Heksenwijsheid
Deel 3: Persoonlijke en maatschappelijke bewustwording

Civis Mundi Digitaal #124

https://www.volledigverbonden.nl/inspiratie/creaties/

 

Liefde voor alle wezens en ecoactivisme

Na het voorgaande, waarin de schrijfster de ontwikkelingsweg van de hekserij toelicht aan de hand van haar persoonlijke ontwikkeling, komen de maatschappelijke, ecologische en religieuze aspecten meer naar voren, die nauw samenhangen met persoonlijke ontplooiing en bewustwording.

“Als heks ben je je bewust van je verbondenheid met alles wat leeft en zul je het instinctief willen beschermen.” Dit motiveert tot (eco)feminisme en opkomen voor verdrukten. Genoemde stroming van Reclaiming is er een voorbeeld van met de drie pijlers: immanentie (de goddelijke vonk in alles wat leeft), interconnectie (alles is met alles verbonden) en gemeenschap (...niet alleen mensen, maar ook de dieren, planten, aarde, lucht en water en het ecosysteem) De gouden regel is “doe wat je wilt, mits het niemand schaadt” (p243-45).

“Ons feminisme omvat een radicale analyse van macht... bondig omschreven als “economische groei ten koste van alles wat leeft’’ ofwel hyperkapitalisme waarin we gevangen zitten... Er moet actie worden ondernomen.. Er is een economische crisis (het verschil tussen arm en rijk wordt groter), een ecologische crisis... en een spirituele crisis... De coronacrisis is een kleinigheid in vergelijking... We moeten leren leven binnen de grenzen van de planeet” (p245).

Bewustzijnsverandering is de zachte weg. De harde weg gaat via natuurrampen, die tot een onhoudbare situatie leiden en ons dwingen tot verandering. “Er zijn machthebbers... die het systeem, met al zijn corruptie, in stand willen houden. Er zijn mensen die meegaan met hoe het is... Ook zijn er mensen, die het beleid ter discussie stellen... die opkomen voor zwakkere mensen en rechteloze levensvormen die onder al die economische groei dreigen te bezwijken” (p247). Er zijn ook mensen die angst zaaien en hun macht willen vergroten. “De wereld heeft lastige mensen nodig. Mensen die steigeren, protesteren en ingrijpen” (p248-49).

Angst en schuldgevoel kunnen positieve actie belemmeren, die door vertrouwen en initiatief wordt bevorderd. Kritiek op anderen levert minder op dan het goede voorbeeld geven. Door bijv. vegetarisch eten, geen of weinig vliegreizen, zoveel mogelijk een ‘zero-waste’ bestaan, opkomen voor mensenrechten èn dierenrechten, open blijven staan voor andere visies, bouwen aan het nieuwe en anderen niet uitsluiten. “Wentel je niet in de modder, maar haal het licht naar beneden... Laat bezinning de overhand krijgen... Laat ons als mensheid verbinding zoeken, geen strijd” (p263).

 

“De ware revolutie kan alleen van binneuit beginnen.” https://www.zielsmissie.com/davoswhowef/

 

Creativiteit en inspiratie

“Ons aangeboren creatieve vermogen kunnen we inzetten op alle vlakken van ons leven... Beide hersenhelften zijn belangrijk... de logica net zozeer als de intuïtie en de creativiteit... Meer dan ooit hebben we creativiteit en verbeeldingskracht nodig om ons te redden van het rationalisme, van de terreur van het letterlijke en materiële. Onze westerse samenleving wordt geregeerd door de rede en raakt... afgesneden va n het symbolische en van het voelen van goddelijke samenhang” (p266-68).

Daarom zijn mythen, rituelen en (dag)dromen belangrijk en vooral ook de scheppende stilte.

De schrijfster illustreert dit met haar schrijverschap. “Schrijven vraagt om afzondering... eenmaal in het domein van de vruchtbare leegte moet je niet teveel sturen en willen, maar ontvankelijk zijn en het laten gebeuren. Het gebeurt niet door jou, maar door je heen. om te scheppen moet je jezelf uitschakelen” (p274). Ze heeft het ook over “mystieke ontvankelijkheid” en opgaan in het “scheppen... om te scheppen”, niet om “de erkenning van de wereld.” Na de creatieve fase volgt het “kritisch bekijken, weghalen en aanpassen... waar je hersenen en vakmanschap bij nodig hebt” (p277,278). Concentratie en toewijding kan vermogens versterken. Dat kun je trainen. Het helpt om afleiding uit te schakelen.

