Coronabeleid doorgelicht door diverse deskundigen
Deel 2: De bedenkelijke rol van de wetenschap

Civis Mundi Digitaal #130

door Piet Ransijn

 

‘De dolle dans van de coronacijfers’

Zo luidt de titel van het daarop volgende hoofdstuk door Mattias Desmet, hoogleraar klinische psycholgie te Gent en psychoanalyticus. Hij kreeg verschillende prijzen voor zijn werk. “Cijfers hebben een uniek psychologisch effect. Ze creëren een bijna onweerstaanbare illusie van objectiviteit [...Maar] ze worden geconstrueerd en geproduceerd vanuit een ideologisch en subjectief gekleurd verhaal... Ze dienen desgewenst elke meester. De dolle dans in de coronacrisis illustreert dit treffend... De cijfers zijn allesbehalve erg betrouwbaar... Gedurende de crisis werden voortdurend vragen en kritische kanttekeningen gemaakt bij het vermogen van dit instrument [de PCR test] om het aantal nieuwe besmettingen te bepalen... Men rapporteerde het absolute aantal positieve tests in plaats van de positiviteitsratio [naar het aantal afgenomen tests]... Na correctie  voor het aantal afgenomen tests besloot een viroloog en oud-rector van de Universiteit van Luik dat er helemaal geen zomergolf zichtbaar was” (2021, p81,82).  

https://corona-teller.nl/kaart-coronavirus-nederland/ 

Ziekenhuisopnamen en coronadoden

Bij ziekenhuisopnamen met covid waren er meestal ook andere klachten die bepalend waren. Als iemand met een gebroken been kwam en ook positief testte werd hij geregistreerd als covid-patiënt. “De Schotse overheid besloot... om iemand enkel nog als coronapatiënt te registreren als hij positief testte èn zich aanmeldde met de typische COVID-19-symptomen. Ze hield nog ongeveer 13 procent van het oorspronkelijke aantal COVID-19-patiënten over... Vanuit het streven naar ‘financiële optimalisatie’ maakte [een van de weinige grondige onderzoeksjournalisten] aannemelijk dat ziekenhuizen en andere zorginstellingen het aantal dooden en COVID-19-ziekenhuisopnamen kunstmatig verhoogd hadden” (p82). 

“Ongeveer 95% van de geregistreerde coronadoden had een of meer aandoeningen.” Er was nauwelijks 6% waarbij COVID COVID-19 de enige aandoening was. “De vraag dringt zich op: hoe bepaal je waaraan iemand sterft? Hoe tel je de coronadoden?” Mede gezien hun meestal “gezegende leeftijd” (p83). De gemiddelde coronadode in de eerstse golf in België was 83 jaar. “Het verschil tussen het aantal coronadoden en het aantal griepdoden is  kleiner dan het dominante verhaal veronderstelt,” aangenomen dat artsen een klinisch juiste doodsoorzaak rapporteerden bij patiënten die ook griep hadden (p84).

“Overschatting vinden we ook terug op het vlak van de epidemiologische modellen” (p85). Berucht is het model van onderzoekers van het Imperial College in Londen die miljoenen doden voorspelde op grond van een onjuist model. Ondanks kritiek van experts zoals John Iohannidis van Stanford University en Nobelprijswinnaar Michael Levitt, werden de overschatte cijfers aanvankelijk grif overgenomen en droegen zij bij tot het creëren van genoemde angstcultuur. Toen het model onjuist bleek, werden de daarop gebaseerde maatregelen niet bijgesteld. “Het epidemiologisch-statistische discours... is vooral een indrukwekkend demonstratie van schijnexactheid en pseudo-objectiviteit” (p86).  

Overbelasting van IC’s

Desmet gaat niet voorbij aan de dreigende of feitelijke overbelasting van de IC’s. Hij wijt dit aan stelselmatige afbouw van IC-capaciteit. Daarnaast wijst hij op een toenemende gevoeligheid voor virale longaandoeningen, met name bij mensen met obsitas en diabetes. De combinatie zorgt voor een grote belasting.Het is zaak daar ook maatregelen tegen te nemen.  Momenteel zou er een griepepidemie zijn die de pandemie verdrongen lijkt te hebben. De NRC waarschuwde voor een zorginfarct, net als eerder bij corona, maar nu is griep de ‘boosdoener’. “De overbelasting van de ziekenhuizen kan geïnterpreteerd worden... als een gevolg van lage algemene gezondheid (veel obesitas en diabetes)” (p87). Het laatste heeft mede te maken met ongezonde voeding en leefstijl. 

Dan is er nog het oversterfte-cijfer. Komt dat door corona of door uitgestelde behandelingen of andere “collaterale schade van de maatregelen”, zoals verwaarlozing en vereenzaming van bejaarden? Voor de nevenschade van de maatregelen was relatief weinig aandacht, hoewel veel artikelen op de risico’s wezen. Deze schade werd niet meegenomen in de modellen. Het ligt buiten de expertise van epidemiologen. 

