Civis Mundi Digitaal #102
Sommige gewoontes hebben een hardnekkig bestaan in Algerije. Op 31 augustus publiceerde de krant El Watan een onderzoek over de twijfelachtige oorsprong van het fortuin van de kinderen van generaal Ahmed Gaïd Salah, de vroegere stafchef van het leger en sterke man van Algerije, die in december 2019 overleed. De regering besloot eerst hele groepen « kopers » in de vroege ochtend naar de kiosken te sturen om een maximum aan exemplaren weg te grissen. Daarna om deze belangrijkste franstalige krant alle overheidspubliciteit te onthouden. Deze sanctie is karakteristiek voor de praktijken van het tijdperk Bouteflika, de door de massale manifestaties teruggetreden vroegere president. De goedkope Algerijnse kranten zijn volledig afhankelijk van overheidspublicaties.
In de publicatie werden overigens alleen maar bekende feiten vermeld. El Watan heeft nooit vijandig gestaan ten opzichte van het leger. De aanhang van de vroegere stafchef van het leger wordt nu vervolgd binnen het veiligheidsapparaat in een klimaat van arrestaties en vluchten van officieren naar het buitenland. De nieuwe legerleiding schijnt vastberaden de erfenis van haar vroegere almachtige chef op te ruimen. Maar wel in alle stilte. Is het omdat Abdelmadjid Tebboune, sinds 19 december 2019 president van Algerije, geprezen en geridderd werd door de overleden generaal: een affaire die nu de macht in verlegenheid brengt?
De schroef wordt weer eens aangedraaid en dat gebeurt in de context van een toegenomen repressie tegen de leiders van de « Hirak », de volksopstand die het land kende voor de epidemie van het Covid-19. En natuurlijk ook tegen de journalisten. De journalist Khaled Drareni zit na zijn arrestatie in maart in de gevangenis. In die periode was er een gedurende twee decennia ongekende serie arrestaties. Dat was in volkomen tegenspraak met de belofte van openheid van Abdelmadjid Tebboune. Na een jaar onzekerheid schijnt de macht de periode van de protestbeweging af te willen grendelen.
De president heeft de symbolische datum van 1 november – op die datum begon in 1954 de onafhankelijkheidsoorlog – gekozen om de Algerijnen op te roepen om zich uit te spreken over een grondwetsherziening. De aankondiging van het houden van een referendum -veel mensen dachten dat die « vergeten » was met de crisis van het Covid-19- toont de vaste wil van de president de zaken weer ter hand te nemen. Maandenlang bleef het vooral bij economische aankondigingen gedicteerd door de gezondheidscrisis en de jojo-koers van fossiele brandstoffen, waarvan de staat voor zijn financieringen voor 60 procent afhankelijk is. De president die in december 2019 zeer magertjes is gekozen wegens een boycot en een record aan stemonthoudingen, zoekt naar legitimiteit via een volksreferendum
De eerste versie van het in maart aan de politieke partijen en verenigingen gepresenteerde document heeft evenwel niet veel enthousiasme opgeleverd. Het handhaven van een hyperpresidentieel systeem ontmoedigde zelfs de tegenstanders die bereid zijn een dialoog aan te gaan met de nieuwe president. Om zijn boodschap nog wat mistiger te maken moet dit project van de nieuwe grondwet als hoeksteen van het « nieuwe Algerije » het « oude Algerije » eer bewijzen. Dat wordt door de instituties geëist. Het parlement moet daarom de tekst van het project goedkeuren voordat het referendum wordt gehouden.
Het parlement heeft al de reputatie van « een kamer van dieven » die kortgeleden nog veroordeeld werd voor « omkoperij » en het « witwassen van geld ». Het werd nogmaals opgeschud door de getuigenis voor de rechtbank van de infernale volksvertegenwoordiger FLN van Annaba, Baha Eddine Tliba, bevriend met de familie Gaïd Salah, waarbij hij een document toonde met de tarievenlijst voor het kopen van een parlementszetel… Dat toont de tegenstrijdigheid van het systeem aan dat Abdelmadjid Tebboune aan de macht bracht. Hij weet wat van hem verwacht wordt inzake de strijd tegen de corruptie die hoogtij vierde tijdens het bewind van Bouteflika en dus leidt hij met alle hem ten dienste staande middelen een offensief tegen het establishment en het netwerk dat nauwe banden met de vroegere president had. Maar door de oppositie te muilkorven nadat hij er tot op dit moment niet in geslaagd is geloofwaardige personen voor zijn regering aan te trekken, kan hij vandaag de dag alleen maar rekenen op hen die hij besloten heeft te bestrijden.
Zo duurt een « Algerijnse ziekte » voort: de mannen aan de macht veranderen wanneer de wind draait, maar het systeem verandert niet.
Geschreven op 27 september 2020