Wat is de aantrekkingskracht van het autoritarisme?

Civis Mundi Digitaal #109

door Patricia van Bosse

Boekbespreking van Anne Applebaum, Twilight of Democracy, the Seductive Lure of Authoritarianism / De Schemering van de Democratie, over de Verlokkingen van een Autoritair Systeem. 2020.

 

 

De journaliste en historica Anne Applebaum beschrijft in dit boek de opkomst van de illiberale autoritaire bewegingen in Polen, Hongarije, Spanje, Engeland en Amerika in het afgelopen decennium.  Haar betoog is doorspekt met verhalen van persoonlijke kennissen en soms ook vrienden die in deze periode zijn overgelopen naar het ’autoritaire kamp’. Ze zoekt naar wat hen heeft bewogen, maar heeft geen definitief antwoord. Sommigen waren cynisch en wilden vooral macht en roem die ze eerder niet hadden kunnen vergaren. Sommigen hadden een diep verlangen naar eenheid of waren diep religieus, sommigen waren boos om de zwakte van het liberale centrum, sommigen hadden nare ontmoetingen gehad met cultureel links. Sommigen wilden chaos in de hoop dat er vervolgens een betere maatschappij kon komen. 

Een democratie doet een beroep op meer abstracte waarden en vergt een bepaalde tolerantie voor altijd botsende meningen. Een groep mensen verlangt echter naar de rust van één enkel sociaal verhaal. Deze laatste groep geeft autoritaire antwoorden op de vraag wat een land zou moeten zijn. Ze vermoedt dat dit verlangen bij een gedeelte van de bevolking altijd leeft, maar soms in een ’winterslaap’ is om later weer te ontwaken.

Door haar grondige kennis van zaken over de situatie in de genoemde landen, door de theoretische  onderbouwing van de verklaringen die ze zoekt en door de persoonlijke verhalen is het een indringend en overtuigend boek. Een welkome bijdrage aan een onderwerp waarover in deze tijd veel wordt geschreven.

 

Over Anne Applebaum

De Amerikaanse Anne Applebaum studeerde geschiedenis en literatuur aan de Yale universiteit en in Engeland internationale betrekkingen aan de London School of Economics en Oxfort University. Ze werd correspondente voor de Economist en The Independent in Polen. Later werd ze vaste columnist voor The Washington Post en trad vervolgens toe tot de redactie van The Atlantic. Ze was de eerste die de inmenging van de Russen in de Amerikaanse verkiezingen aan de orde stelde. Naast haar journalistieke werk heeft ze drie historische studies geschreven over de Sovjet-Unie, waarvan er een: Gulag, een Pullizer prijs heeft gekregen. Haar politieke wortels liggen aan de rechterzijde van het politieke spectrum, in het conservatieve kamp.

Ze is getrouwd met Radoslaw Sikorski, voormalig minister van Defensie en van Buitenlandse Zaken van Polen. Sinds enkele jaren is hij lid van het Europees Parlement.  Begin jaren ’80 was hij gevlucht naar Engeland, waar hij heeft gestudeerd. Het echtpaar woont nu in Polen.

 

Een millenniumfeest

Het boek opent met het verslag van een feest rond de millenniumwisseling in Polen dat Anne Applebaum en haar man gaven. Ze beschrijft de optimistische sfeer, waarbij ’iedereen in hetzelfde team leek te zitten’, betrokken om het land weer op te bouwen. Polen werd geïntegreerd in de Europese Unie. Het leek toen dat iedereen geloofde in de democratie, in een rechtsstaat en de checks en balances die daarbij horen. Een kleine twee decennia later is de situatie een heel andere en spreken ongeveer de helft van de destijds aanwezige mensen niet meer met elkaar. Waarom zijn ze, in de ogen van Applebaum, van een fatsoenlijk en gematigd rechts, ‘naar de andere zijde’ overgestapt?

In Polen is de partij PiS (Recht en Rechtvaardigheid) opnieuw aan de macht gekomen en heeft het besturen over een andere boeg gegooid. Rechters, veel ambtenaren, journalisten, hoogleraren, leidinggevenden in culturele instituten, generaals werden ontslagen en vervangen door loyale aanhangers van de partij. Om dit te doen moest de regering de wet overtreden en om dat te rechtvaardigen werden existentiële bedreigingen in het leven geroepen en veel nepnieuws verkondigd.

