Bedreigde wetenschap

Civis Mundi Digitaal #109

door Maarten Rutgers

Bespreking van Rens Bod, Remco Breuker en Ingrid Robeyns: 40 stellingen over de wetenschap

Al jaren wordt er gemopperd over de steeds terugkerende bezuinigingen op het hoger onderwijs. En dat niet alleen, ook over de veranderde opvatting wat een universiteit is of zou moeten zijn, over de ondemocratische structuur van de instellingen. Met de commodificatie van de samenleving duurde het weliswaar enige tijd voordat ook het hoger onderwijs eraan moest geloven. Maar intussen weten we niet beter dan dat de universiteit, de hogeschool, een bedrijf is met de erbij behorende vele managementlagen, waar vooral opgeleid wordt voor functies die van belang zijn voor het bedrijfsleven. En het liefst in zo kort mogelijke tijd. Alles wat daar niet aan bijdraagt is ballast en kan weggestreept worden. Het hoger onderwijs wordt afgerekend op het aantal afgestudeerden binnen de nominale studieduur. En zo zijn er nog meer criteria waaraan het hoger onderwijs getoetst wordt. Criteria die vrijwel allemaal afgeleid zijn van het bereiken van een goed ROI, ‘return on investment’, hoe haal je zoveel mogelijk uit je geld!

In Wetenschappelijk onderzoek in de mangel[1] in CM 82 kwamen al diverse aspecten van wetenschappelijk onderzoek aan de orde. Kort erop in datzelfde jaar verscheen het Adviesrapport[2] van de onafhankelijke Adviescommissie Bekostiging Hoger Onderwijs en Onderzoek onder voorzitterschap van Martin van Rijn onder de titel: Wissels om. Naar een transparante en evenwichtige bekostiging, en meer samenwerking in hoger onderwijs en onderzoek. De commissie schrijft: “De tijd is rijp om wissels om te zetten naar een toekomstbestendig bekostigingssysteem.”

In het nieuwsbericht[3] ter gelegenheid van het verschijnen heet het: “Er moeten nu wissels worden omgezet voor de aanpak van urgente knelpunten. Maar tegelijkertijd is volgens de commissie meer transparantie nodig in de kosten en is meer samenwerking in onderwijs en onderzoek essentieel voor resultaat op de langere termijn.” De commissie blijft keurig binnen de gegeven opdracht, maar ook binnen het gebruikelijke denkkader, waarin de samenleving als een markt gepercipieerd wordt. Het bevestigt de critici van het beleid, die slechts enkele verbeterpunten waarnemen, in hun kritiek. Een kritiek die veel verder gaat dan alleen maar de bekostigingssystematiek.

 

Op de barricaden?

De al jaren aanzwellende kritiek heeft nog niet geleid tot taferelen die we kennen uit de zestiger jaren, toen de universiteit eveneens onder vuur lag, maar gedeeltelijk om andere redenen. Toen speelde vooral de ondemocratische structuur, waarin o.a. geen ruimte voor inbreng van studenten mogelijk was, de financiering was minder een probleem. Wie herinnert zich de beelden van de Maagdenhuisbezetting niet? Of de beelden uit Parijs? Zijn we netter geworden? Ja, er wordt gedemonstreerd, maar geweld en rellen blijven meestal uit. Er wordt tot nu toe vooral geprotesteerd met woorden in oproepen, pamfletten, in petities, in lezingen, in andersoortige publicaties, op TV. Er is een beweging op gang gekomen onder de naam WOinactie. Een beweging die intussen brede steun geniet van hoogleraren, docenten, studenten en tal van organisaties in het veld, waaronder de universiteiten zelf. Het beschouwt zichzelf als een platform dat actievoert met

  • investeer in duurzame kennis
  • vervang ’outputfinanciering’ door ’inputfinanciering’
  • versterk het democratisch bestuur

Een enkeling laat op andere wijze duidelijk blijken hoe hij erover denkt en verlaat de universiteit met een helder verhaal[4] over de misstanden, die hij ziet. Ook anderen kiezen ervoor de universiteit te verlaten.

Anderzijds haken velen moedeloos af. Ze doen wat er gevraagd wordt, ook omdat ze begaan zijn met hun vak, omdat ze studenten een opleiding willen verschaffen, omdat ze wetenschappelijk onderzoek willen blijven doen. En zo zijn er meer redenen.

