Het Huis van Gisèle, een halve eeuw seksueel misbruik

Civis Mundi Digitaal #109

door Machteld Roede

Hetjarenlange misbruik op de Herengracht 401 en op een tweetal bevriende kostscholen blijft te veel weggefrommeld.

In Civis Mundi #70 (november 2018) schreef ik in Het besmette verleden van Castrum Peregrini over een zo’n vijf decennia lang geformaliseerd misbruik door de homo-erotische sektarisch vriendenkring op de Herengracht 401, het huis van kunstenares Gisèle van Waterschoot van der Gracht (1912-2013).

Het seksueel misbruik binnen de katholieke kerk (commissie Deetman) en door zich almachtig wanend heren (#MeToo) kreeg na jaren doodzwijgen en ontkennen eindelijk veel aandacht; strafmaatregelen volgden. Rond de Castrum Peregrini perversiteiten viel het echter ondanks meerdere veelal schokkende onthullingen in 2013, 2017 en 2018 stil; deze schandalen zakten weer in de vergetelheid weg. Kuun Jenniskens’ trieste interviews met twee slachtoffers in 2019 en 2020 trokken door publicatie in een lokaal blad te weinig aandacht.

Op 14.01.2021 schreef echter Roos van der Lint in de Groene Amsterdammer vier pagina’s vol over het Huis van Gisèle. Vroegere intimi Joke Haverkorn van Rijswijk en Frank Ligtvoet reageerden fel in de Groene van 2 februari. Van der Lint’s weinig kritische, ja haast bewonderende toon verraste ook mij. Hoewel ik een buitenstaander ben, voel ik me geroepen meerdere kanttekeningen bij haar interview te plaatsen, waarbij ik nu ook kan putten uit het uitvoerige Bauduin-onderzoeksrapport over de Castrum jaren 1942- 1986 van mei 2019.

 

Gisèle  van Waterschoot van der  Gracht  [foto wikipedia]

 

Castrum Peregrini

De zomer 1939 naar Nederland uitgeweken erudiete, geestige Duitser Wolfgang Frommel (1902 -1986), toen al grootmisbruiker, ontmoette in Bergen via Adriaan Roland Horst al snel de artistieke Gisèle, deels afstammelinge uit de hoge Oostenrijkse aristocratie, haar leven lang verzamelaar van stenen, gedroogde blaadjes, vlindervleugels, schelpen en wat niet al, en ook mensen. Zij hadden aanvankelijk een seksuele relatie, maar ook daarna bleef ze betoverd door de charismatische maar ook  manipulatieve Wolfgang. Ze bleven hun leven lang verbonden en Gisèle onderhield hem tot zijn dood. Frommel had nooit een zelf verdiend inkomen, maar teerde altijd op de zak van de mensen om zich heen. Vanaf 1942 bood zij Frommel samen met twee door hem eerder uit Duitsland naar een toen nog veilig Nederland gebrachte Joodse jongens Buri en Bock onderdak in de slechts beperkte ruimte van haar derde etage aan de Herengracht 401 (Hegra). Het kreeg tijdens de oorlog de naam Castrum Peregrini – de burcht van de pelgrim. In 1957, na de erfenis van haar moeder, werd het hele pand haar eigendom.

 

Herengracht 401- het voormalig Castrum Peregrini, nu H401

 

De Pedagogische Eros

In het Castrum zette Frommel al snel zijn eerder in Duitsland beleden traditie van de Pedagogische Eros voort. Deze ‘erotische opvoeding’ van jongens door oudere mannen was geïnspireerd door het in Plato’s Symposium beschreven opvoedingsideaal, waarbij de persoonlijke relatie tussen man en knaap centraal stond. De oudere vriend moest het goddelijke in de jongere opwekken (das Maximin Erlebnis). In een kring (Der Kreis) van louter mannen en jongelingen werd bij kaarslicht poëzie van de haast goddelijk geadoreerde Duitser Stefan George voorgedragen. Fysiek contact met innige omhelzingen en meer vormde dikwijls een belangrijk onderdeel. Vanaf 1942 werden op de Hegra ook feesten georganiseerd, bij de jaarlijkse lente- en najaarsfeesten het hoofd respectievelijk gesierd met grote narcissen- of klimopkransen. De erotische bijeenkomsten duurden meerdere decennia, vanaf 1942 tot 1986,en nog jaren daarna. 