Weer worden de Joden van stal gehaald, maar ook de (nauwelijks aanwezige) moslimmigranten, en de LHBTG gemeenschap. Verzonnen verhalen dat deze groepen er op uit zijn Polen te ondermijnen worden veelvuldig verkondigd. Varianten op dit verhaal zien we overigens ook in andere landen. En er zijn volop analoge verhalen van mensen die eenzelfde type gebeurtenissen in de jaren in de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog beschrijven.

Appelbaum wil geen grote theorie formuleren, maar signaleren wat er op allerlei plaatsen op dit moment gebeurt. Toch zoekt ze ook wel naar verklaringen en naar concepten die de gebeurtenissen in een context kunnen plaatsen. Ze roept Hannah Ahrend en Adorno in herinnering, die wezen op de autoritaire persoonlijkheid. Liever nog verwijst zij naar het werk van Karen Brenner die spreekt over een autoritaire predispositie. Die kan voorkomen bij aanhangers van alle politieke stromingen en bestaat uit een voorkeur voor homogeniteit en orde en een tegenzin in diversiteit en verschillen. Voorts zal ze in het boek vaak terugkomen op La trahison des clercs van Julian Benda uit 1927 ( zie voor een bespreking https://www.groene.nl/artikel/de-betrokken-buitenstaander). Alle demagogen hebben niet alleen steun van een groot deel van de bevolking nodig, maar ook van een groep mensen die hen actief steunen en de nieuwe elite gaan vormen. Over die belangrijke tussenlaag: de propagandisten, opiniemakers, de politieke scherpslijpers, de ‘klerken’ die het denkwerk verrichten gaat haar boek. Zij formuleren de passende verhalen en brengen de argumenten te berde, die het imago van de demagoog invullen en oppoetsen. Nu zijn het vaak de journalisten en bloggers wiens werk ze goed kent, want velen waren haar vrienden. De ’klerken’ zijn bij Benda de intellectuelen, die hun kerntaak, namelijk het achterhalen van de waarheid verwaarlozen en zich uitleveren aan een bepaalde politieke richting.   

De mensen die ze persoonlijk heeft gekend en waarvan er een aantal op het feest aanwezig waren, die deze richting zijn uitgegaan, hadden gestudeerd aan goede universiteiten, gereisd en niet te maken met armoede of verlies van banen. Oost Europa was maar in zeer geringe mate geraakt door de ernstige crises van de banken, de stroom vluchtelingen die in de rest van Europa de gemoederen hadden bezig gehouden. Wat bewoog hen?

Door de focus op de intellectuelen zijn veel van de standaardverklaringen voor het populisme niet zo relevant. Eerder ligt hun drijfveer in de psychologische en emotionele hoek. Gevoelens van vernedering en wraak voor een gebrek aan erkenning spelen vaak een rol, beweert Applebaum, al blijft het natuurlijk een interpretatie op grond van een beperkt aantal gevallen. Soms lijkt er ook een opportunistische kant te zitten aan het meegaan met een autoritaire machthebber. De macht of de aantrekkelijke positie ligt voor het grijpen voor wie op het juiste moment overstapt.

 

Demagogen en het behoud van de macht

In de verschillende hoofdstukken staat een land en enkele mensen die ze kent of heeft gekend centraal. Daarnaast wijdt ze uit over een thema dat de autoritaire bewegingen kenmerkt en dat bij uitstek geïllustreerd wordt door het verhaal van de mensen die ze beschrijft, maar die ook terug te vinden zijn op andere plekken.

De illiberale, niet-democratische regeringen worden vaak gekenmerkt door een één-partij staat, een uitvinding van Lenin. Deze kan voorkomen in zowel linkse als rechtse dictaturen, het gaat niet om een ideologie, maar het is een mechanisme om macht te behouden. We zien het in China, Venezuela, in zowel de oude Sovjet-Unie als in Rusland, in Zimbabwe. Het principe geldt dat de meest loyale mensen carrière maken, degenen die zich conformeren aan de regels van de partij. De meritocratie die democratieën kenmerkt, roept tegenstand op, en het afschaffen daarvan vindt weerklank bij diegenen die minder succesvol waren. Hoewel er soms wel oppositiepartijen getolereerd worden is dat alleen zolang ze geen grote invloed hebben.

