Civis Mundi Digitaal #118
De Buitenkamer is een denktank van personen werkzaam in onderzoek, praktijk, bestuur en management, met als kernactiviteiten: onderzoek, informatie, publicatie, educatie, politiek en communicatie als bijdragen aan het stimuleren van vernieuwingen in bestuur, toezicht, ethiek en integriteit. De schrijver van dit artikel is een fellow van de Buitenkamer. Het artikel werd in het kader van deze denktank geschreven. https://buitenkamer.org/
Inleiding
We kunnen er ons voordeel mee doen moediger in het leven te staan. De deugd ‘moed’ is de bron van een betekenisvol en voldoening gevend leven en ondersteunt ons bij belangrijke levensuitdagingen. Moed overwint angsten en geeft daar vrijheid, zelfliefde, groei en compassie met anderen voor terug. Morele moed inspireert, is ambitieus en aanstekelijk en is dus ook heilzaam voor de omgeving. Het maakt mensen meer betrokken, optimistisch en veranderingsgezind.
Moed is een voorloper voor succes: ‘wie niet waagt, die niet wint’.
Het is een vaardigheid die ontwikkeld, aangemoedigd en versterkt kan worden, want we hebben allemaal een zekere ongebruikte capaciteit om moediger te worden.
We willen hier de kenmerken en invloed van de deugd moed uiteenzetten, om aan te tonen dat deze deugd ons sterk kan steunen in ons leven, persoonlijk en maatschappelijk. Vooral van belang is dat het integriteit kan bevorderen.
Terwijl deugden na de Middeleeuwen een tijd in vergetelheid zijn geraakt is er nu een hernieuwde belangstelling, vooral voor mensen die zoeken naar een authentiek en zinvol leven. Deugden passen ook bij het moderne levensgevoel dat je zelf verantwoordelijk wilt zijn voor belangrijke in plaats van opgelegde plichten. Ze bieden meer houvast dan abstracte waarden en meer vrijheid dan betuttelende normen. Deugden vormen ook de ruggengraat van iemands integriteit: ze verbinden hoofd met hart en handelen. 1/
Classificaties
Moed is één van de vier kardinale deugden die stammen uit de Griekse cultuur; de andere drie zijn rechtvaardigheid, wijsheid en gematigdheid. De Middeleeuwse kerkvader Thomas van Aquino voegde er de drie theologale deugden van geloof, hoop en liefde aan toe om ze als klassieke deugden samen te voegen.
Er zijn talloze andere deugdclassificaties geweest in de loop van de tijd. Alasdair MacIntyre, een invloedrijk auteur over deugdethiek, zegt dat er minstens drie verschillende concepten van deugd bestaan en dat die dermate verschillend zijn dat er geen eenduidige definitie en eensluidende geschiedenis van de deugd geformuleerd kan worden. 2/
Wij gebruiken de wetenschappelijk opgestelde classificatie Value in Action, gebaseerd op de positieve psychologie, uitgewerkt door Christopher Seligman, Diener en anderen aan het begin van deze eeuw. 3/
Voor het opstellen van deze classificatie heeft Value in Action alle deugdsystemen in de wereld geconsulteerd. Als resultaat zijn er zes deugden geïdentificeerd, onderverdeeld in 24 karaktersterktes, gemiddeld vier per deugd. De zes deugden zijn: rechtvaardigheid, kennis en wijsheid, menselijkheid, gematigdheid, transcendentie en moed/pit.
De deugd moed heeft als karaktersterktes: dapperheid/pit, volharding, integriteit en vitaliteit.
Integriteit omvat waarheidsliefde, verantwoordelijkheidsgevoel, authenticiteit, oprechtheid, morele coherentie en eerlijkheid.
Vitaliteit behelst actieve begeestering (bevlogenheid) en enthousiasme, vooral van belang bij uitputtende omstandigheden.
Definitie en kenmerken
Een algemene definitie van moed luidt als volgt: ‘een mentale of morele kracht om gevaar, angst of moeilijkheid te confronteren en daarin te volharden’.
Angst is alom tegenwoordig. Een groot deel van het leven van veel mensen wordt beheerst door angst. Daar kunnen diverse oorzaken voor zijn, want je kunt je overal zorgen over maken en bang voor zijn. Veel angsten komen voort uit instabiliteit en onzekerheid. Afhankelijk van omstandigheden kan die angst groter of kleiner zijn. Moed gaat per definitie gepaard met angst. Om moedig te zijn moet je die angst overwinnen.