Archief Castrum Peregrini: Lentefeest 1944. In het midden rechts Frommel

 

eerdere mannen waren heteroseksueel; dan kon het blijven bij een platonische liefde, een enkele kus. De inwijding onder strikte geheimhouding tot een uitverkoren ‘Vriend’ vereiste echter bij voorkeur een seksuele rituele initiatie van de veelal jonge, soms nog minderjarige pupil; incidenteel echt een gewelddadige verkrachting. Het mocht echter als ’uiting van het hogere’ geen seks worden genoemd, al was het gezien de ongelijkwaardige machtsverhoudingen voor een buitenstaander zeker grensoverschrijdend. Ook kon worden aangezet tot seks met de Vriend van de Vriend. Velen voelden zich achteraf ‘even uitgeleend’. Polyamoureuze relaties moeten echter wel gebeuren met wederzijdse instemming. Het gevoel van superioriteit van de gesloten groep van ingewijden gaf echter zo’n erosie van de moraliteit dat als normaal werd geaccepteerd van wat in de minder elitaire buitenwereld als onacceptabel werd beschouwd.

Een eenmaal ingewijde werd geacht vervolgens ook een aspirant vriend te gaan werven. Frommels charismatisch (meer satanische) uitstraling was zo betoverend en verblindend dat niemand in opstand kwam. Ja, sommige ‘uitverkorenen’ introduceerden later hun prille jonge zoontje bij Castrum. Het was immers een eer te mogen behoren bij Wolfgangs zich hoog boven gewone mensen verheven wanende sektarische kring. Een persoon stuurde zijn kind met twee Vrienden [de veel oudere Hilsley en de andere beruchte Ommen versierder Ian Gulliford; zie hieronder bij Kostscholen] twee weken naar Rome, waarbij na veel zoenen en handtastelijkheden tenslotte meermaals echte seks volgde. “Als mijn vader dit wil, moet ik dit maar doen. Ik vond het verschrikkelijk, maar kon het overleven door uit te schakelen” (NOS Nieuws, 7 juli 2019). Je kind aan vrienden aanbieden voor seks komt ook elders voor, maar wordt wanneer dit bekend wordt met gevangenisstraf bestraft.

Liet Roos van der Lint zich te veel inpakken door Michael Defuster, Frans Damman en Lars Ebert? Zij woonden al jaren eerder op de Hegra en werden door de steeds meer vereenzaamde hoogbejaarde huisbaas Gisèle aangewezen als erfgenamen van haar dure historische pand, sinds 2019 H401 genoemd. Zij beheren er als directie van de Stichting Herengracht 401 een cultureel centrum: een ’Huis voor Cultuur, Vriendschap en Vrijheid, een plek waar kunst, onderzoek en dialoog samen komen, met exposities en lezingen’. Pas recent is Frommels bestaan er vrijwel uitgewist. Daarentegen is mecenas Gisèle (sinds 1980 multimiljonair) die tijdens de Frommel jaren ‘als maar een vrouw’ nauwelijks werd gedoogd, nu tot het onschuldig idool verheven. Al moet zij toch zeker wel iets van het jarenlange misbruik pal onder haar spitse neus hebben meegekregen , hoewel nooit toegelaten bij de Eros bijeenkomsten en volgens haar biografe Annet Mooij door haar karakter altijd geneigd trieste wantoestanden te negeren.

De drie huidige eigenaren beweren in de Groene aanvankelijk niets van het vroegere jarenlange omvangrijke misbruik in hun huis te hebben geweten, ‘de onthullingen kwamen als een schok’. Maar Michael Defuster kwam er toch al in 1984 als student binnen, is ingewijd volgens de toen nog steeds gangbare Eros traditie, dus inclusief de erotische, fysieke handelingen, en vervulde er essentiële functies. Hij moet toch meer dan ‘geruchten’ hebben gehoord over de in 1986 overleden panseksuele onverzadigbare Wolfgang Frommel, al beweert hij hem al die twee jaren slechts kort op zijn sterfbed te hebben gezien. Frans Damman durft te stellen dat de echte beschuldigingen impliciet bleven. ‘Niemand heeft ooit gezegd: ik ben door Frommel misbruikt’. Wat een gotspe, denk ik dan…

 

Onthullingen

Trok Roos van der Lint alle zware beschuldigingen wel na? Harm Ede Botje en Sander Donkers beschreven in 2018 immers uitvoerig levenslange trauma’s bij indertijd minderjarige slachtoffers die zich moeilijk los konden breken van de oudere agressor (Stockholm syndroom). Het klinkt verdrietig waarheidsgetrouw. Vrouw en kinderen leden ongevraagd met hun man en vader mee. Ligtvoet citeerde de bekentenis van Daniël Boeke die zich door Frommel ‘offerlam op het altaar van een erotische passie’ had gevoeld. Uit Van der Lint’s artikel blijkt helaas nergens dat zij het bij zo’n zwaar onderwerp zeker vereiste hoor en wederhoor toepaste.

Nergens zie ik de student van serieus katholieke huize vermeld die ondanks smeekbedes van zijn bevriende dispuutsgenoot om weg te blijven uit dat gebouw waar mooie naakte jongens over de gangen dwaalden Castrum bleef bezoeken en er steeds meer van in de ban raakte. Werd dit de reden van zijn suïcide in de bloei van zijn leven?

