Civis Mundi Digitaal #110
China heeft van schulden van arme landen een machtsmiddel gemaakt
Xi Jinping en de mondialisering
President Duterte van de Filippijnen doet weer van zich spreken
Thailand heeft zijn ’Navalny’
China heeft van schulden van arme landen een machtsmiddel gemaakt
Amerikaanse en Duitse onderzoekers hebben de hand op een schat gelegd. Zij hebben in de diepste verborgenheid van internet en archieven van publieke administraties een honderdtal leningsakkoorden tussen China en 24 arme landen ontdekt. De akkoorden, gesloten tussen 2000 en 2020, vertegenwoordigen een waarde van in totaal 36,6 miljard dollar. Deze documenten zijn goud waard, want men weet heel weinig over de voorwaarden van de leningen van de grootste geldschieter ter wereld. Wat dat betreft wordt er veel gespeculeerd. De een denkt dat de Chinese lening een valstrik is om geostrategische concessies in failliete landen te verkrijgen; anderen denken dat zij arme, door geldschieters verlaten landen weer lucht geeft. Het rapport, opgesteld door Aid-Data van het Amerikaanse instituut William and Mary, het Center for Global Development en het Peterson Institute for International Economics, allebei zetelend in Washington, en het Kiel Institute for the World Economy van Duitsland, zal zeker de discussies tussen de lidstaten van de G20 voeden. Deze zijn onlangs bijeengekomen om te praten over de schulden van de arme landen, die sinds de coronacrisis gevaarlijk gestegen zijn.
Volgens het eind maart gepubliceerde rapport, getiteld « How China Lends », hanteren de Chinese geldschieters in hun leningscontracten clausules over vertrouwelijkheid die veel verder gaan dan de gebruikelijke algemene voorwaarden geformuleerd door geldschieterslanden of ontwikkelingsbanken. Niet alleen moeten de leningsvoorwaarden vertrouwelijk blijven, dat geldt ook voor de leningsbedragen. Een vertrouwelijkheid die natuurlijk serieuze problemen inzake transparantie geeft, omdat de regeringen de bedragen moeten verbergen voor hun belastingbetalers, terwijl juist deze belastingbetalers ze vroeg of laat moeten terugbetalen. Deze ondoorzichtigheid compliceert ook de procedures van collectieve herstructurering van schulden. Want hoe moeten de geldschieters van een land op de rand van faillissement de solvabiliteit evalueren als het hun aan een deel van de benodigde gegevens ontbreekt?
Buiten het zicht van andere geldschieters formuleert Peking nog andere ongewone eisen. In driekwart van hun contracten staat een clausule tegen deelname aan herstructurering van schulden geleid door de Club van Parijs. Deze Club van de grote naties/geldschieters heeft in de loop der jaren heel rustig een geheel van regels voor de coördinatie van herstructuringsplannen en kwijtschelding van schulden opgesteld. Een zo’n regel bepaalt dat een geldschieter niet bevoordeeld mag worden ten koste van een ander. China heeft dit evenwichtsprincipe dus opgeblazen, hetgeen het haar mogelijk maakt om van haar debiteuren te eisen om als eerste te worden terugbetaald in geval van problemen.
Zou zij werkelijk haar positie gewijzigd hebben toen zij zich in november 2020 formeel verbond aan dit door de G20-landen opgestelde gemeenschappelijke kader van herstructurering van schulden van arme landen? De onderzoekers twijfelen aan de oprechtheid van haar gedrag. Volgens hen kunnen veel Chinese geldschieters zich aan dit kader onttrekken door te zeggen dat zij commerciële privé-instellingen zijn en geen « officiële geldschieters » behorend tot een staat.
Hoe dan ook, China heeft van haar leningen een middel ten dienste van haar macht gemaakt. De helft van de getekende akkoorden door de China Development Bank voorziet dat elke actie die een « entiteit van de Chinese Volksrepubliek » benadeelt in het betreffende schuldenland een vroegtijdige terugbetaling van de lening tot gevolg kan hebben. Een andere clausule voorziet erin dat een verbreking van de diplomatieke betrekkingen gelijkstaat aan wanbetaling. En 90% van de in het rapport onderzochte akkoorden autoriseert de Chinese geldschieter een terugbetaling te eisen in geval van een belangrijke politieke of juridische verandering in het schuldenland. Het fenomeen van de « Chinese valstrik van de schuld » mag dan ongetwijfeld als overdreven aangemerkt worden, de Chinese diplomatie inzake schulden van arme landen is zeker een harde realiteit.
