Sociale veranderingen bij een crisis
Deel 1: Leidt de crisis tot ingrijpende veranderingen?

Civis Mundi Digitaal #96

door Piet Ransijn

https://www.degrotetransitie.nl/

 

Is de corona-crisis de aanvang van omvangrijke sociale veranderingen? Gaan wij andere waarden belangrijker vinden dan consumeren? Verandert ook onze cultuur en ons collectieve bewustzijn? Moeten inadequate structuren op de schop als ze steeds problemen geven en onze ontwikkeling niet meer voldoende ondersteunen, geen voldoening meer geven, maar eerder een gevaar gaan vormen? Hoe lang zal de crisis doorgaan? Gaat hij door tot de noodzakelijke veranderingen op gang komen om de crisis te keren? De veranderingen hangen af van alle mensen samen, die het collectief vormen. Sommigen hebben meer invloed dan anderen. Iedereen telt, maar niet iedereen legt hetzelfde gewicht in de schaal. We leveren allemaal een kleine of grote bijdrage, die mede afhankelijk is van ons gewicht en onze inzet. We vormen als het ware allemaal een lichtstraal van een grote bundel licht die in de duisternis schijnt en versterkt dient te worden.

 

De noodzaak van transitie

Onze wijze van leven genereert zoveel milieuproblemen en andere problemen, dat deze door onze probleemoplossende wetenschap en techniek niet adequaat meer opgelost kunnen worden. Daarom horen we vaak dat er een verandering of transitie naar een meer duurzame levenswijze noodzakelijk zou zijn, waarvoor ook een ander bewustzijn nodig zou zijn. Dit begint nu door te dringen in de media en blijft niet beperkt tot enkele vooruitziende geesten, die dat hebben zien aankomen.

Als bij voldoende mensen een meer open en creatief bewustzijn ontstaat, komen er meer creatieve en werkzame vindingen en initiatieven op in hun bewustzijn, waarmee we de crisis eerder het hoofd kunnen bieden. Daarom is zelftransformatie een noodzakelijke bijdrage. Zolang er niet voldoende mensen veranderen, zal de crisis wellicht voortduren of opnieuw de kop opsteken in een andere vorm. Als alles zoveel mogelijk bij het oude blijft of in vergelijkbare achterhaalde banen en patronen wordt geleid, valt een volgende crisis ter verwachten. Crises zouden volgens economen inherent zijn aan ons economisch systeem. De economie is maar een aspect van de veelvormige crisis die gaande is als een monster dat overal de kop op steekt in de vorm van een virus en de repercussies ervan.

Zolang de crisis voortduurt zullen vele mensen sterven en er nog meer worden besmet. Anders ook, maar minder. Relatieve sterfte is een indicatie van de crisis, net als bijv. bij de pest (zie Camus). Als er weinig verandert, continueert de besmetting en komen er nieuwe besmettingen met een groot aantal doden als prijs. Wie wil dat betalen? Ook het geld raakt een keer op, ook al pompen we vele miljarden uit de bodemloze putten van de centrale baken in de economie om deze draaiende te houden met geld dat door de inflatie steeds minder waard wordt.

Dient zich juist nu de noodzaak om te transformeren aan, willen we onze dierbaren langer en gezonder in levende lijve meemaken? Anders kan het ook onze kop kosten. Door in oude patronen te blijven functioneren, bijv. van nationaal eigenbelang, kunnen we we onnodig en ongewild vele levens bekorten. Wie wil dat nu? Geringe veranderingsbereidheid, zonder de consequenties van de huidige maatschappelijke patronen te zien waar we zelf toe bijdragen, draagt er onbewust toe bij dat het bij het oude blijft en nieuwe crises vroeg of laat de kop op steken, als ze al niet aan de gang zijn, zoals de zich voortslepende milieucrisis. We zijn geneigd ons meer te richten op de massale symptomen en problemen dan op de grote schoonmaak en de sociale veranderingen die noodzakelijk zijn om de crisis te keren en de volgende te voorkomen.

 

Wat houdt de transitie in?

