Civis Mundi Digitaal #124
“Hekserij leert ons hoeveel de natuur en vrouwelijke waarden ons te bieden hebben,” stond er bij de aankondiging van dit boek in de NRC (8 april), die mijn aandacht trok. Het boek presenteert hekserij als natuurreligie en universele wijsheid, onderwerpen die me al lang interesseren. Het is geen antropologische studie. maar een persoonlijk verslag. Daarom leest het vlot, wat valt te verwachten van een schrijfster van romans en columniste van het blad Happinez. Haar eerste boek ging er ook al over: Heks. Een magische reis door de westerse spiritualiteit. Ze schreef ook De heks van Limbricht, een roman over de laatste vrouw die als heks werd berecht. Verder nog een dozijn ander boeken, vooral romans en verhalen en als non-fictie o.m. Wijze vrouwen en Wijze mannen.
Persoonlijke ontdekkingstocht
Ze neemt ons mee op haar ontdekkingstocht en laat zien hoe deze praktische wijsheid toepasbaar is in ons dagelijks leven. Daarbij ontmantelt ze vanaf het begin kwalijke stereotypen omtrent hekserij. Het is hoog tijd dat deze worden rechtgezet. De heksenverbranding behoort evenals de slavernij tot een dieptepunt in onze geschiedenis. Dit immense onrecht tegen vrouwen aan de kaak stellen en recht zetten, voor zover mogelijk, is een reden temeer voor dit boek en deze bespreking.
Hekserij is geen zwarte magie maar een universele, ook westerse natuurreligie, die niet is georganiseerd, geen heilige boeken kent, geen gebouwen, noch een strikte leer. Wel zijn er een aantal natuurprincipes en ”heksenwetten” als raamwerk om ervaringen te begrijpen. “Veel mensen noemen het daarom een spiritueel pad, maar ikzelf houd het bij religie omdat het een specifiek godsbeeld bevat (namelijk de goddelijke vonk in alles wat leeft). Hekserij is een ervaringsreligie en het pad van de hekserij is een persoonlijke ontwikkelingsreis” (p12,13).
Het gaat om persoonlijke groei en innerlijke beleving. Daarom voelde de schrijfster zich ertoe aangetrokken. De bezielde natuur staat centraal. Bovendien is het een vorm van ecofeminisme. Vrouwelijke waarden staan daarbij centraal, met seizoensvieringen en maanceremonies om de natuurbeleving in rituelen gestalte te geven. De maan is bij uitstek een ‘vrouwelijk’ hemellichaam en symbool, geassocieerd met de maandstonden en de vruchtbaarheidscyclus. Het gaat erom dat we ons bewust worden van een subtiele energetische werkelijkheid achter en in de fysieke wereld, dat als het goddelijke in de natuur te beschouwen is.
Stereotype beelden van een heks van jongere en oudere vrouw https://www.istockphoto.com/nl/search/2/image?mediatype=illustration&phrase=heks https://www.climategate.nl/2016/01/heksenhamer/
Karakteristiek van heksen
“Een heks kan een man of een vrouw zijn” (p18). Bij mannen spreken we dan veeleer van ‘tovenaar’ of magiër. Het gaat meestal om “mondige vrouwen. Vaak waren ze alleenstaand of weduwe. Op leeftijd. Eigenzinnig. Ongehoorzaam aan priester, of aan echtgenoot of machthebber. In hun eigen onderhoud voorzienend” (p21). Omdat het mondige, soms rebelse vrouwen waren, die hun eigen gang gingen, moest hen de mond gesnoerd worden en moesten ze een toontje lager gaan zingen. Ze werden beticht van samenwerking met de duivel, omdat ze vaak een bijzondere kracht en wijsheid hadden, kennis van kruiden en een vermogen om mensen te genezen.
Uit heksenprocessen blijkt, dat het vaak vrouwen betrof die hun woordje konden doen en zogezegd ‘hun mannetje stonden’. Dat stond vele heren niet aan, met name vrouwvijandige priesters. Als hun vrouwen als heks werden aangeklaagd en zonder eerlijk proces werden veroordeeld tot de brandstapel, waren ook hun mannen vaak slachtoffer. Het behoort tot het meest schrijnende onrecht dat vrouwen is aangedaan en het is hoog tijd voor eerherstel. Ook van de vrouw in het algemeen, die eeuwenlang is onderdrukt.