Toen ik september 2018 een bejaarde vriend, niets vermoedend over zijn eerdere betrokkenheid, vroeg wat hij van Ligtvoet’s recente onthullingen in Trouw vond reageerde hij onverwacht heftig. Ruim zeventig jaar later emotioneerde het trieste einde van zijn dispuutsvriend nog steeds en met een brok in de keel zei hij fel “Zij waren de schuld, zij hebben hem dit aangedaan. Hij werd totaal verpest door dat vreselijke huis vol valse nichten. Verdorven, slecht, dat was het”. Hij doorzag indertijd als jong student meteen dat wat zich daar aan de gracht afspeelde niet zo fris was. Het huidige CP bestuur trio beweert echter stellig dat zij zelf, maar ook toenmalige mede huisgenoot Gisèle er al die jaren nauwelijks tot niets van af hebben geweten. Al werden de - liefst zo jong en puur mogelijke - nieuwe veroveringen ook aan haar voorgesteld.

 

Plaquette

Het is zo dubbel. Zeker, de Duitse Frommel stak tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn nek uit en wist door zijn lef en contacten met de bezetter joodse jongelingen bij Gisèle te laten onderduiken. Hij kreeg hiervoor in 1973 de eervolle Yad Vashem onderscheiding, Gisèle volgde in1997. In 1977 werd Frommel benoemd tot Officier van Oranje Nassau en in 2011 de 98-jarige Gisèle tot Ridder van Oranje Nassau. In 2016 onthulde Job Cohen - Lid van de Raad van Aanbeveling van de huidige culturele stichting - aan de buitengevel van Herengracht 401 een goudkleurige plaquette ter herinnering aan het feit dat “Gisèle Van Waterschoot van der Gracht onbaatzuchtig onderdak aan vervolgden van de naziterreur bood. In dit huis leeft haar geest verder” staat er te lezen. Is Cohen mogelijk verblind door wat Gisèle’s heroïsche heldendaad wordt genoemd? Hij weigerde expliciet in te gaan op de verzoeken van slachtoffers tot een gesprek of om iets duidelijker het besmette verleden te erkennen. Want de Joodse onderduikers waren wel Frommels schandknapen, en al tijdens de oorlog begon in het Castrum de voor vele jongelingen traumatische ‘erotische opvoeding’.

 

Wolfgang Frommel

 

Kostscholen

Twee kostscholen functioneerden jarenlang als Frommel’s visvijver. De eerste generatie Frommelianen van tijdens en na de oorlog bestond voor vooral uit (oud)scholieren van de Quakerkostschool in kasteel Eerde bij Ommen, voornamelijk bevolkt door uit Duitsland uitgeweken Joodse leraren en kinderen. Friedrich Buri - in 1933 in Frankfurt als veertienjarigen door Frommel ‘ontdekt’ – werd in 1942 uit Eerde meegenomen naar het onderduikadres op de Herengracht, de op dat moment 16 jarige Claus Bock in 1943. De in Londen als William Hildesheimer geboren joodse Billy Hilsley, in Berlijn in de jaren twintig als 13-jarige door Frommel  versierd, week al in 1937 naar Nederland uit; zijn Engels paspoort bood bescherming  tegen de nazi’s. Hij werd een uiterst populair, ja geadoreerd muziekleraar op de Quakerkostschool en later op de Internationale School in kasteel Beverweerd te Werkhoven (gesloten in 1997) waar hij vanaf 1959 tot zijn dood in 2003 een torenkamer bewoonde. Een van zijn veroveringen, leerling Ian Gulliford, werd als leraar in Ommen een berucht knapenjager. Er zijn meerdere aanwijzingen dat grootmisbruiker Hilsley, met naar verluid evenals Frommel een geweldig libido, alcoholische drank en andere bedwelmende middelen toediende aan het slachtoffer dat hij wilde gaan misbruiken. Hij had als leraar op de kostscholen gemakkelijk toegang tot jongens en wist veel jongere vrienden (liefst onder de zestien) te rekruteren voor Frommels kring. Frommel en zijn intimi kwamen graag op (be)zoek.

 

 

Kasteel Beverweerd Ommen Foto zie artikel Kuun Jeeniskens

 

Het 13-eeuwse kasteel Beverweerd te Werkhoven

Ligtvoet benaderde meerdere kostschool slachtoffers over hun ‘pedagogische opvoeding’. Sommigen konden er nog steeds niet over spreken, een leed levenslang door de negatieve gevolgen, een ander pleegde op latere leeftijd zelfmoord met het pistool van zijn oudere Vriend. Naast Hilsley misbruikten ook andere leraren en een huisvader er veelvuldig kinderen. Paul Visser, een oud leerling van Beverweerd beschreef al in 2015 hoe ‘dat roofdier’ de toen 70 jarige Hilsley hem na het eten onder aan de trap stond om hem, een 11 jarige kind, met zijn vingertje naar zijn toren te dirigeren. Het twee jaar lang durende seksueel misbruik heeft hem geen goed gedaan. Kuun Jenniskens beschreef in detail zijn verhaal, evenals van een ander slachtoffer. Het schoolbestuur wist er wel van maar greep niet tot nauwelijks in.