Geschreven op donderdag 29 april 2021
Xi Jinping en de mondialisering
Maandag 20 april, 48 uur voor de door Joe Biden georganiseerde topconferentie over het klimaat, die voor de zoveelste keer tot fraaie, maar niet te handhaven beloften heeft geleid – opende Xi Jinping via een video het 20e Forum van Boao, het « Chinese Davos », op het eiland Hainan in het zuiden van het land. In zijn opening wijdde hij geen woord aan deze topconferentie over het klimaat, en ook niet aan Biden. Toch sprak de Chinese president in zijn videoboodschap van 15 minuten verschillende keren over « opening » en « groene ontwikkeling ».
Maar in dit jaar van de honderdste verjaardag van de Chinese Communistische Partij wilde Xi Jinping « een werkelijk multilateralisme » promoten waarvan de « regels niet gedefinieerd worden door slechts één land of een handvol landen », een mondiaal beheer dat berust op « consultaties op voet van gelijkheid ». Een toespraak woord voor woord dezelfde als die van de Chinese diplomaten op 19 maart tegen hun Amerikaanse collega’s in Anchorage (Alaska).
Voor Xi Jinping is Azië « de meest dynamische en beloftevolle regio » op deze planeet en heeft het geen Westerse lessen meer nodig. Dit Forum, dat fysiek rond de 2000 deelnemers verenigt – een symbool voor Peking van haar overwinning op Covid-19 – is de gelegenheid voor Peking om de wereld eraan te herinneren dat Azië de regio is die het beste weerstand heeft geboden aan de pandemie en waar de economische groei weer het snelst is teruggekomen.
Voor China is de ondertekening in november 2020 van het « Regional Comprehensive Economic Partnership » (RCEP) tussen 15 landen in Azië en aan de Grote Oceaan « een akkoord dat door geen enkel land gedicteerd is », dat de ideologische verschillen naar het tweede plan verwijst en de wereld van morgen aankondigt. Zeker, Azië heeft Covid-19 nog niet overwonnen, maar iedereen wijst al op de mogelijkheden die een versnelling van de digitale economie biedt. De federale regering van Australië heeft het getekende akkoord door twee van haar deelstaten verworpen en zich daaruit teruggetrokken, hetgeen grote interne spanningen in Australië teweegbrengt. Buurland Nieuw-Zeeland, een van de ondertekenaars, heeft de federale Australische regering opgeroepen verstandig te zijn, zich niet te isoleren en alsnog akkoord te gaan met de ondertekening van het RCEP door haar twee deelstaten, waaronder het belangrijke Victoria. We wachten af…
Voor China hebben deze mogelijkheden een naam: de « nieuwe zijderoutes ». Dit Forum is voor Peking de gelegenheid om dit internationale investeringsproject weer nieuw leven in te blazen, nadat het in 2020 wat naar het tweede plan was afgezakt. Gezondheid, digitale economie, eilandverbindingen, duurzame ontwikkeling… de « nieuwe zijderoutes », « Silk Road » of « Belt and Road Initiative » nemen tot in het oneindige steeds weer een andere vorm aan. De officiële titel van deze twintigste editie is heel duidelijk: « Een veranderende wereld, samenwerken om het mondiale beheer te versterken en de samenwerking in het kader van het « Belt and Road Initiative » te bevorderen ». Voor Xi Jinping zijn deze routes voor iedereen toegankelijk. En waar bepaalde westerse landen deze bekritiseren, is de Wereldbank van mening dat zij van nu tot 2030 40 miljoen mensen uit de armoede kunnen halen, laat de Chinese president ons weten.