Onderzoek naar effectiviteit van maatregelen en remedies

Vergelijkingen van het aantal coronaslachtoffers in Europese landen en staten in de VS met strenge en minder strenge maatregelen wezen niet of nauwelijks op effectiviteit van de maatregelen. Wetenschap geeft vaak geen uitsluitsel. “Wetenschappelijke studies leiden tot de meest tegenstrijdige conclusies... Uit een recente studie bleek dat 50 procent van de academici toegaf hun bevindingen te verdraaien.” Dit afgezien van “fouten, slordigheden, geforceerde besluitvorming en... zelfs regelrechte fraude... Nergens bleek de kwaliteit van studies problematischer dan in de medische wetenschap” (p92,93,94). Dit maakt de beschreven resultaten van een behandeling met medicijnen vaak niet erg betrouwbaar, zoals uit de vele schandalen en schadeclaims bij farmaceutische bedrijven moge blijken. Ook in de (kwantum) fysica “realiseert men zich dat de onbderzoeker een fundamentele invloed heeft op zijn observaties” (p95). Ook Desmet pleit voor een publiek debat over wat we willen (zien en weten). 

https://www.scp.nl/actueel/nieuws/2020/07/09/kwetsbare-groepen-lopen-grootste-risico-op-werkverlies-en-armoede 

‘COVID-19 en het inschatten van risico’s’

Dit is de titel van de volgende bijdrage van Ronald Meester. , hoogleraar waarschijnlijkheidsrekening aan de VU. Ook hij wijst erop “dat de overheid, het RIVM en bijna alle media de gevaren stelselmatig hebben overschat [en...] dat ook nuanceren van de pandemie sociaal vrijwel onaanvaardbaar is geworden” (2021, p96,97). De kans op overlijden bij besmetting is bjv. niet 1 tot 1,3 procent maar 0,5 procent, als je het aantal besmettingen deelt door het aantal sterfgevallen door COVID-19. Daarbij zagen we meestal comorbiditeit, meer dan één doodsoorzaak, bij meer dan 94 procent, waarbij ook de leeftijd een risicofactor is, 93 procent is ouder van 70 jaar. “Dat betekent dat tot eind februari 2021 slechts rond de 1000 mensen onder de 70 jaar overleden aan het virus”’ (p99). 

Waar komt dan de angst vandaan? Behalve van de uitvergrote cijfers en overtrokken modellen, vooral ook van beelden van bijv. “de doodskisten in Bergamo” (p102). Het virus blijkt zich snel te kunnen verspreiden en veel vooral oudere en zwakkere mensen te treffen. 

Alcohol en drugs zijn schadelijker en verergeren corona

https://www.drugsinfoteam.nl/corona 

Vermijdbare doodsoorzaken

Ronald Meester opnieuw: “Mijn mijn punt is dat er door heel, andere, eenvoudig vermijdbare oorzaken veel en veel meer mensen overlijden dan ooit door COVID-19... Aan roken overlijden jaarlijks 20.000 mensen in Nederland en mee roken kost per jaar 3000 levens. Roken is veel gevaarlijker dan een corona-infectie... Ongeveer 1.2 miljoen mensen in Nederland hebben diabetes en daar komen elke week 1000 mensen bij. Dit is, evident, een veel groter maatschappelijk probleem dan het coronavirus, maar ik zie weinig politieke wil dat de flessen cola uit de schappen van de supermarkten verdwijnen... Er vallen jaarlijks meer dan 600 verkeersdoden... Bijwerkingen van medicijnen en medicatiefouten vormen de derde doodsoorzaak van sterfgevallen... Er sterven ongeveer 12.000 mensen voortijdig als gevolg van luchtverontreiniging.” Waarom accepteert de maatschappij die vaak vermijdbare sterfgevallen?  

 

“Het is kennelijk acceptabel om allerlei vrijheden te beperken om COVID-19 te bestrijden, terwijl we dit al jaren hadden kunnen... doen voor allerlei andere risico’s... Daar waar de risico’s van het coronavirus steevast te hoog worden ingeschat, worden de risico’s van vaccinaties juist systematisch gebaggetaliseerdgebagatelliseerd... Kinderen van 12-16 jaar hebben volgens de bijsluiter van Pfizer [in 2021, nu niet meer] een kans van 0,4 procent op ernstige bijwerkingen van het vaccin. De kans om last te hebben van een corona-infectie is voor mensen van die leeftijd veel kleiner. Is het dan niet evident redelijk om kinderen niet te vaccineren?... Het is opvallend dat deze overwegingen de krant zelden halen” (2021, p104-07). 

De effectiviteitsmeting van een vaccin is al besproken. Je moet kijken naar naar de winst van een vaccin voor de hele populatie.... Naar hoeveel mensen er in totaal minder ziek worden als gevolg van het vaccin. Als je dat doet... bleek de reductie bij het Janssenvaccin 1,2 procent te zijn, en bij het Pfizervaccin 0,84 procent. Dit komt omdat de meeste vaccinaties gegeven worden aan mensen die helemaal niet met het virus in aanraking komen. Om 1 besmetting te voorkomen moeten er dan ongeveer 117 mensen met Pfizer gevaccineerd worden... Vanuit dat perspectief zijn veruit de meeste vaccinaties dus onnodig. Dat neemt niet weg dat die kleine absolute vermindering wel van groot belang kan zijn.” Een kleine reductie kan soms een omslagpunt geven, maar “in de meeste gevallen nauwelijks effect hebben” (p108-09). Hierbij dient in aanmerking te worden genomen, dat vaccinatie niet tegen besmetting beschermt en dat niet iedereen vatbaar lijkt voor besmetting, waardoor de getallen niet kloppen. Wel zouden symptomen door vaccinatie minder zijn. 