 

 

De jonge Paul Visser [artikel Kuun Jenniskens]

 

 

Onderzoekscommissie Bauduin

Vanwege de commotie door het in de pers en Annet Mooij biografie genoemde misbruik verzocht de Stichting Castrum Peregrini in december 2018 aan mr. F.G. Bauduin,  mr. M.J. Diemer en dr. S. B. L. Leferink een onderzoek te doen. Dit resulteerde al op 6 mei 2019 in het Rapport van de onderzoekscommissie misbruik Castrum Peregrini 1942-1986, met veel noten, een tijdpad van de gebeurtenissen, een lange literatuurlijst en aanbevelingen. Het onderzoek richtte zich op ‘delicten gericht tegen de persoonlijke vrijheid of geweldsdelicten, zoals aanranding en verkrachting en op delicten gericht tegen het gestelde vertrouwen (seksueel contact met jeugdigen en personen in een afhankelijkheidsrelatie)’. Met veel details – maar volgens insiders toch lang niet volledig - is de geschiedenis van het pand en zijn bewoners en bezoekers beschreven. Ook is aandacht gegeven aan de misstanden op de Quaker kostscholen. Uitgebreid zijn de persoonlijke gesprekken met tien personen en telefoongesprekken en mails met een tiental anderen weergegeven (al dan niet geanonimiseerd). Dit levert trieste aanvullingen op de eerder in de pers verschenen onthullingen en geeft ook inzicht in andere geldschieters. Ondanks de indertijd zo strikt afgesproken geheimhouding kwam zo nog meer naar buiten over Frommel, zijn gedachtegoed, zijn adepten en wat zich tussen hen en ontelbare jongeren afspeelde.

 

Klokkenluider neerlandicus Drs. Frank Ligtvoet

 

Casus 8 geeft de gesprekken weer die in februari en maart 2019 afzonderlijk zijn gevoerd met Frank Ligtvoet en zijn huidige man Nanne Dekking. De  twintigjarige student Ligtvoet werd, wat met de ziel onder de arm rondzwalkend, najaar 1974 door twee pas ontdekte vrienden bij Castrum geïntroduceerd. Het bood hem warmte en een hem aansprekend omgeving vol kunst en cultuur. Ook Ligtvoet raakte al snel in de ban van zeventiger Frommel. ‘Ik nam zijn oude mannenerectie tegen mijn been maar voor lief’.

Ligtvoet betrok op de Prinsengracht een etage boven de twee vrienden; ze deelden veel, ook de seks. Zij noch de Frommel Kring accepteerden dat Ligtvoet april 1982 verliefd werd op Nanne. Hem werd verboden naar allerlei bijeenkomsten op de Herengracht te komen. Vanaf 1983 bleek hij wel welkom, maar moest daartoe tot zijn ongenoegen tongzoenen en handtastelijkheden ondergaan en tenslotte een door hem als een verkrachting ondergane penetratie. Ligtvoet en Dekking braken daarop met CP en gingen samenwonen. Het was voor Ligtvoet echter moeilijk de gesmede band ‘für immer’ totaal los te laten. Later verzorgde hij Frommel eenmaal per week op zijn ziekbed en hij was in 1986 een van de mannen die zijn kist droeg. Ligtvoet en Dekking, die sinds 1996 in Brooklyn (NY) wonen, hebben jaren niet over de geslagen wonden kunnen spreken; ze zaten hierover jarenlang in een totale emotionele lockdown.

De #Me Too onthullingen en een filmpje over misdragingen van Trump zette bij Ligtvoet de sluizen open. Eindelijk konden ze met elkaar praten over wat zich af had gespeeld bij Castrum en hij schreef een aantal buitengemeen openhartige krantenartikelen, waarbij hij ook zich zelf en hun relatie niet spaarde.

Ligtvoet was jaren Ambassaderaad van het Consulaat Generaal te New York; zijn man Nanne Dekking bekleedt hoge functies in de Amerikaanse kunstwereld en is bestuurder bij de kunstbeurs TEFAF. Beiden staken hun nek uit wat betreft pijnlijke bekentenissen over buitengemeen persoonlijke intieme zaken.