China wil nu naar een volgende fase gaan. Na de « harde aansluitmogelijkheden » (de infrastructuren) breekt nu de tijd aan voor « zachte aansluitmogelijkheden »: de definitie van « regels en standaarden voor een geïntegreerde ontwikkeling », aldus Xi Jinping. Een aanvullende manier om afstand te nemen van het Westen, zelfs als zij elke poging van « ontkoppeling » van de economieën formeel afwijst.
Voor de Chinezen draagt het « Belt and Road Initiative » bij aan de mondiale economische groei, terwijl het herstelplan van Joe Biden het risico met zich meebrengt de markten te destabiliseren door het injecteren van te veel liquide middelen. « De Verenigde Staten stellen zich tevreden met het volop draaien van de geldpers in plaats van structurele hervormingen door te voeren. Hoe meer geld je drukt, hoe meer dit geld haar waarde verliest. China moet de Verenigde Staten dus aanmoedigen om nog meer gebruik te maken van de geldpers, » ironiseerde de wetenschapper Zheng Yongnian tijdens een rondetafelbijeenkomst. Deze Chinees-Amerikaanse rivaliteit verontrust heel veel landen die geen enkele zin hebben om zich voor een van de twee kampen uit te spreken.
De leiders van de Aziatische landen en die van de Grote Oceaan hebben zich na Xi Jinping in een video tot de deelnemers van het Forum gericht en gepleit voor meer multilateralisme. Hoewel bepaalde regionale zwaargewichten (Australië, Japan, India en de Filippijnen) schitterden door hun afwezigheid, zwaaiden de Zuid-Koreaanse president Moon Jae-in en de Nieuw-Zeelandse premier Jacinda Ardern ondanks hun banden met de Verenigde Staten de engagementen van Peking lof toe. Geen enkel land ter wereld kan de Chinese macht ontkennen. Het door Peking en Europa gesloten investeringsakkoord bewijst dat ook nog eens. En dat geldt des te meer voor de landen in Azië en aan de Grote Oceaan. China heeft geprofiteerd van deze twintigste editie om de lancering van een nieuw internationaal Forum in oktober in Hunan, in het zuiden van het land, aan te kondigen. Een nieuw Forum, deze keer gewijd aan veiligheid, wederom een nieuw bewijs van de Chinese vastberadenheid om op alle gebieden haar stem te laten horen.
Geschreven op 5 mei 2021
President Duterte van de Filippijnen doet weer van zich spreken
De zogeheten huiszoekingen door de ordetroepen in de Filippijnen zijn weer eens in bloedbaden veranderd. In maart werden negen linkse personen, bekend door hun werk op het gebied van arbeidsrechten, zonder vorm van proces neergeschoten. Dit soort operaties vonden toen overal plaats in de grote regio Calabarzon, ten zuiden van de hoofdstad Manilla. De betreffende militanten, waarvan sommige in de Filippijnen goed bekend waren, zoals de vakbondsman Emmanuel « Manny » Asuncion, alsook leden van het verbond van marxistische organisaties Bayan, waren thuis of op hun bureau toen zij vermoord werden. Daarbij zij aangetekend dat zij geen deel uitmaakten van de twee organisaties van de communistische gewapende opstand: de Communistische Filipijnse Partij en het Nieuwe Volksleger, die beide sinds 2017 door de Filipijnse regering als terroristische organisaties zijn aangemerkt. Volgens de Filipijnse mensenrechtenorganisatie Karapatan « heeft Asuncion met de politie geprobeerd te onderhandelen door hen te verzekeren dat hij met hen zou samenwerken als zij hem een mandaat voor een wettige huiszoeking konden tonen ». De politie, vervolgt de organisatie, hebben geen enkel mandaat laten zien, en hebben hem mee naar buiten genomen. Zijn vrouw hoorde de schoten en vond Asuncion met 6 kogels in zijn lichaam. De Filipijnse mensenrechtenorganisatie heeft aangekondigd een onderzoek in te stellen.