We worden nu collectief gedwongen om in te binden, binnen te blijven en naar binnen toe te gaan. Ook in de zin van bezinning, meditatie en reflectie. De crisis noopt ons tot bezinning op waar we met zijn allen mee bezig zijn en hoe we verder gaan. Ook tot een meer ingetogen leefwijze, of we nu willen of niet. Het is een kans om contact te maken met het innerlijk als bron van creativiteit, inspiratie en inventiviteit, van vrede en vervulling. Een bron die we in een jachtig leven van prestatiedruk voorbij rennen zonder uit de bron te drinken. Slechts een haastig slokje af en toe op weg naar de volgende klant of de volgende prestatie. We kunnen nu ook contact contact maken met de gevoelens die in ons leven en verwerkt en gezuiverd willen worden. Doen we dat niet dan is er een grotere kans om ziek, gestresst of depressief te worden. Ziekte kan soms worden gezien als een drastische vorm van zuivering en ‘resetting’. Als het niet soepel en spontaan gaat, dan gaat het op een harde manier.

 

Bezieling

Ons functioneren wordt belemmerd bij overbelasting en bedreigende invloeden van buitenaf. Rust is dan vaak een noodzaak. Er zijn ook veranderingen van binnenuit nodig. Als het ware vanuit de ziel, die in de verdrukking is geraakt in een tijd waarin mensen niet meer geloven in een ziel, in ‘zielenheil’ en zorgen voor de ziel. Een leven kan niet zonder ziel. Een zielloos leven is dood, desintegreert en is niet levensvatbaar meer. Ziel betekent bezieling, die levenskracht geeft, levensenergie, ‘chi’ in China, ‘prana’ in India.

Veranderingen kunnen ook plaatsvinden op het niveau van bezieling en levensenergie, in het collectieve bewustziijn en in diverse maatschappelijke instituties op het niveau van structuren. Het is begonnen met een lockdown en een geheel of gedeeltelijk stilleggen van werk dat niet onmiddelijk nodig is om in leven te blijven. Voedselvoorziening en gezondheidszorg blijven functioneren, anders gaan we eraan. Andere instituties worden tijdelijk stopgezet. Hoe lang hangt af van de indamming van het virus. Zo kunnen we wennen aan een meer sober en ingetogen leven, dat nu noodzakelijk is om het virus niet nog sneller en verder te verspreiden. En dat misschien een meer duurzame economie en levenswijze voorbereid.

 

Reorganisatie

Het onderwijs wordt tijdelijk gereorganiseerd. Meer zelfstandig en computergestuurd op afstand. Dat geldt voor heel veel werk. Zelfvoorziening lijkt over het geheel genomen op allerlei vlakken en fronten belangrijker te worden. Het uit de hand gelopen woon- en werkverkeer met zijn dagelijkse files, ruis en vervuiling is sterk verminderd. Dat had al eerder kunnen gebeuren. Op allerlei gebieden noopt het virus ons tot inperking en verandering. De kranten staan er vol mee. Zullen noodzakelijke veranderingen waarvoor reeds is gepleit voor de komst van het coronavirus, in een stroomversnelling raken of gaat het terug naar af, als het virus uitgeraasd is? Voorlopig lijkt dat nog lang niet het geval. De hele wereld slaat alarm en overal staat de samenleving op zijn kop of op zijn achterste benen om bij te kunnen benen wat er moet gebeuren.

 

Innerlijke en uitwendige veranderingen

In kranten en tijdschriften wordt druk gespeculeerd over de op handen zijnde veranderingen. Sommigen verwachten grote veranderingen. Vaak gaat het over veranderingen van structuren en instituties, zoals economie, politiek, zorg en welzijn, onderwijs enz. De vraag is vaak hoe deze hun noodzakelijke functies kunnen blijven vervullen die onontbeerlijk zijn voor de samenleving. Dit artikel gaat niet over stucturele en institutionele veranderingen, die vooral het uitwendige leven betreffen in onze omgeving. Het gaat erom ook aandacht te geven aan innerlijke veranderingen in ons collectieve bewustzijn. Dit begrip is eenvoudig omschreven als gevoelens en gedachten die we gemeenschappelijk hebben door Emile Durkheim, de socioloog van sociale cohesie en solidariteit.