Je kunt onderscheid maken tussen instrumentele en eindwaarden. Moed is een instrumentele waarde. Ze staat in dienst van een hogere waarde. Om productief en heilzaam te zijn, heeft moed dus behoefte aan richting en discipline. Fysieke moed bijvoorbeeld kan gebruikt worden voor negatieve doeleinden, zoals misdaad. In dat geval is moed geen deugd.
De drie elementen die moreel moedige actie definiëren, zijn: een engagement met morele principes (eerlijkheid, respect, verantwoordelijkheid, mededogen en rechtvaardigheid), een bewustzijn van het gevaar dat bestaat in het steunen van die principes en ‘stamina’, een bereidwillige acceptatie van de negatieve gevolgen. 4/
Bill Treasurer onderscheidt in zijn boek ‘Courage goes to Work’ drie primaire soorten morele moed: de moed nieuwe dingen uit te proberen; de moed anderen te vertrouwen en controle los te laten en; de moed de waarheid te spreken. 5/
Moed is vrijwillig, ze vraagt oordeelsvorming vanwege de risico’s, is vaak een gewoonte (prikkel – routine – beloning), meestal situatie-afhankelijk en houdt, net als de meeste andere deugden, het midden tussen twee extremen, in dit geval lafheid en handelingsverlegenheid aan de ene en roekeloosheid aan de andere kant.
Moed brengt ook enkele nadelen met zich mee: je moet risico’s nemen, comfort opofferen, kwetsbaarheden overwinnen en eventueel negatieve gevolgen accepteren, inclusief fysiek gevaar (voorbeeld klokkenluider). Risico nemen is moed in actie. Je moet de gevolgen inschatten en je niet roekeloos gedragen. In een omgeving die ‘goede’ fouten (beste inspanningen, negatieve resultaten) tolereert, kan teveel genomen risico positief uitwerken, d.w.z. door het leren van fouten.
Morele moed
Morele moed houdt vaak de bereidheid in drie dingen te tolereren: dubbelzinnigheid, blootstelling en verlies.
Dubbelzinnigheid, als eerste, behelst een keuze te maken tussen conflicterende waarden, de keuze tussen alleen positieve waarden is natuurlijk het moeilijkst. Die keuzes betreffen dan meestal de volgende vier dilemma’s: waarheid versus loyaliteit, individueel versus gemeenschappelijk, korte versus lange termijn en rechtvaardigheid versus clementie. Daarna kun je nog discrimineren met deontologische principes (wet of gebod), nutsmaximalisatie en de waarden-en zorgenethiek.
Bij blootstelling, als tweede, hebben we te maken met kwetsbaarheid en met schaamte. Kwetsbaarheid is een belangrijk aspect van onze angsten; in feite is het een combinatie van angst en moed. Brené Brown zegt dat kwetsbaarheid de kern, het hart en het centrum van betekenisvolle menselijke ervaringen is. Het heeft vooral te maken met onze relaties met anderen. Brown definieert kwetsbaarheid als onzekerheid, risico en emotionele blootstelling. We zijn allemaal kwetsbaar; de enige keuze die we hebben is hoe we erop reageren. Er is een wijdverspreide mythe dat kwetsbaarheid een zwakte is. Bewust kwetsbaar worden is, volgens haar, moedig. Zonder kwetsbaarheid is er geen intimiteit. Het resultaat van wederkerige, respectvolle kwetsbaarheid is een diepere band, vertrouwen en engagement. 6/
Kwetsbaarheid is dus een positief iets. Maar vanwege haar onzekerheid, risico’s en emotionele gevoeligheid heeft men de neiging kwetsbaarheid te mijden. Het gebruikelijke verweer tegen kwetsbaarheid bestaat uit:
a/ een negatief voorgevoel over potentiële toekomstige vreugde, een paradoxale angst die een einde maakt aan kortstondige vreugde (negatieve verwachtingen),
b/ een drang tot perfectionisme, het idee dat als je alles perfect doet je nooit hoeft te schamen, en
c/ verdoving, methoden die de pijn van kwetsbaarheid verdoven. De meest voorkomende vorm daarvan is overmatig druk zijn. Stress, isolement en schaamte kunnen ook oorzaken van verdoving zijn.
