden er begrip voor gezien zijn uitzichtloze lijden. Het is nu wettelijk geregeld dat er een zelfgekozen eind gemaakt kan worden aan ondragelijk lijden. Over palliatieve sedatie kan ik kort zijn en verwijzen naar de wettelijke regeling.

Dat ligt anders bij lijden dat (nog) niet ondragelijk is en van psychische aard is en bij mensen die hun leven als voltooid beschouwen en dit zouden willen beëindigen. Daarmee werd ik geconfronteerd toen de 90-jarige vrouw van een oudere vriend mij opbelde en zei dat haar man plotseling was overleden. Ze waren net verhuisd. Hij zakte in elkaar bij de geldautomaat waar hij geld aan het pinnen was voor een fooi voor de verhuizers. Zij belde mij ontredderd op tussen de verhuisdozen en kreeg aanvechtingen om van een brug af te springen. Na diverse gesprekken kwam ze wat meer tot bedaren.

Ze bleef herhalen dat haar leven zonder haar man geen zin meer had en voltooid was, ook al was ze nog gezond. Ze was 90 jaar, had geen kinderen, weinig kennissen en geen naaste familie. Ze vroeg me of ik een arts kende die open stond voor euthanasie. Of ze een zo’n arts heeft gevonden, weet ik niet. De jaren daarna belde zij geregeld op en sprak zij steeds over haar voltooide leven en euthanasie als optie. Na enige tijd was zij niet meer te bereiken, ook niet door vrienden. Het is ons niet bekend hoe het met haar is afgelopen. Dit was mijn eerste confrontatie met euthanasie.

 

https://www.plusonline.nl/gezondheid-en-medicijnen/pluslezers-massaal-voor-verruiming-euthanasiewet: “Het kabinet wil ook dat ouderen die niet ziek zijn maar hun leven wel als voltooid zien, op een waardige manier uit het leven kunnen stappen. Wij vroegen hoe u hier tegenaan kijkt. Uitslag van de stelling: 14% zegt oneens, 86% eens. Een klein deel van de bezoekers op PlusOnline ziet geen heil in het plan om de euthanasiewet te verruimen.” Het betreft hier voor zover bekend echter nog geen kabinetsvisie maar een voorstel vanuit de Tweede Kamer. Er zijn meer peilingen die een vergelijkbaar beeld geven.

 

Persoonlijke gevoeligheden

Met suïcide ben ik helaas van meer nabij geconfronteerd geweest. Het is te persoonlijk en ligt te gevoelig hier nader op in te gaan dan in algemene termen. Suïcide is iets anders dan euthanasie, dat juist suïcide kan voorkomen. Als het hoe en waarom van een toekomstig zelfgekozen einde duidelijk aan de naasten wordt uitgelegd, kan er vaak minder schrijnend leed hen zijn dan wanneer alles aan het lot wordt overgelaten en kinderen hun vader of moeder op een ongelukkig manier zien aftakelen. Weloverwogen euthanasie is heel wat anders dan er een onverwacht eind door suïcide. En ook al zijn er indicaties van suïcide, het blijft schrijnend, leert de ervaring. Het alternatief van een ondragelijk leven was kennelijk geen optie meer. Pas later kan het bij nadere overweging doordringen dat het ook een bevrijding kan zijn voor de betreffende persoon, die gebukt gaat onder niet langer te verdragen leed.

Suïcide ligt gevoeliger omdat het vaak gepaard gaat met leed dat met name bij de nabestaanden lang doorwerkt. Dat heb ik helaas van nabij gemerkt. Dat werkt door in mijn reserve en voorzichtigheid inzake euthanasie, hoewel het bij ondragelijk lijden nu ook wettelijk als acceptabel wordt beschouwd. Een zelfgekozen einde laat vaak leed achter, dat haast niemand kan verzachten, zoals afgebroken relaties in velerlei gradaties. Een dergelijke uitweg neemt het leed van anderen niet weg, maar maakt het vaak erger dan natuurlijk sterven. Tenzij er sprake is van ondragelijk lijden en het natuurlijke verloop dan wordt doorbroken door een zelfgekozen dood. Als degelijke omstandigheden ontbreken, geeft suïcide een schrijnend gevoel. Zo’n leven schiet voorbij het doel van opgaan in een groot verband en neemt het zelf in de hand. Er is geen overgave en genade door het in de handen van het lot te laten.