Eén aspect van de collectieve bewustzijnsverandering dat geregeld ter sprake komt, is de toenemende solidariteit die velen menen te constateren op diverse vlakken. We noemen de familiale, locale, regionale, nationale en mondiale solidariteit. Op diverse niveaus gaat dit vaak samen, maar soms zijn ze ook in strijd met elkaar. In Europa botsen nationale belangen soms met Europese belangen. In De VS geldt dit voor de belangen van staten en het federale belang, vooral als er gebrek is aan mondkapjes, testmateriaal, ziekenhuisbedden en andere medische voorzieningen.

 

De innerlijke kant van sociale veranderingen

Veranderingen hebben ook een innerlijke kant. Het gaat ook om (verandering van) normen, waarden, opvattingen en bewustzijn. Deze innerlijke kant is minder zichtbaar dan de uitwendige veranderingen. Maar dat er iets gaande is op het vlak van solidariteit en samenwerking lijkt evident en wordt vaak naar voren gebracht. Zal de verandering naar meer solidariteit blijvend zijn? Of zal het na de crisis weer minder worden, als het leven zijn oude loop neemt, als dat nog mogelijk is. Er zijn mensen die dat betwijfelen.

Wat is er voor nodig om de toenemende solidariteit een meer blijvend karakter te geven? Velen gaan ervan uit dat dit een wenselijke en noodzakelijke ontwikkeling is, waar we lang op hebben gewacht. Niet alleen wat betreft de intermenselijke solidariteit, maar ook de solidariteit met andere levende wezens, met onze hele planeet. We leven niet geïsoleerd, leert het virus. We zijn mondiaal met elkaar verbonden. Het lot van de één kan ook de ander treffen. Er lijkt een toenemende lotsverbondenheid te zijn. Het coronavirus en de consequenties kunnen we alleen het hoofd bieden door samenwerking. Wie niet meewerkt en de maatregelen veronachtzaamt, kan een besmettingshaard worden en daarin zelf als eerste het loodje leggen.

De stelling die hier naar voren wordt gebracht is, dat voor blijvende solidariteit ook innerlijke veranderingen nodig zijn, wat betreft normen, waarden, opvattingen, motivatie, zelfrealisatie en bewustwording. Welke geestelijke of meer specifiek spirituele veranderingen zijn daarvoor nodig? Het gaat hierbij om de samenhang van solidariteit en spiritualiteit.

Zowel in de religie als in de sociologie is dit een klassiek thema: de samenhang van enerzijds uitwendig zichbaar gedrag, structurele materiële factoren als ‘goede werken’ en economisch handelen, en anderzijds geestelijke of ideële factoren, zoals motivatie en waardenoriëntatie. De algemene bevinding is dat het ene niet zonder het andere kan. Het zijn twee kanten van eenzelfde sociaal-culturele werkelijkheid. Ons samenleven heeft een zichtbare gedragskant en een niet direct zichtbare psychische en geestelijke kant. Mensen zijn begiftigd met bewustzijn, vanwaaruit zij hun gedrag richting proberen te geven en keuzen maken, voor zover de omstandigheden dat toelaten en ze daartoe de mogelijkheid hebben. Het gaat hier niet in om theologische en sociologische theorieën en politieke ideologieën. We proberen het algemeen en enigszins praktisch te houden.

 