 

Scheuringen

Na de dood van Frommel in 1986 begon de innige samenhang geleidelijk te verslappen en viel in subsektes uiteen. Bij een eerste scheuring in 1987 haakten onder meer Buri en Hilsley af. De gebruikelijke rituelen bleven echter nog lang gevierd. Pas in 2012 na de dood van de voor Castrum decennia lang belangrijke Manuel Goldschmidt viel de eens zo hechte kring van ingewijden steeds verder uiteen. Deze oud-leerling van de Quakerschool in Ommen, een van de eerste Frommelianen, en in 1958 medeondertekenaar van de stichtingsakte van stichting CP, kreeg van 1956 – 2002 gedeeltelijk de leiding van de uitgeverij Castrum Peregrini, waarbij vanaf Pasen 1951 het literaire tijdschrift  Castrum Peregrini verscheen. Manuel was Frommel’s erfgenaam.

In 2012 waren meerderen uit de begin periode overleden, anderen verlieten teleurgesteld de Kring. De overgebleven oude garde volharde echter in de Frommel verering, de eros filosofie en het willen uitdragen van het gedachtegoed van Frommel, bijvoorbeeld via de Wolf van Cassel Stichting. Deze was opgedragen aan de extravagante Van Cassel. Hij was in 1966 als 19-jarige door Frommel in Heidelberg ontdekt en al snel overgeheveld naar Manuel. Het Baudin-rapport meldt dat ook Van Cassel veelvuldig seksueel over de schreef ging. Vandaag de dag rest nog steeds een groep oude getrouwen die ondanks de opschudding van de laatste jaren Frommel blijft verdedigen. Zij zien de recente publicaties als schending van de gezworen geheimhouding, als hoogverraad. De CP jongeren wilden andere doelstellingen, wilden een ommezwaai maken, zetten zich af tegen ‘die oude knarren’.

 

Januskop Buste van Janus Bifrons in de Vaticaanse musea

 

Januskop?

Hoe groot is echter die scheiding der geesten werkelijk? Zo verbaast mij buitengemeen wat het Bauduin-rapport meldt over architect Michael Defuster, lid van de huidige H401 directie. Hij ontkende al eerder in verschillende publicaties zijn betrokkenheid bij Castrum, neemt in het de Groene artikel zo stellig afstand tot Frommel en zijn adepten, en beweert er toendertijd weinig tot niets van te hebben geweten, ja, er geen deel van te zijn geweest.

Hij komt op mij over als een Januskop. Ik ben een buitenstaander, maar ik leerde kritisch te lezen en dingen na te trekken, waardoor ik struikel over merkwaardige discrepanties. Defuster maakte vanaf 1984 immers wel degelijk herkenbaar deel uit van de Castrum sekte die ook na de dood van Frommel nog langere tijd actief bleef. Michael werd in 1987 tijdens een traditioneel voorjaarsfeest geïnitieerd; ingeleid door zijn oudere vriend, notoir misbruiker Wolf van Cassel. Zij woonden samen in de Komturei, het achterhuis van grote 17-eeuwse pand aan de Oudezijds Voorburgwal 153, in 1968 door C.P. gekocht met geld uit de nalatenschap van de  vermogende, vooral met Buri bevriende bankiersweduwe Selina Pierson. De Komturei bewoners onderhielden innig contact met het Castrum. In de grote ruimtes werden gezamenlijke feesten gegeven en Frommels bibliotheek werd er gehuisvest. De eerder beschreven jongeling met zijn ongewilde initiatie in Rome, deelde hier met Defuster en Wolf van Cassel langere tijd dezelfde woonruimte. Spraken Michael en Wolf echt nooit eens samen over Wolf’s uitspattingen, over Wolf’s tijd met partner Manuel Goldschmidt?

Michael Defuster werd in 1994 directeur van de uitgeverij die tot 2007 heeft bestaan. Defuster werkte in 1994 mee aan de CP uitgave De Inkeer der Goden, een vertaling van een heilige proza tekst van Frommel. Nog een indicatie van zijn sterke banden met de Castrum clan, evenals de mede door Defuster tot in 2009 in de Komturei georganiseerde rituele feesten, waar nog steeds de Castrum pederastie ideologie werd gecelebreerd. Na de dood van Claus Bopck verhuisde Defuster in 2008 naar de Herengracht. Zou hij nu geen binding meer hebben met de aan zijn geliefde Wolf van Cassel opgedragen stichting?

 Ook H401 bestuurslid Frans Damman is al jaren betrokken bij Castrum, waar hij in 1995 stage liep bij de uitgeverij CP, na enige tijd introk en tot Vriend werd  geïnitieerd. Alleen huidige bestuurslid Lars Ebert kwam pas in 2002 op de gracht wonen, na een stage van drie maanden bij de Stichting CP in 1999.

