Civis Mundi Digitaal #122
Sterk verzwakte economieën in de Kaukasus en Centraal-Azie door de oorlog in Oekraïne
Saoedi-Arabië: het koninkrijk van de doodstraf
Oost-Timor, Ramos-Horta en China
India, de vervolging van moslims en de economie
Hoe Xi Jinping in zijn eigen autoritaire val trapt
Sterk verzwakte economieën in de Kaukasus en Centraal-Azie door de oorlog in Oekraïne
Sinds het begin van de Russische inval in Oekraïne eind februari verscheen er een nieuw toeristisch circuit. Reisbureaus verkochten aan hun Russische klanten verblijven inclusief retourvlucht naar Tasjkent, de hoofdstad van Oezbekistan: twee nachten in een hotel, en een bezoek aan een bank met de belofte van een creditcard. Sinds Visa en Mastercard in Rusland als gevolg van de westerse sancties niet meer functioneren, is er nu « banktoerisme ». De autoriteiten in Kazachstan deelden op 8 april mee dat Russen en Belarussen er in een paar weken tijd bijna 12.000 bankrekeningen hebben geopend. Als gevolg van taalkundige en historische banden zijn de onderlinge afhankelijkheden tussen Rusland en de economieën van haar buurlanden zowel een troef als een zwakte.
Volgens de laatste verwachtingen van de Wereldbank heeft de economische krimp met 11,2% en 45% van respectievelijk de Russische en Oekraïense economie in 2022 grote gevolgen. De oorlog kost de Zuid-Kaukasische en Centraal-Aziatische landen ten minste respectievelijk 1,5% en 2,3% van hun economische groei in 2022. Sommige landen zijn afhankelijk van het geld dat hun migranten vanuit Rusland overmaken. Dat is het geval bij de armste landen in de regio: Kirgizië en Tadzjikistan, voor wie deze inkomsten respectievelijk 26% en 16% van hun Bruto Binnenlands Product (BBP) vertegenwoordigen. De migranten in Rusland maken zich erg ongerust over de depreciatie van de roebel. Bovendien moeten ze door de prijsstijgingen in Rusland meer uitgeven, waardoor ze minder geld naar hun familie kunnen overmaken. Deze migranten vertegenwoordigen 6% van de Russische actieve bevolking. Het is denkbaar dat een belangrijk deel van deze migranten huiswaarts keert wanneer de economische crisis in het najaar een hoogtepunt beleeft en het seizoenswerk achter de rug is.
Vier van de vijf migranten in Rusland komen uit Oezbekistan, Kirgizië en Tadzjikistan. Een massale terugkeer zal in die landen een hoge werkloosheid tot gevolg hebben, want hun economieën kunnen onmogelijk al deze terugkerende migranten opvangen. Landen die afhankelijk zijn van de Russische markt, zoals Georgië, dat een fikse teruggang van Russische toeristen en de verkoop van wijn verwacht, zullen hun BBP sterk zien dalen. Ook dreigen de activiteiten van bedrijven of Russische zakenmensen in de buurlanden in de war te lopen. Dat is bijvoorbeeld het geval met de fabriek « Rusal Armenal » in Armenië, een onderdeel van het grote Russische aluminiumbedrijf « Rusal », dat alleen al de helft van de export van het land naar de Verenigde Staten voor zijn rekening neemt.
Bepaalde economieën zullen beter overeind blijven dan andere. De exporteurs van grondstoffen zoals Azerbeidzjan, Kazakhstan of Oezbekistan kunnen gemakkelijker de schok weerstaan. De enorme koersstijgingen van nikkel, aardgas, olie, etc. doen hun reserves toenemen en geeft hun zekere marges van handelingsvrijheid voor het subsidiëren van benzine of graan, waarvan de prijzen gemiddeld met 40% zijn gestegen. Maar dat is beslist niet het geval in alle landen. Zo ziet Kirgizië zijn lopend tekort oplopen tot 11% van het BBP en zijn inflatie aan het einde van dit jaar tot naar schatting 18%. De schok van de oorlog volgt op die van Covid-19, die de economieën in de regio al verzwakt had.
De enorme prijsstijging van basisproducten zal miljoenen personen in bittere armoede brengen, de voedselonveiligheid vergroten en tot sociale spanningen en oproer leiden. In Kazakhstan ontketende de prijsverhoging van (auto)brandstof in januari grote manifestaties tegen de regering, die vervolgens de Russische regering te hulp riep om het oproer de kop in te drukken.