Als risico’s viraal gaan kan er paniek ontstaan 

Het R-getal en het effect van de maatregelen

Bij de effectiviteit van de maatregelen werd geschermd met het R-getal: het aantal personen dat een besmet persoon gemiddeld aansteekt. Daaruit kan met de verspreiding afleiden door het met een eerdere periode te vergelijken. “De fluctuatie van het R-getal is heel natuurlijk, ook zonder enige maatregel; dat is wat de kansrekening ons leert. De beweringen van het RIVM dat veranderingen in het R-getal door specifieke maatregelen veroorzaakt waren, zijn waarschijnlijk onjuist en in ieder geval niet controleerbaar” (2021, p111). 

Meester wijst op aantoonbare desinformatie van de overheid, bijv. bij prognoses, die met te grote stelligheid met modellen worden aangetoond, terwijl deze een grote marge van onzekerheid hebben. De gevaren van het virus zijn stelselmatig overschat en de effecten van de maatregelen werden stelselmatig onderschat. “Terwijl eventuele negatieve neveneffecten van de  maatregelen consequent genegeerd en gemarginaliseerd werden. Eeigenlijk was en is een normale rationele discussie over de risico’s nauwelijks mogelijk, want in het dominante publieke en politieke verhaal dreigde er een ramp van ongekende omvang... De maatregelen die werden genomen waren buitenproportioneel in vergelijking met de maatregelen voor andere risicofactoren” (p112). 

Als voorbeeld geeft hij de schoolsluiting, die een enorm impact heeft op de hele bevolking, vooral kinderen en jongeren worden er ernstig door gedupeerd. Het effect hiervan kan niet met modellen worden bepaald. 

“De uitkomsten van een model worden bepaald door wat je er zelf in stopt... Keer op keer blijkt ook dat de voorspellingen van het RIVM niet kloppen. Meestal zijn ze te pessimistisch” (p123). Maar wat betreft de schoolsluiting was het advies negatief, onnodig en van betrekkelijk weinig invloed op de verspreiding. “Het lijkt toch het beste om geen maatregelen te nemen waarvan geheel onduidelijk is of ze enige zin hebben, maar die de maatschappij wel zeer ontregelen. De modellen van het RIVM zeggen niets over de extra gezondheidsschade van mensen die aan andere ziektes lijden, over de verdere economische schade, over het sociaal welzijn... over een jaar gemiste contacten, over de sterk toegenomen kindermishandeling” (p125). Over de schade voor de jeugd gaat een volgend hoofdstuk.  

https://www.denhaagcentraal.net/den-haag-in-tijden-van-corona/den-haag-in-tijden-van-corona-1/ De regering in Den Haag in de ban van corona 

‘Onafhankelijke wetenschap en politieke besluitvorming’

Dit is de titel van een andere bijdrage van Ronald Meester. “Wetenschap is tegenspteektegenspraak. Wetenschap is discussie, polemiek, controverse en is zeker niet objectief. Wetenschao Wetenschap is mensenwerk... Wetenschappers hebben belangen... Een van de meeste geciteerde wetenschappers, epidemioloog John P Iohannidis... beargumenteerde dat de meeste geclaimde wetenschappelijke resultaten incorrect zijn... Nog problematischer is het gesteld met het voorspellend vermogen van de wetenschap... Modellen staan vaak bol van de subjectieve aannames... Het wordt pas problematisch als de minister een bepaalde maatregel neemt, omdát het model van het RIVM zegt dat het een bepaald effect zal hebben. Zo werken modellen niet: ze zijn geschikt als startpunt van een discusssie” (2022, p162,163). 

Hij wijst op ‘selection bias’, die mede bepaalt wordt door wie betaalt en door belangen wat betreft eigen producten. “Slagers horen hun eigen vlees niet te keuren.” Farmaceuten doen dat wel en “zouden onderzoek naar de eefectiviteit effectiviteit en veiligheid van hun producten uiteraard moeten uitbesteden aan onafhankelijke instituten of personen” (p165).

Op de vraag hoe de wetenschap het best ingezet kan worden met welke input, heeft de oveheid het antwoord gevonden door dit uit te besteden aan het RIVM en het OMT. “Waarvan eigenlijk niemand precies wist wat daar besproken werd... Welk advies uit het RIVM of welk uit het OMT is zelfs voor de CvT [Commissie van Toezicht van het RIVM] niet te bepalen... De overheid ging ervan uit dat de informatie vanuit het RIVM en het OMT als dé stem van de wetenschap gezien kon worden. Ook de rechterlijke macht is hier volledig in meegegaan... Zo’n instituut staat op gespannen voet met de diversiteit van de wetenschap... Eigenlijk doet de overheid alsof de experts het voor het zeggen hebben... Het OMT was zeer eenzijdig samengesteld... Het geeft deze beleidsmakers iets te gemakkelijk de gelegenheid om alternatieve gedachtes (die er altijd horen te zijn) als desinfiormatie of pseudowetenschap weg te schuiven... Wetenschappelijk tegengas... noemt hij [Hugo de Jonge] dan in de Tweede Kamer gewoon ‘desinformatie’ en klaar is Hugo. Nu is Hugo de Jonge geen wetenschapper, maar Ernst Kuipers en Robbert Dijkgraaf zijn dat wel” (p165,166,168,169,173).  