 

Strafbare feiten

De Commissie onder leiding van ex-rechter Bauduin stelde dat zij zich -  omdat zij geen justitieel onderzoek deden en geen rechtsprekende instantie zijn - zo neutraal mogelijk uitdrukten, zich onthielden van een oordeel, en dus geen uitspraken deden op grond van sluitende bewijzen over wat zich wel of niet heeft voorgedaan en over wat nu wel waar is of niet.

Toch concludeert het Bauduin-rapport: (door mij samengevat) Er bleken echter meer meldingen en klachten over misbruik dan aanvankelijk ingeschat. Op grond van meerdere uiteenlopende indicaties is het aannemelijk dat Wolfgang Frommel zich schuldig maakte aan verschillende vormen van grensoverschrijdend gedrag, psychische manipulatie en seksueel ontoelaatbare gedragingen en in een aantal gevallen seksueel strafbare gedragingen.

Door Frommel’s morele overwicht over de  hem omringende veelal jongere mannen en vrouwen was er sprake van niet-gelijkwaardige verhoudingen. Hij misbruikte ook meisjes en jongens tussen de twaalf en zestien jaar. Er was sprake van tongzoenen, ongevraagd naakt in bed kruipen bij slapende slachtoffers, het zich laten bevredigen en in enkele gevallen het aandringen op en ook feitelijk laten uitvoeren van anale penetratie. Dit heeft de seksuele en persoonlijke ontwikkeling van jonge betrokkenen op negatieve wijze beïnvloed en leed veroorzaakt dat soms nog steeds gevoeld wordt.

Op de Quacker scholen maakte Billy Hilsley zich gedurende een lange periode stelselmatig schuldig aan seksueel misbruik, evenals de leraar Ian Gulliford en een van de toezichthouders op Beverweerd.  Er wordt aanbevolen deze meldingen en klachten serieus te nemen.

 

Erkenning en gerechtigheid

 

De Onderzoekscommissie stelt: Het aangedane leed kan niet meer ongedaan worden gemaakt. Stichting Castrum Peregrini hoort een duidelijke blijk van erkenning te geven voor al wat is aangedaan. Excuses zijn op zijn plaats. Wie dit controleert is echter niet vermeld.

Lars Egbert overtuigde Roos van der Lint ‘dat de gerechtigheid voor de slachtoffers nu is gebeurd’. Vroeg Roos wel goed door, is er met alle slachtoffers contact geweest?  Want het op de Herengracht een helpdesk instellen was niet bijster goed doordacht. Wie gaat zich melden op uitgerekend de plaats van het vroegere verwarrend delict, met de kans op een daar weerzien van een vroegere medegetuige van wat indertijd bij Castrum speelde? Slachtoffers die wilden komen praten werden buiten de deur gehouden door de CP directie en de Raad van Advies weigerde expliciet contact. Speelde hierbij wellicht een rol dat een van hen de vroeger insider Jan Petrus Rozenbroek was, een van de jongere vrienden van Wolf Van Cassel en tijdens een voorjaarsfeest in 1987 tegelijk met Michael Defuster in de Frommel Kring opgenomen?

Kuun Jenniskens beschreef beschadigde mannen die duidelijk nog steeds slachtoffer zijn. Ligtvoet bekent dat in ieder geval hijzelf en zijn man nog steeds zijn getraumatiseerd: “Ik vraag me soms angstig af of volledig ‘genezen’ van een sekte mogelijk is”.

Kunstenares Gisèle d’Ailly- van Waterschoot van der Gracht (ze hield van cirkels)

 

Aanbevelingen

De Onderzoekscommissie beveelt snel de kamer van Wolfgang Frommel – tot dan een soort heiligdom vol tastbare herinneringen aan het duistere verleden - te onttakelen, Frommel’s bibliotheek naar elders te verplaatsen, en de besmette naam Castrum Peregrini niet meer te gebruiken. Het pand dient te worden herbenoemd. “Het was en is het huis van Gisèle. Zij verdient een eervol herstel. Het Huis van Gisèle zou een passende naam zijn voor het huis waaraan zij haar ziel en zaligheid heeft gegeven, waar ze een groot deel van haar vermogen in stak en vrijwel haar hele artistieke nalatenschap in achter liet”.

Ook dit is enigszins dubbel. De commissie vroeg zich immers af of Gisèle wellicht stafbare feiten heeft gefaciliteerd en gefinancierd en checkte daarom de regeling van de juridische en financiële verhoudingen tussen haar en het CP. Zeker tijdens de begintijd toen zij en de anderen samen slechts beschikten over een kleine ruimte moet Gisèle toch althans iets hebben meegekregen van wat zich er afspeelde tussen de mannen. Gaf de absolute weigering tot bijwonen van de geheimzinnige bijeenkomsten haar niet te denken? Besprak ze nooit iets over die duistere rituele gebeuren met onderduiker Buri, waarmee zij zelf tijdens een tijdelijke afwezigheid van Frommel een relatie kreeg? Gissingen, maar toch…