In Polen heeft ze twee broers gekend, die zich verzet hadden tegen het communistische bewind. Een van hen leidde succesvol een krant. De andere broer was teleurgesteld dat hij niet ’beloond’ was voor zijn eerdere rol in het verzet. Toen Polen steeds meer een illiberale kant op ging, en de journalisten van de staatstelevisie vervangen werden, kreeg hij een positie als hoofd van een televisiezender. De programma’s daarvan doen geen enkele moeite om de indruk te wekken dat ze een neutraal standpunt innemen, dat eerlijkheid een rol speelt. Het gaat alleen om propaganda voor het regime. Deze broer wil niet meer met Applebaum spreken, de andere duidt de richting waarin zijn broer is gegaan als een uiteindelijke vervulling van een ambitie die eerder steeds was gefnuikt. 

 

De middelgrote leugen

Ook in Hongarije dreigen de democratie en de rechtsstaat ten onder te gaan. In Hongarije was eerder nooit afgerekend met het communistische verleden. Wel was het niet meer beschikbaar als een vijand om zich tegen af te zetten. Het is vergelijkbaar met een ’postkoloniale mindset’, er is het zoeken naar iets eigens. Men wil niet alleen het Westerse democratische project imiteren. Snel is er het gevoel dat de westerse diplomaten op hen neerkijken. Interessant is hoe Applebaum herhaaldelijk verwijst naar het einde van de Koude Oorlog als een moment van wanhoop voor rechts. Want na de ’overwinning’ was er de vraag: waar nu zich tegen af te zetten? Het verdwijnen van de vijand laat een leegte achter.      

 

Bij de opkomst van Orban in Hongarije is gebruik gemaakt van de ’middelgrote leugen’. Een voorbeeld van een ’grote leugen’ was het fascisme en het communisme, waarin de werkelijkheid volledig vervormd werd. De middelgrote leugen in Hongarije gaat bijvoorbeeld om de rol van Soros, de niet bestaande moslimimmigranten, de bedoelingen van de Europese Unie.

Zo’n leugen is een kernboodschap die uitgedragen wordt en de lens waardoor de gebeurtenissen geduid worden. Zo probeert Orban zich als een verdediger van de westerse beschaving en de christelijke waarden te profileren. In zijn lezingen krijgen de emotioneel geladen onderwerpen vooral aandacht, volgens Applebaum in de hoop dat het de aandacht afleidt van het nepotisme en de zelfverrijking. 

 

Engeland en de culturele wanhoop

Bij een democratische open samenleving hoort een meritocratie. Die is gunstig voor de talentvollen die kansen krijgen, maar kent ook verliezers. Naast de tegenzin tegen de competitie die bij de meritocratie hoort, is er nog een ander principe dat een rol speelt. De behoefte aan eenheid en harmonie, aan het deel hebben aan een gemeenschap is een thema dat teruggevonden wordt in vrijwel alle autoritaire bewegingen. Er is een verlangen om deel uit te maken van een speciale gemeenschap, een superieure gemeenschap.

 

Boris Johnson

 

Applebaum stelt dat het verlangen naar een geprivilegieerde positie van Engeland koren op de molen was van het sentiment dat Engeland iets beters zou moeten zijn dan gewoon een van de middelgrote landen in de EU. Iets speciaals en essentieels van Engeland was verloren gegaan. Er is een type nostalgie dat met warme gevoelens terugkijkt op wat het land ooit heeft betekend. Maar er is ook de ’restauratieve nostalgie’ die opnieuw het verleden wil creëren. Het komt volgens haar voort uit ’culturele wanhoop’, het gevoel van verlies van de oude gewoontes, het teloor gaan van de premoderne architectuur, het verlies van de stijl van het leven op het platteland. Het had in principe best samen kunnen gaan met de EU, waar de Engelsen in de beginfase flinke bijdragen aan hebben geleverd om het te laten werken. Maar later pakte dat anders uit, voor de ’nostalgische conservatieven’ werd de EU een kernthema om zich tegen af te zetten.

