Afrika

Civis Mundi Digitaal #114

door Jan de Boer

De demografische explosie in Egypte
Grote spanningen tussen Algerije en Marokko

 

De demografische explosie in Egypte

 

Hoewel zoals ik kortgeleden een artikeltje over de mondiale baby-blues schreef, het geboortecijfer wereldwijd daalt en regeringen er alles aan doen om dat op te krikken, zijn er natuurlijk altijd uitzonderingen. Een voorbeeld hiervan is Nigeria, een ander Egypte – het onderwerp van dit artikeltje.

Egypte, het dichtstbevolkte Arabische land, telt vandaag de dag meer dan 102 miljoen inwoners, tegen rond de 84 miljoen tien jaar geleden. Meer dan 60% van de Egyptenaren is jonger dan 30 jaar. Het demografische vraagstuk staat er centraal en is gerelateerd aan talrijke sociale kwesties als onderwijs, gezondheidszorg en toegang tot huisvesting. De snelle bevolkingsgroei, die door de druk op levensbronnen gezien wordt als een bedreiging voor de « nationale veiligheid » is een politiek « leitmotief » geworden, met een versnelling sinds 2017. De autoriteiten maten toen een inversie van de eerdere demografische transitie, waarbij de vruchtbaarheid daalde. De inspanningen tijdens de voorafgaande periode hadden immers vrucht gedragen: het vruchtbaarheidscijfer was van 6,6 kinderen per vrouw in 1990 gedaald naar drie kinderen per vrouw in 2008. Het beheersen van het aantal geboorten is een terugkerend thema in de toespraken van president el-Sisi, die er niet aan twijfelt dat er een duidelijk verband is tussen bevolkingsgroei en sociale agitatie. Zijn doel is het vruchtbaarheidscijfer terug te brengen van nu tot 2030 tot 2,4 kinderen per vrouw.

Mijn informant, de gynaecoloog Amr Hassan van het ziekenhuis Quasr Al-Aïni in Caïro: « Zich concentreren op de bevolkingsgroei is een buitenkans om de transitie te stabiliseren. » Om deze strategie te ondersteunen zijn belangrijke financiële middelen verkregen van de Europese Unie en van de Amerikaanse coöperatie Usaid, de traditionele kapitaalverschaffer van Egypte op het gebied van gezinsplanning. Deze middelen worden met name gericht op arme gezinnen (30% van de bevolking leeft onder de armoedegrens) en het platteland.

De in 2018 gelanceerde campagne « Twee is genoeg » richt zich ook op gezinnen die gesteund worden door sociale programma’s. Waar de terugkeer van het geboortecijfer diverse sociale milieus en regio’s betreft, moet dat in de campagnes terug te vinden zijn. Demografen en andere experts geven verschillende sporen aan om de stijging van de vruchtbaarheid van voor 2018 te verklaren: de verslechterde diensten voor gezinsplanning tot aan 2013 (toen president Mohamed Morsi, afkomstig uit de Mohammedaanse Broederschap door het leger werd verjaagd) van islamisten met pro-life standpunten. Inmiddels weet de regering zich nu ook verzekerd van de steun van de religieuze autoriteiten wat betreft de beheersing van geboorten.

Volgens de cijfers van het Nationaal Bureau voor Statistiek Capmas is het aantal geboorten tussen 2019 en 2020 met 3,1% gedaald. Het ideale aantal kinderen blijft boven de officiële doelen: bij jongeren van 15 tot 29 jaar schommelt het tussen de 2,6 en 2,9. Een van de redenen is dat talrijk nageslacht nog altijd wordt gezien als een ouderdomsverzekering. Het is moeilijk om dat te weerleggen, gezien het belang van informeel werk en het gebrek aan sociale vangnetten. Bovendien zegt Amr Hassan mij dat seksuele opvoeding op school ook dringend nodig is. Strafmaatregelen, zoals het stopzetten van sociale hulp aan families met meer dan twee kinderen, verlevendigen het debat. Amr Hassan, die voorstander is van anticonceptie voor lange termijn – bijvoorbeeld door een spiraaltje – is het niet eens met sancties. Om voortgang te boeken moeten sociale problemen, zoals analfabetisme en vroegtijdige huwelijken, worden aangepakt, zegt hij terecht.