 

Is euthanasie op verzoek een vorm van suïcide?

Is palliatieve sedatie, als milde vorm van euthanasie, een vorm van suïcide? Het kan worden gezien als hulp bij zelfdoding of als een vorm van zelfdoding door een ander, vaak een arts. Zo wordt de verantwoordelijkheid voor de uitvoering bij de arts gelegd. Dat is voor de arts vaak een zeer verantwoordelijke taak en een gewetenszaak. In september was er een rechtszaak tegen een arts die werd beschuldigd van onzorgvuldig uitgevoerde euthanasie of palliatieve sedatie. Er werd haar een poging tot moord ten laste gelegd. Zij werd vrijgesproken omdat zij zorgvuldig handelde. Euthanasie wordt voor de wet kennelijk meer geassocieerd met moord dan met (hulp bij) zelfmoord. Is euthanasie op verzoek echter niet veeleer een milde vorm van suïcide op eerder verzoek, dan een milde vorm van moord? Artsen die patiënten willen helpen en uit hun lijden willen verlossen, lopen het risico op een rechtszaak wegens moord. Dat plaatst artsen soms in een haast onmogelijke situatie, waarbij de wet niet toestaat om mensen van hun leed te bevrijden.

Ethicus Peter Singer schrijft zijn boek Rethinking Life and Death en andere werken dat onze begripsbepaling van kwesties rond leven en dood niet meer toereikend is in de huidige samenleving met zijn geavanceerde medische zorg. Sociologisch gezien spreken we van een ‘cultural lag’, als de cultuur en ethiek niet meer up to date zijn afgestemd op medische mogelijkheden en inconsistent zijn. Singer pleit voor een ‘ethische revolutie’, een paradigmaverandering op dit gebied en geeft een voorzet (Een ethisch leven, p 268).

 

 

 

Verandering van de ethiek van dood en leven in vijf geboden

“De traditionele doctrine van de onschendbaarheid van het leven verkeert nu in grote problemen. De aanhangers van de doctrine… hebben de dood opnieuw gedefinieerd [als hersendood] zodat zij een hart dat nog klopt uit iemands lichaam kunnen halen… Zij maken zichzelf wijs dat de donor ‘dood’ is, maar in werkelijkheid is zijn lichaam nog warm en is de ademhaling nog niet gestopt… Zij weten dat zij met de enorme doses morfine die zij ongeneeslijk zieken toedienen het leven bekorten, maar zij houden vol dat dit geen euthanasie is, omdat zij de morfine slechts geven om de pijn te verzachten.” Als zij het wel euthanasie zouden noemen, lopen zij het risico op een aanklacht wegens moord. “Tot slot wordt de ethiek van onschendbaarheid van het leven beperkt tot de eigen soort.., ondanks verpletterende bewijzen dat de verschillen tussen ons en andere soorten eerder gradueel zijn dan wezenlijk.”

Volgens Singer is de traditionele ethiek niet consistent met de huidige medische praktijk en vraagt deze om fundamentele aanpassingen. Het leven is niet altijd hetzelfde en kennelijk niet altijd onschendbaar, als we bijv. bovengenoemde gang van zaken bij orgaandonatie in aanmerking nemen. De kwaliteit van het bewuste leven speelt tegenwoordig een beslissende rol volgens Singer e.a. Hij pleit voor de volgende verandering in de geboden van de oude ethiek van de onschendbaarheid van het leven, die op vele vragen geen toereikend antwoord meer kan geven.