Applebaums echtgenoot was lid van hetzelfde studentengenootschap als Boris Johnson. Ze beschrijft een etentje met hem toen hij burgemeester van Londen was en nog een latere ontmoeting. Zoals wellicht bekend heeft Johnson vanuit Brussel als correspondent voor een krant een aantal jaren half verzonnen verhalen over de EU geschreven. Toch zegt Johnson tijdens deze ontmoetingen dat een Brexit nooit zal gebeuren, dat niemand daar serieus voorstander van is. Als ze probeert te peilen wat er vervolgens is gebeurd, komt ze terug op dat gevoel van verlies. Mede door de Engelse  gewoonte om een ironische toon aan te slaan en het verlangen om amusante verhalen te vertellen was er geen rem op het gebruikt van tendentieuze, soms duidelijk gelogen informatie. Voor sommigen anderen in de Tory partij moest alles tot de grond afgebroken worden om vanaf de puinhopen opnieuw te beginnen. 

 

Spanje en de nieuwe media

In de eenentwintigse eeuw is er in het westen vrijwel geen sprake van echte armoede die mensen ertoe brengt om autoritaire bewegingen te steunen.  Natuurlijk brengen immigranten soms reële problemen met zich mee, maar de reactie op immigranten lijkt vaak overtrokken. In het verleden zijn veelal zonder problemen grote groepen nieuwkomers in een samenleving opgenomen. Er is wel een grotere ongelijkheid, er is het verlies aan een gevoel deel uit te maken van een gemeenschap, wat verklaringen kunnen zijn voor de groei van het populisme. Daarnaast is er het verschijnsel dat er een revolutie in de communicatie heeft plaatsgevonden. In het westen waren we gewend aan het bestaan van conflicterende ideeën in een democratie.  Vroeger was er door het bestaan van nationale kranten en televisiezenders in grote lijnen sprake van één nationale conversatie waarin die besproken konden worden. Het gemeenschappelijke debat is nu echter uitgehold.

Nu zitten we allen op het internet waar geen check is op het waarheidsgehalte van de verhalen. De opeenvolging van onjuistheden volgen elkaar zo snel op dat de factcheckers het niet kunnen bijhouden. De fragmentatie van de publieke sfeer, de polarisatie die door de algoritmes van de sociale media versterkt worden en de afwezigheid van een gedeeld uitgangspunt zijn nieuwe uitdagingen voor de democratieën in deze tijd. Er is geen neutrale ruimte meer waar verschillende meningen beiden kunnen bestaan. Het draagt bij aan het gevoel van een kakofonie die voor sommigen een gevoel van onveiligheid geeft.

 

https://www.aljazeera.com/opinions/2019/4/26/spain-is-in-danger-of-falling-into-the-hands-of-the-far-right

 

In Spanje werd in korte tijd in 2017 een nieuwe partij uit de grond gestampt toen de formatie vastliep en er nieuwe verkiezingen werden gehouden, Vox. Hun strijdkreet was: maak Spanje weer groot. Een filmpje dat veel is vertoond laat een man te paard zien die door kale vlaktes van Zuid Spanje rijdt, begeleidt door teksten als: laten we de moslims verjagen. Dit raakt historische snaren in Spanje, terwijl er op dit moment vrijwel geen moslimimmigranten zijn. Er waren bij de voormannen persoonlijke contacten met mensen uit de kringen rond Trump. Het taalgebruik en de tactieken van Trump waren een voorbeeld. Het was een nieuwe kans voor sommigen om terug te keren in de politiek. 

Er is een internationale samenwerking aan het ontstaan tussen dergelijke groepen. Er is niet een bepaalde ideologie, maar het gedachtegoed is zoals te verwachten. Men deelt een oppositie tegen immigranten en vooral moslimmigranten, tegen secularisme en voor een religieus wereldbeeld.  Vaak is men tegen de EU en andere internationale instanties. Er is een tegenzin tegen het homohuwelijk, tegen Afrikaanse taxichauffeurs, tegen een toename van een etnisch gemengde bevolking. Er wordt gebruik gemaakt van bots, die automatisch een grote hoeveelheid berichten op sociale media verspreiden, onware verhalen worden eindeloos herhaald, stukjes nieuws worden geselecteerd waarbij wordt gemikt op het vergroten van woede en angst. Moderne klerken hebben de vorm van QAnon en soortgelijke stemmen aangenomen. Om de democratie te beschermen moeten we ons rekenschap geven van deze nieuwe situatie.

