Civis Mundi Digitaal #121
Nigeria: slachtoffer van zijn eigen olie
Nigeria, de belangrijkste olieproducent in Afrika, werd in februari een week lang geconfronteerd met een gebrek aan brandstof, met als gevolg kilometerslange files bij de pompstations van het land. De oorsprong van dit disfunctioneren was de incidentele import van een enorme hoeveelheid ruwe olie. Want dat is de kern van het probleem: Nigeria koopt zijn brandstof in het buitenland bij gebrek aan raffinagecapaciteit voor de honderdduizenden vaten ruwe olie die elke dag uit zijn bodem worden opgepompt. Het incident veroorzaakte een « onnodige schok » in de economie volgens het Nationale bureau voor statistiek: het veroorzaakte een nieuw inflatie-hoogtepunt, terwijl bijna de helft Nigerianen al moet leven van minder dan 1,90 dollar per dag. Leven betekent voor hen proberen te overleven. Dit incident bevestigt wat we allang weten: de ongelooflijke olierijkdommen van deze West-Afrikaanse reus komen niet of nauwelijks ten goede van zijn bevolking. In economisch jargon noemt men dat de « vloek van natuurlijke hulpbronnen ». Te vaak destabiliseert de exploitatie van grondstoffen de overige economische activiteit, voedt het corruptie, vertraagt het de industrialisatie en verergert het de armoede. In Nigeria wordt het geld van het zwarte goud al decennialang verkwist: de Afrikaanse economie met het hoogste bruto binnenlands product (bbp) is met een hoge kindersterfte, veel gewelddadigheid en heel veel schoolverlaters een gespleten land.
Net als Nigeria zijn veel andere Afrikaanse landen afhankelijk van een overdaad aan natuurlijke hulpbronnen. Voor sommige landen betreft het thee, katoen of cacao, maar vaker mijnproducten of olie. De export van Angola, Tsjaad, de democratische republiek Congo en Zuid-Soedan bestaat voor meer dan 90% uit extractieve, uit de bodem gehaalde hulpbronnen. Is dat echt problematisch? « L’Economie africaine 2020» (éditions La Découverte) gepubliceerd door « l’Agence française de développement » (AFD) levert inzicht in de onverschilligheid, de apathie van deze economieën. Zij hebben sinds 2015 veel lagere economische groeicijfers dan de Afrikaanse landen met een gevarieerdere economie. En zij zijn er niet in geslaagd om hun activiteiten weer op het niveau van voor de coronapandemie terug te brengen.
Economische groei is er vluchtig en afhankelijk van de mondiale beurskoersen. Wanneer de prijzen stijgen, vullen de staatskassen zich, maar de kapitaalinstroom maakt het geld duurder, hetgeen een handicap is voor het concurrentievermogen en industrialisatie ontmoedigt. Wanneer de prijzen ineenstorten, verdwijnen de publieke inkomsten als sneeuw voor de zon en nemen de begrotingstekorten fors toe.
In het algemeen zijn er minder betaalde banen en zijn deze van slechte kwaliteit, en met de bevolkingen wordt veelal geen rekening gehouden. Dat laat het boek van het ADF duidelijk zien: Gabon en Equatoriaal-Guinea, twee Centraal-Afrikaanse olielanden, bevinden zich respectievelijk op de 119de en 145ste plaats op de klasseringslijst van de menselijke ontwikkeling, die in totaal 189 landen telt, en dit ondanks een inkomen per inwoner dat bijna vier keer zo hoog is als het Afrikaanse gemiddelde. En wat te zeggen van de democratische republiek Congo, zo rijk aan kobalt, coltan en koper, waar een kwart van de bevolking aan ondervoeding lijdt? Zonder twijfel is dat het resultaat van de machtsstrijd om de rijkdommen die regering en instituties verzwakt. Anders gezegd, in Nigeria en elders verrijken de natuurlijke hulpbronnen een beperkt aantal personen, en verhinderen ze vrijwel elke ontwikkeling.
En toch kan de « vloek van natuurlijke hulpbronnen » bezworen worden. Botswana, de belangrijkste mondiale producent van diamanten, heeft al heel lang een deel van de inkomsten uit het delven van diamanten gewijd aan de gezondheidszorg, het onderwijs en investeringen in infrastructuur. Het land is erin geslaagd het armoedepercentage van 60% in 1985 naar minder dan 15% in 2020 terug te brengen en heeft zo aangetoond dat het mogelijk is om op een verstandige manier de inkomsten te besteden voor de toekomst van het land. Want zelfs de rijkdom aan diamanten in de bodem heeft het eeuwige leven niet…
Geschreven in april 2022