Schaamte is het intens pijnlijke gevoel of de ervaring dat we tekortschieten en daardoor onwaardig zijn voor liefde of inclusie (erbij horen). Schaamte ontleent zijn kracht aan het feit dat het onbespreekbaar is. En hoe minder we er over praten, des te meer controle het over ons heeft. We hebben allemaal, in meer of mindere mate,
last van schaamte, één van de meest primitieve menselijke emoties. Ze beschadigt onze veerkracht voor kwetsbaarheid en vernielt daardoor engagement, innovatie, creativiteit, productiviteit en vertrouwen. Schaamte kweekt angst, angst leidt tot risicomijding en risicomijding verstikt innovatie.
Schaamte houdt ons klein, ontstemd en angstig. Om gewenst kwetsbaar te zijn moeten we veerkracht ontwikkelen tegen schaamte (Brown). Mensen met een grote weerbaarheid tegen schaamte hebben vier dingen gemeen: het herkennen van schaamte en het kennen van de oorzaken; oefenen in kritische gewaarwording; zelfcompassie en steun van anderen; en openlijk praten over schaamte. 6/
Een schuldgevoel is iets anders dan schaamte; bij het eerste heb je een foutieve handeling of foutief gedrag gepleegd, maar blijft de persoon ‘heel’; bij schaamte voelt de persoon zich als geheel onwaardig. Een schuldgevoel geeft een ongemakkelijk gevoel, maar is nuttig omdat het kan motiveren om betekenisvolle veranderingen aan te brengen.
Het derde te tolereren element bij morele moed is verlies. Daden van morele moed dragen niet alleen het risico in zich van verlies van aanzien, vernedering, bespotting, minachting en uitsluiting, maar eventueel ook het verlies van geld, materiële zaken en werkgelegenheid. De waarheid vertellen kan je een vrij, maar niet noodzakelijk gelukkig, gevoel geven. In uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld bij aanspraak op straat, kunnen moedige daden tot zinloos geweld, zoals handtastelijkheden, verwonding of zelfs de dood, leiden.
Angstpatronen en angstbestrijding
Volgens Swoboda bestaan er vier typische angstpatronen:
- Perfectionist, beheerst door de drang om het beter te doen; chronische ontevredenheid met resultaten, altijd kritisch;
- Saboteur, onvermogen om stelselmatig vooruitgang te boeken vanwege de gewoonte om twee stappen vooruit en één stap terug te doen; heeft moeite zich te engageren;
- Martelaar, niet aflatend in hun zelfopoffering en andere mensen plezieren; geen tijd voor eigen dromen en verlangens;
- Pessimist, gelooft steevast dat de dingen niet goed uitwerken, de reden om niet te handelen of verantwoordelijkheid te ontlopen. 7/
Bovengenoemde angstroutines worden gewoonlijk vergezeld door een Innerlijke Criticus. Iedereen heeft zo’n criticaster. Deze kritische stemmetjes zijn de geïnternaliseerde stemmen van kritiek – schuld, veroordeling, verslagenheid, minachting en het bagatelliseren of loslaten van vooruitgang. Leren om naar deze criticus te luisteren, zonder gehechtheid, is een belangrijke stap om angst de baas te worden.
Zoals al gezegd gaat moed per definitie gepaard met angst. Afhankelijk van omstandigheden kan die angst groter of kleiner zijn. Om moedig te zijn moet je die angst overwinnen. Angst is niet rationeel, maar primair biologisch. We voelen die in ons lichaam voordat we rationeel kunnen redeneren met de innerlijke stemmen van twijfel en kritiek. Behalve misschien op korte termijn word je met verstand en wilskracht alleen de innerlijke stemmen van twijfel en kritiek niet de baas.
Om de angstroutine te neutraliseren moet je je bezinnen op, en vereenzelvigen met, het angstgevoel. Deze lichamelijke bezinning is de eerste stap in de opbouw van moed. Het gaat erom lichaamsprocessen te vertragen om bewuster te worden van het heden, alles wat je voelt in je lichaam en alle gedachten die door je hoofd gaan, en ze alleen maar te constateren, zonder te oordelen, dan verdwijnen ze vanzelf. Door te kalmeren via ademhalingsoefeningen, breng je er het lichaam toe zich te ontspannen.