De economische verslechtering, erg gevoelig sinds de devaluatie van het Egyptische pond in 2016 en de bezuinigingsmaatregelen, dwingen de Egyptische middenklasse om de gezinsomvang of de huwelijksleeftijd te herzien, zeggen artsen.

Met deze aanpak van de demografie is lang niet iedereen het eens. Er is veel kritiek op het feit dat deze slechts de realiteit van sociale ongelijkheden maskeert. Men wijst ongerust een klasse-benadering af die de allerzwaksten dreigt te stigmatiseren.

Het werkt vervreemdend om de bevolking zonder ophouden als een bedreiging af te schilderen. Veel beter is mijns inziens een benadering van beneden af die vrouwen centraal stelt, en die zich interesseert voor hun ervaringen en hun anticonceptie-behoeftes, in plaats van hen de les te lezen. Helaas komt het laatste maar al te vaak voor op bijeenkomsten met internationale agentschappen.

 

Geschreven in september 2021

 

 

Grote spanningen tussen Algerije en Marokko

 

Het op 24 augustus aangekondigde stopzetten van de diplomatieke betrekkingen met Marokko door Algerije heeft plaatsgevonden in een context van grote kwetsbaarheid van het Algerijnse regime, dat sinds de « Arabische opstand » in 2011 voortdurend protesteert tegen vermeende complotten. De belangrijkste gebeurtenissen in de omliggende landen: de regimeverandering in Tunis door de val van Ben Ali, de omverwerping van het regime van Khadafi in Libië, de onafhankelijkheidsverklaring van de Azawad in Mali in 2012 en de interventie door Serval, de jihadistische aanvallen op de gaswinning van In Amenas in het zuiden van het land in januari 2013, worden geïnterpreteerd als bewijs voor de bedoeling om het land te destabiliseren. Ongeloofwaardig door zijn rampzalige aanpak van de coronapandemie en de enorme branden die Kabylië verwoestten, heeft het Algerijnse regime Marokko beschuldigd van medeplichtigheid inzake deze branden.

Om deze nieuwe breuk in de diplomatieke relaties te rechtvaardigen, somt Algerije een lange lijst van grieven op die teruggaat tot de Algerijnse slachtoffers van de « guerre des sables » (1963) over de grensbepaling tussen beide landen, vervolgens het conflict van de « Westelijke Sahara » tot aan het gevaar voor Algerije en de regio door de normalisering van de relaties tussen Israël en Marokko (december 2020). De Algerijnse autoriteiten beschouwen Marokko niet meer als een rivaal, maar als een potentiële vijand die hun regime wil destabiliseren, dat al verzwakt is door de val van de olieprijs in 2014 en door een impasse in de politieke situatie sinds de verschijning van de Hirak in februari 2019: een vreedzame beweging die een democratische transitie eist. (Ik schreef hierover al een paar artikelen).

In de ogen van het Algerijnse regime zijn er twee « Hiraks », een « Hirak Béni », die heeft bereikt dat er een eind kwam aan de maffiapraktijken tijdens het presidentschap van Bouteflika (1999-2019) en een « Hirak maudit », die een verandering van het regime eist en die volgens de regering gesteund zou worden door « impérialo-sionistes » krachten. « Het nieuwe Algerije », het politieke en economische programma van de in december 2019 gekozen president Tebboune, wordt geacht een antwoord te geven op de eisen van de « Hirak béni ». Arrestaties en onderdrukking zijn het antwoord op de « Hirak maudit ». Met name twee organisaties worden door het regime op de korrel genomen en beschouwd als terroristische organisaties: de islamistische beweging « Rachad », de erfgenaam van het vroegere « Front Islamique du Salut » (FIS), en de Mak (« mouvement d’autodétermination de la Kabylie »), een in 2001 opgerichte Kabylische beweging die zelfbeschikking van deze Algerijnse regio eist, en die volgens de beschuldigingen van Algiers gesteund zou worden door Rabat.