“De term ‘heks’ is door de eeuwen heen vergiftigd door massale en langdurige stigmatisering en heeft het woord een negatieve connotatie gekregen” (p230). Oorspronkelijk betekende hexe ‘de plaatselijke wijze man of vrouw’. Het wordt ook geassocieerd met het Oud Engelse haegtesse, ‘zij die op hagen rijdt’. Dat wil zeggen op de rand van een domein, een tovenares op de rand van de andere wereld. “Het Engelse witch is afgeleid van wicce of wicca, dat ‘wijze’ of ‘ziener’ betekent” (p23). Een heel andere connotatie dan de boze toverheks in sprookjes, vaak afgebeeld als lelijke oude vrouw met punthoed en wrat of haar neus of kin. Hoe heeft het zover kunnen komen?
Macht en heksenjacht: sociaal-historische achtergrond van de reguliere medische dominantie
Onder bovenstaande kop heb ik eerder geschreven in CM nr 30 in het artikel ‘De medische industrie en het collectieve streven naar zelfverbetering Deel 2: Alternatieven’, een reactie op: Trudy Dehue, Betere Mensen. Gezondheid als keuze en koopwaar.
De controverse tussen reguliere en alternatieve geneeskunde heeft historische wortels, die te maken hebben met de strijd tegen hekserij. Geneeskunde was vanouds een domein van vrouwen, die vaak meer van geneeskrachtige kruiden wisten dan mannen. Het beviel vele heren niet dat bepaalde vrouwen een zekere macht hadden, die ongedaan en verdacht moest worden gemaakt. De heksenprocessen passen in het proces van uitsluiting van vrouwen uit de (reguliere) geneeskunde, die een mannenaangelegenheid werd. Het onderstaande is overgenomen uit CM 30.
In zijn boek Liber Universitas (p 59,60) spreekt Jeroen Buve van “een heksenjacht op alternatieve vormen van geneeskunst… en weerstand… die tot haast inquisitorisch aandoende maatregelen van regeringswege heeft geleid”. Dit was ooit letterlijk het geval.
Achterhuis (De markt van welzijn en geluk, p214-15) verwijst onder de kop Heksen en wetenschap naar De geschiedenis van de waanzin van de Franse filosoof Foucault die “de inquisiteur de voorloper van de huidige psychiater” noemt. Hij verwijst naar “het beruchte handboek voor het opsporen van heksen Malleus Maleficarum, dat door Freud als een soort pre-wetenschappelijke versie van een modern psychiatrisch handboek werd bestudeerd. Heksen werden hierbij als geestelijk gestoord en door de duivel bezeten beschouwd en verbrand.
Een ander artikel over “heksen en dokters in de middeleeuwen” (Achterhuis, p215) verklaart deels het monopolie van de huidige mannelijke wetenschappelijke geneeskunde en hoe we de huidige medische erfenis hebben gekregen. De belangenverstrengeling met gevestigde machten van kerk en staat, die door de industrie is overgenomen, heeft historische wortels tot in de middeleeuwen en de patriarchale religie van ver daarvoor. Ziehier een voorbeeld van de sociaalhistorische ontwikkeling van de geneeskunde of ‘sociogenese’ in termen van de sociologen Elias en Goudsblom.
“De geschiedenis van de medische wetenschap is onverbrekelijk verbonden is met het verdrijven van vrouwen uit de medische stand… Dit gebeurde op een bijzonder gewelddadige manier door heksenvervolgingen… In werkelijkheid ging het om de beheersing: mannelijke geneeskunde voor de hogere standen onder toezicht van de kerk was aanvaardbaar, vrouwelijke geneeskunde als onderdeel van een boerencultuur niet. De kerk hield ook nauwkeurig toezicht op de beginnende medische wetenschap. Universitair gevormde artsen mochten geen praktijk uitoefenen zonder een priester te hulp te roepen, en ze mochten geen patiënten behandelen die weigerden te biechten. De samenwerking tussen kerk, staat en artsen kwam tot volle bloei tijdens de heksenprocessen.