Studenten beklagen zich over dezelfde dingen. Daarnaast is hun keuzemogelijkheid zo groot dat het lastig is een studie te kiezen. Het voert er ook toe dat studies niet afgemaakt worden, dat er van de ene naar de andere studie wordt overgestapt. Vele studierichtingen met mooie namen leiden weliswaar tot een diploma, maar veelal niet tot een baan.

 

Een provocerend pamflet

In de zomer van 2020 bracht een drietal hoogleraren het pamflet[5] 40 stellingen over de wetenschap naar buiten als reactie op al deze problemen en kritiekpunten. Zoals ze zelf aangeven richten zij zich alleen op punten waar ze een grote veranderingsbehoefte menen te zien. Niet alles moet anders. Er zijn genoeg positieve kanten te onderkennen. Het pamflet is bedoeld om met de lezer in discussie in discussie te gaan en als basis te dienen voor discussies.

Het is hun keuze prikkelende stellingen te poneren om deze discussie op gang te brengen. De stellingen worden in vijf groepen gepresenteerd:

  • fundamenten
  • mensen
  • democratie
  • geld
  • wie gaat het doen?

Het voert te ver hier alle stellingen te bespreken. Daarbij is er een grote samenhang in de stellingen, waarbij de onderwerpen in elkaar overlopen. Desalniettemin de moeite waard om uit het geheel een aantal naar voren te halen.

 

Fundamenten

De eerste serie stellingen beschrijft hoe de universiteit in de ogen van opstellers van het pamflet eruit zou moeten zien. Hier komt aan de orde dat de universiteit geen bedrijf is, maar een gemeenschap waar “onafhankelijk onderzoek, onafhankelijk onderwijs” verzorgd wordt. Wetenschap moet onafhankelijk uitgevoerd kunnen worden. “De wetenschapper moet vrijuit kunnen onderzoeken en spreken.” Daartoe is voldoende tijd nodig. In de huidige situatie is er een te grote tijdsdruk, waaronder het onderzoek en het onderwijs lijden en er structureel overgewerkt moet worden. Een goed functionerende universiteit dient adequaat gefinancierd te zijn. Dit is in het belang van de maatschappij. Het klinkt logisch en weinig controversieel.

Dat ligt wellicht anders bij de oproep om hogescholen de status van universiteit te geven.

Niet voor iedereen ligt dit direct voor de hand, hoewel het voorbeeld van de Technische Hogescholen, nu Universiteiten, gebruikt wordt.

 

Mensen/democratie

Bij de tweede groep stellingen wordt de hiërarchische structuur van de universiteiten aangeklaagd. Naast andere zaken veroorzaakt het ook sociale onveiligheid. Dit wordt niet beter door het aanstellingsbeleid dat bij voortduring tot tijdelijke arbeidsovereenkomsten voor grote groepen medewerkers leidt. Niet alleen deze tijdelijke contractanten, een groot aantal docenten en wetenschappelijk medewerkers, maar ook de promovendi verdienen een betere status. Daarnaast wordt gewezen op de roofbouw die gepleegd wordt op medewerkers door de hoge werkdruk.

Er wordt in de derde groep stellingen gepleit voor een meer democratische structuur, waarbij enerzijds de academische senaat weer in ere wordt hersteld en anderzijds “de wetenschappers weer aan het roer komen te staan.” De sterk gecentraliseerde organisatiestructuur dient gedecentraliseerd te worden; immers de decentrale delen maken de universiteit. Het steekt de opstellers van het pamflet dat de dienst wordt uitgemaakt door niet democratisch gekozen bestuurders en managers. Het overkomt de wetenschappers.

 

Geld

De bezuinigingen moeten ongedaan gemaakt worden. Het geld is er. Het is vooral een keuze van de politiek waaraan het geld wordt uitgegeven. Wanneer de samenleving universiteiten in stand wil houden, dienen deze adequaat gefinancierd te worden. Dit betekent dat er voldoende geld beschikbaar gesteld moet worden. Hierbij speelt het geen rol of het alfa-, beta- of gammavakken zijn. Het gaat uitsluitend om de kosten samenhangend met studentenaantallen, het aantal wetenschappers etc. De keuze van vakgebieden waaraan de universiteit aandacht wil besteden is in eerste instantie aan de universiteit als onafhankelijk instituut zelf. Derde partijen mogen hier geen invloed op uitoefenen.