Wat dan ook de oorzaak van die angst mag zijn, je moet jezelf blootstellen aan je diepste angsten en die accepteren, zo niet verwelkomen. Dan verdwijnen die op den duur vanzelf. Daarna ben je vrij. En hoe meer je je angsten confronteert, hoe makkelijker dat wordt. Gerechtvaardigde angst heeft de functie om ons te beschermen. Angst is evenwel niet altijd legitiem en is soms meer opwinding en sensatie dan een waarschuwing dat je op het punt staat iets gevaarlijks te doen. Nodeloze angst brengt ons eerder aarzeling dan daadkracht. 8/
Naast de blootstelling aan je diepste angsten, is het ook belangrijk veiligheid te scheppen door waarborgen en vangnetten in te zetten tegen potentieel negatieve gevolgen zoals financieel risico, reputatiebeschadiging of groepslidmaatschap. Hoe veiliger men zich voelt, hoe meer risico men durft te nemen. De grotere veiligheid kan ook komen door opgedane vertrouwdheid met de situatie, betere kennis van het probleem en steun van anderen.
De bereidheid om angst te confronteren hangt niet alleen af van waarborgen en vangnetten. Het hangt ook af van de beschikbaarheid van een beschermend kader, een ‘tijgerkooi’ die om de angst heen gebouwd kan worden. Dit kan, bijvoorbeeld door informatie te vergaren, advies van ervaringsdeskundigen in te winnen, obstakels te evalueren, en vaardigheden te ontwikkelen. Deze tijgerkooi is een mechanisme om angst te oogsten.
Beschermende kaders zijn geen vangnetten. Vangnetten maken de tijger kleiner. Beschermende kaders, aan de andere kant, versterken de capaciteit om met groter gevaar om te gaan. Je kunt angst in plezier omzetten, net als op de kermis; dit werkt als de kooi waar de tijger in zit, maar sterk genoeg is. Er is neurologische overeenkomst tussen intense gevoelens van angst en intense gevoelens van opwinding (neurologische correlaten). Wat plezierig of onplezierig is, wordt bepaald door de sterkte van de kooi. Het doel om angst te ‘oogsten’ is om van de angstenergie gebruik te maken ten gunste van moedig zijn.
Ontwikkel mentale veerkracht door continu negatieve gedachten uit te dagen. Mensen kijken angst in de ogen als ze voldoende inwendige kracht hebben, in de vorm van fysieke en psychologische voorbereiding. Volgens de dankbaarheids-goeroe Brother David Steindl-Rast, kent een dankbaar persoon weinig of geen angst. Dankbaarheid ontwikkelen voor alle goede dingen die op je pad gekomen zijn is op zich al heel heilzaam; het promoot dus ook moed.
Je kunt angst ook temmen door die te normaliseren. Als angst erkend en openbaar gemaakt wordt, verliest hij zijn potentie. Je kunt angst normaliseren door die aan moed te koppelen. Per slot van rekening is er geen moed zonder angst.
Moed is een vaardigheid. Universeel advies van alle deskundigen op het gebied van angst: doe precies datgene waar je bang voor bent en blijf het doen. 5/
Gebrek aan daadkracht kweekt twijfel en angst. Weersta de neiging om gebrek aan actie te rechtvaardigen en doe alvast wat je meteen kunt.
De moedige persoon worden
Ons leven wordt voor een belangrijk gedeelte bepaald door de verhalen die ons begeleiden. Dat geldt ook als je moediger wilt worden, want verhalen bepalen of we met moed of met angst naar de wereld kijken en ermee omgaan. Wij zetten elke ervaring om in een verhaal en onze verhalen geven betekenis aan ons bestaan. Veel angstverhalen gaan in het algemeen over drie dingen: opvoeding, moeilijke levensomstandigheden en persoonlijke ontwikkeling.
Na de lichamelijke angstconfrontatie en het ‘gesprek’ met de Interne Criticus, is het moment gekomen, volgens Swoboda, beperkende verhalen naar eigen inzicht te herformuleren. Je moet nagaan of die verhalen inherent juist zijn, vooral negatieve verhalen. Na die bevraging en na verandering van inzicht kun je een bewuste keuze maken voor een veerkrachtiger en moediger verhaal. Om je verhaal te herformuleren moet je beginnen met wat authentiek waar is. Verruim het verhaal dan lichtelijk in een positieve richting. Herhaal die uitbreidingen totdat je een geherformuleerd verhaal hebt dat geloofwaardig voor je is. Een moediger houding krijg je door van het nieuwe verhaal uit te gaan.
