Civis Mundi Digitaal #118
« Not in my backyard! » Na verscheidene weken van manifestaties tegen een project van lithiumwinning bij Loznica, in het westen van Servië, heeft de Servische regering zijn wet voor onteigening van de omwonenden opgeschort. Zelfs de nummer 1 van het mondiale professionele tennis, Novak Djokovic, schreef op Instagram onder een foto van de manifestaties: « Gezonde lucht, water en voedsel zijn essentieel voor ieders gezondheid. Zonder dat heeft praten over « gezondheid » geen enkele zin ».
Deze affaire is een parabool van tegenstrijdigheden waarmee de ecologische transitie ons confronteert. Gezonde lucht is de belofte die ons voorgespiegeld wordt met de komst van de elektrische auto. Maar als water, lucht en voedsel vervuild worden door de winning van lithium, dat onmisbaar is voor het fabriceren van accu’s voor elektrische auto’s, moeten we toch echt de werkelijke kosten van de omslag naar duurzame mobiliteit opwaarderen.
Veel mensen geloofden dat de economie door de bladzijde van fossiele energie om te slaan een met rozenblaadjes bestrooide weg zou worden, eindelijk bevrijd van vervuiling en afhankelijkheid van grondstoffen, en van sociale en geopolitieke onrust. De Servische protesten hebben de verdienste om ons wakker te schudden en ons te doen beseffen dat de toekomst heel wat ingewikkelder is. De winning van grondstoffen blijft giftig voor het milieu, de hulpbronnen zijn niet oneindig en vooral niet ideaal over onze planeet verdeeld.
Wat opvalt sinds het op de markt komen van elektrische auto’s is de bijziendheid waarmee deze omwenteling gepaard is gegaan. In het begin werd er alleen gesproken over de prestaties van de auto’s. Met het in Europa voorziene einde van de ontbrandingsmotor in 2035 kwam de ongerustheid over de consequenties voor de arbeidsmarkt. Parallel daaraan drong de vraag zich op hoe de benodigde elektriciteit te produceren om op een duurzame manier zo’n hoeveelheid auto’s te kunnen laten functioneren. En nu is het eindelijk tijd om te bedenken hoe de tientallen miljoenen accu’s gefabriceerd kunnen worden die voor deze gigantische transitie nodig zijn. In Europees verband zal een tiental fabrieken van nu tot 2030 het licht zien. Blijft over het onopgeloste probleem hoe zich te voorzien van de benodigde grondstoffen.
Volgens de Wereldbank zal de vraag naar noodzakelijke metalen voor het fabriceren van accu’s, aluminium, kobalt, ijzer, lood, lithium, mangaan en nikkel, van nu tot 2050 met meer dan 1000% toenemen. De Europese Commissie schat dat de lithiumbehoefte van de EU van nu tot 2030 met een factor 18 zal stijgen, die wat betreft kobalt met een factor vijf. Het Internationaal Energie Agentschap verwacht een absoluut tekort aan kobalt rond die tijd.
Aan deze vraag zal des te moeilijker voldaan kunnen worden, omdat de EU voor vrijwel haar hele bevoorrading afhankelijk is van derden. In afwachting van een eventuele concretisering van het project in Servië van de Engels-Australische groep Rio Tinto komt het lithium grotendeels uit Chili, het natuurlijke grafiet uit China, en het kobalt uit de Democratische Republiek Congo (DRC), dat ook de grootste mondiale reserves heeft.
Wat het nog moeilijker maakt is dat het Westen een achterstand in tijd heeft op de Chinezen, die al heel vroeg begrepen hebben dat het belangrijk is om de hele waardeketen te beheersen: grondstoffen, samenstellingen, vergunningen… De voorsprong van China is aanzienlijk. Het voorbeeld van kobalt in de DRC laat dat goed zien. In de laatste vijf jaar heeft de Amerikaanse groep Freeport-McMoRan twee van de grootste kobaltmijnen ter wereld aan China Molybdenum verkocht. Terwijl Donald Trump geobsedeerd was door de wedergeboorte van steenkool in de Verenigde Staten en het afbreken van wetten inzake de verlaging van de CO2-uitstoot door auto’s, vergat het land een van de meest strategische landen voor elektrische accu’s.
De Europese Unie, die heilig gelooft dat de vrije markt haar wel in staat zal stellen zich voldoende te voorzien in deze metalen, bleef toekijken. En wat betreft de Europese mijnindustrie, die is grotendeels getroffen door de-industrialisatie. Het resultaat is bijvoorbeeld dat in de DRC vijftien van de negentien mijnen in handen zijn van de Chinezen, mijnen die voor het merendeel onder rampzalige sociale en milieucondities geëxploiteerd worden. Met de belofte om wegen, ziekenhuizen en elektriciteitsnetten te financieren hebben de Chinezen de hand weten te leggen op de Congolese bodem en zijn zo bovendien in staat de mondiale fabricage van accu’s bij goed of slecht weer te beloven. In het tijdperk van fossiele energie was de concentratie van de productie bij een handvol landen de basis van talrijke geopolitieke spanningen. Op het gebied van metalen en zeldzame aardmetalen is het aantal landen nog kleiner…
De Afrikaanse landen beginnen zich te realiseren dat ze de dupe zijn van hetgeen de Chinezen hun voorgesteld hebben. De beloofde infrastructuren laten het afweten, de lokale economische impact is teleurstellend en de schuld aan Peking wordt ondraaglijk. De Europese Unie laat weten dat zij de rol van China over kan nemen door de kaart van sociale en milieuverantwoordelijkheid uit te spelen. Alle eer voor Europa, maar of deze geïnteresseerde ethiek voldoende is om zich met succes in de genadeloze strijd rond de accu’s voor elektrische auto’s te werpen? De organen van de EU zijn niet goed toegerust voor dit soort onderhandelingen.
Je kunt daarnaast ook denken aan een bescheiden exploitatie van metalen en zeldzame aardmetalen in de ondergrond van de EU-lidstaten zelf. Maar ja, wij besteden de daarbij veroorzaakte vervuiling van water, lucht, grond en voedsel liever uit…
Geschreven in januari 2022