Ze vergelijkt het creatieve proces ook met maanfasen. “Nieuwe maan is de fase van vruchtbare leegte, actieven ontvankelijkheid. De wassende maan is het creatief uiten... De vollemaan is de fase van het tot in detail vervolmaken en kritisch schaven. De afnemende maan is de fase van afscheid nemen van indrukken, thema’s, symbolen” (p280).

 

Heks met heksenketel met kruidenrijk brouwsel. The Magic Circle door John William Waterhouse , 1886. https://stringfixer.com/nl/Witchcraft

Rituelen

Deze kunnen een (bewustzijns)verruimend of magisch effect hebben. Emile Durkheim wees op een collectief effect (zie CM 120). De schrijfster gaat vooral in op de magie van de heksen, die zich als het ware bewegen tussen hemel en aarde. Vliegen op een bezemsteel is een wat misplaatst symbool daarvoor. Magie is bewustzijnsverruiming en een proactief, welbewust en doelgericht gebruik van scheppingskracht, “het hoofd gebogen voor een grotere intelligentie” (p286). Mystieke magie of magische mystiek zou hiervoor een passende term kunnen zijn, vanwege de gerichtheid op verbinding en vereniging met het goddelijke, die kenmerkend is voor mystiek.

“In de kwantumfysica is aangetoond dat menselijke waarneming en deelneming de werkelijkheid veranderen. Het principe van magie is gebaseerd op hetzelfde uitgangspunt: we kunnen het bewustzijn veranderen en daarmee de werkelijkheid... Alle magie werkt in harmonie met natuurwetten... voor een deel eerder beschreven... Het grote plan, het goddelijke, is de sleutel” (p287-289).

Rituelen zijn symbolische handelingen. Daarmee kan bijv. contact gelegd worden met gidsen, krachten en spirituele begeleiders. Het gaat “om contact te maken met het grote geheel... ontvangen van goddelijke energie” (p291,292). Ze gaat in op heksenrituelen, waardoor er een afstemming op verfijnde frequenties zou plaatsvinden. Door het trekken van een cirkel wordt er een (gewijde) ruimte afgebakend, waarin krachten en elementen worden uitgenodigd “voor het welzijn van allen” (p293,294). Elementen zijn bijv. aarde: het lichamelijke en materiële, water: het gevoelvolle, lucht: adem, denken, het beweeglijke, communicatie, vuur: geest, ‘spirit’. Het gaat erom deze gebieden (spirituele) energie te geven. Dat kan door ritmische teksten, zoals bij de Veda’s, die ook een magisch aspect hebben (zie CM 122).

 

https://schrijvenonline.org/nieuws/wat-is-het-verschil-tussen-harde-en-zachte-magie

 

Magie

“Bij magisch werk speelt er nog een wet mee... de Wet van Aantrekking... Energie van gelijke frequentie trekt elkaar aan.” Je kunt ook zeggen dat ze elkaar versterken, zoals bij interferentie. ‘Soort zoekt soort,’ luidt een gezegde. De juiste afstemming is belangrijk. “Kracht van gedachten en intentie trekt gelijksoortige energie aan: waar je aan denkt, haal je naar je toe... Het gaat erom de aanwezige trilling in jezelf te brengen naar het niveau van de trilling van wat je wilt” (p296,297). Dat vraagt harmonie en overeenstemming tussen fysieke, mentale en spirituele niveaus. ‘One-pointedness’ is een Engels woord dat daarmee verband houdt uit een andere context. “Het is belangrijk je wensen voorbij het ego te zoeken” (p199). Dan krijgen wensen eerder ‘steun van boven’, van “de goddelijke bron”, helpers, gidsen en begeleiders.

Kristallen, (edel)stenen en kruiden kunnen vibraties versterken. “Kristal’... betekent ‘bevroren licht’”. Als het ware een gestolde frequentie, een specifieke ordening van moleculen, die trillingen kan versterken. Er bestaat ook zoiets als landschapsmagie: werken met energie van bepaalde plaatsen. Landschappen hebben ook bepaalde vibraties en velden, zoals alles in de natuur. Vrijwel iedereen kan merken dat de natuur een heilzame, voedende en energetische werking kan hebben en ons op kan laden. Onze levenskracht gaat meer stromen.