Een andere wenselijke, zo niet noodzakelijke, manier om moediger te worden is je comfortzones te verleggen. Je grenzen bepalen het niveau van risico of onzekerheid waarmee je op je gemak bent. Als je te lekker in je vel zit, doe je vaak geen extra moeite meer: ‘liever lui dan moe’! Comfortmodulatie houdt in dat je jezelf of je medewerkers scherp houdt en voortdurend nieuwe uitdagingen biedt: ‘Bore-out (verveling) is worse than burn-out’. Maak die uitdagingen geleidelijk, in toenemende sterkte. Weinig zaken scheppen zoveel positieve energie als een verdienstelijke uitdaging. En hoe groter de uitdaging, hoe meer energie die oproept.
Drie ideeën om je comfortgrenzen te verleggen: uitdagende gesprekken aangaan, goedlopende zaken ‘ombouwen’, en creatieve tegenstellingen verwelkomen.
Een van de sleutelgedragingen bij moed is het respecteren van je eigen principes en waarden. 4/ 9/
Moed is niet bedoeld om je tegenover anderen te bewijzen, maar gaat over je ware zelf zijn. Moed houdt een engagement in met je wezenskern, die de meest duurzame waarden en idealen bevat, maar ook de meest diep verankerde doelen, voornemens en ambities. 10/
Er zijn vijf soorten handelingen die je van je waarheid verwijderd houden: aanspraak op eigendom, privileges en macht (ze kunnen integriteit compromitteren); onwetendheid (gebrek aan kennis of oplettendheid); veronderstellingen en dingen persoonlijk opnemen; gebrek aan waardering van de wereld om je heen (waarvoor dankbaarheid tegengif is); onverenigbaarheid (je waarden niet kennen of je ermee identificeren, wat leidt tot onzekerheden, angsten en twijfel).
Bij morele moed staan uiterlijke handelingen en innerlijke waarden op één lijn.
Engagement voor moedig gedrag is van wezenlijk belang. Je waarden bepalen deels je motivatie. Wees doelbewust over stoutmoedig willen leven.
Naast verhalen zijn er ook voornemens. Die, zegt Iseli (9/), zijn krachtig en staan aan de oorsprong van de ontwikkeling van grotere moed. Voornemens helpen je om je energie te kanaliseren. Voornemens dienen positief geformuleerd te zijn, op één lijn te staan met je waarden en je te ondersteunen in het realiseren van je visie. Jezelf vergelijken met anderen, veroorzaakt twijfel en verwijdert je van het stoutmoedig omgaan met je eigen waarden. Wedijver alleen met jezelf door de lat hoger te leggen.
Moedige personen hebben gewoonlijk een aantal goede eigenschappen, zoals sterke overtuigingen, consequent gedrag, altruïsme, integriteit, positivisme, volharding en veerkracht. Ze kunnen dingen loslaten, kunnen goed tegen uitgestelde beloning, en zijn niet sterk resultaat gehecht.
Faciliterende factoren voor moed
Sociale steun
Om een moedig leven te kunnen leiden, hebben we mensen om ons heen nodig die ook moedig zijn. Je moet daarvoor mensen hebben die kwetsbaar, optimistisch, vriendelijk, empathisch en mededogend zijn. Confronteer zo nodig anderen op een vriendelijke manier. Luister zonder hechting naar wat de ander te zeggen heeft. Streef er tenslotte voortdurend naar om anderen de hand te reiken in plaats van je af te zonderen. Maak je niet druk over je imago en ben bereid kwetsbaar te zijn. Behandel mensen zoals jezelf behandeld wilt worden.
Vertrouwen Zelfvertrouwen, vertrouwen in anderen en in de ‘voorzienigheid’ zijn een belangrijke stimulans, zo niet voorwaarde voor moed.
Je kunt onderscheid maken tussen vertrouwen in anderen aan de ene kant en zelf betrouwbaar zijn aan de andere kant. Het is makkelijker anderen te vertrouwen als je er van uitgaat dat mensen het in het algemeen goed bedoelen. Jouw betrouwbaarheid voor anderen kun je promoten door zelf vertrouwen in anderen te stellen, een zichzelf waarmakende voorspelling.
Liefde en vriendelijkheid Iseli beveelt aan dat je intenties, onvoorwaardelijke liefde en ruimhartigheid bevatten. Want met angst sluit je je hart af, terwijl een door liefde gedreven hart open staat. Liefde met moed betekent overdaad, moed, vriendelijkheid, ruimhartigheid, respect, charme, verdraagzaamheid, begrip, bedachtzaamheid en mededogen; met angst betekent het gebrek en negatieve emoties. Dappere beslissingen zijn makkelijker als ze vanuit het hart komen. Als je van anderen houdt of positieve relaties met ze hebt, is er geen sprake van angst, integendeel, dan is moed overbodig. Als je volmaakt lief hebt, hoef je voor niets en niemand bang te zijn. ‘Heb lief en doe wat je wilt’, zei de heilige Augustinus.