Te veel competitie tussen wetenschappers is ongewenst, daar dan de aandacht eerder naar secundaire zaken gaat, die gemakkelijk meetbaar zijn, dan naar meer essentiële zaken. Goed onderzoek komt in de knel. Bij dit alles moet er ruimte zijn voor onderzoek dat niet direct innovatief en probleemoplossend is. Rust brengt goed onderzoek voort! En “het geloof in een lineair verband tussen competitie en kwaliteit schaadt de wetenschap èn de wetenschapper” is een mooie uitspraak, die nadere discussie behoeft in deze door marktdenken gedomineerde tijd. De opstellers vinden ook dat wetenschappers geen onbetaald werk meer zouden moeten doen voor commerciële instellingen/bedrijven, zoals uitgeverijen van tijdschriften.

 

Wie gaat het doen?

Het kan niet anders dan dat de medewerkers van de universiteiten zelf ook in actie moeten komen. Zij zullen niet langer mee moeten doen met de ‘ratrace’ aan de universiteit, ze zullen zich moeten verzetten. Zij moeten in actie, in opstand komen, protesteren, maar ook lobbyen. Als zij niets doen, verandert er niets. En daar schort het aan. Opleiden gaat bij hen voor; proberen goed onderzoek te verrichten eveneens.

Het slotakkoord, de veertigste stelling is kort maar krachtig: “Een andere universiteit is noodzakelijk en mogelijk.”

 

En toen?

Afgezien van hier en daar een beknopte recensie, een interview en een webinar van KNAW, hebben we er weinig over gehoord. Is de kritiek verstomd? Komt er werkelijk geen discussie op gang? Of is het drietal roepend in de woestijn? Gelet op de stellingen in het pamflet zou dat zeer teleurstellend zijn. Of heeft het extra geld dat het kabinet de komende jaren wil investeren in het onderwijs en dus ook in de universiteiten iedereen in slaap gesust?

Nee, de onrust op de universiteiten is niet weggeëbd. Na de verkiezingen werd er in Den Haag weer actie gevoerd met als doel de politieke partijen ervan te overtuigen dat er meer geld moet komen, veel meer dan al toegezegd[6]. Het werd groots aangekondigd op de website van ‘Normaal Academisch Peil’ als alarmdag[7]. ‘Het water staat ons aan de lippen’, waarbij het vooral over geld ging. De ludieke actie was een duik in de Hofvijver in Den Haag. De perikelen rond de formatie en de SARS-CoV-2 crisis zorgden er echter voor dat er weinig publiciteit rond de actie ontstond. Een kort nieuwsitem op TV[8] en enkele korte stukjes in kranten[9] was de totale magere opbrengst. Het is te hopen dat politieke partijen toch nota hebben genomen van de actie.

Een onafhankelijke universiteit die er voor zorgt dat studenten leren buiten de lijntjes te kleuren, die afgestudeerden aflevert die weten wat onafhankelijk denken waard is, niet in geld maar in maatschappelijke relevantie, is een absolute noodzaak. De universiteit is er niet om in een keurslijf genaaid te worden. De universiteit moet een open platform zijn, waar nagedacht wordt, gedebatteerd, gediscussieerd over alle denkbare onderwerpen, niets is uitgesloten. Zo komt onafhankelijk denken tot stand, zo worden onafhankelijke denkers voortgebracht.

 

Noten



[1]   Rutgers M.J: Wetenschappelijk onderzoek in de mangel, Civis Mundi 82, 2019 (https://www.civismundi.nl/index.php?p=artikel&aid=5064)

[2]   Wissels om. Rapport Adviescommissie Bekostiging Hoger Onderwijs en Onderzoek. Den Haag 2019 (https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2019/07/19/adviesrapport-bekostiging-hoger-onderwijs)

[3]   https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2019/05/15/commissie-van-rijn-biedt-advies-bekostiging-hoger-onderwijs-en-onderzoek-aan

[4]   Runia E: Vaarwel McUniversity. NRC, 20 januari 2018

[5]   Bod R., Breuker R., Robeyns I: 40 stellingen over de wetenschap. Boom, Amsterdam, 2020

[6]   Huistra H: We gaan de Hofvijver in, want we willen een Normaal Academisch Peil. Trouw, 3 april 2021

Schoenmacker I: Universiteiten, studenten en vakbonden samern in actie; er moet zeker een miljard bij. Trouw, 5 april 2021

[7]   https://normaalacademischpeil.nl/

[8]   https://nos.nl/artikel/2375687-academici-over-geldgebrek-ik-ben-er-klaar-mee-ik-ga-iets-anders-doen.html

[9]   Lieshout M. van: De wetenschappelijke reputatie van Nederland staat op het spel. Volkskrant, 6 april 2021

Rusman F: Watertrappelen voor aandacht. NRC, 7 april 2021