1e gebod: Behandel al het leven als gelijkwaardig. Dat betekent: ongeacht of er nog sprake kan zijn van bewustzijn. In de medische praktijk heeft het leven van een jongere met een leven voor zich voor hem en anderen niet dezelfde waarde als bij iemand in een vergevorderd stadium van Alzheimer. Veel mensen willen dat liever niet meemaken en vooraf met een wilsbeschikking uitsluiten door een zelfgekozen einde.

Daarvoor in de plaats stelt Singer voor als 1e gebod: erken verschillen in de waarde van een menselijk leven. De waarde van een menselijk leven hangt samen met het bewustzijn. Het gaat erom of er bewustzijn (mogelijk) is en daarmee samenhangend contact met medemensen. Ook is het van belang of er een wens om te leven is en enig vermogen vreugde te beleven als ethisch relevante eigenschappen. Vreugde en verdriet van (naaste) verwanten zijnhierbij ook relevant. Singer pleit er voor aandacht te geven aan dergelijke ethisch relevante eigenschappen. Volgens hem verliest het leven zijn ethische relevantie als het bewustzijn onomkeerbaar verloren gaat. Dat vraagt ander handelen dan bij een bewust en jeugdig leven vol mogelijkheden. Relevantie veronderstelt bewustzijn. Hoe kan iets relevant zijn als er geen bewustzijn meer is van de relevantie?

Dit roept de vraagt op of medici in staat zijn onomstotelijk vast te stellen of het bewustzijn onomkeerbaar uit het lichaam is verdwenen. Strikt genomen is het niet goed mogelijk vast te stellen of het bewustzijn buiten het lichaam bewaard is gebleven. In dit opzicht is het relevant ook bijna doodervaringen of nabij de dood ervaringen in aanmerking te nemen bij vragen omtrent dood en leven.

2e gebod: Maak nooit doelbewust een eind aan onschuldig menselijk leven.  Dit betekent volgens de RK leer bijv. “dat een ongeborene niet mag worden gedood, zelfs niet als dat de enige manier is om te voorkomen dat zowel de aanstaande moeder als de foetus doodgaan.”. Veel vrouwen zijn zo nodeloos en met veel pijn in hun kraambed gestorven. Volgens Singer is dit gebod niet te handhaven “in situaties waarin een individu geen belang meer hecht aan zijn of haar leven” (p 273-74). In de huidige medische praktijk isitsluitend staken van levensreddend handelen gerechtvaardigd, niet het beëindigen van een leven, tenzij verlenging van het leven verlenging van ondragelijk lijden betekent en er een wilsbeschikking is om dit te mogen beëindigen. Een oud vers zegt bijna tegenstrijdig: ‘Thou shalt not kill. But needn’t strive officiously to keep alive’ (Arthur Hugh Clough, The Latest Decalogue).

Het nieuwe tweede gebod formuleert Singer aldus: neem de verantwoordelijkheid voor de consequenties van uw beslissingen. Bijv. wat betreft onnodig lijden dat geen enkele toegevoegde kwaliteit van leven geeft. Als moeder en kind sterven in plaats van één van hen of alleen het kind, lijkt dit redelijkerwijze een onaanvaardbare consequentie. Dit gebod kan ook impliceren dat we een zekere verantwoordelijkheid dragen voor wat we nalaten wat betreft handelen waarmee andere mensen zijn gebaat. Het moedigt aan tot inzet voor anderen en niet alleen het afzien van het beëindigen van onschuldig leven. Het nalaten van hulp en het gebrek aan inzet en verantwoordelijkheidsgevoel kan ook fataal zijn voor anderen. Maar we kunnen moeilijk verantwoordelijk worden gesteld voor het redden van de mensheid, hooguit voor de mensen voor wie we direct verantwoordelijkheid dragen.

Wat betreft het verminderen van leed, pleit Singer ervoor dodelijke injecties op grond van dit nieuwe gebod ethisch te legitimeren, zoals al gebeurt bij het toedienen van hogere doses morfine. Pijnbestrijding gaat daarbij vaak geleidelijk over in levensbeëindiging, waarbij artsen soms grote risico’s kunnen lopen op rechtsvervolging volgens het oude gebod. Singer wil daaraan een eind maken als artsen verantwoordelijk handelen bij hun bestrijding van nodeloos leed.