Vriendelijkheid is een praktische toepassing van liefde en geeft alle betrokkenen een kick. Vriendelijkheid en moed versterken elkaar. Moed stelt je in staat vriendelijkheid te tonen in negatieve omstandigheden. Mensen doen in het algemeen hun best; zet je in voor hun succes. Observeer, maar oordeel niet. Anders geef je je macht weg. Ga met mensen om op hun niveau en stimuleer ze. Veranderen kun je ze niet en vriendelijkheid vergt niet meer inspanning dan onvriendelijkheid. En als je je dicht bij hen voelt, net als bij liefde, zijn angst en moed overbodig.
Intuïtie Gebruik intuïtie, het schept empathie. Intuïtie is sneller dan je verstand. Er zijn vijf manieren om intuïtie te stimuleren: mindfulness; waarneming; grotere verbondenheid met je hart; met jezelf zijn; en snelle beslissingen maken.
Speelsheid Speelsheid nodigt moed uit om mee te doen. Speelsheid ontwapent; brengt licht in de duisternis; houdt je geest scherp en zorgt voor insluiting van anderen. Wees speels-direct, maar beleefd en niet beledigend, vriendelijk en niet arrogant. Je kunt met harde waarheden makkelijker wegkomen als je ze speels presenteert. Geef aan dat jezelf ook niet perfect bent. Doe het met een lach. Open je hart zonder te oordelen en maak jezelf kwetsbaar. Speelsheid heeft de magische kracht om mensen te ontwapenen.
Bevlogenheid Probeer bevlogen te zijn. Dat bevordert aanpassingsvermogen. Het is een geheime kracht, een manier om met zwier door het leven te gaan. Vast zitten in angst is een gevecht om te overleven. Hoe verder weg van angst, hoe meer moed en flow in je leven. Ga met de stroom en de golven mee.
Voorbeeldfiguren Identificeer rolmodellen. Het is makkelijker moedig te zijn als iemand anders het voorbeeld geeft. Moed werkt aanstekelijk!
Je kunt ook jezelf als voorbeeld stellen. Niets is zo krachtig dan als rolmodel te fungeren voor het moedige gedrag dat je van anderen verwacht. Het geeft je eerstegraads kennis van het probleem en je krijgt grotere geloofwaardigheid. Goede managers zijn rolmodellen. Door zelf eerst te springen, geef je een houding- en gedragstoon aan, die anderen de neiging geeft te volgen. Leid met moed, vriendelijkheid en empathie. Een rolmodel zijn is een mengeling van leiderschap, voorbeeld geven en initiatief.
Belemmerende factoren
Kidder poneert dat er drie elementen zijn die moreel moedige actie definiëren: een engagement met morele principes, een bewustzijn van het gevaar dat bestaat in het steunen van die principes en uithoudingsvermogen, stamina, een bereidwillige acceptatie van de negatieve gevolgen. Alle drie deze elementen dienen aanwezig te zijn om van morele moed te kunnen spreken. Bijgevolg zijn de drie sterkste tegenwerkende krachten voor morele moed de afwezigheid van een of meer van deze elementen. Bij ‘bedeesdheid’ ontbreekt stamina, de bereidwillige acceptatie van de negatieve gevolgen. Bij roekeloosheid wordt er niet naar het risico/gevaar gekeken en bij puur fysieke moed ontbreken de morele principes.
Speciale omstandigheden voor moed uitoefening in organisaties
In ‘Courage Goes to Work’ spreekt Treasurer over de rol van moed in het arbeidzame leven. Met een hoge graad van ‘managementmoed’ krijg je te maken met engagement, enthousiasme, motivatie en overtuiging, zegt hij. Werknemers zijn dan optimistisch, loyaal en veranderingsgezind. Met moed presteren ze beter, wat ook goed is voor de organisatie. Je hebt typisch bemoedigend of demotiverend gedrag van leiders op ieder van de terreinen van initiatief, vertrouwen en waarheidspreken. Je bent een ‘Bemoediger’ als je het zelfvertrouwen van je medewerkers vergroot door hen aan te moedigen uitdagingen aan te gaan. Je bent daarentegen een ‘Afkraker’ als je het zelfvertrouwen van je medewerkers ondermijnt. Een Bemoediger gaat uit van het goede in mensen, moedigt aan om risico’s te nemen, is tolerant bij het maken van ‘goede’ fouten, kijkt met optimisme naar de toekomst en maakt dat mensen zelfvertrouwen hebben en moedig zijn. Afkrakers doen het omgekeerde.
