Civis Mundi Digitaal #92
U hebt het zeker gelezen of tijdens een nieuwsuitzending op de tv gehoord, dat president Evo Morales van Bolivia na een steeds tirannieker bewind van acht jaar is afgetreden na hevige en bloedige protesten. Op 24 november 2019 heeft de interim-president, Jeanine Anez, een wet afgekondigd die de weg vrijmaakt voor het houden van algemene verkiezingen 120 dagen na de oprichting van een nieuw Hooggerechtshof voor verkiezingen.
De journaliste Amanda Chaparro laat mij weten dat Fernando Camacho, een ultra-religieuze, veertigjarige advocaat, afkomstig uit de blanke oligarchie van Santa Cruz, een meer dan goede kans maakt deze verkiezingen te winnen. Fernando Camacho speelde een sleutelrol bij de mobilisatie van de bevolking die Evo Morales tot aftreden dwong. Hij was het die de bevolking opriep tot een voortdurende « burgerlijke staking » op 22 oktober, twee dagen na de presidentiële verkiezing die hij als frauduleus bestempelde. Door de media vooruitgeschoven zweepte hij de menigte op met een door religie doordrenkt betoog. De charismatische Fernando Camacho is lid van de Pinkstergemeente en verzamelt duizenden mensen om zich heen. Aanhanger van radicaal, reactionair en conservatief rechts, presenteert hij zich als een eenvoudige burger die « de democratie en de vrijheid « verdedigt. En zo is hij het duidelijkste gezicht van de protestbeweging geworden.
« Zijn waarden zijn God, religie en familie » laat zijn vriend en arts Romulo Calvo aan Amanda Chaparro weten. « Het is iemand die duidelijke ethische en morele principes heeft. Het is een groot leider « zegt deze arts, die op zijn rechterarm een getatoeëerde Christus met een doktersbloes heeft. Feministische organisaties beschuldigen hem van vrouwenhaat en van racisme wegens zijn voorliefde voor rechts-extremistische groepen. Hij heeft nu al de bijnamen « Macho Camacho » en « de Boliviaanse Bolsonaro ».
Maar Fernando Camacho is slim en intelligent. Tijdens de protesten smeedde hij bondgenootschappen met de inheemse leiders van de hoogvlakte in het westen van Bolivia. Hij sloot vriendschap met de « Ponchos Rojos », met de inheemse organisatie Aymara, omhelsde Marco Pumari, de inheemse leider van het burgercomité van de mijnwerkersstad Potosi. Met Marco Pumari, die ook lid van de Pinkstergemeente is, zou hij een gezamenlijke kandidatuur voor het (vice)presidentschap bekend kunnen maken.
Fernando Camacho ziet tijdens de protestdemonstraties dat hij de wind mee heeft. Hij stelt steeds hogere eisen en wint aan populariteit. Hij wint het duidelijk van de centrum-kandidaat Carlos Mesa, die bij de verkiezingen na Evo Morales op de tweede plaats eindigde. Hij eist nieuwe verkiezingen en het aftreden van Evo Morales binnen 48 uur. Hij roept de politie en de strijdkrachten op zich bij de protestacties aan te sluiten. Een paar dagen later treedt hij het presidentiële paleis binnen met een bijbel in zijn hand. Hij knielt en zegt « God weer in het paleis te brengen «. Op 12 november staat hij tijdens de bekendmaking van Jeanine Anez als interim-president naast haar op het balkon van het presidentieel paleis.
Binnen de huidige regering heeft hij ook de nodige invloed. Twee ministeries worden bezet door zijn vrienden, waaronder het ministerie van defensie. Op 24 november laat Fernando Camacho weten: « als het volk het vraagt, stel ik mij kandidaat bij de komende presidentsverkiezingen «. Zijn vriend Romulo Calvo: « En dat is absoluut noodzakelijk. De Bolivianen willen hem, zij willen nieuw bloed na een veertienjarig bewind van Morales ». Dat wil zeggen dat Fernando Camacho een heel andere politiek voorstaat dan de vroegere president. Hij heeft al meerdere keren verklaard dat « Bolivia aan Christus behoort« en dat zijn geloof als lid van de Pinkstergemeente zijn politiek programma is.
Inderdaad een Boliviaanse Bolsonaro… Arm Bolivia!