Persoonlijke verschillen

De algemene reacties wat betreft solidariteit en andere eigenschappen tonen persoonlijke verschillen, zoals Camus reeds beschreef in De pest (zie nr 95) op grond van zijn oorlogservaringen in het verzet. Huidige berichten in de media bevestigen dit, evenals sociologen zoals Sorokin in onderstaand werk. “Dezelfde ervaring kan verschillende mensen in compleet verschillende richtingen  duwen.” Dit relativeert “de coronagerelateerde toekomstvoorspellingen [...bij] stukjesschrijvers over de gehele wereld... die vooruitkijken tot het einde der tijden” (Floor Rusman, ‘Hoe wij veranderen is niet te voorspellen’, NRC 9 april). Zij geeft onder meer het voorbeeld van de schrijver Heinrich Heine die door zijn ziekte religieus werd, terwijl anderen door gruwelijkheden juist hun geloof in God opgeven, omdat dit zou toestaan. Zij noemt ook Ayn Rand, een van de grondleggers van het neoliberalisme en de filosoof Isaiah Berlin, die evenals Sorokin beide de ellende van Russische revolutie hebben meegemaakt en zijn geëmigreerd, maar daar heel verschillend op reageerden. Hiermee samen hangt het gegeven dat iedereen de crisis interpreteert in termen van zijn visie en wensen, zijn hoop en verwachtingen, zoals Bas Heijne schrijft (NRC 11 april) . Dergelijke constateringen komen overeen met eerdere bevindingen van Sorokin en anderen:

“Some persons emerge as moral heroes, others as criminals and profligates, and some prove highly religious, others atheistic” (p 13-14). Sociale personen worden socialer, zoals dr. Rieux en zijn team. Religieuze personen blijven religieus, maar worden ook socialer, zoals pater Panaloux. En crimininelen blijven crimineel, zoals Cottard in De pest. Daar valt aan toe te voegen dat politici elkaar blijven bekritiseren en blijven gaan voor eigen gelijk. Maar ze reiken elkaar soms ook de hand, als hun standpunten niet al te ver uiteenlopen. In het algemeen geldt ook volgens Sorokin, dat kwetsbare personen en groepen harder getroffen worden.

Volgens Camus veranderen mensen niet wezenlijk door een crisis zoals de pest. Oude patronen hebben de neiging om weer terug te keren. Sorokin, die de Russische Revolutie, de daarmee gepaard burgeroorlog, hongersnood en terreur heeft meegemaakt als gevangene en terdood veroordeelde, ziet dat meer genuanceerd: “Calamities are one of the potent and radical agents of sociocultural change. Although when the emergency is over, many a society rapidly recovers (reestablishing its equilibrium, its unity, its institutions, its system of social relationships), nevertheless it is never the same as the one that existed before the calamity. [...] For good or ill, calamities are unquestionably the supreme disruptors and transformers of social organization and institutions” (p. 120–21).

Of dit wat betreft de wereldwijde coronacrisis ook het geval zal zijn, valt nog te bezien. Na de wereldoorlogen is er veel veranderd. Ook tijdens en na de pestepidemie in Europa in de 14e eeuw, volgens historici zoals Peter Turchin in zijn boeken Secular Cycles; War and Peace and War: The Rise and Fall of Empires; Ages of Discord, en Ultrasociety: How 10.000 years of war made humans the greatest cooperators on earth. Zie verder P. A. Sorokin (1942, 2010), Man and Society in Calamity; the effects of war, revolution, famine, pestilence upon human mind, behavior, social organization and cultural life. William McNeill in Plagues and Peoples, en Jared Diamond, Guns, Germs, and Steel: The Fates of Human Societies, en Omwenteling: Hoe staten omgaan met crisis en verandering. Er valt dus veel meer over te zeggen.

 

 

Man and Society in Calamity

Voor de liefhebbers hier een samenvatting van bovengenoemd werk van Sorokin door de APA, American Psychological Association. In zijn laatste grote werk The Ways and Power of Love: Types, Factors, and Techniques of Moral Transformation gaat Sorokin uitvoerig in op de bevordering van empathie en solidariteit. Ook in andere werken, zoals The Crisis of Our Age en The Reconstruction of Humanity. Ondanks alle ellende hebben rampen volgens Sorokin ook een opvoedende invloed en dagen ze ons uit ons leven en samenleven anders te organiseren. Veel van de bevindingen van Sorokin heeft Albert Camus indringend beschreven in De pest (zie nr 95).