https://www.sciencelink.net/mensen-and-meningen/wetenschapscommunicatie-is-razend-belangrijk/6515.article

Wetenschapscommunicatie

Dijkgraaf noemt het niet accepteren van het “levensreddende geschenk” van de vaccinatie in een adem met desinformatie. Maar, zegt Meester “vaccins kunnen beste levensreddend zijn. Maar ook levensbedreigend. Dat is helemaal geen desinformatie. Dat is ook gewoon wetenschap. Die twijfel mag, nee móet er zijn.” Hij wil een centrum voor wetenschapscommunicatie. ”als de overheid dit centrum gaat opzetten, dan bepaalt de overheid wie het gaat leiden, en ook wat het beleid zal zijn... Tegenspraak monddood maken wordt dan een geïnstitutionaliseerde bezigheid” (2022, p170). 

Gaat deze overheidsinstelling dan bepalen, welke wetenschap wordt gecommuniceerd? Het doet denken aan het Ministerie van Waarheid in 1984 van Orwell. Gaat “het Centrum voor Wetenschapscommunicatie bepalen wat desinformatie is?... ?”.(Dick Bijl, p323). Er is in de wetenschap geen opperbaas  die het beter weet dan alle andere wetenschappers”’ (Ronald Meester, Dick Bijl, p323,p173). 

Wetenschap is gebaat met tegenspraak en diversiteit en met transparantie, die ontbraken bij het OMT. “Alle data... alle modellen moeten voor alle wetenschappers volledig en zonder enige moeite zichtbaar zijn... We moeten wetenschappers dóórvragen naar de reden van hun adviezen... Ze hebben ook persoonlijke meningen en... persoonlijke belangen [en...] politieke voorkeuren” (p175). 

“Wetenschappers die het anders zien dan de overheid graag wil, [dienen] zich ook beschermd te voelen door diezelfde ioverheid. Want de meeste mensen vergeten dat het de kritische wetenschappers zijn die het meeste te verduren hebben gekregen, en zich hebben moeten verdedigen tegen volkomen absurde beschuldigingen uit alle lagen van de bevolking... De overheid is daar met haar eenzijdige wetenschappelijke kijk medeverantwoordelijk voor. Het wachten is dus op een overheid die nadrukkelijk nopenstaat voor kritische geluiden vanuit de wetenschap, die snapt dat die geluiden moeten klinken en deze ook koestert” (p176). 

Dick Bijl weet nog te melden dat “de belangrijkste overheidsadviseuer tijdens de pandemie, het OMT was bezet met belangenverstrengelde onderzoekers die veelal met eenzijdige standpunten en niet onderbouwde adviezen de maatschappij haar wil oplegde. Voor de adviezen van het RIVM gold hetzelfde. Met name het gebrek aan onderbouwing werd pijnlijk duidelijk in rechtszaken aangespannen door verontruste buirgers en advocaten” (p317). 

Hoe houden we dit complex in de hand? 

‘De ijzeren driehoek van wetenschap, beleid en economie in het coronabeleid’

Het hoofdstuk met deze titel van arts en advocaat Lucas Bergkamp sluit aan bij het bovenstaande. Hhij waarschuwt voor het ontstaan van een “sciëntistische technocratie” als “’de politiek en technocratie het wetenschappelijke onderzoek in een bepaalde richting probeert te duwen, aangezien het beleid ondersteuning nodig heeft” (2022, p123,124). Dit wringt met het wetenschappelijk ethos, dat door socioloog Robert Merton in een aantal principes is samengevat: 

1. gemeenschappelijkheid, een openbare collectieve activiteit, 

2. universalisme (onpersoonlijk), 

3. belangeloosheid, eigenbelang speeklt geen rol in de wetenschap, 

4. georganiseerde skepsis, 

5. eerlijkheid. 

“Steeds dreigt het gevaatr dat de normen van het wetenschappelijke ethos worden verbannen door tegen-normen... Heimelijkheid in plaats van gemeenschappelijkheid en openheid, particularisme in plaats van universalisme, eigen belang in plaats van belangeloosheid, georganiseerd dogmatisme in plaats van georganiseerd skepticisme en oneerlijkheid in plaats van eerlijkheid.” 

“Wetenschap en wetenschappelijk advies zijn twee verschillende dingen.. Wetenschap is soms een samenraapsel van enkele inconsistente of conflicterene theorieën en heel veel waarneming die geen uitsluitsel geven over welke theorie het beste is” (p127). In deze vorm niet zo geschikt als beleidsadvies. Dit looptEr bestaat het een risico op persoonlijk gekleurde selectie. Bovendien zijn er zaken die zich slecht lenen voor een wetenschappelijke benadering, bijv. ethische kwesties, zoals eerder genoemd zijn. “De beleidsmakers dragen verantwoordeliojkheid voor hun beleidsbgeslissingen en kunnen zich niet verschuilen achter wetenschappelijkm advies. Want dat... bepaalt het beleid niet” (p130).