De verkeersaders voor transport, vitaal voor de handel tussen Azië en Europa, zijn verstoord. Sinds de Russische spoorwegen het doel zijn van westerse sancties, zijn de reserveringen met 40% gedaald voor het handelstransport via de corridor van de trans-Siberische spoorlijn die Europa met China verbindt via Kazakhstan, Rusland en Belarus. Aangezien de handel via zee al overbelast is, zullen vrijwel zeker de bevoorradingsketens nog meer verstoord worden. De vervangende verkeersader ligt veel zuidelijker, langs een corridor die Kazachstan via Azerbeidzjan met Georgië verbindt. Het is een langer en veel duurder alternatief dan de eerstgenoemde spoorlijn, wegens doorvoerkosten, douaneposten en noodzakelijke overlaadkosten om de handelswaar verder te brengen. De verhoging van de verzekeringspremies maakt dit alles ook nog eens een stuk duurder.
De sancties tegen Rusland zouden ook zeldzame zegenrijke effecten kunnen hebben. Tienduizenden Russen uit de middenklasse zijn naar de buurlanden gevlucht uit angst voor de economische en politieke gevolgen van de oorlog. Dat zou een impuls kunnen geven aan sectoren die gekwalificeerde mensen nodig hebben. De komst van Russische en Oekraïense migranten is zo omvangrijk dat dit leidt tot enorme prijsstijgingen van het onroerend goed in Erevan, de hoofdstad van Armenië. Het feit dat Rusland door de sancties van het mondiale economische toneel kan verdwijnen, doet de landen in de regio zich naar het zuiden, naar India en Pakistan wenden. Zo is Oezbekistan in maart begonnen met de constructie van een spoorlijncorridor die het land via Afghanistan met Pakistan verbindt: een project geschat op 4,6 miljard euro.
De oorlog in Oekraïne heeft zo niet alleen grote consequenties voor de buurlanden van Rusland, maar uiteindelijk ook mondiaal.
Geschreven in mei 2022
Saoedi-Arabië: het koninkrijk van de doodstraf
Saoedi-Arabië staat hoog genoteerd op de lijst van landen die de doodstraf toepassen. Het land doet niet onder voor de ergste landen op dit gebied, China en Iran. Het in werkelijkheid door kroonprins Mohammed Ben Salman (MBS) geregeerde land deed recent de mededeling dat op zaterdag 12 maart 81 ter dood veroordeelden geëxecuteerd waren. Een cijfer zonder precedent in de recente geschiedenis van deze Arabische reus. Men moet meer dan veertig jaar in de geschiedenis teruggaan om een gelijke massa-executie te vinden: dat was in 1980, onder heel verschillende omstandigheden. De dynastie, die zichzelf uitriep tot de bewakers van de heilige plaatsen, wankelde toen na de inname van de Grote Moskee in Mekka door een jihadistisch commando 63 opstandelingen werden geëxecuteerd.
In de verklaring die de massale terechtstelling op 12 maart aankondigde, werd verzekerd dat de veroordeelden van hun rechten binnen het juridisch systeem gebruik hadden kunnen maken. Daar kun je overigens aan twijfelen. Ondoorzichtigheid is er de algemene regel, getuige de tienduizenden zeer discutabele arrestaties sinds MBS in 2015 de macht greep. Binnen een jaar gebeurde het dat op één dag 43 Saoediërs, waaronder de Sjiitische religieuze dissident Nimr Al-Nimr, werden onthoofd.
Niemand weet echt wat de slachtoffers van de massa-executie op 12 maart ten laste werd gelegd. Het officiële communiqué sprak van « veroordeeld voor verschillende misdaden, waaronder de moord op onschuldige mannen, vrouwen en kinderen ». MBS sprak van banden met terroristische organisaties als Al-Qaida, Islamitische Staat, de opstand van Houthi’s in Jemen. Maar de geloofwaardigheid van de autoriteiten is er niet beter op geworden sinds de naam MBS geassocieerd wordt met de executie en het in stukken snijden van de dissident Jamal Khashoggi in 2018 in het Saoedische consulaat in Istanboel. Hoewel zijn betrokkenheid bij deze afschuwelijke moord overduidelijk is, blijft MBS alle verantwoordelijkheid ervoor ontkennen. De Engelse mensenrechten-NGO « Reprieve »: « De wereld moet allang weten, dat wanneer Mohammed Ben Salman hervormingen belooft, daarna rijkelijk bloed vloeit. »
De Russische inval in Oekraïne en de prijsexplosie van gas en olie geeft MBS alle bewegingsvrijheid. Hoewel de Amerikaanse president Biden tot nu toe niet rechtstreeks met hem onderhandelt, heeft de kroonprins natuurlijk goede nota genomen van de toenadering tussen de Verenigde Staten en het Venezuela van Nicolas Maduro. Washington had overigens gezworen Maduro ten val te brengen toen Donald Trump in het Witte Huis zat.