“Parts I and II [van Man and Society in Calamity] deal in turn with the effects upon the mind (emotion, cognition, volition) and upon behavior. The emotions become more intense and instable; painful and depressed feelings predominate. Attention becomes concentrated on topics related to the calamity, and psychical unity disintegrates. Regarding volition, desires directed toward mitigating the calamity are strengthened, while all contrary desires are weakened. Behavior follows volition. These generalizations are illustrated by historical observations, data from psychological experiments, extracts from diaries, etc…

Noteworthy in the later sections are: the principle of polarization (with respect to almost any psychosocial variable, calamities increasing the frequency of cases at both extremes, even if the central tendency is shifted markedly), and the author’s contention that calamities have on the whole a more favorable than an unfavorable selective effect on human stock.” (PsycINFO Database Record (c) 2016 APA, all rights reserved).https://psycnet.apa.org/record/1943-00633-000;

De Italiaanse socioloog Emiliana Mangone vat het boek samen met de volgende citaten: "The principal steps in the progress of mankind toward a spiritual religion and a noble code of ethics have been taken… under the impact of great catastrophes" (p. 226). A society can shorten a crisis "by reintegrating its religious, moral, scientific, philosophical and other values...in such a way that the new system of values is rooted not only in the noblest values of this sensory world, but primarily in the values of moral duty… the educative instrument that… can restore the demoralized human animal and remind him of his ... mission on this planet." (pp. 318-319).

“After all, as Sorokin argued, the future of mankind and its development are in the hands of mankind itself (1958): neither law nor education, nor religion or the economy, or science—even though the latter has a specific role in accompanying the processes of improving the lives of individuals and communities—can be enough for this task. This task is assigned to the whole of mankind, and therefore to its communities that can exist only if they have certain characteristics:

“A peaceful, harmonious, and creative society can exist only when its members possess at least a minimum of love, sympathy, and compassion ensuring mutual aid, co-operation, and fair treatment. Under these conditions its members are united in one collective ‘we’ in which the joys and sorrows of one member are shared by others” (Sorokin, Society, Culture and Personality, 1948, p. 57). https://www.researchgate.net/publication/323359394_From_Calamities_to_Disasters_Pitirim_Aleksandrovic_Sorokin’s_Insights in Human Arenas (2018) 1:79–85

 

Solidariteit, spiritualiteit en levensvisie

Een vaak gestelde vraag is of mensen meer solidair en empathisch worden door een crisis. Dat lijkt vaak het geval te zijn. Ze worden er in het algemeen ook meer gestresst van. Dat blijkt onder meer uit bovenstaande studies. Een andere vraag is of mensen als ze op zichzelf worden geworpen en een vangnet voor hun naasten zijn, meer religieus en spiritueel worden, volgens het oude adagium: ‘nood leert bidden’. Het eerste lijkt voornamelijk te gelden voor mensen die al religieus zijn volgens een artikel in de Volkskrant over geloof in God en corona (2 april 2020). In het algemeen is al opgemerkt dat mensen meer tot bezinning komen en tot (zelf)reflectie.

Een derde vraag is hoe solidariteit, empathie en spiritualiteit samenhangen: gaan ze samen of is er weinig samenhang? In het algemeen worden mensen vooral meer solidair wat betreft hun eigen groep, die ook een hele natie kan omvatten. Niet alle mensen worden meer solidair. Er blijven egoïsten die er vooral hun eigen voordeel mee willen doen, zoals de figuur van Cottard in De pest van Camus als voorbeeld.

Wordt de hele wereld meer een ‘in-group’ door het coronavirus dat de hele wereld treft? Het draagt er wel toe bij, maar landen hebben ook hun nationale belangen. We zien een afweging van beide en een tendens naar ‘eigen volk eerst’. Omdat een regering primair verantwoordelijk is voor het eigen land, is de tendens om eigen belangen te behartigen begrijpelijk. Nu nationale belangen echter nauw samenhangen en de crisis alle landen treft, is samenwerking geboden en dienen belangen op elkaar te worden afgestemd.

