Civis Mundi Digitaal #91
In zes jaar heeft India 9 miljoen banen verloren, en dat terwijl iedere maand een miljoen jongeren op de arbeidsmarkt verschijnen. Daarbij zij opgemerkt dat de helft van de inwoners van India jonger dan 25 jaar is. Dat is het resultaat van een onderzoek door twee economen van de universiteiten Jawaharlal Nehru en Azim Premji, gepubliceerd op 31 oktober jongstleden door het «Centre for Sustainable Employment» van de universiteit Premji. Het onderzoek is gebaseerd op officiële cijfers. De werkloosheid betreft vooral gediplomeerde jongeren. Het totaal aantal werklozen in de leeftijd van 15-29 jaar is gestegen van 9 miljoen in 2012 tot 25 miljoen in 2018.
De landbouw waarin 70 procent van de Indiase bevolking werkzaam is, is hard getroffen. Het aantal arbeidskrachten is gedaald van 232 miljoen in 2012 tot 205 miljoen in 2018. Geen wonder, want het lot van de boeren is dramatisch. Hun gebied krimpt door verstedelijking en wordt geteisterd door klimatologische veranderingen. Iedere dag plegen boeren, die tot hun nek in de schulden zitten, zelfmoord of stoppen zij met hun werk, verlaten ze hun lapje grond en verkassen ze naar de sloppenwijken in de steden. Het scheppen van nieuwe banen in andere sectoren van de economie is sterk onvoldoende om het overschot van arbeidskrachten op te vangen.
De landbouwcrisis gaat samen met een afnemende industriële sector die in zes jaar tijd 3,5 miljoen banen heeft verloren en met een vertraging in de bouwsector. Alleen de dienstensector is relatief gespaard: daar zijn de 127 miljoen banen in 2012 gestegen naar 144 miljoen in 2018. Maar beide economen onderstrepen dat de banen in de dienstensector te vaak een uiterst middelmatig karakter hebben. Zij wijzen ook op de algemene kwetsbaarheid van de arbeidsmarkt: 90 procent van de banen in India bevindt zich in de informele sector, die gekarakteriseerd wordt door de totale afwezigheid van arbeidscontracten, verzekeringen en bijdragen voor pensioenen.
Dit onderzoek spreekt het bericht van de regering van oktober 2019 tegen, dat melding maakt van een toename van betaalde banen van 433 miljoen in 2011-2012 tot 457 miljoen in 2017-2018. Premier Narenda Modi lanceerde in 2014 in zijn verkiezingscampagne de slogan «Make in India» en beloofde ieder jaar 20 miljoen banen te scheppen. Vijf jaar later, op de vooravond van de parlementsverkiezingen in april/mei, trachtte hij de publicatie van de werkloosheidscijfers te vertragen om zijn campagne niet te «vervuilen». Desondanks kreeg de pers in januari een rapport van het «National Sample Survey Office» in handen waarin duidelijk werd gemaakt dat het werkloosheidspercentage van de actieve bevolking in 2018 6,1 procent bedroeg tegen 2,2 procent in 2012: het hoogste niveau sinds de jaren ‘70.
Eén van de oorzaken van deze verslechtering, laat de journaliste Sophie Landrin mij vanuit New Delhi weten, is de in november 2016 door de regering op brute wijze doorgevoerde demonisatie van 86 procent van het in omloop zijnde contante geld. Deze maatregel werd gepresenteerd als middel ter bestrijding van corruptie, maar verlamde de economie: de informele sector, de landbouw en ook de industrie functioneren dankzij dit contante geld. Nog een andere reden: de geringe industrialisering. India heeft grote moeite om buitenlandse industrieën aan te trekken wegens een gebrek aan infrastructuur: wegen en elektriciteit, met als verzwarende factoren de gigantische bureaucratie, de corruptie en het centraal nemen van beslissingen door de regering.
De werkloosheidscijfers van de maand oktober gepubliceerd door het «Centre for Monotoring Indian Economy» bevestigen de slechte situatie van de economie. Gaat deze economische crisis zich ook vertalen bij de verkiezingen? In ieder geval hebben de regionale parlementsverkiezingen in de deelstaten Maharashtra (in het westen van India) en Haryana (in het noorden van India) op 24 oktober jongstleden een verlies van stemmen laten zien voor de nationalistische Bharatiya Janata Party (BJP), de partij van de premier. Zes maanden na zijn overweldigende zege bij de parlementsverkiezingen is dit toch een alarmsignaal.
Tot nu toe heeft de Hindoe-nationalist Narenda Modi de economische moeilijkheden weten te omzeilen door zijn kiezers te mobiliseren met het conflict met Pakistan en door de door hem aangewakkerde haat tegen moslims. Op 30 november is er een nieuwe regionale parlementsverkiezing in de deelstaat Jharkand in het oosten van India en die verkiezing moet duidelijk maken of het vertrouwen van de kiezers in Modi werkelijk afneemt. Ik mag het hopen!