Civis Mundi Digitaal #101
In de nacht van 21/22 juli berichtte de woordvoerster van het Armeense ministerie van defensie over een nieuw offensief van het buurland Azerbeidzjan dat de internationale gemeenschap er niet gelukkiger op maakte: « Speciale eenheden van de vijand hebben een nieuwe aanval ondernomen. De Armeense strijdkrachten hebben de vijand teruggeworpen, die belangrijke verliezen heeft geleden. Volgens voorlopige inlichtingen hebben de speciale eenheden van de vijand behalve gewonden ook in dit gebied door ons leger ingesloten militairen ». De woordvoerder van het Azerbeidzjaanse ministerie van defensie kwalificeerde deze worden als « fake news ». « Er is geen sprake van een aanval en nog minder van gewonden aan onze kant », verzekerde hij. Maar hij herinnerde er tegelijkertijd aan dat de situatie in het grensgebied, dat Tavouch in het noordoosten van Armenië verbindt met Tovuz in Azerbeidzjan, erg gespannen blijft.
Een nieuwe schermutseling in de oorlog zonder einde die de twee vroegere sovjetlanden tegenover elkaar stelt, of een vonk die dit kruitvat in de Kaukasus in de fik steekt? Sinds half juli neemt de spanning tussen beide landen toe en het moment van « no return » dreigt elke dag te worden overschreden.
Alles begon op 12 juli. Onder het oog van internationale waarnemers braken er gevechten uit in deze grenszone tussen Azerbeidzjan en Armenië, die verschillende dagen ongecontroleerd voortgingen. Balans: ten minste 17 doden, waarvan 12 Azerbeidzjaanse militairen en één burger en 4 Armeense soldaten. Bakoe treurde met name over de door een vijandelijke drone gedode generaal, terwijl een grote menigte in de straten om wraak schreeuwde. Beide kampen geven elkaar als gewoonlijk de schuld voor het uitbreken van de gevechten.
De oorlog die beide landen tegenover elkaar stelt is een oude geschiedenis die zich gewoonlijk concentreert in het separatistische gebied Haut-Karabakh. Dit gebied is nu een provincie van Azerbeidzjan met een grotendeels Armeense bevolking. Het werd in 1921 door Stalin aan Azerbeidzjan toegewezen en is als Nagorny-Karabakh sinds het eind van de jaren 1980 het theater van etnische conflicten. Bij de val van het Sovjetimperium verklaarde dit kleine stukje bergachtig gebied zich onafhankelijk, wat een regionaal gewapend conflict tot gevolg had. In 1994 werd een kwetsbaar staakt-het-vuren afgekondigd na een militair debacle van Azerbeidzjan, dat overigens veel beter bewapend was: meer dan 30.000 doden aan beide kanten en de uitzetting van de Azeries, de daar wonende Azerbeidzjanen.
Sindsdien maakt de Haut-Karabakh deel uit van de zogeheten « bevroren » conflicten met onder meer Zuid-Ossetië, Transnistrië… Al decennialang wordt er tevergeefs geprobeerd met internationale bemiddelingspogingen een duurzame oplossing te vinden.
Wat het gebied Haut-Karabakh betreft, dit conflict is verre van « bevroren ». Na talrijke bloedige conflicten, waaronder de « vierdaagse oorlog » met honderden slachtoffers in 2016 werd in 1992 een bemiddelingsgroep (Rusland, de Verenigde Staten en Frankrijk) opgericht in het kader van de Europese organisatie voor veiligheid en samenwerking, die erin slaagde de partijen een fragiel staakt-het-vuren door te laten respecteren. Vandaag de dag is het aantal slachtoffers heel wat lager dan in 2016, maar de politieke analisten maken zich ernstig zorgen. Het feit dat de schietpartijen nu langs de grens van beide landen plaatsvinden en niet meer in de regio Haut-Karabakh geeft deze botsing een ander niveau. De grenszone is omringd door dorpen en brengt burgers en infrastructuren – met name de olie-infrastructuren van Azerbeidzjan – in gevaar. En een open conflict aan de grenzen zou een geopolitieke escalatie met meervoudige consequenties tot gevolg kunnen hebben.
Armenië herbergt in Gyumri een voor het zuiden van de Kaukasus strategische Russische militaire basis. Moskou en Armenië zijn met elkaar verbonden door een defensieverdrag. Azerbeidzjan wordt voor de volle honderd procent gesteund door Turkije. Olesya Vartanyan van de NGO International Crisis Group – zonder haar had ik dit artikel niet kunnen schrijven –: « In het kader van een conflict betreffende Haut-Karabakh heeft Rusland geen enkele wettelijke verplichting tussen beide te komen om het Armeense deel te verdedigen. Maar als het gaat om de grenzen van het land, is het niet onmogelijk dat Rusland ingrijpt ». De Russische president Poetin, die vreedzame relaties probeert te behouden met zowel Armenië als met Azerbeidzjan, aan wie Rusland wapens levert, zegt volgens zijn woordvoerder Dmitri Peskov « buitengewoon bezorgd te zijn door de huidige escalatie ». Moskou heeft om een staakt-het-vuren te garanderen zijn bemiddeling aangeboden.
De internationale gemeenschap is er bang voor dat Bakoe om haar aanzien te redden kiest voor het opvoeren van de spanningen, maar ik denk dat Azerbeidzjan best begrijpt dat als er openlijk oorlog gevoerd wordt bij de grenzen, het punt van een « no return » overschreden wordt, met alle gevolgen van dien.
Maar het gevaar blijft, en provocerende woorden blijven over en weer de gemoederen verhitten. De Minister van defensie van Azerbeidzjan waarschuwde op 16 juli: « Armenië moet niet vergeten dat onze raketsystemen ons in staat stellen met een uiterste precisie de atoomcentrale van Metsamor te treffen, met als gevolg een grote nucleaire ramp voor heel Armenië ». De Armeense minister van buitenlandse zaken kwalificeerde onmiddellijk deze woorden als « staatsterrorisme » en als « genocide-bedoelingen van Azerbeidzjan ». De atoomcentrale van Metsamor ligt op minder dan veertig kilometer van Jerevan, de Armeense hoofdstad.
Natuurlijk, beide regeringen weten maar al te goed dat een openlijke oorlog niet alleen een ramp zal zijn voor hun beide landen, maar ook het hele gebied van de Kaukasus in vuur en vlam kan, ja zelfs zal zetten. Toch is er een levensgroot risico dat deze toenemende provocaties dat noodlottige ongecontroleerde kleine vonkje teweegbrengen in het kruitvat dat de Kaukasus heet.
Geschreven op 6 augustus 2020