Amerika

Civis Mundi Digitaal #110

door Jan de Boer

Bolsonaro, erfgenaam van de Braziliaanse geschiedenis van extreem-rechts

 

Bolsonaro, erfgenaam van de Braziliaanse geschiedenis van extreem-rechts

 

De Braziliaanse president is de verpersoonlijking van een complexe beweging: ze is erfgenaam van het anti-communisme, en heeft de gewelddadigheid van de militaire dictatuur, de religieuze intolerantie van de evangelisten en het anti-mondialistische populisme. Ik denk dat het goed is voor een beter begrip van wat er in Brazilië speelt om dit eens in een historisch perspectief goed op een rijtje te zetten, zeker nu Brazilië ook wat het klimaat betreft een steeds groter probleem wordt: het Amazonewoud is al zodanig aangetast dat het meer CO2 uitstoot dan opvangt – met andere woorden: de groene longen van het Amazonegebied werken niet meer, en ook wij gaan dat merken.

Veel politieke experts dachten dat met het einde van de militaire dictatuur in 1985 een nieuw democratisch Brazilië was ontstaan. Een illusie, want Brazilië heeft een lange rechts-extremistische traditie die in werkelijkheid nooit is verdwenen. Extreem-rechts kwam aan het einde van de negentiende eeuw en in het begin van de twintigste eeuw bovendrijven. In 1889 werd het keizerrijk, gesticht bij het in 1822 onafhankelijk worden van het land, afgeschaft en werd de republiek uitgeroepen. Brazilië moderniseerde, democratiseerde, industrialiseerde en verstedelijkte. Voor een deel van de elite, dat vreesde voor het voortbestaan van de « morele eenheid » van de natie, ging dit proces te ver. Zij organiseerde zich in verenigingen als de « Liga van de nationale verdediging » in 1916 met als doel een autoritaire en christelijke staat te vestigen. In de jaren 1920 maakte deze beweging grote vorderingen. De in 1922 gecreëerde Braziliaanse communistische partij (PCB) joeg een deel van de stedelijke middenklassen fikse schrik aan. Het fascisme van Benito Mussolini, die in datzelfde jaar in Italië aan de macht kwam, werd door velen gezien als het enige bolwerk tegen het communisme. Kleine fascistische groeperingen zagen in Brazilië het licht.

De creatie in 1932 van de fascistische beweging « Ação Integralista Brasileira » (AIB) was een cruciaal moment. Het werd met honderdduizenden leden de grootste fascistische partij buiten Europa. De AIB werd gesticht door de journalist en intellectueel Plinio Salgado (1895-1975), die tijdens een reis in Italië de « Duce » ontmoette. Maar het « integralisme » heeft een complex karakter. De AIB werd een organisatie met een disciplinair militair karakter. De leden, de zogeheten « groene overhemden », defileerden in gesloten rijen met een schuin opgestoken arm. Plinio Salgado, fervent anti-communist, verdedigde een hiërarchisch dictatoriaal Brazilië en een wedergeboorte van de maatschappij met de komst van een « nieuw Brazilië ». Onder zijn aanhangers waren veel bekende antisemieten. Salgado paste evenwel het fascisme aan aan de realiteit van Brazilië, een land met een sterke « rassenvermeninging ». Hij loofde de broederschap, de eenheid van de « drie rassen »: blank, zwart en autochtoon. Het symbool van de beweging werd de Griekse letter sigma, om de eenheid van het volk uit te drukken. Om elkaar te begroeten riepen de « integralisten » « anauê! », een woord uit de autochtone taal tupi. Er was bij hen geen sprake van openlijk racisme, in tegenstelling tot andere fascistische bewegingen en het nazisme.

