Frankrijk, Covid-19, opmerkingen en vragen bij een ramp

Civis Mundi Digitaal #109

door Jan de Boer

De Covid-19 pandemie heeft in Frankrijk na ruim een jaar 100.000 doden gekost. Achter dit enorme cijfer schuilen mensen. De routine van de dagelijkse op de tv uitgezonden balans moet ons niet ongevoelig maken voor de menselijke drama’s die deze verbergt: een menselijk wezen dat sterft – zelfs oud, zelfs kwetsbaar, zelfs dik – betekent een in rouw gedompelde familie en naasten, een nederlaag van een medische équipe, een herinnering en een belofte die verdwijnen. Wij mogen ons niet overgeven aan een nu helaas vaak opstekende onverschilligheid of aan cynisme.

Wat ook de oorsprong van dit virus is, een « natuurlijk » gebeuren via een vleermuis of door een fout in een laboratorium, de conclusie is in feite dezelfde: wij hebben ons opgeworpen als de heersers op deze aarde en van de natuur en dat impliceert onze volledige verantwoordelijkheid voor het klimaat, voor de ecosystemen, voor de biodiversiteit en ook voor een microscopisch virus.

Onderstrepen dat in Frankrijk 100.000 mensen door het Covid-19 gedood zijn, doet ons – althans mij - afvragen of het ook anders had gekund. Op 12 april was, volgens gegevens van de Amerikaanse John Hopkins universiteit, de gecumuleerde sterfte in Frankrijk naar rato van de bevolking 8% hoger dan die in Zweden, terwijl de sterftecijfers in Brazilië, de Verenigde Staten en het Britse Koninkrijk respectievelijk 14%, 16 % en 18 % hoger waren. Maar in Frankrijk is de gecumuleerde sterfte 55% hoger dan in Duitsland. De Australiërs hebben verhoudingsgewijs 40 keer minder doden door het Covid-19 dan de Fransen en de Nieuw-Zeelanders 270 keer minder… Is de arrogantie die Frankrijk en de Fransen vaak wordt verweten gegrond? Het « Franse genie » keek begin 2020 naar Italië, dat streed tegen het virus alsof het een land betrof dat op gezondheidsgebied was achtergebleven. De Fransen deden hetzelfde een jaar later, toen ten aanzien van Engeland met zijn variant, zonder dat de Fransen daar voor zichzelf lessen uittrokken. Want zoals de super-epidemioloog Macron regelmatig laat horen: onze (lees: mijn) strategie is de beste in heel Europa! Over arrogantie gesproken!

Weten dat er 100.000 doden zijn, doet je ook afvragen welke plaats de wetenschap in Frankrijk heeft. Is het voldoende om een paar farmaceutische kampioenen te hebben, voor een deel geleid door een logica van winstbejag? Nee dus! Fundamenteel onderzoek – met soms ook wat geluk – is de pijler van ontdekkingen, en daar niet op inzetten, hetgeen Franse regeringen en ondernemingen al jarenlang doen, is duidelijk een verschrikkelijk vergissing. De zo kostbare vaccins van vandaag zijn niet in één jaar ontwikkeld, maar zijn het resultaat van tientallen jaren onderzoek, laat Anthony Fauci, de Amerikaanse « Mister Covid », ons weten.

Het betreuren van de dood van 100.000 personen is nog eens de constatering dat de publieke gezondheidszorg in Frankrijk het weeskind van de geneeskunde is. Beter voorkomen dan genezen: iedereen kent deze wijze spreuk, maar wat is er gebeurd met de voorraden maskers in Frankrijk? En met de testen? Waarom zijn er hier in deze laatste jaren zoveel ziekenhuisbedden afgestoten, wanneer je weet dat bij een epidemische golf de reanimatieplaatsen uiteindelijk altijd onvoldoende zijn? Waarom heeft Frankrijk nog altijd geen goed werkende strategie « testen-opsporen-isoleren » en ook niet voor een goede controle van reizigers, inclusief quarantainemaatregelen ? Waarom luistert jupiter Macron niet naar het advies van de epidemiologen wanneer zij een waarheid als een koe verkondigen: men bestrijdt veel efficiënter een exponentieel fenomeen bij zijn begin, wanneer de curve plat of bijna plat is. Een door de epidemiologen aanbevolen lockdown in februari in plaats van die door Macron afgekondigd eind maart/april had met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid duizenden levens gespaard.