“Magie is het hogere om wijze raad vragen... samenwerken met het hogere... via het hart, de ziel, intuïtie... vernieuwt onze oude band met het heilige... de goddelijke voorzienigheid” (p311,313). Is dat geen religie? Wat is dan het verschil met magie? Dit zijn vragen voor het commentaar. De culturele antropologie en religiewetenschap heeft zich hier ook mee bezig gehouden.

 

 

Het eeuwige in ons, reïncarnatie en leven na de dood

“Het koninkrijk Gods in binnen in u” (Lukas 17:21) koos de schrijfster als bijbelcitaat dat haar aansprak (p315). In de nieuwe vertaling staat “ligt binnen uw bereik”. Alsof het goddelijke niet meer in ons is,  maar buiten ons en we ernaar moeten reiken. “Ieder van ons belichaamt het goddelijke” en heeft de goddelijke vonk in zich volgens de Reclamingstraditie. Mensen hebben een ziel, “het ‘lichtlichaam’ met daarin onze essentie: de godsvonk” (p316).

Toen zij zwanger was kon zij het bezoek van de ziel in haar kind voelen, zoals ook andere vrouwen soms rapporteren [Het kind zou dan bijv. autonoom gaan bewegen]. Ze dacht aan haar demente oma, die vaak “in wezen heel ergens anders was,” onbereikbaar.

“Het goddelijke is immanent, volgens het pantheïstisch wereldbeeld van de heks. Het stroomt door alles wat leeft, dus ook door ons... Als heks ontwaar ik het goddelijke in een herfstblad... een zuchtje wind... een vlinder... In De Kybalion wordt het goddelijke het Alles of het Al genoemd.” Het is oneindig, absoluut, eeuwig en onkenbaar. Bij Spinoza heet het “causa sui: ‘oorzaak van zichzelf’” (p319).

Zielsverhuizing of reïncarnatie is ook onderdeel van de hekserij. Vroeger was dit geloof meer algemeen verbreid, niet alleen in het Oosten, ook in het Westen en elders (zie o.m. CM 84 en 86). De schrijfster relateert dit aan de wet van het behoud van energie: energie kan niet worden vernietigd maar verandert van vorm. Daaruit valt echter niet af te leiden dat de ziel voortleeft als ziel, mogelijk wel in andere vorm.

Zij vertelt over haar ervaringen met regressietherapie en heeft zichzelf “in verschillende levens teruggevonden (p321, zie hierover CM 64 en 66). Het lijkt op een film van een vorig leven. Bij bijna-doodervaringen draait vaak de film van het aflopende leven af. “In alle gevallen speelden dezelfde thema’s, maar dan op een andere manier.” Relatieperikelen, filosofische en mystieke interesse en ervaringen als alleenstaande vrouw, enz. “De kennis over die levens verklaarde mijn hevige reacties op voorvallen... in mijn huidige leven en hielp me helen.” Dat zou het effect van regressietherapie zijn.

Ze vermeldt ook haar ervaring van sterven in een eerder leven en de periode tussen twee levens: “voelde mijn ziel rustig omhoog, uit mijn lichaam, stijgen tot ze er niet langer mee verbonden was” (p323). Het lijkt op bijna-doodervaringen, maar dan definitief. Zij had tussen de levens de ervaring dat zij “louter bewustzijn was.” Bij een nieuwe incarnatie krijgt de ziel “zielsopdrachten” mee, die levensbepalend kunnen zijn en zelfgekozen zijn  (p324).

“De onzichtbare wereld is bevolkt met lichtwezens en gidsen... overleden dierbaren, entiteiten, voorouders en natuurwezens” (p325). Deze zijn waarneembaar voor mensen die hun “innerlijke ogen” hebben ontwikkeld en geopend. Kinderen vermelden daarvan vaak spontaan ervaringen, zo ook de schrijfster. Haar grootmoeder zou haar overleden man gezien hebben. Meer mensen hebben dit soort ervaringen gerapporteerd, ook (mijn) studenten, maar vertellen er zelden over, alleen als anderen hen serieus nemen. Frederick Myers e.a. hebben ze gedocumenteerd en geanalyseerd (zie CM 74). Een subtiele werkelijkheid “speelt door de onze... onnavolgbaar” (p327).