 

Amerika en het ideaal van de democratie

Amerika heeft een krachtig stichtingsverhaal, een ongewone eerbied voor de grondwet, een geografische geïsoleerde ligging en twee eeuwen van relatief economisch succes. Dat ook daar democratie onder druk zou kunnen komen werd door de meesten als heel ongeloofwaardig beschouwd. Degenen die de Onafhankelijkheidsverklaring en de Grondwet formuleerden waren niet naïef over de menselijke aard. Ze bouwden veel ’checks and balances’ in, met een besef dat het tijd zou kosten om de instituties steeds beter te laten werken. Er was overwegend een optimistisch gevoel over de Amerikaanse democratie, een gevoel exceptioneel te zijn in de wereld: ’the shining city on the hill’ (Reagan 1989). Een voorbeeld voor andere landen, wat ook de actieve buitenlandse politiek legitimeerde.

Tegelijk zijn er altijd groepen geweest met een andere visie op Amerika, die niet al te veel waardering hadden voor het uitzonderlijke van de Amerikaanse democratie en niet terugschrokken om geweld te gebruiken. Een aantal bevonden zich in de extreem linkse hoek en keerden zich tegen het kapitalisme en het racisme. Een andere groep kwam voort uit het diep religieuze rechts. Het christelijke karakter van ’hun’ Amerika kwam in de loop van de tijd steeds meer onder druk te staan. Zij ontwaren een moreel verval, dat niet op tijd gestopt het land ten onder zal doen gaan. Dan zijn er de extreem rechtse groepen, die meenden dat de Amerikaanse instituties tot in de kern verrot waren en die vaak uit gingen van ’white supremacy’, bijvoorbeeld de Ku Klux Klan.

Ook in Amerika was er, zoals Applebaum ook beschreven heeft in Polen en Hongarije na de val van de muur eerst een periode van optimisme en hoopvolle verwachting, nu het liberalisme had gewonnen. Door het wegvallen van de gemeenschappelijke vijand na de koude oorlog werd de stemming geleidelijk anders. Ze herkent het gevoel van culturele wanhoop. Volgens sommigen is het oude Amerika  waarschijnlijk reddeloos verloren. Maar ook Europa, de westerse beschaving is ten dode opgeschreven. Het is een emotie waar Trump op inspeelde. Hij leek niets te voelen bij het ideaal dat in de Grondwet verankerd was. Hij verdedigde Poetin, geconfronteerd met zijn schendingen van mensenrechten, antwoordde hij: ’zijn wij dan zo onschuldig’? Er was niets overgebleven van hoop, geloof en de opdracht om de woorden van de Grondwet werkelijkheid te doen worden. En als alles wat waarde heeft in Amerika aan het verdwijnen is, dan is het misschien tijd voor uitzonderlijke maatregelen.

Ook in Amerika geeft Applebaum voorbeelden van mensen die ze oppervlakkig of iets beter heeft gekend en met wie ze niet meer spreekt. Mensen die zijn afgedreven van het fatsoenlijke rechts en een lijn zijn overgestoken. Ook hier ziet ze een scala aan redenen. Het verkrijgen van posities, een eindelijk vervulde wens naar roem, religieuze overtuigingen die samenhangen met de culturele wanhoop.  

 

De eeuwige terugkeer van het autoritarisme

Ten slotte concludeert Applebaum dat wat ze signaleert niets nieuws is. Ze verhaalt over de Dreyfusaffaire in 1894. De parallellen zijn bijzonder opvallend. De Joodse Dreyfus werd onterecht beschuldigd van verraad, er was spraken van verzonnen bewijs, de emoties liepen hoog op. Ook toen deelde de bevolking zich in tweeën, in voor- en tegenstanders. De scheidslijnen liepen door families heen en velen spraken niet meer met elkaar.

 

De degradatie van Dreyfus, Henri Meyer - Bibliothèque nationale de France

 

Toen later uitkwam dat hij inderdaad onterecht veroordeeld was, bleven sommigen nog enige tijd vasthouden aan hun mening. Daarna verdween hij uit het nieuws, tot er een nieuwe opleving was en de oude gevoelens zich weer deden gelden en een nieuwe vorm zochten. We kunnen dan de voorlopers zien van het Vichy regime, en er zijn lijnen door te trekken naar de beweging van Le Pen. Steeds weer doen zich soortgelijke ontwikkelingen voor. Uit de periode voor de Tweede Wereldoorlog zijn er vele gelijkluidende verhalen. Nooit moeten we denken dat als er een democratie is, die er voor eeuwig is. Er zijn altijd krachten die het voortbestaan ervan bedreigen.