De arts was de ‘deskundige’ die een wetenschappelijk tintje aan de hele gang van zaken moest geven. Hij moest volgens de Heksenhamer (de Malleus Maleficarum) beoordelen of bepaalde vrouwen heksen waren en of bepaalde aandoeningen door hekserij veroorzaakt waren. In de heksenjacht stelde de kerk onprofessionele genezing nadrukkelijk gelijk aan ketterij: als een vrouw het waagt om te genezen zonder geneeskunst gestudeerd te hebben, is zij een heks en moet zij sterven’…
Tenslotte verschafte de heksenjacht een prachtig excuus voor hun falen in de dagelijkse praktijk: alles wat zij niet konden genezen was te wijten aan hekserij. Het onderscheid tussen ‘vrouwelijk’ bijgeloof en ‘mannelijke’ wetenschap werd definitief gemaakt door de rollen van arts en heks tijdens het proces… [Dit] stelde de mannelijke arts in één klap op een moreel en intellectueel vlak dat verheven was boven de vrouwelijke genezer… De arts had zijn nieuwe status niet te danken aan zijn eigen prestaties op het gebied van de wetenschap en de geneeskunde maar aan de kerk die hij zo goed gediend had.”
Hoe vrouwen werden ondervraagd en bekentenissen werden afgedwongen
https://hoorspel.wordpress.com/2015/07/25/de-betoverde-wereld-01-de-heksenhamer/
https://www.wikiwand.com/nl/Europese_heksenvervolging
Heksenprocessen
Na dit intermezzo terug naar Susan Smit, die ook een boekje open doet over de heksenprocessen. Bekentenissen werden via marteling verworven. “Paus Innocentius IV gaf de Inquisitie een bijna onbeperkt recht op marteling in de strijd tegen ketters... Zodra de verdachte bekende hield het martelen op en kreeg ze strafvermindering: op de brandstapel zou ze worden gewurgd voordat de vlammen haar konden bereiken” (p22). Zo zouden dertig tot zestigduizend vrouwen ter dood zijn gebracht, afgezien van degenen die tijdens het proces bezweken onder marteling, verkrachting en andere ellende. Ze moesten worden verbrand om hun ziel te zuiveren en de duivel uit te bannen. Samenwerking, solidariteit en loyaliteit onder vrouwen werd bemoeilijkt door verdachtmaking bij samenkomsten en ontmoetingen. Elkaar verraden werd gestimuleerd op straffe van vervolging. Door een ander te beschuldigen kon men zijn eigen hachje redden.
Bij heksenprocessen was een aanklacht of verdachtmaking al voldoende, “die verder niet hoefde te worden bewezen om een proces te starten. De verdachte mocht geen getuigen oproepen, had nauwelijks rechten... moest vernederende onderzoekingen ondergaan.” Rechters waren niet onafhankelijk. “Het was een bloedige uitwas van vrouwenhaat... een femicide” (p21,22). Met name van mondige vrouwen, die iets konden wat veel mannen niet konden. Nog altijd is het woord ‘heks’ een scheldwoord voor machtige, goed van de tongriem gesneden vrouwen, met name in de politiek. Bijv. bij Margaret Thatcher, Hillary Clinton, Angela Merkel en Sigrid Kaag.
Voor Susan Smit is het een eretitel. “Rondom dat woord bruist het van avontuur en eigenzinnigheid. De heks belichaamt een autonome vrouw die bevrijd is van... overheersing en beperking. Een ongetemde vrouw” (p24,25). Dat zij zich heks noemde en erover schreef kwam haar te staan op dreigbrieven en beschuldigingen van het aloude ‘pact met de duivel’. Ze was genoodzaakt onder beveiliging lezingen te geven. En dat in onze tijd! “De ironie is dat de oude religie geen duivel erkent, maar dat deze een uitvinding van de kerkvaders is, gebruikt om gelovigen angst in te boezemen... na verloop van tijd op ... de voorchristelijke religie geprojecteerd” (p147). In de bijbel zou de duivel niet of sporadisch voorkomen, bijv. alleen bij de verzoekingen van Jezus in de woestijn. Demonen komen vaker voor.
