Civis Mundi Digitaal #94
De reuzen van de landbouwchemie proberen een Frans wetsartikel te blokkeren om verboden pesticiden buiten Frankrijk te slijten.
Atrazine, propisochlore, perméthrine, nonylphénol ethoxylé… deze pesticiden zijn al tien jaar verboden in Europa wegens hun bewezen giftigheid. Syngenta, Bayer, BASF, Corteva en andere reuzen van de landbouwchemie produceren deze pesticiden evenwel nog steeds, ook in Frankrijk, en verkopen deze massaal in Afrika, Latijns-Amerika en andere regio’s. Deze ondernemingen lobbyen tot in de top van de Franse regering om deze zeer rendabele activiteit te behouden, ondanks de risico’s voor de aan deze producten blootgestelde bevolkingen. Want sinds de afkondiging van de Wet op de voeding (Egalim) op 30 oktober 2018 wordt deze niet erg bekende schandalige praktijk bedreigd. Artikel 38 van deze wet voorziet namelijk met ingang van 2022 een verbod op productie, opslag en verspreiding van gewasbeschermingsmiddelen die substanties bevatten die om redenen van menselijke of dierlijke gezondheid of de bescherming van het milieu geen Europese autorisatie hebben. Wat het laatste betreft is het goed te weten dat pesticiden voor verreweg het grootste deel verantwoordelijk zijn voor het duizelingwekkende verlies van insecten, spinnen, etc.: tussen 2008 en 2017 een verlies van 67 procent, volgens een onderzoek gepubliceerd in Nature. Gevolg: een gigantische achteruitgang van de biodiversiteit en een bedreiging voor hele ecosystemen.
Na maanden van intens lobbywerk om de wetgever terug te laten krabbelen, heeft de « Union de l’industrie de la protection des plantes » (UIPP) een nieuwe kaart op tafel gelegd. De UIPP, die de fabrikanten van fytosanitaire producten vertegenwoordigt, laat weten dat het artikel 38 van de Egalim « een excessieve aantasting van de vrijheid van ondernemen is die beschermd wordt door de verklaring van de mensenrechten en van de burger van 1789 ». De UIPPP stelt dat dit verbod geen enkel gezondheidseffect heeft, omdat zij beperkt is tot Frankrijk en dus export van pesticiden vanuit andere landen niet verhindert. Bovendien brengt zij de in Frankrijk gevestigde ondernemingen in een onmogelijke concurrentiepositie, waardoor zij met sluiting of delocalisatie bedreigd worden. En de 19 in de UIPP verzamelde ondernemingen, waarvan een aantal deze pesticiden maar ook zaaigoed produceren, zwaaien natuurlijk ook met de rode vlag van de werkgelegenheid. Zij zeggen dat het gaat om 2700 directe en nog eens 1000 indirecte arbeidsplaatsen op het platteland, waar toch al sprake is van onvoldoende werkgelegenheid.
Niet bekend is hoeveel van deze pesticiden in Frankrijk worden geproduceerd, maar dat moeten flinke hoeveelheden zijn. Want wel bekend zijn de hoeveelheden die in 2017 werden geëxporteerd: onder meer 1.316.571 kg propisochlore, 243.180 kg nonylphénol éthoxilé en 69.018 kg perméthrine.
Deze lobby van de grote landbouwchemiebedrijven heeft succes. In april 2019 werd met steun van de regering in het parlement een amendement op de wet Egalim aangenomen waarbij het verbod op de productie van pesticiden c.a. werd opgeschort tot 2025. Ook werd besloten tot voortgezet soepel beleid voor ondernemingen die een transitieovereenkomst met de Staat overeenkomen. De « Conseil constitutionel » veegde weliswaar de vloer aan met dit amendement, maar de fabrikanten van de pesticiden gingen hiertegen onmiddellijk in beroep bij de « Conseil d’état » (de Franse Raad van State). De uitslag hiervan is op het moment van schrijven nog niet bekend. Ondertussen is er een intens overleg tussen de fabrikanten en de regering Macron om tot « een oplossing te komen die alle partijen bevredigt ». De minister van Economische Zaken, Bruno Le Maire, heeft aan zijn diensten gevraagd onderzoek te doen naar de « economische en sociale gevolgen » van het verbod op de productie c.a. van pesticiden, waarbij hij de argumenten van werkgelegenheid en de concurrentiepositie van de UIPP heeft overgenomen…
In mijn ogen is de export van in Europa verboden pesticiden naar ontwikkelingslanden een flagrante schending van de mensenrechten door deze landen bewust bloot te stellen aan bewezen giftige substanties. Dat is bijvoorbeeld het geval met de pesticide atrazine, waarvan de Zwitserse onderneming Syngenta de voornaamste producent is. Vooral gebruikt als onkruidbestrijder bij maïs is atrazine sinds 2003 in Europa verboden wegens kankerverwekkende effecten, endocrinische verstoringen en schadelijke gevolgen voor de baarmoeder. Maar Frankrijk gaat intussen gewoon door met de export van ook deze pesticide naar Ivoorkust, Bénin, Burkina Faso, Mali, Soedan, Nigeria, Ghana en Ethiopië…
Het zou interessant zijn deze schandalige situatie ook eens in Nederland goed onder de loep te nemen.