De ambivalente Chinese aanpak van het coronavirus

Civis Mundi Digitaal #99

door Jan de Boer

Niemand kan mij verdenken van sympathie voor het Chinese communistische regime, al helemaal niet met de duidelijke Mao-saus van Xi Jinping, maar de kwalificatie van autoritair gedrag inzake de bestrijding van Covid-19 versimpelt te zeer een complexe realiteit. Ik probeer in dit artikel alles eens goed op een rij te zetten.

Het verhaal van het Chinese antwoord op het nieuwe coronavirus is sterk gepolariseerd. De Chinese staat steekt de loftrompet over haar succes – deels erkend door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) – terwijl de regering Trump het autoritaire China als schuldige voor de pandemie aanwijst. Een meer genuanceerde analyse is nodig, want de les van de Chinese ervaring is ambivalent en laat weten dat het verschil tussen van autoritaire en democratische regimes niet doorslaggevend is voor de aanpak van de epidemie.

De reactie van de autoriteiten in Wuhan was in eerste instantie catastrofaal. De na de SARS-epidemie geïnstalleerde geavanceerde alarmorganisatie functioneerde niet, waardoor kostbare tijd verloren ging. Deze vertraging heeft niets exceptioneels: waar Zuid-Korea, Taiwan en een aantal andere Aziatische landen snel doeltreffende maatregelen troffen, heeft het merendeel van de landen, zeker in het Westen, zeer traag gereageerd. Dit valt hun des te meer te verwijten, omdat ze na het uitbreken van de epidemie in China een paar weken meer tijd hadden om zich voor te bereiden.

Het specifieke karakter van de Chinese aanpak is niet zozeer de afwezigheid van transparantie van de autoriteiten als wel de aanvankelijke repressie van hen die aan de bel trokken. De dood van de arts Li Wenliang bracht bij de bevolking grote verontwaardiging teweeg, en de officiële rehabilitatie na zijn dood herstelde maar in zeer beperkte mate de daardoor ontstane schade. Het onderdrukken van kritiek en onderzoek gaat tot op de dag van vandaag door, versterkt door de opkomst van door Xi Jinping toegejuichte neo-moaïsten, en het is duidelijk dat daar de grootste zwakheid van het Chinese regime ligt, zowel op politiek vlak als op het gebied van gezond.

China heeft vervolgens doeltreffende maatregelen weten te treffen om de epidemie te bestrijden. Haar succes is des te groter als we het vergelijken met andere landen, als we ook rekening houden met demografische gegevens. De stad Wuhan moet dan vergeleken worden met Lombardije, de deelstaat Hubei met Italië of Spanje en China met de Europese Unie, de Verenigde Staten of India. De cijfers zijn dan duidelijk. Zeker, het is waarschijnlijk dat ze ondergewaardeerd zijn in Hubei, maar niets laat mij veronderstellen dat de onderwaardering van de cijfers op Chinese schaal sterker zou zijn dan die wij beetje bij beetje ontdekken in het Westen. De Chinese triptiek testen-opsporen–isoleren is vandaag de dag overal ingevoerd, zij het lang niet overal even coherent, en de positieve waardering van China door de WHO vindt daar haar portie legitimiteit.

Het succes laat zich als volgt verklaren. Allereerst door een grote sensibiliteit van de bevolking voor risico’s van pandemieën sinds onder meer SARS, en beschermingsmaatregelen als maskers – net als in andere Oost-Aziatische landen die SARS hebben meegemaakt. Bovendien is de Chinese staat « ontwikkelingsgevoelig »: het is een sterke en verreikende staat met langetermijnprojecten van grote omvang, met een in het algemeen bewezen doeltreffendheid wat betreft wetenschappelijke ontwikkeling, economie en armoedebestrijding. Deze capaciteiten hebben er sterk aan bijgedragen om de epidemie vanaf half januari aan te pakken en te beheersen.

Een dergelijke ontwikkelingsgevoelige staat is niet per definitie autoritair: democratische landen als Zuid-Korea en Taiwan lijken op dit punt veel op China. Veel autoritaire staten zijn daarentegen niet ontwikkelingsgevoelig. De doeltreffendheid van het Chinese antwoord berust ook op zeer solide industriële en wetenschappelijke bases. Zij waren in staat om in recordtijd de genetische sequentie te ontcijferen, massaal testen te produceren en in een paar dagen tijd aanvullende ziekenhuizen te bouwen. Daarbij hielp ook de dynamische, sterk door de overheid gereguleerde markt, die in staat was om de productie snel naar dringende behoeften en gezondheidsproducten te leiden. Het op zijn Chinees « toegestane kapitalisme », in het Westen misprezen, heeft getoond de situatie aan te kunnen. Te meer daar de Chinese Staat op een heel wat grotere schaal dan de Europese Unie of de Verenigde Staten moest handelen. Maar ook de microschaal is grotendeels door de westerse pers genegeerd. De lokale kaders hebben een beslissende rol gespeeld bij het traceren van de ontwikkeling van de epidemie, het bestrijden ervan en het ondersteunen van de bevolking in lockdown. Zij moesten de directieven van Beijing volgen en tegelijkertijd aan de behoeften van de inwoners voldoen.

Deze besturing van dichtbij heeft een cruciale rol gespeeld bij de bemiddeling tussen de staat en de bevolking. Zij kon steunen op comité’s van inwoners of dorpelingen die erg actief waren om besmette en risico-personen te lokaliseren, om hen lockdown-maatregelen te laten respecteren en om de bevoorrading van personen die dat nodig hadden, te bewaken.

Deze comité’s, die een sterke sociale controle uitoefenen, zijn in bepaalde gevallen tegelijkertijd de plaats van toepassing van wat in het westen « participatie-democratie » genoemd wordt. Deze georganiseerde samenleving heeft in hoge mate bijgedragen aan de strijd en beheersing van de pandemie, dankzij honderdduizenden door de communistische partij ingekaderde Chinese burgers, gemotiveerd door een sterk gevoel van burgerschap en solidariteit, gevoed door het aloude confucianisme.

Natuurlijk heeft de uiterst dynamische ontwikkeling van nieuwe technologieën een belangrijke rol gespeeld. Verschillende opties voor de controle van de lockdown of het traceren van besmette personen werden besproken, waaronder toepassingen op de mobiele telefoon. Hoewel het traceren potentiële gevaren in zich bergt, moeten we er geen karikatuur van maken. De beheersing van de crisis in onder meer het democratische Taiwan werd op deze wijze geroemd. Een exclusief individualistische verdediging van individuele rechten doet vergeten dat de vrijheid van de één ophoudt waar die van de ander begint – het recht op leven van anderen moet meegewogen worden.

De kwalificatie « autoritair », die in de westerse verhalen en artikelen overheerst, heeft de neiging om te zeer een complexe realiteit te versimpelen. De Chinese ervaring heeft sterke en zwakke punten. En de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het democratische voordeel van westerse Europese landen en van de Verenigde Staten bij de beheersing van deze pandemie duidelijk geen rol heeft gespeeld.

 

Geschreven op 9 juni 2020