Maar toch. Als Anne Applebaum en haar man twintig jaar na het feest voor de millenniumwisseling weer een  nieuwjaarsfeest geven in Polen is ze vol goede moed. Ook nu is de sfeer vriendelijk en optimistisch. Polen heeft zich ontwikkeld, twintig jaar geleden deden ze als gastheren de catering zelf, nu is dat beschikbaar in een nabijgelegen dorp en is het veel luxueuzer. Mensen met zeer verschillende achtergronden zijn geïnteresseerd elkaar te ontmoeten, er zijn kosmopolieten en lokalen en ze hebben veel uit te wisselen. Er is een jonge generatie met verschillende nationaliteiten. Het geeft hoop en vertrouwen.

Dit feest vond plaats vlak voor het uitbreken van de coronacrisis. Applebaum weet niet hoe die de ontwikkelingen zal beïnvloeden. Staten moeten wel meer macht en regels uitoefenen, laten ze dat wel weer los? Of zal er een grotere compassie zijn omdat deze pandemie alle landen heeft getroffen? Een definitief antwoordt heeft ze niet. Democratieën zullen waarschijnlijk altijd onder druk blijven staan, maar ze is een fervent aanhanger daarvan. Ze eindigt met ons aan te sporen altijd te blijven kiezen voor het goede en niet in nihilisme te vervallen.  

 

Tot slot

De ontwikkelingen die Applebaum beschrijft in Polen en Hongarije, in Spanje, Engeland en de VS, hebben allen ongeveer in het afgelopen decennium hun beslag gekregen. We kunnen daar nog meer landen aan toevoegen: Italië,Turkije, India, Brazilië, Filipijnen. In veel andere landen is ’extreem-rechts’ gegroeid en is links verschrompeld. Ze geeft slechts enkele stukjes verklaring daarvoor, het wegvallen van een vijand na de val van de muur, de opkomst van de sociale media. Ze gaat nauwelijks in op de veranderingen die de globalisering en helemaal niet op die welke het neoliberale economische regime hebben gebracht, waarvan aannemelijk is dat die doorwerken in de ’sociale stemming’. De nadruk op meer markt heeft minder gemeenschapsdenken en meer competitie gegeven die noodzakelijkerwijs ook meer verliezers kent. Wellicht zijn zulke ontwikkelingen ook een invloed die het verlangen naar autoritaire regeringen uit hun winterslaap hebben doen ontwaken.

In ons land zien we de ontwikkeling van winst van populistische partijen en verlies voor links ook, hoewel het er niet op lijkt dat we in Nederland de kant opgaan van een autoritaire staat. We laten de gevolgen van de coronacrisis hier buiten beschouwing. Na de verkiezingen werd vaak gehoord, dat ongeveer eenzelfde hoeveelheid mensen steeds stemmen op heel rechtse partijen. Ook zouden in het algemeen de Nederlanders op de links/rechts as steeds verdeeld zijn in 45 versus 55 procent, een verdeling die al decennia niet veranderd is.

Dit verschil tussen mensen is een van de stellingen die tot nadenken blijft stemmen na het lezen van Applebaums boek. Er zal nu eenmaal altijd een groep zijn die zich meer voelt aangetrokken tot autoritarisme. Soms zal door een samenloop van ontwikkelingen, van de stemming in de maatschappij, deze groep meer van zich laten horen. De vraag die blijft hangen is: hoe kun je als voorstander van een democratie het beste met deze verschillen omgaan?

De positieve toon waarop Applebaum eindigt, resoneert met het Amerikaanse optimisme over de democratie die ze in het boek beschrijft. Het lijkt me een mooie manier om naar de gevaren die de democratie bedreigen te kijken. Iedereen die rechtvaardigheid, waarheid, kansen voor iedereen hoog in het vaandel heeft zal ondanks de ’rommeligheid’ ervan uiteindelijk de democratie prefereren boven een autoritair regime. We kunnen een realistisch standpunt innemen en het beschouwen als een leidraad en als een ideaal, dat we nog niet volledig hebben gerealiseerd. Hopelijk leren we steeds beter hoe het in praktijk te brengen en aan te passen aan nieuwe sociale ontwikkelingen.