Vertrouwensmoed is de moed die het vraagt om controle af te staan en van anderen afhankelijk te zijn. Bij die moed geven mensen elkaar het voordeel van de twijfel, in plaats van de motieven en voornemens van degenen om hen heen in twijfel te trekken. Dit is riskant, want als je anderen vertrouwt, wordt je kwetsbaar voor dingen waar je geen controle over hebt. Werknemers geven hun bedrijven overigens slechts die mate van vertrouwen die de bedrijven hunzelf geven. Onder de dingen die vertrouwen opbouwen is eerlijkheid het belangrijkst.
Omstanders
De moed van omstanders bij noodtoestanden heeft regelmatig aandacht gekregen. Er kunnen verschillende redenen zijn waarom passieve omstanders niet interveniëren: bang, verward, gedwongen of bewust onverschillig, en zichzelf kunnen overtuigen dat het niet hun verantwoordelijkheid is om tussenbeide te komen. De kenmerken van het slachtoffer spelen bij deze gebeurtenissen een belangrijke rol.
Mensen zijn eerder bereid slachtoffers te helpen die op hen lijken, met inbegrip van ras of etnische achtergrond. Passieve omstanders redeneren meer in termen van groepsidentiteit, terwijl actieve omstanders anderen als deel van een gemeenschappelijke mensheid zien.
We denken allemaal graag dat de grens tussen goed en slecht ondoordringbaar is. Onderzoek heeft uitgewezen dat dezelfde mensen in andere omstandigheden zowel moedig als laf kunnen zijn.
Groepsdenken krijgt typisch de overhand als een groep onder aanzienlijke druk staat om een beslissing te nemen. Als omstanders zich door het groepsgebeuren afzijdig en laf opstellen, kan ook het omgekeerde plaatsvinden: door aanmoediging en voorbeeld, inspringen en moedig zijn: de banaliteit van het heroïsme! Actieve omstanders dienen het risico van een escalerende reactie in te schatten als gevolg van hun opmerking of andere interventie. Het komt namelijk voor dat daarbij ‘zinloos geweld’ wordt gebruikt, waarbij zelfs dodelijke slachtoffers kunnen vallen.
Mensen als verschillend afschilderen van zichzelf of eigen groep is een van de grootste belemmeringen van moed, moreel en fysiek. Dit heeft belangrijke implicaties. Als een morele grens ons van anderen scheidt, kunnen we concluderen dat we geen verplichting hebben om te helpen. Hoe groter de radius van onze morele betrokkenheid, geografisch, geslachtsmatig en anderszins, des te meer zijn we geneigd te handelen op een egalitaire en moreel moedige manier. Dat wil zeggen dat degenen die het ruimste idee van ethische verantwoordelijkheid hebben (zeg de hele mensheid) het meest geneigd zijn iedereen hetzelfde te behandelen. Dit is de kern van een betere wereld bouwen!
Aanspreken op onoorbaar gedrag
Moed hoeft niet altijd spectaculair te zijn. Op simpele, onoorbare gedragingen, kun je mensen aanspreken, bijvoorbeeld hondenpoep op straat. Dat werkt preventief. Er is meer moed voor nodig dan voor het doen van een (anonieme) aangifte. In het aanspreken van anderen op hun gedrag zijn de deugden moed en verstandigheid van belang. Moed om vrees voor negatieve reacties te overwinnen en verstandigheid omdat je er gevoel voor moet hebben, hoe en wanneer je iemand aanspreekt.
Heldhaftigheid
Heldhaftigheid is het aanwenden van uitzonderlijke moed voor een nobel doel en de bereidheid de gevolgen te accepteren van het strijden voor dat doel, zeggen Franco en Zimbardo. Dit kan een vorm van fysiek gevaar zijn of een betekenisvol sociaal offer. De heldendaad kan actief of passief (geweldloos verzet) zijn. En tenslotte kan een heldendaad óf momentaan zijn óf zich over een langere periode uitstrekken.