Het is hoog tijd dergelijke misstanden te veranderen en de historische trauma’s te verwerken. Dat impliceert een eerherstel van heksen, inclusief hun “mystieke wijsheid, waarbij de eigen spirituele ervaring centraal staat... Meditatie is niet zweverig meer, maar wordt gezien als onderdeel van een gezonde levensstijl... Holistische geneeswijzen... zijn gemeengoed geworden” (p27,28).
https://stringfixer.com/nl/Earth_Mother
Globale voorgeschiedenis van de hekserij
De hekserij zou teruggaan op de verering van de moedergodin in de oude steentijd, zo’n 30.000 tot 25.000 jaar v Chr., ook elders en ook later. Er zou toen geen ongelijkheid tussen de seksen zijn geweest, afgaand op graven bijgezette bezittingen en eerbewijzen. De oude religie zou een ‘godinnenreligie’ zijn geweest. De Mariaverering gaat daarop terug. “Moeder Maria is voor mijn gevoel een christelijke afgeleide van het goddelijke vrouwelijke... ontdaan van haar seksualiteit” (p100,135). Volgens de Indiase Veda’s zouden mannelijke goden zijn voortgekomen uit de moedergodin Aditi (zie CM122). In India wordt ‘Mother Divine’ nog steeds vereerd in de vorm van diverse godinnen.
Door de invasie van strijdbare Indo-Europese stammen vanaf 2500 tot 1500 v Chr. zouden vrouwvriendelijke culturen langzamerhand onderdrukt gaan worden. In Noord-Europa echter tot vandaag de dag minder dan in Zuid-Europa. Bij de Germanen zouden vrouwen meer aanzien hebben gehad dan bij de Grieken en Romeinen, zoals nu nog in Scandinavië. “Rond 1000 voor Christus is er een omschakeling naar het mannelijke” (p29). De godinnenreligie verdween niet (meteen) en bleef naast de meer patriarchale religie met zijn almachtige god voortbestaan en werd geïntegreerd in de Mariaverering.
“De godinnen werden tot ongeveer de elfde eeuw na Christus vereerd” (p30). Het gewone volk was nl. vaak nog niet tot het patriarchale christendom bekeerd en had nog allerlei ‘heidense’ gebruiken, waarvan sommige tot vandaag de dag voortduren. Kerstmis komt van het Midwinterfeest, Pasen van het voorjaarsfeest, Halloween, Allerheiligen en Allerzielen zijn een herfstritueel. De kerstboom en de paashaas zijn voorchristelijke gebruiken, enz. Kerken werden op ‘heidense’ heilige plaatsen gebouwd.
Cybele met leeuw, hoorn des overvloeds en kroon. Romeins marmer, ong. 50 na Chr. Getty Museum.
Frygisch: Matar Kubileya, Anatolische moedergodin, moeder der goden; mogelijke voorloper zijnbeelden van mollige vrouwen uit het vroegste neolithicum in Çatalhöyük. Griekse kolonisten in Klein-Azië adopteerden haar rond de 6e eeuw voor Chr. https://stringfixer.com/nl/Magna_Mater
Eerherstel: de Reclaimingstraditie
Susan Smit voelt zich thuis bij de zgn. Reclaimingstraditie, gestart door de Californische schrijfster Starhawk. “Reclaiming betekent terugvorderen” en duidt op eerherstel van de bezoedelde term ’heks’. “De waarden van de Reclaimingstraditie zijn gebaseerd op het besef dat de aarde leeft en alle levensvormen heilig en onderling verbonden zijn. De godin is alomtegenwoordig is de aardse cyclus van geboorte, groei en dood, verval en wedergeboorte. Onze overtuigingen zijn het gevolg van een diepe, spirituele verbintenis met de aarde, heling en het verbinden van magie met politiek bewustzijn” (p31,32). Dat laatste impliceert mileuactivisme, ecofeminisme, gelijke mensenrechten en dierenrechten.
De natuur is bezield. Naast het rationele dient het intuïtieve en spirituele meer plek te krijgen, “de goddelijke vonk die alles wat leeft bezielt en samenbindt [...in] eeuwige beweging, de vernieuwende aard van het leven” (p32,33). Er zijn basisprincipes en hermetische natuurwetten”, genoemd naar Hermes, de boodschapper der goden, die het contact met de goden onderhoudt.