Deze « rode zondag », zoals de verdedigers van de mensenrechten deze bloedige dag noemen, doet het begin van een nieuwe « vuile oorlog » door de populistische president Rodrigo Duterte vrezen: moordpartijen als in de drugscampagne in 2016-2017, die volgens NGO’s rond de twintigduizend doden ten gevolge had, en waarbij duizenden vrouwen werden verkracht. Zoals hij in 2016 opriep om drugshandelaars te doden, verklaarde Duterte dezer dagen openlijk de jacht op communisten te beginnen: « Ik heb tegen de politie gezegd de vijand te doden als hij bij een confrontatie een wapen draagt. Dood hem direct, denk niet aan mensenrechten, het zijn mijn bevelen. Ik ben het die eventueel naar de gevangenis gaat, jullie hoeven je niet ongerust maken ».
Voor de Filipijnse vicepresidente Leni Robredo van de liberale partij, leidster van de oppositie tegen Duterte « is er geen ander woord om dit te beschrijven dan massamoord. »
In de maanden direct na zijn verkiezing in 2016 kondigde president Duterte een wapenstilstand af met de communistische guerrillaorganisaties, een van de oudste in 1969 begonnen in Azië, en begon hij met onderhandelingen met haar politieke tak in Noorwegen. Maar deze mislukten uiteindelijk in 2017. In 2018 creëerde hij per presidentieel decreet een « task force » om een einde aan de communistische opstand te maken van nu tot aan het einde van zijn mandaat in 2022, dankzij een geheel van sociaal-economische maatregelen in de plattelandszones van dit conflict. De oppositie en de progressieve media beschuldigen hem er nu van vooral zijn gewapende troepen in te zetten door « red-tagging » aan te moedigen: een in de Filippijnen sinds lang gebruikte praktijk van het benoemen van progressieve persoonlijkheden als « communisten » om ze te laten arresteren en te vermoorden. De organisatie Karapatan heeft zo arrestaties op verzonnen beschuldigingen aan het licht gebracht van van meer dan 4000 « personen van progressieve groeperingen » sinds 2016 – dat wil zeggen van linkse organisaties, maar ook van Duterte onwelgevallige NGO’s. De nieuwe anti-terrorismewet van 2020 – gehekeld als « vrijheidsverkrachting » – zal dit soort praktijken verder doen toenemen, als deze wet door het Filipijnse Hooggerechtshof goedgekeurd wordt.
President Duterte heeft er met zijn gebruikelijke agressieve en machoverklaringen in de loop van zijn mandaat altijd alles aan gedaan om de oppositie het zwijgen op te leggen. Zijn oorlog tegen drugshandelaren heeft zo aan tientallen lokale volksvertegenwoordigers, rechters en advocaten het leven gekost, alsook de inhechtenisneming onder het mom van drugshandel van een vooraanstaand mensenrechtenverdediger, de senator Leila de Lima, die nu al vier jaar in de gevangenis zit.
Het mandaat van Duterte is een complete ramp voor het land en voor een verdere democratisering van de Filippijnen, maar hij is een graag geziene bondgenoot van Joe Biden in de strijd tegen China, dus…
Geschreven op 28 april 2021
Thailand heeft zijn ’Navalny’
Laat de regering van Thailand een 22-jarige protesterende student, Parit Chirawak, die al 42 dagen in onafgebroken hongerstaking is, sterven? Hij is aan het einde van zijn krachten, maar in zijn rolstoel weigert hij zijn hongerstaking te beëindigen. Hij heeft maar één doel: vrijlating onder borgtocht, zodat hij zich als vrij man kan verdedigen tegen beschuldigingen van majesteitschennis, waarvan hij beschuldigd is door een zeer aan de monarchie gehoorzame justitie en door premier Prayuth Chan-o-chan, de ex-generaal die de staatsgreep pleegde.
Krijgt Thailand zijn « Navalny »? Een kleine twee weken geleden zei de regering « bezorgd » te zijn over de staat van gezondheid van de student, en zei daarbij dat beslissingen van justitie niet ongedaan gemaakt kunnen worden door hongerstakingen. Wil het regime de dood van de student vermijden, dan moet zij concessies doen zonder daarbij haar gezicht te verliezen.