3e gebod: Maak geen eind aan uw eigen leven en probeer altijd te voorkomen dat anderen een eind maken aan hùn leven. Christelijke filosofen zoals Augustinus en Thomas van Aquino zien zelfdoding als zonde.  “Het tijdstip van onze dood, is de beslissing van God, niet van de mens,” zei Thomas (p 277). Doen ongeneeslijk zieken die hun arts om hulp vragen om te kunnen sterven, een ander kwaad? Zij kunnen niet meer voor anderen zorgen, maar soms wel nog iets voor anderen betekenen, afhankelijk van de ernst van hun situatie.

Singer stelt als 3e gebod voor: Respecteer iemands wens om te leven en te sterven. Hij stelt de persoon, die zichzelf bewust kan zijn, en diens wensen en voorkeuren centraal, niet diens leven, als dit geen bewust beleefde kwaliteit meer heeft.  Als mensen tegen hun wil worden gedood, is dat iets anders dan het doden van een mens die geen persoon meer is en zijn bewustzijn onomkeerbaar is verloren. Het gaat wat ver te zeggen dat mensen dan geen rechten meer hebben, omdat alleen personen recht kunnen hebben. De rechtspersoon van een mens eindigt pas bij de definitieve fysieke dood

4e gebod: Weest vruchtbaar en wordt talrijk. De nadelige consequenties van overbevolking voor de kwaliteit van leven op deze planeet hoeven hier niet te worden toegelicht. Alternatief 4e gebod”: Breng alleen de gewenste kinderen ter wereld. Daar zou aan toegevoegd kunnen worden dat kinderen en hun ouders ook een menswaardig leven verdienen, dat meer vreugde biedt dan leed.

5e gebod: Menselijk leven is altijd meer waard dan niet-menselijk leven. Singer betwijfelt dit bij ernstig gehandicapte baby’s in vergelijking waarmee sommige dieren hogere vermogens tot bewustzijn, communicatie en andere ‘menselijke’ eigenschappen hebben. Dit riep veel controverse op vanwege het diep ingebakken (bijbelse) onderscheid tussen mensen en dieren, dat in andere culturen meer geleidelijk is. Dieren hebben ook gevoel en sommige dieren hebben een vorm van zelfbewustzijn en zelfherkenning. Het leed van dieren wordt tegenwoordig meer serieus genomen, als teken van menselijke beschaving en verfijning van perceptie en empathisch vermogen.

Maak geen onderscheid op basis van soort stelt Singer voor als nieuw 5e gebod. Dat gaat wel wat ver. Natuurlijk zijn er verschillen tussen soorten, die ook ethisch gezien relevant zijn volgens het eerdere criterium van de mate van bewustzijn. Dus dit 5e gebod, dat hier minder relevant is, vraagt enige nuancering. Singer kent rechten toe aan personen. Zijn dieren personen? Tot dusver niet. Kunnen aan dieren rechten toegekend worden of gaat het bij het gedrag jegens dieren vooral om plichten en verantwoordelijkheden van mensen?

Het formuleren van nieuwe geboden als basis voor richtlijnen en regels lijkt noodzakelijk gezien de onduidelijkheden die er zijn. Dat geldt met name voor medici die risico’s lopen op rechtsvervolging, als zij het lijden van mensen die aan hun zorg zijn toevertrouwd willen verminderen. In uiteenlopende culturen is vergroting van geluk en vermindering van leed als complement een centraal beginsel, dat ook nu kan dienen als basisprincipe in plaats van starre absolute geboden waar niet aan valt te tornen, ook al leiden deze tot nodeloos lijden en gewetensproblemen bij de mensen die voor lijdende mensen zorgen. De specifieke uitwerking in concrete gevallen is aan medici en ethici en houdt ook de gemoederen van velen bezig, die ermee geconfronteerd worden.

