Civis Mundi Digitaal #96
De economie aan de beademing
« Wat het ook mag kosten »…: niemand kon zich indenken dat deze uitdrukking van Mario Draghi, voorzitter van de Europese Centrale Bank, op 26 juli 2012 uitgesproken om de euro te redden, nog geen tien jaar later herhaald zou worden. Zijn opvolger, Christine Lagarde, evenals alle regeringsleiders repeteren om het leven nu deze woorden als een soort voodoo-formule om het lot van de mondiale economie, ten prooi gevallen aan Covid-19, te bezweren. Wat het ook mag kosten, de staat betaalt.
Op korte termijn zijn deze woorden van nature geruststellend. Maar als de verbijstering van deze alarmerende situatie voorbij is, moet men zich toch vroeg of laat afvragen wat deze plotselinge empathie van de monetaire instituties en overheden voor ieder van ons op lange termijn betekent. « Wat het ook mag kosten » vertaalt zich nu in duizenden miljarden euro’s die geacht worden de economie nieuw leven in te blazen. Terwijl overheden beloven de budgettaire dijken door te steken voor schadeloosstellingen, het redden van ondernemingen, vrijstellingen…, spelen de centrale banken de rol van leningverstrekker door publieke en zelfs privéschulden op te kopen om te proberen de rentetarieven op een zo laag mogelijk niveau te houden. De poreusheid tussen monetaire en budgettaire politiek is nog nooit zo groot geweest.
Het gaat erom – in termen van Covid-19 – de economie kunstmatig te laten ademhalen gedurende de tijd dat de sanitaire crisis verdwijnt. Het probleem is dat men op dit moment niet weet hoe lang deze sanitaire crisis nog gaat duren, en ook niet of de economische opleving daarna voldoende is om al onze aangegane « coronaschulden » te delgen. Wat dat laatste betreft ben ik niet erg optimistisch.
Eenieder kan zich afvragen waar deze karrenvrachten geld vandaan moeten komen, waar de regeringsleiders enkele weken geleden het alleen nog maar hadden over het terugbrengen van tekorten en het snijden in publieke uitgaven. Naïeve ideologen denken al dat de feiten hen ten slotte gelijk geven: deze schulden worden nooit afgelost. In die gedachtegang is het mogelijk om genereuze sociale uitkeringen te doen, een uitstekend volksgezondheidssysteem en een ruim bemenst overheidsapparaat op te zetten, en voldoende middelen te hebben voor klimaatbestrijding en belastingverlaging… Helaas is de realiteit minder poëtisch, heel wat prozaïscher.
Van tijdelijke stimulans naar hyperinflatie
In een paar dagen tijd heeft de mondiale economie een ander programma gekregen: het vrijwel naar believen fabriceren van geld om te verhinderen dat een systeem in de greep van een achterbaks virus ineenstort. Niets nieuws onder de zon, denkt u. Dit heeft al gevonden tijdens de financiële crisis in 2008. Men heeft ons toen uitgelegd dat het redmiddel van de geldpers een tijdelijke zaak zou zijn. Als het banksysteem weer vlot getrokken zou zijn, zouden centrale banken hun rentetarieven normaliseren en zou er geen enkel probleem zijn om hun balans weer op orde te krijgen. Maar het valt ernstig te betwijfelen of dit recept van 2008 nu ook op die manier werkt. Wat toen iedereen overtuigde en functioneerde om hyperinflatie te vermijden, was het feit dat iedereen dacht dat het tijdelijk was. Maar het tijdelijke heeft helaas geduurd tot en met het moment dat de huidige crisis arriveerde. Het immuunsysteem van de mondiale economie was al verzwakt. De effecten van Covid-19 kunnen naar mijn mening daardoor meer dan verwoestend zijn.
De liquide middelen die onze planeet overspoelen, met daarbij een ineenstorting van de productie, doen automatisch de waarde en koopkracht van het geld dalen. Dit geld, niet meer steunend op een merkbare creatie van rijkdom, maar gedrukt al naar gelang de behoeften van particulieren, bedrijven en overheden die zich al tot over de oren in schuld hebben gestoken, leidt ons naar een onblusbaar hedonisme. Wij zijn straks net zo rijk aan schulden als Spanje in de zestiende eeuw was door al zijn goud uit de Nieuwe Wereld.
De experts die zich beklagen over de afwezigheid van inflatie zouden wel eens verrast kunnen worden door haar daverende terugkeer. Als men te veel geld heeft uitgedeeld in verhouding tot de geproduceerde rijkdom, moet men die financiële vloedgolf snel terugbrengen. Het is de zeer de vraag of verhoging van de fiscaliteit en een verlenging van de arbeidstijd daartoe voldoende zijn. Hyperinflatie is niet alleen het ergste van alle scenario’s maar naar mijn mening, eufemistisch gezegd, ook beslist niet onwaarschijnlijk.
Waar de regeringsleiders ons al aansporen om plannen te maken voor de « wereld van daarna », zou het wellicht niet onverstandig zijn om ons in de « wereld van gisteren » van de schrijver Stephan Zweig te verdiepen, waarin hij de verwoestingen van de hyperinflatie in Oostenrijk direct na de Eerste Wereldoorlog beschrijft: « De staat liet de geldpersen maximaal werken om zoveel mogelijk van dit kunstmatige geld te fabriceren volgens het recept van Mefistoles, maar slaagde er niet in daarmee de inflatie te volgen… Wie gedurende veertig jaar geld had gespaard, werd veroordeeld tot bedelarij en wie schulden was aangegaan kreeg kwijtschelding. »
« Wat het ook mag kosten » wordt door de regeringsleiders steeds herhaald. Men is geneigd zich wat naïef af te vragen: « En hoeveel dan wel? » Maar de vraag die zich zeker op zal dringen, is eerder: « Wie gaat betalen? » In het algemeen is diegene die deze vraag stelt, ook degene die de rekening betaalt!
Ik hoop, ook voor u, dat ik te pessimistisch ben…
Geschreven op 5 april 2020