Heksenwijsheid berust op zelf verworven inzicht. Het is een ervaringsreligie. Basisregel is: “Doe wat je wilt, mits het niets of niemand schaadt” (p34). Dit doet dit aan het motto van Augustinus: “Heb lief en doe dan wat je wil” en het schadeprincipe van John Stuart Mill (zie resp. CM 91 en 117).
“Vrouwelijke energie werd onderdrukt, de mannelijke energie werd net zo goed verminkt... Het patriarchaat is voor beide seksen schadelijk en beperkend geweest. De tijd is gekomen... samen de weg terug te vinden naar wat hogere vrouwelijke energie en hogere mannelijke energie nu eigenlijk inhouden” (p40,41). Om de vernauwende blik op vrouwelijkheid en mannelijkheid los te laten en te herstellen. Het rationele, vitale, intuïtieve en spirituele te integreren.
Grondprincipes
“Zo boven zo beneden; zoals binnen, zo buiten; zoals het universum, zo de ziel,” luidt een hermetisch principe of natuurwet, de wet van de correspondentie of verbondenheid (p47,48). Het is een mystiek of esoterisch inzicht uit de oudheid, dat bij diverse volken is aan te treffen: in Egypte, India, Griekenland, het Midden Oosten en het Verre Oosten. De schrijfster noemt het werk De Kybalion, waarin de inzichten van esoterische wijsgeer Hermes Trismegistus zijn samengevatdoor drie niet met namen genoemde ingewijden, opgeschreven door William Walker Atkinson (1862- 1932, volledige titel: The Kybalion: A Study of the Hermetic Philosophy of Ancient Egypt and Greece, 1908). Daar worden zeven principes genoemd (zie https://en.wikipedia.org/wiki/The_Kybalion).
Er is een connectie tussen hemel en aarde, tussen het tastbare en niet-tastbare, het materiële en het immateriële, het grofstoffelijke en het fijnstoffelijke en energetische. Bomen zijn daarvan de belichaming en het symbool bij uitstek, maar ook vogels en vlinders, hemellichamen en andere wezens. Een inzicht dat we bij vele volken aantreffen. “Alles in de natuur... groeit naar het licht” (p50).
De wet van het ritme is een tweede wet. “Alles kent een zeker ritme... ‘Alles stroomt in en uit’, zo staat daarover in De Kybalion. ‘Alles kent zijn getijden. Alles stijgt en daalt. De slinger van de pendule vertoont zich overal’... Energie verplaatst zich als golven die met andere energiegolven in verbinding staan” (p51). Eeuwige cycli brengen orde aan. Bij heksen staan de maancycli centraal. Ook Charles Darwin had oog voor de effecten van de perioden van de maan op de dieren- en plantenwereld en groeiprocessen, die door de wetenschap zijn bevestigd. Het heeft o.m. te maken met de aantrekkingskracht van de maan. Die is groter is bij volle maan, veroorzaakt eb en vloed en stimuleert en trekt sapstromen in planten aan.
Het volgende deel gaat meer over de persoonlijke ontdekkingstocht en ontwikkeling van de schrijfster.
Deel 3 over persoonlijke en maatschappelijke bewustwording. In Deel 4 volgt een sociologisch en antropologisch commentaar. Het onderzoeksthema van de hekserij behoort namelijk tot de culturele antropologie, daar het bij vele volken voorkomt.
Eerherstel voor heksen 2022 07 25
Heksen waren vroeger wijze vrouwen
aan wie je zorgen kon toevertrouwen
In de middeleeuwen zijn ze zwart gemaakt
Hun kruidenkennis werd door medici gekaapt
Velen werden onrechtmatig aangeklaagd
en op gruwelijke wijze ondervraagd
Het is een schrijnend onrecht tegen vrouwen
om zonder mededogen met hen huis te houden
De tijd voor eerhestel is aangebroken
en om hekserij weer te gedogen
als een oude vorm van wijsheid
uit een lang vervlogen premoderne tijd
toen we nog verbonden waren met de aarde
en de vrouwen kruiden in het bos vergaarden