Zoals gezegd heeft euthanasie raakvlakken met suïcide. Daarom is het interessant om na te gaan wat hierover door filosofen en een veelzijdig sociaal geograaf naar voren is gebracht. Over suïcide, komen twee filosofen aan de orde, die hierover bij mijn weten het meest expliciet schreven, nl. in deel 2 Augustinus en Albert Camus in het volgende artikel. Eerst volgen echter de cultureel antropologische bevindingen van de veelzijdige sociaal geograaf Jared Diamond over de het verzorgen, achterlaten en doden van ouderen in zgn. ‘primitieve’ samenlevingen. Na een bredere kijk vanuit andere tijden en beschavingen komen we weer terug op de visie van Peter Singer in deel 4. Er zijn meer antropologen en sociaal geografen dan Jared Diamond, meer christelijke kerkvaders dan Augustinus, meer existentie-filosofen dan Albert Camus en meer moderne ethici dan Peter Singer. Het is binnen dit bestek niet doenlijk meer deskundigen te behandelen. Deze vier geven een meerzijdige benadering van suïcide en euthanasie in een brede context. Tot een verhelderend samenvattend overzicht. 

 

 

Bijlage: Mag alles wat kan? De euthanasiewet bekeken vanuit ethisch perspectief.

Presentatie over: ’Denkdag over euthanasie Kortrijk, 26 maart 2007’— Transcript van de presentatie. nr 40-51. https://slideplayer.nl/slide/2133781/

Het verhelderende overzicht van de presentatie is wat betreft de ethische aspecten integraal overgenomen in dank. De denkdag gaat ook in op de aanloop naar de euthanasiewet en diverse inhoudelijke aspecten van de wet. Niet alleen de ethische kant komt aan de orde. Ook wat er als christen over euthanasie valt te zeggen.

Ethiek impliceert kritische reflectie op onderliggende waarden bij de euthanasiewet: beschermwaardigheid van het leven, autonomie van de persoon en de zorgrelatie.

Bij deze waarden is er een radicale [traditionele], een relatieve opvatting en verdere reflectie. Beschermwaardigheid van het leven is een fundamentele waarde bij uitstek.

Leven is fundament en voorwaarde voor alle andere waarden. Beschermd door juridische principes, rechten van de mens, levensbeschouwingen en religies.

Radicale [traditionele] opvatting:

Fundament ligt in de gegevenheid van het leven zelf, ongeacht de kwaliteit van leven. Leven heeft prioriteit.

‘God is de Heer van het leven’, relativering van het zelfbeschikkingsrecht door het gebod: ‘Gij zult niet doden’. Euthanasie wordt beschouwd als moord

Relatieve opvatting: Kwaliteit van leven speelt ook een rol.

Beschermwaardigheid van leven is fundamenteel, maar niet absoluut.

Afweging van beschermwaardigheid tegenover andere waarden (rol van het geweten).

Autonomie als fundamentele waarde in hedendaagse samenleving

Autonomie als ‘eigen keuzes maken zonder anderen te schaden’.

Sinds emancipatie eind jaren ’60 is autonomie een hoeksteen van wetgeving, ook in gezondheidszorg.

Absolute autonomie (liberale mensvisie): zelfbeschikkingsrecht over eigen leven en dood.

Mensen zijn onderling verweven met elkaar. Het is echter aan het individu alleen om over zijn leven en bestaan te wikken en te beschikken.

Relationele autonomie of ‘autonomie-in-verbondenheid’ (personalistische mensvisie)

Verantwoordelijkheid in relatie tot anderen (samen-beslissen i.p.v. zelf-beslissen)

Autonomie, zorgethische bedenking: rol van autonomie in negatieve beleving van afhankelijkheid en in de ervaring van ondraaglijkheid.

