Het zelfgekozen einde in ethisch perspectief
Deel 1. Een antropologische visie: wat kunnen we leren van andere culturen?

Civis Mundi Digitaal #90

door Piet Ransijn

 

 ‘Ouderen: verzorgen, achterlaten of doden?’ volgens sociaal geograaf Jared Diamond

In traditionele samenlevingen hebben mensen soms moeite met de westerse bejaardenhuizen, waarin zij als het ware buiten de gemeenschap worden geplaatst of ‘gedumpt’. In traditionele samenlevingen zijn grote verschillen in de omgaan met ouderen. Vaak worden ze met meer liefde en respect verzorgd dan in het Westen. Maar het komt ook voor dat ze een ondragelijke belasting vormen voor de mogelijkheden van de gemeenschap om hen te voeden en te verzorgen. Dat geldt met name bij nomaden als zij “een ernstige handicap vormen die de veiligheid van de hele groep in gevaar brengt… en het meenemen van ouderen die niet in staat zijn om te lopen moeilijk of onmogelijk is… [of] periodiek een groot tekort aan voedsel is” (Diamond, Erfenis, p 249). Mensen die niet kunnen lopen moeten namelijk gedragen worden over grote afstanden. Dit geldt alleen bij jagers-verzamelaars, niet bij andere volken, waar ouderen vaak veel respect genieten. Om te voorkomen dat zo’n gemeenschap van de honger omkomt, worden ouderen soms ‘opgeofferd’.

“Heel cynisch gezegd bestaan daarvoor vijf methoden van matig hardhandig tot uiterst hardhandig.” Er bestaat daar geen palliatieve sedatie. Men moet zich met ‘primitieve’ middelen vaak met geweld zien te redden. “De meest passieve methode is verwaarlozing tot de dood erop volgt: door ouderen te negeren, weinig te eten te geven… weg te sturen… De volgende methode… bestaat uit het achterlaten van ouderen of zieken als de rest van de groep verder trekt… [en] aan hun lot over te laten… Maar vaker met wat brandhout, voedsel en water op een beschutte plek achtergelaten” (p 250).

Bij “de derde methode… plegen ouderen suïcide, al dan niet daartoe aangespoord, door van een steile rots te springen, in zee te lopen of zich dood te vechten… Tegenover deze derde methode – zelfdoding zonder hulp – staat een vierde methode, die te beschrijven is als zelfdoding met hulp of als moord met goedvinden van het slachtoffer” (p 251). Dat gebeurt bijv. door wurging of neersteken, bij gebrek aan zachtzinnigere methoden. “De laatste wijdverbreide methode is het vermoorden van het slachtoffer zonder diens medewerking of toestemming.”

“Wij reageren met afschuw op deze verhalen… Maar net zoals bij infanticide moeten wij ons afvragen: wat zou een nomadische gemeenschap... die niet voldoende voedsel heeft voor de hele groep, anders moeten doen… Wij boffen dat wij zelf geen slachtoffer, helper bij zelfdoding of moordenaar hoeven te zijn, omdat we het geluk hebben te leven in een gemeenschap met meer dan voldoende voedsel en medische zorg… Misschien hebben of zullen wij een soortgelijke beproeving doorstaan, wanneer wij moeten beslissen of wij tegen de arts die onze bejaarde of zieke ouder behandelt, zullen zeggen dat het tijd is om verder actief medisch ingrijpen achterwege te laten” (p 252).

Deze maatregelen bij nomaden kunnen de indruk wekken van gebrek aan respect voor ouderen. In niet-westerse culturen is het respect voor ouderen echter meestal groter dan in het Westen. De beschrijvingen zijn minder ver van ons bed dan op het eerste gezicht lijkt. Recentelijk werd nog een arts werd vervolgd wegens veronderstelde onzorgvuldige euthanasie. Er is bij ons ook een glijdende schaal van palliatieve sedatie, euthanasie op verzoek, hulp bij zelfdoding, toelaten van zelfdoding en aansporen daarvan tot uiteindelijk moord. De afbakening in onze wetgeving is vaak problematisch en onderwerp van discussie. Wij hebben de medische middelen om zachtzinniger met ouderen om te gaan en hen niet onnodig te laten lijden tegen hun wil. De legitime toepassing daarvan is nog een onderwerp waarover nog geen politieke overeenstemming is, zoals Wim Couwenberg heeft aangegeven in zijn laatste artikel in nr 89.