Maar het « integralisme » hield op in 1937 toen president Getulio Vargas de dictatuur van de « Estado Novo » uitriep, die zou duren tot 1945. De AIB werd ontbonden, en Plinio Salgado ging in 1939 voor zes jaar in gedwongen ballingschap in Portugal. Met de nederlaag van Mussolini en vervolgens Hitler werden de fascistische ideeën minder populair. Terug in Brazilië stichtte Salgado in 1946 de Partij van de Vertegenwoordiging van het Volk (PRP) en probeerde hij zich met gematigde toespraken te rehabiliteren. Zijn invloed verdween evenwel als sneeuw voor de zon, en extreem-rechts toomde zich in.

Het punt van overeenstemming van het « integralisme » en Jair Bolsonaro is het uitgesproken anti-communisme: de mythe van een binnenlandse vijand die ten koste van alles onschadelijk gemaakt moet worden. Maar Bolsonaro onderscheidt zich op heel wat punten van Salgado. Allereerst zijn zijn betogen veel radicaler tegen minderheden, met name etnische minderheden. Maar ook en vooral omdat hij nooit een georganiseerde politieke beweging heeft willen creëren. Na acht keer van politieke partij veranderd te zijn, is Bolsonaro vandaag de dag aan geen enkele formatie gelieerd. Hij is voor alles een solitaire en oncontroleerbare onruststoker die leeft van en zich voedt met de chaos.

In 1964 volgde een militaire staatsgreep, die een dictatuur aankondigde die uiteindelijk 21 jaar zou duren. Binnen deze dictatuur stonden verschillende stromingen tegenover elkaar: een zogeheten « gematigde » stroming, gehecht aan een zekere gezagsgetrouwheid, en één met een harde, onderdrukkende, gewelddadige en autoritaire lijn. Deze harde lijn functioneerde als een invloedrijke pressiegroep binnen de macht, in het bijzonder in de donkere jaren tussen 1967 en 1974 onder het presidentschap van de generaals Artur da Costa e Silva en Emilio Garrastazu Médici. Moordpartijen op en martelingen van tegenstanders op grote schaal waren in die periode aan de orde van de dag. Vanaf 1974 zette de dictatuur een langzame periode van « ontspanning » in gang. De « harde lijn » radicaliseerde zich, verzette zich tegen de democratisering, eiste een zuiveringsactie en organiseerde zich rond paramilitaire groepen als het « jachtcommando op communisten » (CCC, gecreëerd in 1963). Zijn militanten vielen linkse studenten aan en zetten aan – overigens tevergeefs – tot verscheidene aanslagen, met steun van de conservatieve generaals.

Bolsonaro heeft zich nooit aangesloten bij de CCC en is ook niet direct verbonden aan deze beweging. Ik denk wel dat de « harde lijn » waarschijnlijk zijn belangrijkste intellectueel model is. In 1991 gekozen als volksvertegenwoordiger, is hij de kampioen van de « soldaten » en van hen die nostalgische gevoelens voor de dictatuur koesteren. Tussen 2011 en 2014 verzet hij zich uit alle macht tegen het werk van de Nationale Commissie van de Waarheid, belast met het onderzoek naar de misdaden van de militaire junta, verklaart hij openlijk voorstander te zijn van marteling en bewijst hij eer aan de « harde lijn ».

De autoritaire manier van handelen en vooral ook het geweld maken deel uit van het « bolsonarisme ». Bolsonaro prijst overigens ook regelmatig de « verdiensten » van andere Latijns-Amerikaanse dictaturen. zoals die van Pinochet in Chili (1973-1990) en van Stroessner in Paraguay (1954-1989). « Brazilië zal niet veranderen voordat wij een burgeroorlog ontketenen en 30.000 mensen doden, » zei hij in 1999, en dat zegt mijns inziens genoeg…

In 1985 begon het tijdperk van de Nieuwe Republiek en verdween extreem-rechts van het politieke toneel. In de publieke opinie werd extreem-rechts altijd geassocieerd met aanslagen en moordpartijen tijdens de dictatuur. Brazilië herademde in 1985 en hervond het vertrouwen in de democratie. Gedurende twintig jaar hield extreem-rechts zich koest: politieke journalisten en onderzoekers kwalificeerden haar als « schandelijk », in het bijzonder tijdens het presidentschap van Luiz Inacio Lula da Silva (2003-2011), waarin het land een spectaculaire economische groei en een zekere nationale eenheid kende.