In tegenstelling tot het door twintig jaar « chavisme » geruïneerde Venezuela is Saoedi-Arabië één van de weinige olieproducerende landen die in staat zijn als schokbreker op de mondiale markten te functioneren, door het feit dat het heel snel de olieproductie kan opvoeren. De verleiding voor het Westen om de banden met Riyad aan te halen is ongetwijfeld erg groot, om wille van het blokkeren van Rusland. Maar je kan je dan wel afvragen hoe het te verantwoorden is om een deal te sluiten met iemand die geen haar beter is dan Poetin, die Jemen plat heeft gebombardeerd (en nog bombardeert) en tegen dat land voedselblokkades heeft ingesteld die tienduizenden van honger deden en doen omkomen.
Geschreven in mei 2022
Oost-Timor, Ramos-Horta en China
José Ramos-Horta, vroegere winnaar van de Nobelprijs voor de vrede, heeft in april de presidentsverkiezing in Oost-Timor gewonnen. Hij was van 2007-2012 ook al president van het land, dat een strategisch gelegen is tussen Zuidoost-Azië, de Stille Oceaan en Oceanië. Het succes van deze belangrijke politieke figuur biedt China wellicht de mogelijkheid haar invloed in deze regio, waar zij al één van de hoofdspelers is, verder uit te breiden.
De gekozen president van deze natie deelt het eiland met Indonesië (West-Timor) en verbergt zijn sympathie voor China niet, in ieder geval niet zijn wens om China te zien voortgaan met haar investeringen op Timor-Leste, de officiële naam van het land. Het betreft met name de financiering van een megaproject voor olie- en gaswinning langs de zuidkust, waarvan de kosten op 18 miljard euro zijn geraamd. Ramos-Horta: « Het is absurd om te denken dat wij hiermee slachtoffer van de Chinese « schuldval » worden. Maar toch, als China de belangrijkste of wellicht de enige financier wordt van een project dat rond de 141 miljard kubieke meters aardgas en 226 miljoen vaten olie opbrengt, loopt Oost-Timor met zijn BBP van 3 miljard dollar het risico om sterk afhankelijk van dat land te worden.
De mogelijkheid van een pro-Chinese regering op het eiland verontrust buurman Australië, met wie Oost-Timor al heel lang een ambivalente relatie onderhoudt. In de laatste jaren is de verhouding tussen China en Australië flink verslechterd.
De 72-jarige Ramos-Horta behoort tot de eerste generatie van verzetsstrijders die lange tijd tegen de Indonesische bezetting heeft gevochten. Het regime van dictator Suharto bezette Timor tussen 1975 en 1999 en trok zijn troepen pas terug na een bloedige strijd, voordat door Australië geleide bemiddelingstroepen arriveerden. Oost-Timor viert op 20 mei zijn twintigjarige onafhankelijkheid.
Geboren in een gezin met een Timorese moeder en een de Portugese vader, die gedurende de dictatuur (1933-1974) verbannen was, behoort José Ramos-Horta tot de elite van een bevolkingsgroep kleurlingen, waarvan hij in ballingschap wegens het verzet gedurende de verschrikkelijke bezettingsjaren (waarin er 100.000-200.000 doden vielen) de woordvoerder werd. Zijn onvermoeibare inspanningen om mondiaal de zaak van een gemarteld Oost-Timor aan de orde te stellen, werden beloond met de Nobelprijs voor de Vrede in 1996. Hij deelde deze onderscheiding met de bisschop van Dili – de hoofdstad van het land – Carlos Ximenez Belo, de andere hartstochtelijke strijder voor de vrijheid. In 2006 werd hij benoemd tot premier door de toenmalige president en chef van de anti-Indonesische guerrilla Xanana Gusmao. In 2007 werd hij voor de eerste keer gekozen als president. Nadat hij in 2008 slachtoffer werd van een poging tot een moordaanslag door een opstandige soldaat, als gevolg van muiterij binnen het leger, werd hij in 2012 niet weer als president gekozen.