 

https://www.rd.nl/artikel/1004574-maatschappij-als-machine 

Technocratie en sciëntisme

“De uitdijende bureaucratie die zich van wetenwschappelijke en technische kennis bedient om beleid uit te voeren... wordt ook wel ‘technocratie’ genoemd. Experts en deskundigen spelen een belangrijke rol... Het gevaar bestaat dat technocratie de democratie verdringt. Complexe beslissingen die specialistische kennis en ervaring vereisen, kunnen moeilijk door volksvertegenwoordigers genomen worden, omdat zij de vereiste kennis niet bezitten” (p130). 

President Eisenhower waarschuwde al “that public policy could become the captive of a scientific-technological elite… and the power of money is ever present and is gravely to be regarded.” Voor ”politici en beleidsmakers… is wetenschappelijk advies een belangrijke troef… Dat verklaart… waarom machthebbers belang hebben bij… een fanatiek ideiologisch geloof in wetenschap – wetenschap als nieuwe religie” (p131). Daarmee kunnen ze hun macht en beslissingen onderbouwen en legitimeren. Mensen hebben vaak meer vertrouwen in wetenschap dan in politiek. Er kan echter “ook een inflatie van wetenschap optreden” als beloften en pretenties niet worden ingelost en problemen niet wetenschappelijk en technologisch worden opgelost. Dit zou kenmerkend zijn voor het sciëntisme. Als wetenschap democratische besluitvorming gaat overnemen, wordt democratie ondermijnd.

Kritiekloos buigen voor de wetenschap 

De ijzeren driehoek en gevolgen voor de corona-epidemie

“Het wetenschapsgestuurde beleid tijdens de corona-pandemie vertoont veel gelijkenissen met de technocratische, sciëntistische benadering... Er bestond reeds een vruchtbare voedingsbodem voor een dergelijke constellatie in de vorm van hete overheid-wetenschap-biomedisch complex (OWBC)” (p133). Deze technocratische benadering draagt weinig bij aan betere patiëntenzorg, die persoonsgericht is. 

In de driehoek verschaft wetenschap kennis aan beleidsmakers in ruil voor subsidie en aanzien, waardoor ze zich kunnen “verschuilen achter die kennis bij het opleggen van beleidsmaatregelen”. Bedrijven kunnen het beleid helpen uitvoeren en er geld aan verdienen. Zie de driehoek van wetenschap, beleid en farma-industrie. “Wetenschappers en wetenschappelijke adviseurs conformeerden zich aan de weinsen van corona-beleidsmakers,... zoals… de noodzaak van maatregelen, en de beleidsmakers verschuilden zich achter ‘de  wetenschap’ die het beleid ondersteunde” (p135). 

Zij hebben echter ook de adviezen beïnvloed. Dit kwam het wetenschappelijk gehalte niet ten goede. Dit werd bevorderd door de crisissituatie en problemen waarop nog geen antwoorden voorhanden waren. De (farmaceutische) industrie deed hierbij goede zaken, maar ook de voedingsindustrie en de techbedrijven, in tegenstelling tot de horeca en het midden- en kleinbedrijf. 

De verstrengelijng kan verklaren “waarom  de gunstige effecten van vaccinatie meer aandacht krijgen dan de negatieve gevolgen [en...] de medicamenteuze behandeling weinig aandacht kreeg, omdat al vroeg werd ingezet op... vaccins.”  

Het kan ook de totalitaire, ondemocratische tendensen verklaren. “Aangezien het gedrag van het volk het verloop van een pandemie in hoge mate bepaalt, werd controle over de populatie een beleidsdoel op zich... Om de noodzakelijk steun... te kunnen bieden moest de wetenschap een hoge mate van zekerheid pretenderen, zelfs waar die er wetenschappelijk niet was. Met onzekere wetenschap kunnen beleidsmakers geen ingrijpend beleid rechtvaardigen... Met propaganda kon daaraan een mouw gepast worden.” 

Zo werd een “geconstrueerde zekerheid” geboden. Critici kregen geen kans “gaten in het beleid te schieten... Er werd ook een restrictief informatiebeleid gevoerd... Bepaalde data werden niet vrijgegegeven... Het ‘dominante narratief’ was gebaseerd op de beleidslijn die de de overheid en wetenschappers tezamen overeen kwamen. Wetenschappers met een tegendraadse visie werden gemarginaliseerd” ( p137-39).

https://www.gdena-advocaten.be/agenda/events/zijn-onze-grondrechten-in-gevaar

 

Een ongezonde situatie 2023 01 23

 

Als we in een crisistijd

van onze vrijheidsrechten

afzien voor de collectiviteit

of de volksgezondheid

heeft niemand grondrechten

en is iedereen ze kwijt

 

Een ongezonde situatie

voor de collectiviteit

Een ramp voor onze natie

en een ongewenst beleid

Waar blijft onze vrijheid?