Waar wordt de student, bekend onder zijn bijnaam « pinguïn » en een van de charismatische leiders van de manifestaties die de steden van Thailand vorig jaar in beroering brachten, nu van beschuldigd? Die beschuldigingen zijn talrijk: Chirawak heeft het aangedurfd om voor grote menigten Zijne Majesteit koning Vajiralongkorn, van een monarchie die alleen in naam « grondwettelijk » is, te bekritiseren. Hij heeft publiekelijk geëist dat twee regimenten die recentelijk door direct bevel van de koning geplaatst waren – een beslissing bestemd om de greep van de koning op het leger te versterken – niet langer onder het bevel van het paleis zouden staan. Hij eiste ook dat de koning, net als ten tijde van de regering van zijn in 2016 overleden vader Bhumipol, de regering het enorme fortuin van de Kroon, volgens schattingen 40 tot 50 miljard dollar, laat beheren.
Voor deze redenen is « pinguïn » beschuldigd van majesteitschennis, een « misdaad » die bestraft kan worden met vele jaren gevangenisstraf. De tegenstanders van de aan de macht zijnde oligarchie zijn terecht van oordeel dat het betreffende artikel 112, dat « de koning, de koningin, de prinselijke erfgenaam en de regent » beschermt, even archaïsch als politiek fout is, omdat dit « systeem » alle oppositie kan verzwakken of zelfs aan de kant kan schuiven.
Verdeeld over de kwestie van het antimonarchistische oproer houdt de Thailandse prodemocratische beweging zich stil, vooral sinds de regering begin dit jaar besloot de wet tegen de majesteitschennis na een moratorium van een paar maanden weer in te voeren. Het regime denkt dat haar vastberadenheid zich uitbetaalt en dat zij, door met grote voortvarendheid het hoofdstuk onderdrukking in te voeren, de jonge militanten hun mond kan laten houden. De wet slaat hard toe: op 19 januari werd een 60-jarige vrouw veroordeeld tot 87 jaar (!) gevangenisstraf voor het instemmen met video’s die als beledigend voor de koning beoordeeld werden. Omdat zij haar « vergissingen » erkende werd haar straf met de helft verminderd.
Parit Chirawak, die volgens zijn advocaat op ten minste 60 jaar gevangenisstraf kan rekenen, is niet de enige die om politieke redenen – majesteitschennis of « oproer » – in de gevangenis is geworpen. Zes andere vooraanstaande manifestanten zijn de laatste weken ook opgesloten. Een andere, 23-jarige activiste van de studentenbeweging, Panusaya Sithijirawatta, zit eveneens in de gevangenis en is vanaf 30 maart ook in hongerstaking.
Twee specialisten van de hedendaagse geschiedenis van Thailand hebben een open brief op de website van de Japanse krant « Asia Nikkei Review » gepubliceerd waarin zij de Thaise justitie beschuldigen van in elkaar gezette, gefantaseerde en onrechtvaardige beschuldigingen tegen de protesterende studenten. Volgens de Amerikaanse Tyrell Haberkorn, professor aan de universiteit van Wisconsin, en de beroemde historicus Thongchai Winichakul, emeritus professor van dezelfde universiteit, « hebben deze activisten in werkelijkheid de monarchie niet beledigd en ook niet bedreigd: zij hebben heel eenvoudig gedurfd op te roepen tot een vrije discussie over de plaats van de monarchie in Thailand en in het bijzonder haar relatie tot de wet, het justitieel apparaat, het leger en de bezittingen van de Kroon. » De twee experts vrezen dat de in de toekomst uitgesproken vonnissen « alle records verbreken, bewijzen van de angst die dergelijke discussies binnen het land en in de wandelgangen van het paleis teweegbrengen. »
De mensenrechten-NGO in Thailand laat weten dat 581 personen de komende tijd door de rechtbanken veroordeeld zullen worden voor verschillende delicten waaraan zij zich schuldig gemaakt zouden hebben (agitatie, verboden bijeenkomsten, etc.) tijdens de vreedzame studentenmanifestaties tussen juli 2020 en maart 2021.
Ja, gek eigenlijk dat politieke leiders uit de Westerse wereld, inclusief Amerika, deze « Navalny » in Thailand en zijn medestanders niet te hulp schieten en de om zeep gebrachte democratie in dat land stilzwijgend gadeslaan. Of toch niet gek, want Thailand is een gewaardeerde bondgenoot in de strijd tegen China…
Geschreven op 30 april 2021