Ramos-Horta wordt nogal eens bekritiseerd voor wat door sommigen beschouwd wordt als een teveel aan pragmatisme. Dat betreft ook zijn verzoenende houding tegen de vroegere bezetter Indonesië, die hij zo heftig had bestreden. Zijn antwoord: « Weet u waarom de Indonesiërs ons vandaag de dag zo respecteren? Omdat zij nooit hadden gedacht dat er bij ons zo’n capaciteit voor vergeving en tolerantie bestond. »
Ondertussen maakt niet alleen Australië zich zorgen over de Timorese – Chinese toenadering, maar ook de Verenigde Staten en Frankrijk. Op 19 april sloten China en de Salomonseilanden een veiligheidsovereenkomst, en het is duidelijk dat de eilandstaten in de Stille Oceaan niet tot één kamp willen behoren – en zeker niet dat van hun vroegere kolonisatoren en uitvoerders van atoombomproeven – maar hun vrijheid willen behouden wat keuzes van samenwerking betreft. De president van de federatie van Federale Staten van Micronesië zei onlangs: « Wij zijn vrienden van iedereen, en vijanden van niemand. »
Geschreven in mei 2022
India, de vervolging van moslims en de economie
De westerse sancties tegen Rusland hebben de extremistische hindoes ideeën gegeven. Niet dat ze de westerse sancties steunen. Integendeel, hun leider, premier Modi, heeft de Russische inval in Oekraïne niet veroordeeld. Maar zij hebben bij deze gelegenheid wel een geducht wapen ontdekt om de islamitische minderheid in India te discrimineren en te marginaliseren. Begin maart hebben verscheidene organisaties in de zuidelijke deelstaat Karnataka om de uitsluiting van islamitische verkopers binnen de hindoe-tempels tijdens religieuze festivals gevraagd. Dit ondanks de lange traditie om dan mensen van alle religies te ontvangen. De islamitische mangoverkopers en taxichauffeurs, alsook halal-vleesproducten, waren vervolgens het doel van boycot-oproepen.
De extremistische hindoes strijden tegen wat zij noemen « de economische jihad »: een complottheorie die de moslims ervan beschuldigt de hindoes van de markt te weren en het land te islamiseren via bijvoorbeeld het op de markt brengen van halal-vlees. De oproepen tot een boycot zijn niet nieuw maar zijn in de afgelopen weken wel verveelvoudigd. Met de « jihad van vruchtensap » worden mohammedanen die op straat sinaasappelsap of suikerwater verkopen ervan verdacht hindoes te willen vergiftigen. En met de verkoop van armbanden worden ze ervan beschuldigd jonge hindoe-meisjes te willen verleiden.
De obsessie van de « economische jihad » heeft verschillende achtergronden. De informele sector in India heeft veel geleden door de coronacrisis. Bharat Shetty, de leider van de extremistische organisatie Bharat Rakshak Vedike, rechtvaardigt bijvoorbeeld de boycot van de chauffeurs van islamitische taxi’s door verplichte solidariteit van hindoe-passagiers met de chauffeurs van hun gemeenschap. Deze oproepen tot boycot dienen een politiek doel. De nationalistische hindoepartij moet zich versterken in de deelstaat Karnatakadi, die zij met een kleine meerderheid regeert. De partij hoopt – uiteraard met stilzwijgende steun van Narendra Modi – het hindoe-electoraat te mobiliseren door de tegenstellingen tussen de gemeenschappen te vergroten en zo de haat tegen moslims verder te verscherpen. Overigens zijn in India aanslagen op en lynchpartijen van moslims door extremistische hindoes al aan de orde van de dag.
Dit in de ban doen van de moslims heeft ook ernstige consequenties voor hun economische situatie. Men weet sinds de publicatie van het rapport van het Comité Saghar over de sociale, economische en onderwijskundige situatie van de moslims in India: slechts 39% van de moslims tussen 15 en 24 jaar heeft onderwijs gevolgd. Tweederde van hen leeft onder de armoededrempel, net als de kaste van de « onaanraakbaren », en in zijn algemeenheid een kwart van de Indiase bevolking. Slechts 4,6% van de leiders van de op de Beurs van Bombay genoteerde 100 grootste Indiase bedrijven is moslim, terwijl moslims 14% van de Indiase bevolking uitmaken. Wanneer zij niet gemarginaliseerd worden, willen moslims uit angst toch onzichtbaar blijven. Islamitisch huispersoneel verandert hun naam en verbergt hun religie om meer kans op een baan te hebben.