Zijn we onze rechten kwijt?

 

https://schooltv.nl/video/de-rechtsstaat-wat-zijn-kenmerken-van-een-rechtsstaat/ 

Opschorting van de democratische rechtsstaat

De ijzeren driehoek nam de democratie over. Zelfs rechters baseerden zich in hoge mate op het advies van het OMT. “De wetenschappelijkem feiten die de eisers aanvoerden werden van tafel geveegd” ten gunste van het (bindende) advies van het OMT.  “De rechter gaf de voorkeur aan machtsbescherming boven rechtsbescherming” (p139). Alsof het OMT bepaalde in hoeverre grondrechten nog golden in plaats van de grondwet. Er werd voorbij gegaan aan het feit dat de adviseurs van het OMT door de staat zijn benoemd en niet de wetenschap en de wetenschappelijke consensus representeren. Hun modellen waren gebaseerd op onzekere en onbekende aannames, die vaak niet uitkwamen. De rechter had geen oor voor het gegeven dat de baten nihil waren en de schade groot, zoals later werd bevestigd. 

“Het OMT heeft geen enkele deskundigheid op het vlak van de afweging van de kosten en baten van lockdowns.” Ook niet wat betreft de rechtmatigheid ervan. “De vaste leden zijn  eenzijdig gekkozen uit de hoek van infectieziekten en diergeneeskunde, economische en juridische expertise ontbreekt... De wil van de staat kreeg voorrang... De rechter kon schuilen achter de wetenschap om zo de machtsuitoefening te beschermen. De technocratie spint garen bij deze willekeurige rechterlijke terughoudendheid die het OMT almachtig maakt... en de technocratische staat min of meer een vrijbrief heeft gegeven... Op grond waarvan heeft de rechter kunnen besluiten dat het kabinet op het OMT mocht varen bij de beperking van de grondrechten?” Gezien het gebrek aan openbaarheid zijn de overwegingen  van het OMT niet bekend. “Inmiddels is bekend dat... het OMT door de beleidsmakers werd beïnvloed” (p143,145). 

Toen een Haagse rechtbank de avondklok niet legitiem verklaarde, werd onmiddellijk hoger beroep geregeld, dat gewoonlijk veel langer duurt, waardoor de staat in het gelijk werd gesteld. Het gerecht diende de staat. De auteur waarschuwd waarschuwt voor “ondemocratische besluitvormingsprocessen” en de schade die de wetenschap ondervindt door de belangenverstrengeling en beleidsdruk. 

“Zo heeft COVID-19... ook de democratische rechtsstaat geïnfecteerd... Want de staat mag beleid baseren op adviezen van zijn deskundige adviseurs... De volksvertegenwoorduiging en de rechterlijke macht zijn diep weggezakt in het moeras van de verzwakte rechtsstaat... De sciëntistische technocratie is op dit troebele water komen bovendrijven en zwaait nu de scepter, terwijl er van alles aan gedaan wordt om de herinnering aan de democratie levend te houden. In de aankomende crises... bestaat het risico dat de democratische rechtsstaat nog verder afglijdt... Zo’n rechtsstaat kan niet bestaan zonder gedegen onderwijs, objectieve wetenschap, een kritische, onafhankelijke pers, een onpartijdige rechter, een sterk middenveld, vrije zelfstandig denkende burgers en een cultuur die moraliteit hoog in het vaandel voert. Voordat de volgende crisis zich aandient maken we beter werk van het herstel van deze instituties” (p147,148,317). 

 

‘De rechterlijke toetsing van coronamaatregelen’

Het hoofdstuk met deze titel van advocaat Stan Baggers Baggen gaat vooraf aan het voorgaande. Hij was betrokken bij Vierde Golf, een beweging zich hard maakt voor grondrechten en een democratische cultuur met kritische burgers die bijdragen tot de gemeenschappelijke zaak. 

“Vrijwel alle [corona]maatregelen vormden een beperking van grondrechten die zijn vast gelegd in onder andere de grondwet en het Europese Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM... De meeste grondrechten zijn niet absoluut. Inperking is, ook in een democratische rechtsstaat, toegestaan” (2022, p107,108). Maar onder welke voorwaarden? Inperking moet wel worden getoetst aan de grondwet, aan de EVRM en bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). Dat vraagt een onafhankelijke rechterlijke macht. De vraag is dan “of beperking van door het verdrag gewaarborgde rechten en vrijheden kunnen worden beschouwd als noodzakelijk in een democratische samenleving” (p111). 

Vervolgens gaat de schrijver in op enkele maatregelen. Het hoger beroep van de staat op dezelfde dag (!) bij een verloren rechtszaak tegen de avondklok is reeds genoemd, waarbij de staat meteen de steun kreeg van de rechterlijke macht. Dit onmiddellijke beroep wijst erop dat de rechterlijke macht de staat ter wille was. “Die uitspraak in hoger beroep volgt de lijn van het EHRM [Europese Hof voor de Rechten van de Mens] uitdrukkelijk niet [en] lijkt maar weinig op de doeltreffende en nauwgezette toetsing die het EHRM voorstaat... Het [Haagse] Hof pleegt vervolgens lippendienst” (p116). Het herhaalt de visie van de staat. 

