Civis Mundi Digitaal #95
Mijn goede Italiaanse vriend Angelo, die een literair blad redigeert waarin mijn (vertaalde) Franse gedichten regelmatig gepubliceerd worden, beantwoordde mijn vraag hoe het toch komt dat juist Italië zo hard door het coronavirus getroffen is. Het onderstaand artikeltje is gebaseerd op hetgeen hij mij liet weten.
De in Italië genomen maatregelen tegen het COVID-19 virus vertonen op zijn zachtst gezegd vanaf het begin een gebrek aan samenhang. Dat is in de eerste plaats te wijten aan het feit dat het systeem van de volksgezondheid heel sterk geregionaliseerd is. Als gevolg van een aanpassing van de Italiaanse grondwet zijn sinds 2001 de regio’s verantwoordelijk voor het beheer en de organisatie van de « Servizio sanitario », de dienst van de gezondheidszorg die in principe universeel is. Na 2001 heeft de regionale autonomie een hoge, bijna « anarchistische » vlucht genomen. En in de laatste maanden is deze regionale autonomie nog eens duidelijk versterkt. Het centrale bestuur van de gezondheidszorg, het ministerie van volksgezondheid, blijkt met betrekking tot wetgeving zeer kwetsbaar te zijn en heeft in feite geen macht. Dat is niet alleen het gevolg van de modificatie van de grondwet, maar ook van de politiek van de rechtse federalistische regeringen, die geen enkele actie ondernomen hebben om de ministeriële coördinerende functie te versterken.
In deze structurele context werden verschillende en vaak tegengestelde maatregelen genomen door de presidenten van Lombardije en Venetië, twee regio’s geregeerd door politieke partijen die op nationaal niveau recht tegenover elkaar staan: de Liga van de rechts-extremistische Salvini, die politieke stellingnames verdedigt tegenstrijdig met die van de regering Conte (een coalitie van de Democratische Partij en de 5-sterren Beweging). Daarbij komt dat de huidige, in september 2019 aangetreden minister van volksgezondheid, Roberto Speranza, jong is en ministerieel geen enkele ervaring heeft. De combinatie van deze factoren ligt aan de oorsprong van de politieke moeilijkheden die Italië vandaag de dag heeft om gecoördineerde en samenhangende antwoorden op COVID-19 te geven.
Het Italiaanse volksgezondheidssysteem heeft altijd grote territoriale ongelijkheden gekend, mede door de regionale autonomie. Zo hebben arme regio’s in Zuid-Italië als Calabrië en Campanië hun bevolking nog nooit een minimale universele gezondheidszorg kunnen garanderen zoals de wet vereist. Veel mensen uit Zuid-Italië laten zich daarom behandelen in de veel betere ziekenhuizen in Noord-Italië. En het zijn juist deze ziekenhuizen die nu verreweg het grootste aantal door het coronavirus besmette personen behandelen. Een snelle uitbreiding van de epidemie naar de zuidelijke regio’s brengt daar de gezondheidsdiensten, met hun kwantitatief en kwalitatief onvoldoende structuren (ziekenhuizen, klinieken…), in onoverkomelijke moeilijkheden. Vandaar de huidige inspanningen om de uitbreiding van het virus met drastische maatregelen zo ver mogelijk tegen te gaan.
Er mag niet vergeten worden dat in de laatste jaren fors op de gezondheidszorg is bezuinigd vanwege de economische moeilijkheden in de jaren 2008-2010. Daar komt bij dat populistische rechtse regeringen met maatregelen inzake vervroegd pensioen het vertrek van veel artsen hebben bevorderd zonder deze te vervangen. Het resultaat: een Italiaans volksgezondheidssysteem dat in grote moeilijkheden verkeert en weerstand moet bieden tegen een ongekende crisis. De zeer beperkende maar realistische maatregelen van de regering-Conte moeten in dit licht bekeken worden.