De boycot-oproepen zijn een bedreiging voor de economische ontwikkeling van, om met de nodige hypocrisie met Macron en Joe Biden te spreken, « de grootste democratie ter wereld ». Kiran Mazumdar-Shaw, presidente van het farmaceutische laboratorium Biocon, bevestigde onlangs dat de deelstaat Karnataka altijd de voorkeur had gegeven aan « inclusieve economische ontwikkeling », dat wil zeggen een economische ontwikkeling waaraan moslims volledig deelnemen, en waarschuwde voor een « mondiaal verlies aan leiderschap » als deze economische boycotten blijven voortduren. En, vraag ik mij af, hoe kunnen de grote ontwikkelingsbanken en agentschappen doorgaan met geldleningen aan een regering die (economische) ontwikkeling opoffert voor een extremistisch-nationalistische ideologie?
Geschreven in mei 2022
Hoe Xi Jinping in zijn eigen autoritaire val trapt
Als drie van je grootste supporters je binnen een paar uur vertellen dat je volledig op een dood spoor zit en je je doodloopt tegen een muur, is het altijd verstandig hun woorden serieus te nemen en nog eens goed na te denken waar je mee bezig bent. Dat geldt zelfs als je Xi Jinping heet en aan het hoofd staat van een land met 1,4 miljard inwoners. In dit geval trekken drie invloedrijke zakenmensen, een Europese ondernemer, een Amerikaanse econoom en een Chinese geldmagnaat, aan de alarmbel: het gaat niet goed met China.
Laten we beginnen met Weijian Shan, de Chinese geldmagnaat. Net als Xi Jinping geboren in 1954 werd ook hij tijdens de Culturele Revolutie van Mao Zedong naar een « heropvoedingskamp » gestuurd. Maar Weijian Shan verliet onmiddellijk na de dood van Mao het land en vertrok richting de Verenigde Staten. Na werkzaam geweest te zijn bij de Wereldbank, de bank JP Morgan en het investeringsfonds TPG stond hij aan het hoofd van het in Hongkong gevestigde investeringsfonds PAG, dat een kapitaal beheert van meer dan 50 miljard dollar. Recentelijk benoemd als bestuuderd bij Alibaba verpersoonlijkt hij de opening van China naar de wereld. In een door de « Financial Times » onderschepte video aan zijn clientèle verklaart Weijian Shan dat China op dit moment « een diepe economische crisis » doormaakt, te vergelijken met de crisis die het Westen in 2008 trof. Volgens hem « heeft de Chinese economie zich in dertig jaar niet in zo’n slechte situatie verkeerd ». Dezelfde constatering geldt voor de « ontevredenheid van de bevolking », die volgens hem sinds de jaren 1990 niet zo groot is geweest ». Waar hij « vertrouwen op de lange termijn in de Chinese economische groei » blijft houden, zegt hij « zeer voorzichtig » te zijn betreffende eventuele financiële investeringen in het land.
De tweede, Stephen Roach, is een vroegere president van Morgan Stanley Asia en heeft dankzij China veel geld verdiend. Als de Chinese propaganda tijdens het bewind van Donald Trump een Amerikaanse advocaat nodig had, werd vaak een beroep op hem gedaan. Op hetzelfde moment op 28 april waarop de Financial Times de woorden van Weijian Shan bekendmaakte, gaf deze ook op Wall Street invloedrijke econoom een interview aan « SupChina », een internetmedium gespecialiseerd in China. Volgens hem onthullen de belangrijkste Chinese problemen (zoals de zero-covid politiek en de verstandhouding met Rusland) « een verbazingwekkende onbuigzaamheid van een beslissingsproces dat in de eerste plaats niet in staat is zijn vergissingen te erkennen en in de tweede plaats niet voldoende soepel is om een andere strategie te adopteren ». Voor hem « hebben zelfs een eenpartijstelsel en een autoritaire staat discussies nodig en moeten ze in staat zijn in de spiegel te kijken ».