Er zijn tegelijk processen gaande van nationalisering, internationalisering en globalisering. En wel op zo’n manier dat naties meer prominent naar voren komen, maar tevens zijn zij de dragers van internationale samenwerking. Het valt landen niet gemakkelijk in de crisis deze complementaire rollen te vervullen, omdat de aandacht vooral uitgaat naar eigen nationale noden. We zien nog niet overduidelijk een toename van bovennationale bevoegdheden. Er zijn tegengestelde signalen te vinden in het nieuws. De World Health Organization doet zijn best zich meer te profileren, maar heeft vooral een voorlichtende en adviserende taak. Regeringen blijven soevereine instanties bij de besluitvorming. Internationale richtlijnen dienen nationaal te worden uitgevoerd. Hetzelfde principe geldt voor nationale maatregelen die lokaal worden uitgevoerd. Het is mogelijk dat zowel lokale, nationale en internationale instituties sterker en beter gecoördineerd uit de strijd naar voren komen. Laten we het hopen.

 

Worden mensen meer spiritueel en komen ze tot bezinning?

Dan de vraag of mensen meer spiritueel worden. Eigenlijk of ze meer mens worden en hun ‘fundamentele menselijkheid’ meer realiseren, zoals Han de Wit beschrijft; zie de bespreking van zijn werk in mijn artikel over spirituele psychologie. Het ziet er niet naar uit dat mensen nu meer religieus worden in traditionele, kerkelijke zin van kerkbezoek enzo, want dat mag nu ook niet. Ook kerkdiensten en groepsmeditaties zijn nu online. Religieuze bijeenkomsten blijken besmettingshaarden te kunnen zijn en bedreigen zo de volksgezondheid. Persoonlijke verdieping kan echter louterend en bevrijdend werken.

Wat is spiritueel? Het lijkt een wat wazig en zweverig begrip, afgeleid van het woord spirit(us), dat geest betekent. Geestelijk, dus. Meer op de geest gericht, meer innerlijk gericht. Meer bezinning, reflectie, meditatie, rust en ontspanning. In het algemeen wordt spiritualiteit beschouwd als een persoonlijke aangelegenheid, terwijl religie in sociaal verband plaatsvindt. Als er sprake is van een privé-religie, noemen we dat spiritualiteit, die overigens ook in groepsverband behartigd kan worden, meestal buitenkerkelijk. Bij kerkelijke en traditionele spiritualiteit spreken we meestal van van religie. Religie en spiritualiteit overlappen en complementeren elkaar. (Zie o.m. Richard Hawley, Spiritualiteit en management)

Er zijn tegenwoordig veel niet-religieuze levensvisies en waardenoriëntaties, die werelds gericht zijn op medemensen en milieu. Vertegenwoordigers beschouwen zich niet als spiritueel, laat staan religieus, maar wel als humaan, humanistisch, democratisch, liberaal, socialistisch of anders politiek georiënteerd. Kortom er is een breed scala aan levensvisies die niet geestelijk gericht zijn, maar werelds gericht. Dat geldt trouwens ook voor religieuze oriëntaties; zie bijv. het onderscheid van socioloog Max Weber (Sociology of Religion) in ‘wereldvermijdende’ (Weltablehnende) en ‘binnenwereldse’ (innerweltliche) oriëntaties, die al duizenden jaren geleden zijn ontstaan.

Solidariteit en liefde betreffen niet alleen iets tussen mensen, maar ook iets in ons, een gevoel, of een (gevoel van) verbinding dieper dan gevoel, een soort verbindend veld. In die zin gaat solidariteit samen met spiritualiteit en geestelijke ontwikkeling. Spiritualiteit hoeft geen religieuze vorm aan te nemen. Er zijn tegenwoordig veel vormen van (moderne) spiritualiteit, die vaak met yoga en meditatie worden geassocieerd. Het geestelijke gebied is echter veel ruimer en omvat mogelijk de betrokkenheid bij de hele mensheid en het hele universum. In de grote religies en spirituele tradities vinden we eveneens een samenhang tussen solidariteit, empathie en spiritualiteit in diverse vormen. Zie bijv. de genoemde bespreking van Han de Wit, The Great Within en De grote transformatie van Karen Armstrong in deel 2.

 

Wereldwijde solidariteit?