Maar extreem-rechts was niet verdwenen, getuige het relatieve succes in de jaren 1990 van de Partij van het herstel van de nationale orde (Prona) en zijn leider Enéas Carneiro. Deze in 1938 geboren excentrieke cardioloog werd gemakkelijk herkend aan zijn lange zwarte goeroe-baard en aan zijn tv-clips, waarin hij tekeer ging met op de achtergrond de vijfde symfonie van Beethoven. Bij de presidentsverkiezingen in 1994 kreeg hij 7,4% van de uitgebrachte stemmen en werd zo de derde man bij deze verkiezingen. Hij kreeg de bijnaam de « Braziliaanse Le Pen ».

Bolsonaro heeft regelmatig eer bewezen aan zijn « held », hoewel de twee mannen in veel verschilden. Met Enéas Carneiro deelde hij het onruststoker-zijn en een conservatieve politiek, vijandig tegen abortus en tegen LGBT-rechten (homoseksualiteit, biseksualiteit, transseksualiteit…). Maar Enéas Carneiro was een elitaire wetenschapper die met zijn ideeën grote waarde hechtte aan meritocratie en competentie. En dat was niets voor Bolsonaro met zijn vulgaire stijl, liefhebber van « fake news », die voortdurend pronkte met zijn christelijke geloof.

Extreem-rechts herrees tijdens het presidentschap van Dilma Roussef (2011-2016). Daar zijn verschillende oorzaken voor aan te wijzen. Allereerst de door mij reeds genoemde Nationale Commissie van de Waarheid, die de woede van de militairen opwekte, maar ook de beslissingen van de Arbeiderspartij (PT) ten gunste van abortus en de LBTG die door de evangelisten verafschuwd werden. En vooral was er een economische crisis die het einde van de gelukkige jaren aankondigde. Een deel van extreem-rechts bekritiseerde de publieke hulpverlening « die mensen afhankelijk en lui maakt » en bekeerde zich tot het ultra-liberalisme, met formaties als de « Braziliaanse Vrije Beweging », waartoe de jongeren van de stedelijke middenklassen zich aangetrokken voelden.

In 2016 verenigden deze zeer gevarieerde groepen zich om te vormen wat genoemd werd « nieuw rechts », dat het publieke debat domineerde en met succes manifestaties hield om de afzetting van Dilma Roussef te eisen. Bolsonaro surfte heel handig op deze « rot-op »-golf en eigende zich in 2018 deze ultra-liberale, evangelische en naar de dictatuur heimwee hebbende tendensen toe. Hij won ook de harten van de duisterste groepen, zoals die van de aanhangers van Olavo de Carvalho, een vroegere astrologe, anti-vaccins en overtuigd dat de Aarde plat is, die in de laatste jaren een echte goeroe van extreem-rechts is geworden.

Bolsonaro is het product van een lange en tegenstrijdige geschiedenis van het Braziliaanse rechts-extremisme. Hij heeft het autoritaire handelen van het begin van de twintigste eeuw, het anti-communisme en de samenzweringspraktijken van de « integralisten », de gewelddadigheid van het militaire regime, de excentrieke stijl van Enéas Carneiro, het neoliberalisme van de anti-Dilma manifestanten en daarbij ook nog eens de religieuze intolerantie van de evangelisten geërfd. Hij is ook beïnvloed door mondiale tendensen, het anti-mondiale populisme van Donald Trump, Viktor Orban… Aan dat alles heeft Bolsonaro zijn eigen persoonlijke toets gevoegd: vulgariteit, « fake news », aanvallen op (etnische) minderheden…

Het « bolsonarisme » is geen homogeen geheel, maar een complexe, elastische en in opbouw zijnde beweging die je alleen kunt begrijpen door naar het verleden te kijken. Hoe dan ook, het rechts-extremisme is nog lang de wereld en zeker ook Brazilië niet uit!

 

Geschreven op 6 mei 2021