Autonomie opgevat in ‘doorgeschoten zin’ heeft weinig aandacht voor de mens als kwetsbaar wezen en de relatie van autonomie en afhankelijkheid

In hoeverre spelen bij euthanasievraag de angst voor afhankelijkheid, angst om anderen tot last te zijn, angst voor het verlies van waardigheid?

Onder de ‘ondraaglijkheids’-ervaring liggen vaak de angst voor afhankelijkheid, de angst voor het verlies van waardigheid, de angst om een ander tot last te zijn.

Deze angsten hangen samen met de dominantie van autonomie.

Radicale [traditionele] opvatting: blijvende behandeling en zorg aanbieden voor behoud van leven.

Relatieve opvatting: afweging van zinvolheid van behandeling, mogelijke optie voor levensverkorting.

Reflectie op behandelbaarheid: Wanneer is het lijden werkelijk uitzichtloos en onbehandelbaar?

Kwaliteitsvolle zorg aanbieden vraagt hier om zo objectief mogelijke maatsstaven.

Zijn er objectieve maatstaven bij niet-terminale patiënten? Ondraaglijk lijden?

Demoralisatie en hopeloosheid verbonden met psychisch lijden geeft vertekening van de realiteit en de eigen leefsituatie.

Hier speelt ‘klaar met leven’-motief mogelijks een rol. Centraal staat hier de vrees voor verlieservaringen van de ouderdom (ziekte) en niet zozeer de ervaring van dat verlies zélf.

‘Klaar met leven’-argument is problematisch

De arts moet de ondraaglijkheid en uitzichtloosheid van het lijden van de patiënt kunnen ‘invoelen’ en tot op zekere hoogte objectiveren, om aan een euthanasieverzoek te mogen voldoen.

Wordt de eis van ondraaglijk lijden losgelaten, dan vervalt de morele grond voor de medische betrokkenheid bij euthanasie

Dan ontstaat een situatie waarin het levensbeëindigend handelen wordt losgeweekt uit de context van hulpverlening in gezondheidszorg.

In hoeverre kan een arts de complexiteit van een euthanasievraag met ‘klaar met leven’-motief peilen? Hoe kan hij het ‘uitzichtloos lijden’ hier objectiveren?

Hoe zit het met het uitzichtloos lijden bij psychiatrische patiënten en onbehandelbaarheid?

Wat met de dementerenden?

Psychisch lijden speelt grote rol bij euthanasie in niet-terminale situatie.

Demoralisatie en hopeloosheid: gevoel van fysieke, sociale en emotionele ontluistering die gevoelens van eigenwaarde ondermijnen (‘suicide, c’ est l’ abscence de l’autre’).

‘Gerontofobe’ denken [angstvoor ouderdom] in een vergrijzende samenleving

Als mensen zorgafhankelijk worden, vergroot het gevoel van sociale overbodigheid, uitsluiting, zinloosheid, zinloosheid.

Moeten we niet veeleer daar iets aan veranderen dan aan het aanbieden van euthanasie?

Grote problemen bij dementie

Huidige persoon vertolkt in zijn kwetsbaarheid misschien geheel andere verlangens en preferenties dan de vroegere wilsbekwame persoon.

Kan men van hulpverleners verlangen dat zij de huidige wil van een demente persoon negeren wanneer er sprake is van een [eerder] euthanasieverzoek?

Dementie is een proces. Op welk ogenblik moet euthanasie worden voltrokken? Als men zichzelf in  spiegel en kinderen niet meer kan herkennen?

Kan men van hulpverleners verlangen dat zij de verantwoordelijkheid nemen om te beslissen wanneer de (vroegere) wil van een demente persoon moet worden uitgevoerd?

Dementie: wanneer is er ondraaglijk lijden? Is er een objectieve standaard? Wat is de rol van het perspectief van samenleving?

Kan van hulpverleners worden gevraagd om euthanasie uit te voeren bij iemand die op voorhand en vooral uit vrees voor lijden euthanasie heeft gevraagd, terwijl zij niet objectief kunnen vaststellen of er op dit ogenblik effectief sprake is van doorleefd lijden?