Civis Mundi Digitaal #106
Jean-Baptiste Fressoz is een vooraanstaand historicus van het « Centre de recherches historiques de l’Ecole des hautes études en sciences sociales » (EHESS) en als wetenschappelijk onderzoeker verbonden aan het « Centre National de la Recherche Scientifiques » (CNRS). Zijn onderzoekingen betreffen de historie van het milieu, van de klimaatkennis en van het antropoceen. Hij heeft heel wat boeken gepubliceerd, waaronder « l’Apocalypse joyeuse » oftewel de vrolijke apocalyps. Uiteraard schreef hij in deze tijd ook het nodige in historisch perspectief over pandemieën en vaccinaties. Met dank aan hem dit artikeltje.
We schrijven het jaar 1804. Een arts schreef: « De vaccinatie is het resultaat van de perfectie van wat op wetenschapsgebied van de regering is bereikt ». Wij zijn bij de eerste passen van het eerste vaccin. Natuurlijk flatteerde de arts die deze woorden schreef de macht, maar dat niet alleen: de Franse regering speelde hier heel duidelijk een beslissende en vooral ook een nieuwe rol. Het regeringssysteem met prefecten was nog maar nauwelijks gecreëerd toen de minister van binnenlandse zaken, Jean-Antoine Chaptal (1756 – 1832), de prefecten opdroeg de vaccinatie als een absolute prioriteit te zien. Hij schreef: « Niets vraagt meer uw aandacht; het is in het grootste belang van de staat omdat het een bevolkingstoename betreft en de staat daarvoor ook de middelen biedt ».
Het vaccin bewaren is in die tijd een heel ingewikkelde, een te ingewikkelde zaak. Er werd dan ook « van arm op arm » gevaccineerd. Met de « vaccine » (de koepokken, « vacca » in het latijn vandaar het huidige woord) werd een kind ingeënt en een paar dagen later verzamelde men de pus uit de etterblaren om daarmee iemand anders te vaccineren. En dat werd eindeloos herhaald. Hoe meer men vaccineerde, hoe meer vaccin men had. Om dit proces goed te laten werken, stelde de regering de hospitalen ter beschikking aan de vaccinateurs. Daar werd op de aanwezige kinderen met het vaccin geëxperimenteerd en werd vervolgens het vaccin geproduceerd. Een zo in het hospitaal gevaccineerd kind – het werd eufemistisch een « vaccin- reservoir » genoemd – werd meegenomen naar een dorp waar zijn etterblaren werden geopend om er het verse pus uit te halen, dat vervolgens gebruikt werd voor de inenting van de kinderen uit het dorp.
Chaptal beval dat elk artikel over de vaccinatie geverifieerd moest worden door een « centraal vaccinatie-comité ». Het resultaat: de pers, die tussen 1801 en 1803 met name schreef over de accidenten bij de vaccinatie, zweeg daarna in alle talen tot aan 1823… De regering organiseerde ook een indrukwekkende statistische verzameling, met als doel om de voordelen van de vaccinatie aan te tonen. De prefecten bevestigden aan de deuren van de gemeentehuizen borden met de namen van de aan pokken overleden personen in het departement om als waarschuwing zo alvast de ouders aan de schandpaal te nagelen die hun kinderen niet hadden laten inenten. En de niet te verwaarlozen risico’s van het « van arm op arm » vaccineren werden uitgewist door een piramidaal beheer van informatie: gemeentehuizen, departementale comité’s en een centraal comité functioneerden als filters voor slecht nieuws.
Natuurlijk, de tegenstanders van vaccinatie in de jaren 1800 vergisten zich: het vaccin leidde niet tot een degeneratie van de bevolking, zoals zij verzekerden. En dat waarop Chaptal hoopte, gebeurde ook: de vaccinatie droeg bij aan een toename van de bevolking. Toch, en in tegenstelling tot de huidige vaccins, was dat van 1800 lang niet ongevaarlijk. Wanneer een gevaccineerd kind een ziekte onder de leden had – de toen wijdverbreide geslachtsziekte syfilis werd in het bijzonder gevreesd – kon de hele vaccinatieketen besmet raken.
Waar de Franse regering werkelijk alle informatie wilde controleren om twijfels bij de ouders weg te nemen, vertraagde deze politiek ook de evolutie van de vaccinale praktijk. Er moest inderdaad tot 1840 gewacht worden voordat het principe van de vaccinale oproep geaccepteerd werd en tot 1865 voordat de besmettingsrisico’s officieel erkend werden. In afwachting daarvan kwamen na de vaccinatie kleine kinderpokken en besmettingen steeds meer voor en daardoor groeide het wantrouwen bij het publiek. De bevolking werd opstandig en bood weerstand tegen de vaccinatie – die ook de eerste medische techniek voor de massa was – en dus overwonnen moest worden. In de medische literatuur verscheen derhalve een nieuwigheid: verhandelingen over « vergissingen en algemene vooroordelen ». Met het vaccin van 1800 kwam het publiek medisch gezien op de tweede plaats en nam de regering het bewind over de gezondheid van de bevolking, daarbij uitgaande van de hypothese van haar relatieve irrationaliteit, haar onredelijkheid. En dat ging al in de negentiende eeuw gepaard met perverse effecten.
Ach, u ziet waarschijnlijk wel enige paralellen met de aanpak van en de huidige vaccinatie tegen Covid-19, nietwaar? De geschiedenis herhaalt zich nooit, maar toch…
Geschreven op 21 januari 2021