Ik vraag me af: speelt bij het versluieren en deels ontkennen van wat Gisèle mogelijk wist wellicht het afschermen van de voorname Gisèle en  haar echtgenoot mr. Arnold d’Ailly, eerder een zo geliefde burgemeester, een rol? Ligtvoet bestempelt ze als ‘gelegenheidsgevers’. D’Ailly zat tot zijn dood in de Raad van Toezicht van Stichting CP. Hij was zeker op de hoogte van de uitspattingen van de tot op hoge leeftijd bronstige Frommel. Zo wist hij een schandaal te voorkomen door in 1961 in samenwerking met de Raad voor Kinderbescherming de knaap Achmed, die in 1960 naar de Herengracht was gekomen nadat Frommel in 1959 in Marokko verliefd was geworden op de toen 11-jarige herdersjongen, naar Marrakesh terug te sturen. Bleef ook veel in de doofpot vanwege de innige connecties met kunstenaars, dichters en wetenschappers van naam en met personen uit bekende patriciërs families en hoge adellijke kringen die jarenlang het sektarische Castrum frequenteerden en grotelijks financierden? 

 

De huidige situatie

In 2013 verscheen het boek van Joke Haverkorn van Rijsewijk, goede vriendin van Gisèle en bekende van Defuster, vol beschamende onthullingen over haar vroegere minnaar Frommel. De CP leiding ging gewoon op de oude voet verder en verzorgde in 2015 een internationaal Castrum programma ‘Stille Helden’ over Frommel en Gisèle; Frommel kreeg ook alle eer in een promotiefilmpje op Vimeo. Hoewel er in 2018 door nieuwe trieste publicaties nu echt commotie was ontstaan, liet de CP leiding bij de presentatie in hun pand van Annet Mooij’s  glasheldere, onthullende Gisèle biografie de kans liggen om openlijk althans enige afstand te nemen van het besmette verleden. Ze vertonen een gebrek aan actieve herinnering en volharden in verkondigen geschokt te zijn over het hun ‘onbekende’ misbruik, zoals ook nu weer in het Groene-artikel van januari.

Sinds het rapport-2019 heet Castrum Peregrini H401, de kamer van Frommel is ontmanteld, en niet langer is Frommel maar Gisèle er het aanbeden middelpunt. De site van H401 meldt slechts dat de banden met het vroegere verleden, Frommel’s vriendenkring en zijn gedachtegoed zijn doorgesneden, zonder een duidelijk waarom of inzicht in de eigen toenmalige betrokkenheid. Is dat genoeg? Hoe rigoureus is de Augiusstal uitgemest? Volgens vroegere insiders hangt er nog steeds een kwalijke geur.

Zo hekelen twee ingezonden brieven in de Groene van 2 februari de situatie dat nog in levende zijnde partners van vroegere veelplegers in de culturele programma’s, de rondleidingen en in publicaties een gekuist Castrum verhaal vertellen en bezoekers, journalisten en onderzoekers de werkelijkheid van het jarenlange seksueel misbruik onthouden.

Hier wreekt zich dat CP zelf het verzoek tot onderzoek deed en dat Bauduin’s misbruik onderzoek zich beperkte tot de jaren 1942-1986, terwijl de Eros cultuur met de geheime initiaties, de oudere vrienden en de grote rituele feesten nog jaren door zou gaan. De actieve deelname van twee huidige directieleden blijft uit het zicht, hoewel zij bewijsbaar aanwezig waren bij en onderdeel vormden van de sektarische wereld die ze nu als waren ze buitenstaanders verwerpen. Ze hebben geen klimopkransen meer op het hoofd, maar wel pakken boter.

 

Schuldvraag

Dit brengt me tot een cruciaal punt. Het Bauduin-rapport vulde twee pagina’s met wetsartikelen over de strafbaarstelling van seksueel grens overschrijdend gedrag en van seksueel misbruik en machtsmisbruik (oudere met onvolwassene). Er is hier echter niets mee gedaan. De Bauduin commissie komt met een tiental strenge aanbevelingen maar zwijgt over de juridische consequenties van het ook door hen toch vrij gedetailleerd beschreven misbruik. De CP leiding negeert dat toch essentieel deel van het rapport wijselijk en toont een collectief selectief of beter strategisch geheugenverlies.

De overleden grootgebruikers Wolfgang Frommel, Billy Hilsley, Ian Gulliford en ook Wolf van Cassel zijn volgens het Nederlandse recht niet  meer aan te klagen. Sinds 1 april 2013 geldt echter geen verjaringstermijn meer voor verkrachting, aanranding en voor gemeenschap met kinderen onder de zestien jaar. Naast de grootgebruikers waren vele anderen in het pedo- en efebofiele walhalla mede actief bij of althans getuige van de grensoverschrijdende gebeurtenissen, ja strafbare feiten. Een aantal leeft niet meer, maar velen lopen nog rond, zoals de twintigers uit Frommels nadagen. Denken deze zestigers nog aan hun Castrum tijd terug of is het  uit het geheugen verdwenen, verdrongen? 