 

 

Problematische positie van ouderen

Vervolgens gaat Jared Diamond in op het nut van ouderen en op de normen en waarden jegens ouderen, die samenhangen met hoe zij worden behandeld en bejegend. In veel samenlevingen staan ouderen in hoger aanzien dan in het Westen. Niet alleen uit liefde, respect en plichtsgevoel, maar ook vanwege hun waardevolle vaardigheden, ervaring, kennis en inzicht, en de ondersteuning van hun kinderen. Respect voor ouderen is wijd verbreid. Ouderen leven vrijwel overal samen met hun kinderen in samengestelde families, anders dan in het Westen en in enkele andere samenlevingen. Ze hebben meestal een hoge status, hoger dan in het Westen. Alleen in het Westen zijn bejaardenhuizen, die door  bezoekers uit niet-westerse samenlevingen soms worden gezien soms als dumpplaatsen voor ouderen (p 245).

Ondanks toegenomen welvaart en fysiek welzijn en een langere levensverwachting, is de positie van ouderen in de moderne samenleving vaak problematisch. Vooral hun relatieve sociale isolement en lage status, omdat ze economisch niet meer productief zijn en hun werkrelaties verliezen. Het gevoel van nutteloosheid, overbodigheid en vereenzaming van ouderen neemt soms problematische vormen aan. Dat komt onder andere door het ‘lege-nest-syndroom’, als de kinderen het ouderlijk huis verlaten. Ten dele wordt dit gecompenseerd door op hun kleinkinderen te passen. Daarvoor dienen ze vaak grotere afstanden te overbruggen, omdat kinderen vaak elders wonen. Dit komt door de grote mobiliteit en het neolokale vestigingspatroon. (p 271).

 

https://evolutiegids.nl/zinvol-doel-ouderen/ 

Belasting voor jongere generaties

De problematiek wordt verergerd door de grote toename van het aantal ouderen in verhouding tot het slinkende aantal jongeren. “Als wij, ouderen, met pensioen gaan en verwachten dat het slinkend cohort jongeren de premies voor sociale uitkeringen blijft betalen en onze vrije tijd blijft financieren, zijn de financiële lasten voor het cohort jongeren groter dan ooit tevoren. En is het irreëel om te verwachten dat zij ons in huis nemen en voor ons zorgen. Misschien keren we wel terug naar een wereld waarin we opnieuw moeten gaan nadenken over mogelijke manieren om het leven te beëindigen, zoals in traditionele gemeenschappen gebeurde – door zelfdoding met hulp, aansporing tot suïcide en euthanasie. Dat ik dit schrijf betekent niet dat ik daarvoor pleit; ik constateer slechts dat deze maatregelen steeds vaker onderwerp vormen van discussie” (p 269).

De zin in het leven staat bij sommige ouderen onder druk van hun nutteloosheid en sociaal isolement. Daardoor zien zij zelf ook soms uit naar een einde van hun betrekkelijk nutteloze leven als randfiguren in de marge van de samenleving, dat een belasting vormt voor de jongere generaties. Hoewel zij ook vele jongere mensen in de zorg werkgelegenheid en ontwikkelingsmogelijkheden geven, worden zij vaak beschouwd als “een rampgebied van het moderne leven” (p 273).