De basis van sociale heldhaftigheid zijn karaktertrekken als altruïsme, empathie en sociale verantwoordelijkheid. Helden en altruïsten hebben enkele diepe persoonlijkheidstrekken gemeen, zoals hun capaciteit voor een uitgebreid netwerk van sociale relaties, hun sterkere gevoel van gemeenschappelijke menselijkheid, en hun ‘altruïstisch perspectief’.
Franco en Zimbardo geloven dat een belangrijke factor die heldhaftigheid bevordert het stimuleren van heroïsche verbeelding is. Dat houdt de bekwaamheid in om zich een heroïsch ideaal in te beelden, om te worstelen met de hypothetische problemen die dat oproept en om daden en gevolgen onder ogen te zien. Er zijn talloze mogelijkheden voor dergelijk gedrag in de sociale sfeer, bijvoorbeeld vrouwen- en rassendiscriminatie, mensenrechten, mensenhandel en drugs. Franco en Zimbardo vinden dat het idee van sociaal heldendom in de loop van de tijd afgezwakt is. In vroegere generaties, brachten begrippen als dapperheid, vastberadenheid, hoffelijkheid en heldhaftigheid de zielen in beroering. Kinderen lazen over de prestaties van oorlogshelden en ontdekkingsreizigers en bereidden zich vaker mentaal voor om in hun voetstappen te volgen. Maar tegenwoordig spenderen we weinig tijd met het denken over de diepere betekenissen die deze woorden ooit hadden. 11/ the Banality of Heroism summary en https://greatergood.berkeley.edu/article/item/the_banality_of_heroism
Plan opstellen
Als je moediger wilt worden is het raadzaam om een plan op te stellen, hoe summier dan ook, om je voornemens te expliciteren en te organiseren. Een van de meest effectieve methoden om resultaten te boeken, is namelijk om doelen te formuleren.
Je moet ze eerst allemaal identificeren. Vervolgens ga je prioriteiten aanbrengen. Je moet dat plan met die prioriteiten dan uitwerken; realistisch en met kleine stapjes beginnen.
Kidder en de kaars
Dit is de parabel waarmee Kidder zijn boek ‘Moral Courage‘ afrondt. Hij gelooft dat er een enorme invloed kan uitgaan van een enkel, sterk (voorbeeld)figuur. Hij gebruikt daarbij de volgende parabel. Licht, zegt hij, is niet het tegengestelde van donker, maar de afwezigheid ervan. We gebruiken licht en donker als onze belangrijkste metafoor voor Goed en Kwaad. Wij denken dat die ook tegengesteld aan elkaar zijn. Maar Kwaad is niet het tegengestelde van Goed, maar de afwezigheid van het laatste. Totdat we helder denken over Kwaad, zullen we het nooit succesvol overwinnen. De vereiste helderheid begint met te begrijpen dat, hoe massaal de verschijnselen van het Kwaad ook mogen zijn, ze alleen maar getuige zijn van de afwezigheid van het Goede, niet van een tegenstelling. Net als een kaars, is Moed een licht dat het duister van het Kwaad verdrijft. Daarom moet je je niet laten weerhouden van moedige daden.
Integendeel, er is nog zoveel duister te overwinnen dat je kaars veel licht kan geven.
1/ Van Wensveen, Louke en Dane, Harm (red.). Zuinigheid met Vlijt. Over Calvinistische deugden. Uitgeverij Boekencentrum Zoetermeer, 2009. Blz. 7 en 8.
2/ Alasdair Macintyre, After Virtue. A Study in Moral Theory, 2007.
3/ Peterson, Christopher en Seligman, Martin E.P. Character Strengths and Virtues, A Handbook and Classification, 2004.
4/ Kidder, Rushworth M., Moral Courage, 2004.
5/ Treasurer, Bill, Courage Goes to Work. How to Build backbones, Boost Performance and get Results, 2008.
6/ Brown, Brené, Daring Greatly. How the Courage to be Vulnerable Transforms the Way We Live, Love, Parent and Lead, 2015.
7/ Swoboda, Kate, The Courage Habit, 2018.
8/ Carter, Christine, Three Tricky Ways to Cultivate Courage,| May 21, 2015.
9/ Iseli, Franziska, The Courage Map. Thirteen Principles to Living Boldly, 2020.
10/ Kohut, Heinz, On Courage, article, first published posthumously in 1985.
11/ Franco, Zeno en Zimbardo, Philip, The Banality of Heroism, September 1, 2006, en https://greatergood.berkeley.edu/article/item/the_banality_of_heroism.