Oproer in Thailand

Civis Mundi Digitaal #102

door Jan de Boer

Een analyse van de situatie in Thailand, meegevoerd door de kennis en ervaringen van mijn in Bangkok wonende vriend Michel, oud-coördinator drugsbestrijding Zuidoost-Azië - Frankrijk.

Nee, het is geen revolutie, maar een oproer. Een Franse « Mei ‘68 » met een Thaise saus: tot nu toe niet erg gepeperd wat betreft geweld, eerder een vreedzaam verzet van een deel van de jeugd (met name studenten) en in steden tegen een al heel lang bestaande orde. Een ruzie van « modernen » tegen « ouderen », van progressieven tegen dienaren van de traditie, waarbij het respect voor de hiërarchie, voor de autoriteit en zelfs voor de heilige en onaantastbare monarch op een nog nooit vertoonde manier ter discussie is gesteld.

In de al weken durende verveelvoudiging van manifestaties op de universiteitsterreinen in het land begint zich een moedige beweging af te tekenen met democratische eisen, zonder – op dit moment – een oproep voor een algemene opstand. Wat ook het lot van deze beweging zal zijn, het is zeker een sleutelmoment in de geschiedenis van een koninkrijk dat regelmatig opgeschud is door zeer gewelddadige opstanden die in bloed gesmoord werden: 1973, 1976, 1992, 2010…

Wat willen deze studenten die « democratie » roepen in de straten en op de campus? Allereerst het aftreden van de premier, Prayuth Chan-o-cha, een vroegere generaal die een staatsgreep pleegde. Vervolgens de ontbinding van de Nationale Volksvertegenwoordiging, die begin 2019 werd gekozen onder de grondwet van 2017, die onder een militair regime via een referendum was aangenomen. Deze grondwet heeft de verkiezingen zodanig « bewerkt » dat de vroegere staatsgreepplegers de macht in handen bleven houden. De studenten eisen ook dat deze grondwet – de twintigste sinds 1932 – wordt herzien.

De ontbinding van de « Partij van een nieuwe toekomst », die het symbool van de hoop van een gemondialiseerde klasse was, die door justitie in februari op bevel van de oligarchie (monarchie, leger, bureaucratie) werd bevolen, was de druppel die de emmer deed overlopen. Terwijl de erg goed geleide strijd tegen Covid-19 als gewonnen werd gezien (58 doden op een bevolking van 69 miljoen!), bracht deze stabilisatie van de gezondheidssituatie grote groepen van jonge « rebellen » op de been in de publieke ruimte en op de universiteiten.

Maar de klachten van de studenten betreffen niet alleen de vraag naar democratie. Zij willen ook dat koning Maha Vajiralongkorn Bodindradebayavarangkun, van wie zijn naam even lang is als zijn openbare verschijningen kort – hij leeft de meestal in Duitsland met tig maîtresses - de constitutionele rol accepteert die hoort bij een normale parlementaire monarchie. Dat is nu niet het geval: Rama X, de dynastieke naam van de in 2016 op de troon gehesen vorst, beschikt over zeer belangrijke machten. Zelfs als hij heerst maar niet regeert, symboliseert zijn houding de ambivalenties van een systeem – zonder dat te vergelijken met een absolute dictatuur, zoals de studenten doen – dat ver verwijderd is van een regering die gekenmerkt wordt door volledige politieke vrijheid. Dat alles heeft ertoe bijgedragen dat voor de eerste keer in de geschiedenis van het vroegere Siam men « monarchale hervormingen » durft eisen. Momenteel kan een zeer strenge wet betreffende « majesteitschennis » voor de minste belediging tot 15 jaar gevangenisstraf opleveren.

Deze tot voor enkele maanden ondenkbare eisen betreffen omstreden beslissingen van de koning: zijn toenemende controle op het leger, zijn weigering om een regent aan te stellen tijdens zijn lange verblijven in het buitenland, zijn directe controle over 30 miljard dollar: het budget van de rijkste koning op deze planeet dat door hemzelf steeds verhoogd wordt… Het klachtendossier van de jongeren brengt het establishment kennelijk in verwarring. Gearresteerde leiders van de studentenbeweging worden al snel weer losgelaten, en dat doet denken dat de macht niet goed weet welke strategie geadopteerd moet worden.

De « boom » van deze rebellie moet evenwel niet het « bos » van genuanceerde realiteiten verbergen. Volgens een tussen15 en 20 augustus gehouden onderzoek door de universiteit Suan Rajabhat in Bangkok is meer dan 59 procent van de Thai van mening dat de eisen gerechtvaardigd en in overeenstemming met democratische verlangens zijn. Maar 42 procent zegt dat de manifestanten de monarchie niet moeten aanvallen, terwijl 30 procent vreest dat de studenten slechts « wanorde en verdeeldheid zaaien ».

De vraag is nu of de beweging in deze latente economische crisis een « convergentie van strijdbewegingen » in het leven kan roepen. Op dit moment laat niets veronderstellen dat het geval zou kunnen zijn. Maar de toekomst is vol onzekerheden: de door Covid-19 veroorzaakte ineenstorting van de toeristenindustrie gaat zonder twijfel 47 miljard dollar kosten. Verscheidene voorspellingen vrezen een massale werkloosheid van wellicht 14 miljoen personen van nu tot aan het einde van dit jaar.

De oligarchie kan overleven, gesteund door de grote Chinees-Thaise families die de economie beheersen. Maar hoelang kan zij beide uiteinden van zo’n tegengestelde realiteit, tussen een monarchie uit een vervlogen tijd en een modern land waarin de jeugd en de middenklasse van het Westen afgekeken democratische verworvenheden willen realiseren? Niemand die op dit moment op deze vraag een antwoord heeft.

 

Geschreven op 24 september 2020