De constatering dat in Frankrijk 100.000 medeburgers zijn overleden, moet ons ook de ogen openen voor een wrede realiteit: wij zijn niet allemaal gelijk tegenover Covid-19. Het virus doodt meer in achterstandswijken, in kleine overvolle woningen en appartementen, bij werkers in de eerste en tweede lijn, daar waar (chronische) ziektes voorkomen, waar een tekort aan medici is om de meest kwetsbaren te beschermen. Als men deze balans opmaakt, moet men zich ook afvragen of het « koste wat het kost » van Macron haar grenzen bereikte toen de economie en de gezondheid tegenover elkaar kwamen te staan – terwijl de wetenschappelijke raad een pleidooi hield voor « het elkaar aanvullen » – waardoor de aan het leven toegekende waarde verbleekt.

Bij de constatering van deze « officiële » 100.000 doden moet men er zich van bewust zijn dat we dit cijfer eigenlijk al lang gepasseerd zijn, door het negeren van de onzichtbare slachtoffers van Covid-19, door de annulering of opschorting van programma’s, vertragingen in diagnostisering en opnames, met name wat betreft kankers of hart- en vaatziekten die ieder jaar in Frankrijk respectievelijk 30% en 25% van de rond 600.000 geregistreerde overlijdens vertegenwoordigen. Daarbij moeten ook andere door deze pandemie veroorzaakte drama’s niet vergeten worden: verzwakte overlevenden die lijden aan « long Covid », de slachtoffers van de economische en sociale crisis, de mensen bij wie de mentale gezondheid in het geding is, de uitgeputte en gefrustreerde artsen, ziekenverzorg(st)ers en verplegers, verpleegsters, zwaar gemarkeerd door pandemiegolven zonder einde, waardoor onder meer het aantal suïcides bij deze beroepsgroepen heel sterk is toegenomen.

Het herdenken van deze 100.000 doden is ook het zich verwonderen over individuele verantwoordelijkheden. Respect voor coronamaatregelen en voor de lockdown, het afzien van bepaalde fundamentele vrijheden, de amputatie van ons sociale leven heeft hier honderdduizenden levens gered, als men kijkt naar de berekeningen van modellen als er niets was gedaan. Toch de vraag of wij, ieder op zijn of haar plaats, genoeg de aanwijzingen, in wezen eenvoudige regels, gerespecteerd hebben: minder contacten tussen personen vermindert de circulatie van het virus. Moet men regels van regeringswege afwachten om zich daaraan te houden? Kan men – vooral als men werkt in de verpleging of verzorging – de niet verplichte vaccinale bescherming op de lange baan schuiven als het overduidelijk is dat de voordelen van vaccinatie oneindig veel groter zijn dan de nadelen? Moet de constatering van het tekortschieten van de politiek – en daar heeft het niet aan ontbroken – ons weerhouden om collectief te denken en te handelen?

De nagedachtenis aan deze 100.000 doden alleen al in Frankrijk en de duizenden doden die nog gaan komen, moeten ons doen afvragen wat wij als gemeenschap gaan doen als deze storm voorbij zal zijn. Vergeten wij ze? Of zijn zij voor ons een waarschuwing dat de « wereld van daarna » niet weer zo’n tragedie kan en mag meemaken en gaan wij ons handelen in alle opzichten daarnaar richten? Ik hoop het maar ben er, zacht gezegd, lang niet zeker van.

 

Geschreven op 19 april 2021