 

https://www.mantelzorgnieuwsbrief.nl/kleuters-magnushof

’Ouderen en kinderen, dat trekt elkaar’

 Nut en nutteloosheid van ouderen

Economisch nut is echter een betrekkelijke en bedenkelijke vorm van zingeving. Het is eigenlijk meer een middel dan een doel. Het zorgen voor kleinkinderen en vrijwilligerswerk biedt een schamele compensatie voor het verlies aan levenskwaliteit bij een toenemend aantal ouderen. De waardevolle en nuttige eigenschappen van ouderen verdienen een meer gerespecteerde plaats in de moderne maatschappij. Genoemd worden: “[werk]ervaring, het vermogen om anderen te helpen zonder dat hun eigen ego in de weg zit en het vermogen om door overkoepelend, interdisciplinair denken complexe data te analyseren… De samenleving als geheel zou ouderen moeten laten doen waar ze goed in zijn en wat ze graag doen… Het zoeken voor een nieuwe positie voor onze ouderen, aangepast aan de veranderende moderne wereld, blijft voor onze gemeenschap een grote uitdaging. Veel gemeenschappen uit het verleden maakten meer gebruik van hun ouderen en gaven hen een beter leven dan wij tegenwoordig. We kunnen absoluut een betere oplossing vinden” (p 276-77).

 

https://www.ikwoonleefzorg.nl/actief/plezierig-met-pensioen-zo-pakt-u-het-aan 

 

Geestelijke ontwikkeling als waardevolle bijdrage en levensdoel van ouderen

Een soepelere ‘afvloeiingsregeling’ voor ouderen die hun leven willen beëindigen middels versoepeling van de euthanasiewetgeving, biedt weinig soelaas en bevordert niet de zingeving en kwaliteit van leven. Maar ook wat betreft zo’n regeling worden de wensen van een significant aantal ouderen niet altijd even serieus genomen. In traditionele samenlevingen is de zingeving en de beëindiging van het leven meer een zaak van de gemeenschap. In de geïndividualiseerde moderne samenleving is steeds meer een individuele keuze mogelijk.

Enerzijds dienen wij de individuele keuze van ouderen te respecteren, ook wat betreft hun wensen tot levensbeëindiging. Anderszijds vraagt hun problematiek dat zij meer worden ingebed in de gemeenschap en daarin een zinvolle en waardevolle positie mogen innemen. Sociale integratie en contacten zijn ook bij ouderen van groot belang. Niet alleen contacten met hun kinderen, familie en vrienden, maar ook een waardevolle en gewaardeerde bijdrage aan de samenleving.

Ouderdom biedt ook meer gelegenheid tot geestelijke ontwikkeling en groei naar wijsheid en zoals gezegd ‘het vermogen anderen te helpen zonder dat hun eigen ego in de weg zit’, dat hiermee samengaat. Dat lijkt voor hen een meer wezenlijke waarde dan het economisch nut, waar het in onze samenleving vaak om draait.

In het oude India vormde het woudkluizenaarschap de derde levensfase, na de fase van ‘householder’. De cultuur was toen gericht op verlichting of geestelijke bevrijding door spirituele ontwikkeling en meditiatie. Daarvoor biedt het leven van ouderen nog steeds gelegenheid bij uitstek. In plaats daarvan lijkt het of ouderen vaak hun best doen om de leefstijl van jongeren bij te houden in plaats van een voorbeeld voor jongeren te zijn, voor ‘de verschrikkelijke kinderen van de nieuwe tijd’ van de Duitse filosoof Sloterdijk. Wat verlichting en geestelijke ontwikkeling precies inhoudt, past niet in het bestek van van dit stuk. Bovendien is daarover al eerder geschreven, o.m. in nr 88 over vooruitgang en verruiming van het bewustzijn en ook in artikelen van Toon van Eijk.