Daarna volgt de toetsing van het coronatoegangsbewijs (CTB), “omstreden vanwege het onderscheid tussen gevaccineerde en ongevaccineerde mensen... en de vraag of dit verboden discriminatie oplevert”. Het CTB verwatert later als blijkt dat gavaccineerden gevaccineerden ook anderen blijken te besmetten en ziek worden. Het is in tegenspraak met “de veronderstelling dat vaccinatie daadwerkelijke transmissie [van het virus] zou kunnen voorkomen” (p117). Deze veronderstelling wordt niet getoetst en blijkt niet te kloppen. Opmerkelijk is ook dat “het kabinet ervoor koos... de maatregelen eerst in een persconferentie aan te kondigen... voorafgaand aan de parlementaire behandeling” (p118). De volksvertegenwoordiging werd zo gepasseerd. De rechtbank volgt ook hier de staat en oordeelt dat er geen discriminatie is en “het testbewijs een nuttige functie heeft bij net het voorkomen van transmissie van het virus”. Wat betreft het vaccinatiebewijs blijkt dit later tegen te vallen. Het discrimineert wel tussen gevaccineerden en ongevaccineerden, maar niet wat betreft transmissie, omdat dit later geen wezenlijk verschil blijkt uit te maken. 

De auteur concludeert dat er door een te beperkte toetsing “het levensgrote risico ontstaat  dat grondrechten onder invloed van de waan van de dag ingeperkt worden”. De waan van de dag staat dan voor onjuiste veronderstellingen en adviezen van het OMT die  wetenschappelijk gezien onvoldoende onderbouwd blijken, of de druki van de media, zoalss bij de schoolsluiting. Bovendien werd het OMT politiek beïnvloed. Het kabinet volgt “adviezen die het zelf blijkt te kunnen beïnvloeden” (p121,122). Toetsing aan OMT adviezen kan het kabinet zelf beïnvloeden. Naar het  zich laat aanzien zou dit ook kunnen gelden voor gerechtelijke toetsing, met uitzondering van een Haagse rechtbank die in hoger beroep moest wijken voor de staat. 

https://www.europa-nu.nl/id/vjhzlnx4pbzc/procedure_schending_rechtsstaat_door_eu

 

De rechtsstaat   2023 01 15

 

Wordt de rechtsstaat nu versneld

in zijn oude glorie weer hersteld

door corona in de knel gekomen

door de covidcrisis meegenomen?

 

De toekomst zal het leren

hoe wij ons gaan weren

tegen rechterlijk sverzuim

en tegen machtsmisbruik

Komen we er samen uit?

 

De helderheid van ons bewustzijn

zou bepalend kunnen zijn

‘Bestuurscultuur en coronapandemie’

Dit is de titel van een volgens hoofdstuk doot Hans Siepel, die plaatsveravngende plaatsvervangend directeur communicatie op het Ministerie van Binnenlandse Zaken is geweest en mede-oprichter van het Expertise Centrum Risico- en crisiscommunicatie. Van hem is het eerdergenoemde begrip ‘tunnelvisie’ afkomstig, waarmee het coronabeleid zich laat karakteriseren. Zoals ook uit bovenstaande blijkt “schortte het aan informatievoorziening. De Kamer en/of bewindspersonen werden ontijdig of onvolledig geïnformeerd... Deze bestuurscultuur dicteert dat tegengeluiden geëlimineerd worden” (2022, p149,150).

Siepel signaleert de volgende tendensen, die deels herkenbaar zijn bij het coronabeleid: 

  1. “Marktwerking en bedrijfsmatig werken werd het nieuwe adagium”
  2. “Communicatieprofessionals bij de overheid laten zien hoe ze dat in het bedrijfsleven deden... met communicatiemarketing”
  3. “Het gevolg is dat overheidscommunicatie zich niet meer op de belangen van de burgers en de samenleving oriënteert, maar haar focus richt op de media”
  4. “De wetenschap groeide uit tot een steeds dominantere speler in het publieke en publicitaire debat.” 

“Werd in vroegere dagen... God nog wel eens aangehaald, nu heeft de wetenschap deze plek veroverd. In de corona debatten en andere debatten zijn de woorden: ‘ik geloof in de wetenschap’ of ‘’ik vertrouw of op de wetenschap’ het meest gehoord. Wie kritiek levert op de (mainstream) wetenschap of een andere gedachte poneert wordt... beschuldigt vann het verspreiden van nepnieuws of desinformatie” (of complotdenken). En zo werd... de bestuurscultuur met haar tunnelvisie.. en de communicatie-werkwijze extra versterkt... Er waren [en zijn] uit wetenschappelijke hoek tal van kritische  en onafhankelijke stemmen, maar deze sneuvelden in het moeras van tunnelvisies... Kritische wetenschappers met een ander geluid en visie werden als in de beste inquisitiedagen ‘kaltgestelt’” (p150-52).