Gaat de mensheid nu een fase in van meer wereldwijde solidariteit en spiritualiteit? De tijd zal het leren. De crisis biedt hiertoe een kans. Het is aan ons deze aan te grijpen. Dit betekent geen goed praten van een crisis met rampzalige gevolgen die buiten kijf zijn. Maar ieder nadeel heeft zijn voordeel. Een crisis biedt een kans. Never waste a [good] crisis. Ondanks alle ellende die we beter kunnen voorkomen, dienen we er het beste van te maken door uit onszelf te putten en worden we gedwongen tot een solidariteit die we niet zonder de dreiging van de crisis in deze vorm en deze mate tot stand gebracht zouden hebben.

Er zijn vooral in het begin fouten begaan bij de crisisbestrijding, achteraf gezien. De crisis werd aanvankelijk onderschat; tegen beter weten in van deskundigen, die ernstigere scenarios voor mogelijk hielden dan de autoriteiten aanvankelijk serieus wilden nemen, met Trump als voorbeeld. Dat gold echter ook voor China, Nederland, Italië, Frankrijk. Maar Korea en Taiwan hebben volgens mediaberichten sneller maatregelen genomen die de crisis hebben beperkt, wijzer geworden door eerdere epidemieën zoals SARS. Ze hadden al een keer proefgedraaid; er lagen al draaiboeken of rampenplannen, die deels waren uitgeprobeerd.

We gaan hier niet in op fouten, maar op kansen en mogelijkheden. De crisis biedt een kans tot mondiale solidariteit en transformatie. Waar het hier om gaat, is het samengaan van innerlijke, geestelijke en uiterlijke, structurele veranderingen. Willen deze veranderingen houtsnijden en een meer permanent karakter krijgen, dan zijn op diverse vlakken en fronten veranderingen nodig, van binnen en buiten. Als mensen zelf ook niet veranderen, zullen ze weer in oude patronen, processen en structuren vervallen, die nieuwe crises kunnen genereren. We hebben nu de kans om orde op zaken te stellen, grote schoonmaak te maken en de hele boel te reorganiseren. Sorokin benadrukt de samenhang van Society, Culture and Personality, zoals de titel van een zijn werken luidt, waar Mangone hierboven naar verwijst.

 

‘De lichtende deugd’

Een toepasselijk citaat is het volgende: “Wanneer de Ouden de lichtende deugd in het rijk wilden openbaar maken, ordenden zij eerst de staat; wanneer zij de staat wilden ordenen, regelden zij tevoren hun huishouding; wanneer zij hun huishouding wilden regelen, vervolmaakten zij eerst hun eigen persoon; wanneer zij hun eigen persoon wilden vervolmaken, maakten zij eerst hun hart rechtschapen; wanneer zij hun hart rechtschapen wilden maken, maakten zij eerst hun gedachten waarachtig; wanneer zij hun gedachten waarachtig wilden maken, verdiepten zij eerst hun wetenschap” (d w z hun inzicht), Confucius (H.J. Störig, ‘De Oud-Chinese filosofie’, Geschiedenis van de filosofie, p. 89-90).

In dit citaat hangen het innerlijke geestelijke en uiterlijke economische en politieke met elkaar samen. Dit inzicht is al heel oud en ligt ten grondslag aan een eerdere wereldwijde grote transformatie in de Spiltijd, zo’n vijf eeuwen voor onze jaartelling. Hierbij kregen onze huidige waardenoriëntaties en morele principes en geestelijk inzichten en ontwikkelingen gestalte in de grote religies en filosofieën en levensbeschouwingen die tot dusver richtinggevend zijn geweest voor de mensheid, maar ook in verval zijn geraakt. Daarom is het relevant om nader in te gaan op de grote transformatie van de Spiltijd aan de hand van het gelijknamige boek van de bekende godsdiensthistorica Karen Armstrong.

 

Noot

Over sociologie, spiritualiteit en collectief bewustzijn zijn meer artikelen geschreven, o.a.:

https://www.civismundi.nl/?p=artikel&aid=2974: Wat houdt de samenleving bij elkaar? Sociologie en collectief bewustzijn, nr 37

https://www.civismundi.nl/?p=artikel&aid=2596: Het WTE complex en de nieuwe spiritualiteit Wetenschap, technologie en economie als bedreiging en spiritualiteit als mogelijke uitweg Reactie op L. Laeyendecker, Bedreigde cultuur. Over moderniteit, wetenschap en religie, nr 31