Hongarije: Viktor Orban en de parlementsverkiezingen in 2022

Civis Mundi Digitaal #106

door Jan de Boer

Het is niet onmogelijk dat Viktor Orban bij de parlementsverkiezingen in 2022 naar de geschiedenisboekjes wordt verwezen. Dat is zo’n beetje de laatste hoop van de Hongaarse oppositie, na de tien jaar onafgebroken machtspositie van Viktor Orban als premier van Hongarije. En dat zou én voor Hongarije én voor Europa een zegen zijn. Op 20 december vorig jaar hebben zes politieke partijen, van links tot aan een formatie die in het verleden anti-Roms (zigeuners) en antisemitisch was, een ongekend verbond aangekondigd met het oog op de parlementsverkiezingen in het voorjaar van 2022.

In een tekst, getiteld « Garanties voor een verandering van tijd » noemen de zes partijen dertien punten waarmee ze hopen in staat te zijn de Fidesz te verslaan, de ultra-nationalistische formatie van Viktor Orban, en te garanderen « dat geen enkele persoon in Hongarije meer het democratisch systeem en de rechtsstaat kan ondermijnen » en « zich onbegrensde macht kan toe-eigenen ».

Deze zes formaties, die vrijwel alle oppositiepartijen bijeenbrengen, zijn overeengekomen om samen één kandidatenlijst in ieder van de 106 kiesdistricten van dit Centraal-Europese land te presenteren, en één kandidaat voor de functie van minister-president. Deze mannelijke of vrouwelijke kandidaat zal worden gekozen tijdens een interne voorverkiezing die begin van dit jaar georganiseerd moet worden. Steunend op de wijze waarop de Hongaarse verkiezingen georganiseerd worden en die de winnende partij bevoordeelt, heeft Viktor Orban met grote overmacht de parlementsverkiezingen in 2010, 2014 en 2018 gewonnen door te profiteren van de verdeeldheid in de oppositie. Maar volgens verschillende peilingen van de laatste weken zou een unieke lijst van de oppositie Fidesz kunnen verslaan.

« Wij hopen een meerderheid van twee derde in het parlement te verkrijgen, » laat Andras Vekete-Gyor, voorzitter van de liberale partij Momentum, weten. Zo’n meerderheid is vereist om de grondwet te veranderen. De gemeenschappelijke tekst van de oppositie spreekt van « de redactie van een nieuwe grondwet… onderworpen aan een referendum ». Het programma belooft ook een terugkeer van « een evenwichtige publieke audiovisuele dienst » in de plaats van « verkeerde en haatdragende propaganda » en van « het herstellen van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht », de adhesie van Hongarije aan het Europese parket, de instelling van een electorale wet gebaseerd op evenredige vertegenwoordiging of de directe verkiezing van de president. Een meer gedetailleerd programma moet in de komende maanden uitgewerkt worden.

Met dit verbond hoopt de Hongaarse oppositie het succes van de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2019 te herhalen, toen het de meerderheid haalde in verscheidene gemeenteraden, waaronder die van de hoofdstad Boedapest. Net zoals bij de gemeenteraadsverkiezingen integreert dit brede anti-Orban-verbond Jobbik, een formatie met een nationalistisch, anti-Roma en antisemitisch verleden. Sinds 2015 heeft Jobbik haar politiek herzien om de steeds radicalere koers van Fidesz te omzeilen, maar zij heeft zich niet geheel van haar verleden weten te bevrijden. In oktober vorig jaar, bij een tussentijdse parlementsverkiezing in het noordoosten van het land, moest de Hongaarse oppositie bijvoorbeeld een van Jobbik afkomstige kandidaat steunen die zich een paar maanden tevoren te buiten was gegaan aan zwaar antisemitische uitspraken.

De vicevoorzitter van Jobbik, in het verleden ook niet vrij van antisemitische uitspraken, wrong zich in alle bochten om deze kandidaat te verdedigen, mede door te zeggen dat deze zijn welgemeende excuses had gemaakt. Hij verdedigde ook « de lange weg die Jobbik had afgelegd om een centrum-rechtse partij te worden. Hij onderstreepte dat de meest radicale vleugel van de partij de formatie had verlaten om een nieuwe partij te vormen. Hoewel de gemeenschappelijke tekst heel uitdrukkelijk elke kandidaat « met een goede verstandhouding met Fidesz » of « een bewezen betrokkenheid bij corruptie » uitsluit, is deze minder uitgesproken over antisemitisme en keert hij zich simpelweg tegen « elke schending van de menselijke waardigheid ».

András Fekete-Györ: « Jobbik is werkelijk veranderd en wij hebben hun nodig om Fidesz op het platteland te verslaan. De rurale gebieden zijn beslissend in de verkiezingen. De vroegere socialistische premier en leider van de linkse partij Democratische Coalitie, Ferenc Gyurcsany, zegt via mijn sociaal-democratisch internetcontact dat « een volksfront altijd tegenstellingen kent en dat wij nu een verbond sluiten met mensen van wie het politieke verleden de nodige vragen oproept. Maar in het huidige Hongarije wordt extreem-rechts nu door Fidesz vertegenwoordigt ». Gyurcsany zegt zich niet als kandidaat bij de voorverkiezingen te presenteren. Hij acht zich niet de kandidaat die het beste de oppositie kan verenigen.

Afgaande op de reacties in de in dienst van de macht staande media verontrust deze alliantie Viktor Orban en zijn aanhangers, die achter de oppositie ook de van oorsprong Hongaarse miljardair George Soros, het zwarte schaap van Viktor Orban, zien. Viktor Orban is de laatste weken druk bezig zoveel mogelijk hindernissen uit te denken om de vorming van één lijst van de oppositie juridisch zo ingewikkeld mogelijk te maken, in de hoop dat… En tegelijkertijd snoeit hij in de fiscale bronnen van de grote gemeenten die in meerderheid in handen van de oppositie zijn.

We mogen hopen dat de nu verenigde oppositie, waar best wat op aan te merken valt, niet uit elkaar valt en standhoudt, haar toch wel veelbelovende programma uitwerkt en de parlementsverkiezingen over een jaar wint. Een verlies van Fidesz is, zoals ik al zei, een zegen voor Hongarije en Europa en een klap in het gezicht van extreem-rechts in de landen van de Europese Unie.

 

Geschreven op 8 januari 2021