Dat kwam de geloofwaardigheid en het vertrouwen niet ten goede, die momenteel volgens de NRC een dieptepunt bereikt heeft, alle overheidscommunicatie ten spijt. “Burgers worden vooral gedreven door immaterële principes als eerlijkheid, vertrouwen en oprechtheid. Juist deze waarden zouden voor burgers essentieel zijn in hun overheidscommunicatierelatie met de overheid.”  

https://pensioenpro.nl/pensioenpro/30053727/tunnelvisie-rond-wet-toekomst-pensioenen 

Kritische toetsing van het beleid

Aan de hand van genoemde principes en tendensen en onderzoek van anderen toetst Siepel het overheidsbeleid, in het bijzonder ten aanzien van corona. “Nu weten we allemaal dat binnen de overheid, als het zo uitkomt, een loopje wordt genomen met de feiten en de waarheid. Of zoals dat zo mooi heet: dat ‘strategisch’ met informatie wordt omgegaan... Bestuurders, communicatieprofessionals en mainstreammedia... bouwen elke dag weer mee aan de tunnelvisies... In de media en journalistiek... leeft men in de illusie dat zij (objectieve) feiten en de (objectieve) werkelijkheid verslaan. Niets is minder waar” (2022, p154-55).

Siepel ziet “in de coronacrisiscommunicatie...  een herhaling van... tunnelvisies, strategische inzet van informatie, het aanpakken en wegmoffelen van kritiek en andere opvattingen en visies. Dit in ‘enge’ samenwerking met de communicatie-professionals en journalisten van de mainstreammedia” (p156-57). Hij verwijst naar publicaties in het kader van de WOB (Wet Openbaar Bestuur) door o.m. Daniël van der Tuin, de Toeslagen-affaire, SMS-gate (gewiste sms berichten) en andere Haagse dossiers. “Kritische tegengeluiden worden monddood gemaakt en niet alleen in het coronadossier... Het is systeem-eigen geworden” (p157). Zie bijv. het ‘functie-elders’ incident rond een kritisch kamerlid.

“De stukken van van der Tuin over hoe de overheid massale controle uitoefende op kritische burgers en daarbij de massamedia inzette om met alle mogelijke middelen – inclusief leugen, angstcommunicatie, misleiding en bedrog over bijv. de noodzaak van de avondklok, van mondkapjes en de uitbreiding van de IC-capaciteit – doen een weldenkend mens de schrik om het hart slaan... Er moest en zou ten koste van alles één verhaal – of met een modern woord: ‘narratief’ – verteld worden: het gelijk van het medisch-wetenschappelijk corona-overheidsverhaal. En de maatschappelijke werkelijkheid die hieruit... voortkwam is niet zo’n fraaie, zo beseffen steeds meer ‘gewone’ burgers... Polarisatie, gescheurde familie- en vriendenrelaties, enorme trauma’s  en grote economische en immateriële schade. Dat er slechts één ‘blijde boodschap’ – het vaccin maakt vrij – verteld mocht worden en kritiek de kop ingedrukt, blijkt ook overduidelijk. Alles wat niet paste in het narratief... werd gelabeld als ‘desinformatie’. Of, erger nog, als extreemrechts  en staatsgevaarlijk getypeerd” (p158).

Het narratief werd vaak verbonden met modellen, die de werkelijkheid modelleerden en leken te vervangen. “De Kamer ‘knielde’ met grote eerboied voor zoveel wetenschappelijk kennis,” schrijft Siepel over de reactie op presentaties van ‘modellisten’. Ook de kritische en toetsende functie wat betreft het beleid bij het parlement liet ernstig te wensen over. “Over de mogelijkheid dat er welicht iets ernstig mis is met het overheidscoronanarratief? Geen woord. Over censuur en inquisitiepolitiek? Prachtig zo! Over vaccincritici? Met hulp van wetenschap de kop indrukken” (p160). 

“Als dat [het overheidsnarratief] de uitkomst is van wetenschapswerk, dan is er met die wetenschap zelf iets heel ernstigs mis. Als wetenschapswerk leidt tot een totalitaire samenleving, waar de kernwaarden van het humanisme bij het oud vuil worden gezet, dan deugt dergelijke wetenschap zelf van geen kant.” Hij ziet  de contouren van een “wetenschapskalifaat. Met absolute staatscontrole en doorzettingsmacht. Met censuur en centrale regie. Met (vaccin)verplichtingen en diep staatsingrijpen in ieders persoonlijk leven, van de individuele vrijheid en lichamelijke integriteit blijft weinig tot niets over. Het collectieve belang boven individuele vrijheid” (p160).

“Hoe nu verder?... Er is een breed maatschappelijk verzetsfront nodig” (p161). Dit in samenhang met “vermaatschappelijking”. Hij licht dit toe met termen als “betekenis geven” niet (alleen) op basis van wetenschap. Want wetenschap wordt vaak waardenvrij genoemd, hoewel in het ethos van de wetenschap wel degelijk bepaalde waarden gelden, die tijdens de coronacrisis bij velen uit het oog verloren lijken te zijn. Betekenis geven is gebaseerd op waarden. “Het gaat de komende tijd ergens over” is de laatste zin. Bijv. over met welke waarden we ons leven zelf betekenis willen geven. Dat is geen overheidstaak, maar een eigen keuze.

Deel 3 gaat over de toekomst, met name van de wetenschap, de democratie, de media en de samenleving als geheel. Zijn we goed op weg?