Pandemie of niet, oorlogen gaan gewoon door

Civis Mundi Digitaal #99

door Jan de Boer

Eind maart riep de secretaris van de Verenigde Naties Antonio Guterres op tot « een staakt het vuren overal in de wereld om samen het hoofd te bieden aan de furie van het Covid-19 ». Waar deze oproep eerst positieve reacties van bepaalde staten en gewapende rebellen opleverde, hebben deze woorden geen vervolg gehad. Antonio Guterres heeft sindsdien moeten erkennen dat « er een immense kloof bestaat tussen verklaringen en daden ». Ik merk daarbij op dat dit ook op andere gebieden geldt, bijvoorbeeld inzake de strijd tegen de klimaatopwarming en de verwoesting van ecosystemen en biodiversiteit.  De oproep van de chef van de Verenigde Naties werd gesteund door 70 landen, maar niet één van de belangrijkste oorlogvoerders op onze planeet gaf werkelijk gehoor aan deze oproep. Noch de militair meest actieve staten (Verenigde Staten, Rusland, Syrië), noch de belangrijkste bewegingen van djihadisten (Al-Qaida, de organisatie van de Islamitische Staat, Boko Haram) hebben de wens om een pauze in de gevechten in te lassen kenbaar gemaakt. Washington en Moskou hebben zelfs hun afkeuring uitgesproken over elk initiatief  dat « anti-terroristische operaties » zou kunnen afremmen.

De lijst van strijdkrachten die positief op de oproep van Antonio Guterres reageerde, wekte zeker een optimistisch gevoel in de kringen van de Verenigde Naties op. Zo kondigde Riyad, aan het hoofd van een militaire coalitie die de regeringstroepen van Jemen steunt – waar volgens de Verenigde Naties « de ergste humanitaire crisis » plaats vindt –, eenzijdig een staakt het vuren aan. Maar de opstandelingen, de Houthisten, gesteund door Iran en aan de winnende hand, hebben deze « politieke en op de media gerichte manœuvre » bestemd om een vredesplan voorgesteld door een vertegenwoordiger van de Verenigde Naties te « omzeilen », van de hand gewezen. En het is waar dat Saoedi-Arabië dolgraag van deze oorlog in het wespennest Jemen af wil, ook al omdat het steeds minder steun krijgt van zijn bondgenoten Amerika en Frankrijk.

Ook verscheidene rebellenbewegingen hebben een eenzijdig staakt het vuren aangekondigd zoals het maoïstische Nieuwe Volksleger op de Philippijnen, de onafhankelijkheidsbeweging in het zuiden van Kameroen en het communistische Leger voor de nationale  bevrijding in Columbia, maar de regeringen die zij bestrijden, willen niets van dit staakt het vuren weten. In Syrië heeft alleen de pro-koerdische beweging van de Syrische Democratische Strijdkrachten het idee van een pauze omhelsd. In de conflicten in de Sahel of in Somalië hebben de betrokken partijen geen enkel antwoord op de oproep van Antonio Guterres gegeven en ook de welwillende verklaringen van onder meer de Oekraïne en Birma hebben geen enkel vervolg gekregen. Er is zelfs sprake van een opvoering van oorlogsgeweld, van Amerikaanse bombardementen in Afghanistan ondanks het vredesakkoord tussen Amerika en de Taliban net als in Lybië waar de door Rusland gesteunde strijdkrachten van maarschalk Haftar en de door Turkije gesteunde regeringstroepen van Tripoli elkaar bestoken.

Waar bepaalde bijzonder dodelijke pandemieën in de loop van de geschiedenis het aangezicht van de wereld hebben veranderd, zijn oorlogen altijd ook in de ergste gezondheidscrises zoals bijvoorbeeld de pest eind  jaren 1300 in Europa die daar  de helft van de totale bevolking doodde, gewoon doorgegaan. Noch het virus Ebola in Afrika, noch de polio in Syrië, noch de cholera in Jemen  hebben in de laatste vijftig jaar de oorlogvoerende partijen bewogen hun strijd te staken. Het komt zelfs voor dat een verwoestende epidemie wordt beschouwd als een soort straf zoals bij de Ruandese massamoordenaars die na hun genocide op de Tutsis en hun verloren oorlog in 1994 door de cholera in de vluchtelingenkampen van Kivu werden getroffen.

Behalve dat pandemieën geen oorlogen stoppen, is de wereld overigens ook slecht toegerust om een oproep als die van Antonio Guterres succesvol te laten zijn . Temidden van de zeventig landen die de secretaris-generaal steunden  - zonder mij uit te spreken over de legitimiteit van de strijd – is er sprake van een zekere schijnheiligheid: drie en twintig staten met inbegrip van de Europese landen zijn nog altijd lid van de door Amerika geleide militaire coalitie in Afghanistan. Frankrijk, zeer aktief om in de Veiligheidsraad te proberen een resolutie voor een « humanitaire wapenstilstand » geaccepteerd te krijgen, heeft van haar kant niet aangekondigd de strijd in de Sahel te staken. Overigens schijnt het dat ook niemand eraan gedacht heeft dat aan Frankrijk te vragen. Maar het is vooral de verwerping door drie permanente leden van de Veiligheidsraad (Washington, Moskou en Peking)  van het multilaterisme dat een onoverkomelijk obstakel is voor ieder diplomatiek offensief ten gunste van vrede. Terwijl de botsing tussen de Verenigde Staten en China al sinds weken de aanvaarding van een resolutie van de Verenigde Naties betreffende de door het Covid-19 veroorzaakte crisis blokkeert, stemmen noch Washington, noch Moskou voor een tekst die een bedreiging voor hun militaire operaties is.

Voor de Verenigde Staten kan er geen sprake zijn van het opschorten van de « anti-terroristische operaties » tegen de djihadisten waar ook ter wereld. De regering Trump is overigens ook gewikkeld in een fors gewelddadig conflict met Iran en Irak en weigert elke belemmering te steunen voor Israëlische militaire operaties in de Palestijnse gebieden of in Syrië. Voor het Rusland van Poetin is het ondenkbaar wegens de pandemie zijn operaties in Syrië, Lybië of in de Oekraïne te beperken. In een chaotische diplomatieke wereld met een nog meer dan gebruikelijk slecht functionerend internationaal systeem zijn de Verenigde Naties totaal verlamd. Zij kunnen alleen nog hun vredestroepen, de blauwhelmen, handhaven op dertien plaatsen op deze onherbergzame planeet mede omdat de landen die deze blauwhelmen leveren deze liever daar laten « lockdownen » dan ze terug te laten keren wegens gevaar van mogelijke besmettingen. Er is wat dat aangaat een slechte herinnering: het was een bataljon Nepalese blauwhelmen die in 2010 in het zwaar door aardbevingen getroffen Haïti de cholera-epideme introduceerde. En daar had het door zware aardbevingen getroffen Haïti echt geen behoefte aan.

De optimisten die denken dat deze pandemie van het Covid-19 de staten tot samenwerking en vrede zal brengen, komen van een koude kermis thuis.

 

Geschreven op 1 juni 2020