De wat ongelukkige woorden van de Marokkaanse ambassadeur bij de Verenigde Naties versterkten de beschuldigingen van het Algerijnse regime. Tijdens een virtuele bijeenkomst van de niet-gebonden landen op 13 en 14 juli bracht hij het recht van het Kabylische volk ter sprake « om volledige zelfbeschikking te hebben » als reactie op de woorden van zijn Algerijnse collega over het Sahrawi-volk. Algerije was diep verontwaardigd en riep zijn ambassadeur uit Marokko terug.

Deze spanningstoename tussen beide landen rond Kabylië is niet nieuw. In 2015 bracht de Marokkaanse delegatie bij de Verenigde Naties al « het recht op zelfbeschikking van Kabylië » ter sprake als reactie op de Algerijnse steun voor het recht op onafhankelijkheid van het Sahrawi-volk. Het incident bleef toen daarbij. De politieke situatie in Algerije was nog onder controle, en er was geld genoeg. Vandaag de dag is de situatie totaal anders, met aan de ene kant het gevoel van angst van een arm en aan lager wal geraakt Algerije en aan de andere kant een opkomend Marokko dat heel anders is dan het feodale en arme koninkrijk van Hassan II.

Sinds hun onafhankelijkheid is de relatie tussen Algiers en Rabat altijd moeilijk geweest. Deze is verworden tot openlijk wantrouwen met de kwestie van de Westelijke Sahara. In 1976 werden de diplomatieke relaties door Marokko verbroken. Het overhaaste vertrek van Spanje uit de kolonie die zij sinds 1884 had, gaf Marokko de mogelijkheid zich meester te maken van dit gebied aan het zuiden van zijn grens. Marokko maakte van deze annexatie een heilige nationale zaak. De Algerijnse president Boumediene (1965-1978) steunde de Sahrawi om te verhinderen dat zijn buurman zich meester zou maken van een gebied waarvan het economische en energiepotentieel tot dan toe grotendeels niet geëxploiteerd werd. Maar de Algerijnse steun voor de strijd van het Front Polisario, de onafhankelijkheidsorganisatie van de Sahrawi, kon de integratie van dit gebied met het Marokkaanse koninkrijk niet voorkomen.

De Algerijns-Marokkaanse spanningen kenden een nieuw hoogtepunt in 1994, toen Rabat Algerije van medeplichtigheid van een islamistische aanslag in Marrakesh beschuldigde en besloot aan Algerijnse staatsburgers een visumplicht op te leggen. Algerije reageerde daarop met het sluiten van zijn grens, waardoor de import van Marokkaanse producten geblokkeerd werd. Sinds 2017 is Marokko weer toegetreden tot de Afrikaanse Unie die het in 1984 had verlaten, en sindsdien is het koninkrijk diplomatiek buitengewoon actief, tot groot ongenoegen van Algerije. Dat des temeer omdat de regering-Trump publiekelijk de Marokkaanse soevereiniteit over de Westelijke Sahara bevestigde. Rabat doet er nu alles aan – tevergeefs – om te voorkomen dat zijn Europese partners dat ook doen.

Het vergeten conflict over de Sahara blijft dus de rode draad in de herhaalde crises van deze twee grote Noord-Afrikaanse landen, en het heeft alle regionale integratieprojecten verlamd. Buurlanden Algerije en Marokko zijn er na een halve eeuw niet in geslaagd hun geschillen bij te leggen. Integendeel, beide landen doen er alles aan in tijden van grote politieke en sociale crises om de bedreiging die de buurman vertegenwoordigt te gebruiken om politieke tegenstanders het zwijgen op te leggen. De spanningen tussen beide landen zijn dezer dagen fors toegenomen door de aankondiging van Algerije dat het zijn luchtruim voor Marokko heeft afgesloten.

Deze gevaarlijke en verwoestende rivaliteit op economisch gebied brengt de jongeren in beide landen alleen maar ellende, waardoor zij iedere gelegenheid die zich voordoet aangrijpen om naar Europa te migreren. Deze nieuwe breuk in de diplomatieke relaties, nu geëntameerd door Algerije, is een nieuwe episode in een eindeloze krachtmeting. En waar Algerije in zeer grote politieke en economische problemen verkeert, weet je maar nooit of en wanneer de lont in dit kruitvat ontstoken wordt: een kat in het nauw kan immers rare sprongen maken.

 

Geschreven in september 2021