De derde, de Duitser Jörg Wuttke, is president van de Europese Kamer van Koophandel in China en ook van het Chinese filiaal van de chemie-reus BASF. In een op 28 april gepubliceerd interview in het Zwitserse dagblad « The Market » verklaart hij dat de economische groei in 2022 niet de voorspelde 5,5% zal bedragen, maar dat zij « beneden de 4% zal zijn ». Volgens hem is China door de zero-covid politiek « bezig zijn geloofwaardigheid als beste bron van bevoorrading van de wereld te verliezen ». Ook hij denkt dat de economische en volksgezondheidspolitiek misrekeningen zijn, maar dat het vanwege het naderen van het 20e congres van de Chinese communistische partij, dat in de herfst wordt gehouden, onmogelijk is om wat dan ook ter discussie te stellen. « China raakt niet uit de nesten waarin de president haar geplaatst heeft. De leiders zijn gevangenen van hun eigen verhaal. En dat is tragisch. » Normaliter nemen de technocraten, wanneer China zich vergist, de macht over en zetten het land weer op de goede rails, zegt deze man, die al 25 jaar in China woont. Maar sinds Xi Jinping in 2018 de grondwet heeft veranderd om mogelijk president voor het leven te worden, is er geen enkele tegenmacht meer en hoor je geen enkele kritiek meer, laat hij weten.
In 1959, toen de minister van defensie, Peng Dehuai, aan Mao Zedong durfde te zeggen dat de « Grote Stap voorwaarts » een catastrofe was, werd hij uitgemaakt voor een agent van Moskou en moest hij aftreden. Vandaag de dag, nu de inwoners van Shanghai op hun pannen slaan omdat zij honger hebben, worden zij ervan beschuldigd gemanipuleerd te zijn door het Westen. Zo herhaalt de geschiedenis zich.
Maar dat is niet de enige val waarin Xi Jinping intrapt. Ik schreef al eerder dat China een zeer sterk verouderend land is door de indertijd ingestelde een-kind-politiek. Xi Jinping mag deze politiek dan wel versoepeld hebben – Chinese families mogen nu twee kinderen hebben – de jonge generatie Chinezen houdt het bij één kind, of verkiest zelfs kinderloos te blijven om redenen van persoonlijke vrijheid, heel duur onderwijs en nog duurdere huisvesting. Pogingen van Xi Jinping om in het buitenland wonende Chinezen weer naar China te lokken, hebben geen enkel succes gehad, want men heeft, eenmaal gewend aan het wonen in een meer democratisch land, weinig zin om te verkassen naar een land waar bij een bij uitstek autocratisch controlerend regime heerst. En waar de Chinezen in China van oudsher vijandig staan tegenover immigratie en dus Xi Jinping ook hier geen oplossing vindt voor de demografische neergang, heeft hij nu ten einde raad zijn toevlucht genomen tot het min of meer verbieden van de veel voorkomende abortussen. De jonge generatie vangt bovendien hun ouders niet meer op, zoals altijd gebruikelijk was, en dus staat Xi Jinping ook voor enorme uitgaven om de verouderde bevolking op een min of meer fatsoenlijke opvang te bieden. Daarbij komt ook nog dat de Chinezen veelal op 50 jarige leeftijd met werken ophouden…
Een enorm probleem van de verouderende bevolking is een toenemend tekort van jong (technologisch) talent. Goed opgeleide jongeren prefereren om in het buitenland carrière te maken: er zijn betere ontwikkelingsmogelijkheden in meer democratische landen, betere honoreringsmogelijkheden, etc. De pogingen van Xi Jinping om dit in het buitenland verblijvende talent over te halen naar China te komen hebben geen enkel succes gehad.
De vraag is of China zo op de lange duur haar positie als tweede mondiale macht weet te handhaven.
Zo staat Xi Jinping met de door hem steeds meer autoritair ontwikkelde « Big Brother You »-staat voor zeer grote problemen, die in de toekomst alleen maar groter kunnen worden. Nu hij een absolute alleenheerser is, is hij ook alleen verantwoordelijk voor of succes of tegenslag. Natuurlijk weet Xi Jinping dat en heeft hij met de genoemde grondwetswijziging veiligheidshalve eigen mensen op alle voor het land cruciale posten geplaatst. Goed, er mag dan, om met Jörg Wuttke te spreken, geen duidelijke tegenmacht meer zijn, binnen de Chinese communistische partij zijn er heel wat personen die het met het beleid van Xi Jinping beslist niet eens zijn, zich nu koest houden, maar die bij het falen van Xi Jinping als absoluut alleenheerser op hun beurt wachten. Gezien de enorme problemen acht ik het beslist niet onwaarschijnlijk dat Xi Jinping eens gedwongen zal zijn het veld te ruimen. Je mag dan alleen maar hopen dat hij dan niet zijn toevlucht neemt tot het inspelen op de sterk nationalistische gevoelens in China door een aanval op Taiwan te initiëren, om dat eiland bij China in te lijven en zo zijn eigen bestaan als president te redden.
Geschreven in mei 2022