 

Voorbeelden uit de boerensamenleving

De voorbeelden van Jared Diamond vervang ik door eigen voorbeelden. Mijn ene oma stierf al jong, 62 jaar. Zij was de eerste overledene die ik zag, toen ik zes jaar was. Ik kon het niet goed bevatten. Mijn andere oma werd 94 jaar en ging dagelijks naar de kerk. Daarom noemden wij haar ‘Oma van de kerk’. Ze correspondeerde met haar broers en haar zus, die religieuzen waren ‘in de missie’. Wij kregen de prachtige postzegels uit Afrika. Zij neigde naar een geestelijk leven, nadat zij elf kinderen had grootgebracht, van wie er twee al jong stierven. Ze vertelde daarover op aangrijpende wijze. Bij haar verhalen over vroeger ging er een andere wereld open. Het was doorleefde geschiedenis, anders dan in boeken. Mijn opa bleef tot zijn overlijden op de boerderij van mijn oom wonen en werken. Mijn vader bleef ook met mijn broer op de boerderij werken tot hij stierf, maar woonde in zijn eigen huis. Jared Diamond geeft vergelijkbare voorbeelden van de meerwaarde van belevenissen en verhalen van ouderen, bijv. over de oorlog.

De boerensamenleving is meer traditioneel dan de stad. De functionele betrokkenheid van ouderen lijkt er groter en kan misschien suggesties bieden voor de rest van de samenleving. Waarom zouden ouderen geen aangepaste passende plaats meer kunnen hebben in het productieproces als ze dat willen? Niet alleen vrijwilligerswerk, maar ook op hoger niveau, met namen bij hogere functies. Hoger opgeleiden zouden in het algemeen langer actief blijven, ook omdat geestelijke activiteit fysiek vaak minder belastend is en hun belangstellingssfeer zich daartoe leent.

De waarde van ouderen en mensen in het algemeen beperkt zich niet tot hun nuttige bijdrage. Het leven van een mens is een doel op zich dat intrinsieke waarde heeft: de onschendbare waarde van de menselijke persoon. Daarom mag bij ons het leven van een mens alleen bij wettelijk omschreven uitzonderingen worden beëindigd.

  

https://tuingezel.nl/ Groene dagbesteding 

De activiteitentheorie en de uitstotingstheorie

Enkele jaren geleden gaf ik sociologiecolleges over de levensloop van ouderen, jongeren en volwassen. Wat theorieën over ouderen betreft waren er twee die aansluiten bij wat Jared Diamond schrijft: de activiteitentheorie en de uitstotingstheorie. De eerste schrijft (voor) dat ouderen zo lang mogelijk actief blijven en meedoen. Dat gaat het best naarmate ouderen jonger zijn en meer kunnen. De uitstotingstheorie gaat geleidelijk steeds meer op naarmate ouderen minder kunnen deelnemen aan de samenleving. Dit begint bij hun pensioen met het beëindigen van hun baan en eindigt bij hun al of niet zelfgekozen dood.

Het gebrek aan participatie, zingeving en perspectief hangt samen samen met het uitzien naar een al of niet zelfgekozen einde en ook met de status, de waarde en het nut van ouderen. Als het waardevol en aangenaam is om oud te zijn, is het geen probleem. Het wordt problematisch als het pijnlijk en belastend is, doelloos en zinloos, waardeloos.

Jared Diamond pleit voor nuttige en zinvolle activiteiten voor ouderen om uitstoting te voorkomen en uit te stellen. Maar uiteindelijk gaat het niet alleen om wat mensen doen, maar ook om wat ze zijn: een unieke, onschendbare persoon met een unieke betekenis. Dat zijn mooie woorden, die niet altijd meer zo worden ervaren, als het leven weinig of geen betekenis meer heeft en zijn eerdere zin verliest. Het is niet gemakkelijk om dan een laatste, uiteindelijke zin te vinden. Misschien kunnen mensen elkaar hierbij tegemoet komen en kunnen ook filosofen een hand reiken. 

 

Noten

Zie ook Sjaak van der Geest, ‘Zorg voor ouderen in verschillende culturen’,

http://www.sjaakvandergeest.socsci.uva.nl/pdf/ageing/ouderenzorg_Kijk.pdf