Civis Mundi Digitaal #109
Boekbespreking van: Jacky van de Goor. Je leven in één herinnering. Een verrassende zoektocht naar zin. Ten Have, 2020. Proefschrift Universiteit Twente
Een promotie-onderzoek gebaseerd op één vraag, je moet het maar durven. Jacky van de Goor zag negen jaar geleden toevallig op tv de Japanse film After Life van Hirokazu Koreeda voorbij komen en werd gegrepen door de film en het thema. Mensen komen aan op een plek tussen hemel en aarde en mogen pas door naar het hiernamaals als ze één herinnering hebben gekozen om mee te nemen. Wat betekent die ene herinnering? Waarom kiest iemand juist die herinnering en wat zegt dat over iemand?
Van de Goor begon de vraag te stellen naar één herinnering uit je leven, eerst aan familie en vrienden, later aan de mensen waarmee ze werkt als organisatie adviseur, of zoals ze zichzelf noemt, organisatiecoach. In die hoedanigheid kom je een hoop mensen van verschillende pluimage tegen, dat helpt. Als je net als ik ooit zo’n sessie hebt meegemaakt, vergeet je ook sommige verhalen van anderen niet meer, een leven lang.
In februari promoveerde ze op het thema aan de Universiteit Twente en verscheen er tegelijkertijd een populaire versie van haar onderzoek, het boek Je leven in één herinnering. De precieze vraag die ze aan honderden mensen heeft gesteld is “Stel, er is een hiernamaals. Daar worden al je herinneringen gewist, op één na. Welke herinnering kies je om mee te nemen?” Een aantal herinneringen die ze heeft opgetekend, staan in het boek, allemaal anoniem. Ze staan als voorbeelden in de tekst om telkens de duiding van Van de Goor vorm en inhoud te geven en een aantal staan daarnaast apart gemarkeerd op grijze, rustgevende bladzijden.
Alleen die verhalen al maken het de moeite waard om Je leven in één herinnering te gaan lezen. De verleiding is groot een aantal daarvan in deze bespreking mee te nemen. Maar de verleiding er hier juist geen één aan te halen is nog groter om zo via die verleiding te geleiden naar nieuwsgierigheid naar het boek.
Niet dat ze allemaal zo bijzonder zijn. Veel verhalen vallen juist op door de schoonheid van hun alledaagsheid, waarin het gewone juist benoemd wordt. Wat ook opvalt is dat ongeveer de helft van de herinneringen over pijn, dood, verlies of ongeluk gaat. Het onderstreept dat het leven niet maakbaar is, dat vrijwel alles kwetsbaar is. Aan de hand van voorbeelden geeft van de Goor aan dat juist die gebeurtenissen door de vertellers als levensverrijkend zijn ervaren.
Waar de verhalen niet over gaan, is ook bijzonder interessant om bij stil te staan. Geld is een volledig afwezig onderwerp. Succes is eveneens geen item. Winnen van anderen komt ook in geen enkel vertelde herinnering terug. En dan werk. Slechts twee herinneringen gaan over werk. Eén is van een non… of is dat werk of eerder roeping? Vooruit, doen we dat verhaal er in het kort toch maar bij, anders wordt het onbegrijpelijk. De non was voor de missie in Afrika en zag de blijdschap van een geestelijk gehandicapte jongen die voor het eerst de Heilige Communie krijgt.
Waar de verhalen wel over gaan, met name in het boek met de populaire versie van het onderzoek, is zin en zingeving. Ik vind dat zelf moeilijk te hanteren begrippen, maar begrijp wat van de Goor bedoelt als ze aangeeft dat zin ontstaat in alledaagse dingen, in de authentieke ontmoeting. Van de Goor pleit op basis van haar onderzoek ervoor dat we onszelf niet zien als solitaire, op zichzelf staande wezens, maar als deel van een groter geheel.
Voor haar promotie onderzoek heeft ze uit veel meer verhalen exact honderd verhalen geselecteerd. Het proefschrift gaat natuurlijk ook over zingeving. Het is in het Engels Wonderful Life getiteld. Meer dan in het Nederlandse boek speelt Van de Goor mooi op een talige manier met het Engelse begrip ‘wonder’ uit de titel. Zo heeft één van de hoofdstukken de titel Unraveling of the Wonder of the Ordinary. ‘Wonder’ kan in onze taal ‘zich afvragen”, ‘benieuwd zijn’, ‘zich verwonderen’ of ‘verbazen’ betekenen. Deze speelsheid met het Engels wordt wellicht geholpen doordat ze in de Verenigde Staten is geboren en deels is opgegroeid.
Los van de kracht van de verhalen op zich, zijn beide publicaties in een aantrekkelijke stijl geschreven. Van de Goor neemt je in deze zinnelijke ‘Decamarone van de 21e eeuw’ echt mee in haar verhaal van de verhalen. Want dat is het mooie en dat maakt het allemaal zo interessant en zo leesbaar, de verhalen zijn op zichzelf de moeite waard, de conclusies van Van de Goor daar bovenop stemmen tot overpeinzing en nadenken. Minstens over de herinnering die je zelf zou meenemen. Die van mij staat er in. En over die van jou, dat is de kracht van de vraag, was je wellicht al sinds je dit stuk bent gaan lezen aan het nadenken.