Ligtvoet verklaart recent [ik citeer uit meerdere reacties van hem] “dat hij zich schuldig voelt ook in minder persoonlijke zin. Ik had kunnen zien wat er echt op de Frommel-planeet plaatsvond. Ik had ‘ideologisch’ misbruik en ordinair misbruik kunnen voorkomen. Erger nog, door mijn aanwezigheid legitimeerde ik dat criminele gedrag… De ellendige loyaliteit die ik als sektelid had ontwikkeld….  ging ten koste van de loyaliteit aan mijn man en dat maakte mijn losmakingproces een langdurige en pijnlijke geschiedenis, die ons leven samen onder voortdurende hoogspanning zette. Die ellendige loyaliteit maakte me ziende blind”.

Wat betreft de huidige H401 leiding stelt Ligtvoet “Zij waren, net als ik, lid van de sekte. Zij dragen daarom, net als ik, verantwoordelijkheid voor het seksueel misbruik van vooral jongens en jonge mannen, maar ook van meisjes en vrouwen. Ik hoop dat ik als initiële klokkenluider iets van mijn schuld heb terugbetaald. De H401-directie doet dat echter niet,  Zij erkenden hun verleden met sekteleider Wolfgang Frommel en diens ideologie niet, integendeel: zij verdraaiden en verzwegen dat verleden”.

 

Tenslotte

Ondanks zijn niet te ontkennen goede daden mag de grote schade die Frommel en zijn vriendenkring jarenlang veroorzaakten met hun deels zeker strafbare te intieme omgang met onvolwassenen niet worden gemarginaliseerd. De grote top misbruikers zijn overleden, vele medeplichtigen zijn echter nog in leven. Nog steeds lijden slachtoffers onder hun Castrum trauma, en niet allen zijn zo mondig als Ligtvoet die tenslotte over zijn bijna veertig jaar verdrongen pijn kon schrijven.

Momenteel worden ongewenste zaken streng aangepakt. De maatschappij denkt nu anders over veel zaken. Mannen worden al na een tik op een vrouwenbil of te vrijpostige opmerkingen op non actief gezet, oneervol ontslagen, of nemen zelf ontslag en schrijven een excuusbrief. Het OM gaat pedofiele club Marijn weer vervolgen. De vele nog in leven zijnde Frommel intimi, lees medeplegers, gaan echter vrij uit.

Het is nu echt tijd dat het Openbaar Ministerie – zonder enige relatie met de huidige instelling H401- een eigen extern, geheel onafhankelijk onderzoek instelt naar wat zich vanaf 1942 tot ook ver na Frommel’s dood in 1986 afspeelde in het tot voor kort Castrum Peregrini genoemde pand aan de Herengracht - en tevens naar de permissieve pedo-cultuur indertijd op de Quakerscholen in Ommen en Beverweerd.

 

Bronnen

F.G. Bauduin, M.J. Diemer en S. B. L. Leferink. Rapport van de onderzoekscommissie misbruik Castrum Peregrini 1942-1986 (2019). 101 pp’s.

Harm Ede Botje en Sander Donkers - Kindermisbruik binnen de kringen van kunstgenootschap Castrum Peregrini. Vrij Nederland 24 februari 2018.

Joke Haverkorn van Rijswijk – Entfernte Erinnerungen an W. Würzburg 2013; H401(2), De Groene Amsterdammer, 4.2.2021.

Kuun Jenniskens – Slachtoffer Paul Visser wil seksueel misbruik muziekleraar uit doofpot trekken. BunniksNieuws, 28 september 2019; Seksueel      misbruik Beverweerd: uit schaamte hield Arno het geheim. BunniksNieuws, 26 februari 2020.

Frank Ligtvoet – In de schaduw van de meester. Seksueel misbruik in de kringen van Wolfgang Frommel. Vrij Nederland 10 juli 2017; Pedagogische Eros:          een Duitse aandoening. Trouw Letter & Geest 8 september 2018; Kijk niet weg van misbruik Castrum. Het Parool 29 september 2018; Castrum Peregrini weet niet wat onafhankelijk is. Brief Het Parool,5 oktober 2018; H401 Brief De Groene Amsterdammer, 4.2.2021.

Roos van der Lint – In het huis van Gisèle. De Groene Amsterdammer, 14.1.2021

Annet Mooij - De eeuw van Gisèle. Mythe en werkelijkheid van een kunstenares, 2018

Machteld Roede - Het besmette verleden van Castrum Peregrini. Civis Mundi  Digitaal #70 nov. 2018.