Mensen, inclusief de schrijfster, rapporteren ook ervaringen met gidsen en spirituele begeleiders. Er zijn cursussen om te leren daarmee in contact te komen. Daarnaast zijn er andere “lichtwezens” die in India deva’s worden genoemd, van de Indo-Germaanse wortel div, wat ‘licht geven’ betekent, zie het Engelse woord divine (p330, zie hierover de deva’s in de Veda’s, CM 122). Vele volken hebben overleveringen daarover.

Vlak na hun dood en bij uitvaarten zijn overleden vaak nog haast voelbaar aanwezig “bijna altijd dicht in de buurt... nog erg verbonden met nabestaanden... Er is tijd voor nodig om de banden... los te laten... en om geleidelijk over te gaan naar een staat van onthechte liefde” (p332). Ook dieren zouden een ziel hebben. In de herfst rond 31 okt., Allerheiligen en Allerzielen (1 en 2 nov.) en Halloween “’zou de sluier tussen de werelden dunner zijn... daarom zou het makkelijker zijn... om contact te maken met de doden. Voor mijn gevoel is de sluier niet dunner, maar keren we in de donkere tijd... onze aandacht meer naar binnen” (p333). Sint-Maarten, als kinderen op 11 nov. met lampionnen langs de deuren gaan, heeft ook een Oud-Germaanse oorsprong en betekenis.

“De heks is van nature een bemiddelaar tussen leven en dood... tussen hemel en aarde... het lastbare en ontastbare” (p334). Daarom krijgt de schrijfster weleens verzoeken voor stervensbegeleiding e.d. Ze vermeldt de nare ervaring van een ziel die haar niet losliet naar haar gevoel. Ook dit soort ervaringen zijn door anderen gerapporteerd en gedocumenteerd. Met name bij overledenen die “zo sterk gehecht zijn aan hun leven... dat ze niet willen ‘overgaan’ en als onbewuste zielen (of zielsdelen) bij de aarde blijven hangen” (p336).

Voor haar historische roman De heks van Limbricht heeft ze zich verdiept in het leven en sterven van de hoofdpersoon, die werd geëxecuteerd als heks. Daar heeft ze ook relevante ervaringen mee opgedaan en beschreven. Een conclusie is dat eerherstel van heksen zin heeft en van belang is om een collectief historisch trauma te verwerken en voor zover mogelijk postuum recht te zetten en recht te doen wedervaren aan overleden zielen.

“Wat zoek ik in hekserij? Eerherstel van het vrouwelijke, een begrip van het bovennatuurlijke en een balans tussen de zichtbare en de onzichtbare wereld,” schreef ze in 2000. Ze wil de naam “van mijn zusters uit het verleden... zuiveren... voor het welzijn van allen” (p339-39)

Tot slot herhaalt ze hoe “de principes uit de hekserij me hebben geholpen”. Zie boven. Alles heeft een reden. “Alles heeft zijn tijd en plek, weet ik, en dat geeft zoveel rust... In een diepte waar ik me veilig voel... zijn de onderliggende verbindingen zichtbaar; de verbindingen die zorgen voor hoe de dingen lopen” (p337). Ze vergelijkt het met een roman, die zich ontvouwt [volgens een bepaald scenario]. “Mijn bestemming is daar waar het leeg en stil is, de plek van waaruit je overzicht hebt en alle vier de windrichtingen op kunt gaan... Daar is de wijsheid van de heks te vinden” (p339, slotzin).

 

 

De ziel verlaat het lichaam volgens de oude Egyptenaren en vele andere volken

https://www.nemokennislink.nl/publicaties/de-egyptenaren-en-hun-doden/

         Dood en leven zonder lichaam       2022 07 23

Dat de dood ons eind zou zijn

is nog steeds een hypothese

waar de meeste mensen in geloven

zonder geloof in steun van boven

maar evenals de hemel onbewezen

 

Ons leven kan niet verder gaan

zonder vorm van een bewust bestaan

Zelfs in coma is er nog bewustzijn

zelfs al is het nog zo klein

We zouden sterven als de ziel

ons lichaam helemaal ontviel

 

Of bewustzijn zonder lichaam kan

daar weten wij nog weinig van

Er zijn wel ervaringen bekend

waarbij je buiten je lichaam bent

Zoals verhalen tot ons kwamen

met getuigenissen van sjamanen*

 

Vermogens van het menselijk bewustzijn

zijn grotendeels nog onbekend terrein

De geheimen van het leven en de dood

zijn nog altijd levensgroot

 

*Mircea Eliade, Shamanism: Ancient Techniques of Extasy