Toenemende spanningen tussen China en Hongkong

Civis Mundi Digitaal #97

door Jan de Boer

Sinds twee weken smeult er in Hongkong een fikse grondwettelijke crisis. De autonomie van de plaatselijke regering is in het geding. Een autonomie die evenwel gegarandeerd wordt door de Basic Law, een mini-grondwet die de relaties tussen de vroegere Britse kolonie en de centrale macht in Peking regelt. Sinds de teruggave van Hongkong aan China in 1997 wordt het gebied met zijn 7,4 miljoen inwoners geregeerd volgens het principe « één land, twee systemen » dat een hoge graad van autonomie voor Hongkong garandeert. Dat komt vooral terug in het juridisch systeem van Hongkong, dat totaal onafhankelijk is van de Chinese rechtbanken.

 

Artikel 23

Het eerste bedrijf van de grondwettelijke crisis vond plaats op 13 april jongstleden. Peking beschuldigde toen een van de meest aansprekende volksvertegenwoordigers van het pro-democratische kamp in Hongkong, de advocaat Dennis Kwok van de Civic Party, van obstructie in de Legco, het lokale parlement. Een paar dagen later riep de directeur van het verbindingsbureau (de officiële vertegenwoordiging van de Chinese overheid in Hongkong), Lui Huining, het lokale parlement op om zo snel mogelijk het gevreesde artikel 23 te aanvaarden: een artikel inzake anti-afscheiding en anti-verraad waartegen de inwoners van Hongkong zich met name in 2003 al massaal gemobiliseerd hadden. Voor het pro-democratische kamp geeft de officiële afkondiging van dit artikel de regering de wettelijke mogelijkheden om onder het mom van « nationale veiligheid » alle oppositie te muilkorven. Carrie Lam, in juli 2017 benoemd als chef van de regering in Hongkong, heeft evenwel altijd gezegd dat zij dit artikel alleen maar ter tafel zou brengen als eens alle daarvoor gunstige voorwaarden verenigd zouden zijn.

Na acht maanden van intense manifestaties tegen de regering, met een daardoor getroffen economie en nu de epidemie van Covid-19 zijn de omstandigheden minder gunstig dan ooit voor een debat over artikel 23. De « suggestie » van Lui Huining laat dus de vastberadenheid en het ongeduld van Peking zien om de controle over en het dagelijkse gezag van het parlement van Hongkong over te nemen. De oppositie heeft opnieuw deze stellingname, die openlijk het principe van niet-inmenging door Peking in binnenlandse aangelegenheden in Hongkong met voeten treedt, aan de kaak gesteld. Inderdaad zegt artikel 22 van de Basic Law zeer expliciet « dat geen enkel departement van de centrale regering, geen enkele provincie, geen enkele autonome regio, geen enkele gemeente direct geplaatst onder het gezag van de centrale regering kan interfereren in de aangelegenheden van de aparte bestuurlijke regio van Hongkong die verantwoordelijk is voor het regelen van deze aangelegenheden volgens haar eigen wetten ». Maar de mokerslag kwam vrijdag 18 april via een verklaring van het verbindingsbureau van Peking: het verbindingsbureau is niet onderworpen aan artikel 22, evenmin als het agentschap van aangelegenheden van Hongkong en de vroegere Portugese kolonie Macao, (HKMAO) die dit artikel 22 in laatste instantie vanuit Peking controleert. Deze instituties zouden bovendien alle vrijheid hebben om de aangelegenheden in Hongkong te becommentariëren.

 

De Chinese invloedssfeer breidt zich uit

Als een teken van de ernst van de situatie en de verwarring van de regering van Hongkong werden in de nacht van 18 april drie opeenvolgende en tegengestelde mededelingen gepubliceerd. Om 21 uur onderstreepte de regering dat het verbindingsbureau zeer zeker onderworpen was aan artikel 22. In een verklaring een paar uur later werd niet meer verwezen naar artikel 22, maar werd eraan herinnerd dat het verbindingsbureau onderworpen was aan de wetten van Hongkong. En even voor 2 uur ‘s ochtends schaarde de regering zich achter de Chinese interpretatie. In een zondag 19 april gepubliceerde verklaring stelden 22 volksvertegenwoordigers van de oppositie dat de regering zich volledig onderworpen had. De stellingname van Carrie Lam, beschuldigd van « verkrachting van de Basic Law » werd gekwalificeerd als een belediging en verraad. De politie gooide zaterdag 19 april olie op het vuur door vijftien personen, die bekend staan om hun strijd voor de democratie, in hechtenis te nemen. Voor het – zacht gezegd – sterk verminderde vertrouwen tussen Peking en Hongkong is Xi Jinping verantwoordelijk, want de Basic Law werd in een klimaat van relatief vertrouwen tussen beide partijen aangenomen toen China de hel van de culturele revolutie verliet. In de context van de Chinese economische en politieke opening naar de wereld in de jaren 1980 werd het Chinees-Britse akkoord van 1984 getekend, dat daarna geredigeerd werd in de Basic Law door vertegenwoordigers van de drie partijen: China, het Britse Koninkrijk en Hongkong. Maar op 4 juni 1989, de datum waarop het Chinese leger de studentenmanifestatie op het Tiananmenplein met grof geweld onderdrukte, werd de bittere realiteit duidelijk; maar inmiddels was het te laat om de zaken terug te draaien. Het Chinees-Britse akkoord was bekrachtigd, en was de tekst van de Basic Law in grote lijnen aanvaard.

De democraten in Hongkong die aan deze tekst meegewerkt hebben, trekken zich de haren uit het hoofd van spijt dat zij in goed vertrouwen aan deze onderhandelingen hebben deelgenomen. Zij hadden toen de hoop dat er in China sprake was van een betrouwbaar democratiseringsproces en dat de hereniging van het moederland en haar aparte bestuurlijke regio gekenmerkt zou worden door gezamenlijke universele waarden. De algemene ontevredenheid, die door de Covid-19 epidemie even tot zwijgen werd gebracht, laait nu weer op, doordat de regering niet voldoet aan de democratische verlangens van een groot deel van de bevolking van Hongkong.

Xi Jinping, een marxistische communist van de oude Maoïstische stempel heeft bij zijn ambtsaanvaarding gezworen Hongkong en Taiwan weer bij China in te lijven. Hij is druk bezig dit te realiseren door allereerst de democratische oppositie in Hongkong te muilkorven en de regering van Hongkong volledig naar zijn hand te zetten, waarbij hij geen scrupules heeft. Tegelijkertijd bedreigt hij het democratische Taiwan met uitgebreide vloot- en luchtmachtoefeningen rond het eiland, dat hij verder – en met succes – mondiaal isoleert. De vraag is nu hoe de westerse wereld gaat reageren. Opnieuw veel woorden en geen daden, en zoals gebruikelijk de andere kant uitkijken? De tijd zal het leren.

 

Geschreven op 27 april 2020

 

Met dank voor alle gegevens aan mijn goede Franse vriend Michel, oud-coördinator drugsbestrijding Frankrijk – Zuidoost-Azië, afwisselend wonend in Bangkok en Hongkong.