Civis Mundi Digitaal #130
Hersenonderzoek staat centraal. https://www.brainfacts.org/neuroscience-in-society
Het grootste deel van het boek gaat over wetenschappelijk onderzoek vanuit diverse disciplines: sociale wetenschappen, cognitiewetenschap, informatiewetenschap, biologie, neurowetenschap, kwantumfysica en elektromagnetisme. Daarbij worden uiteenlopende theorieën getoetst aan empirisch onderzoek. Het onderzoek kreeg een stimulans door het vinden van neurale correlaten van bewustzijn. Die geven echter nog geen verklaring van bewustzijn. Het zijn geen oorzaken.
Bewustzijn in de sociologie en psychologie
Bewustzijn is niet alleen een individueel verschijnsel. Er is ook een collectief bewustzijn, door Emile Durkheim omschreven als gemeenschappelijke gevoelens en gedachten. Deze kunnen ook een moreel aspect hebben en houden de samenleving bij elkaar (zie CM 37). Volgens Marx werd het collectieve klassenbewustzijn bepaald door de sociaal-economische positie. De laatste tijd staan nationaal en etnisch bewustzijn en identiteit in de belangstelling. Bijv. bij het slavernijverleden, de weerstand tegen de instroom van vluchtelingen van andere volken, de Oekraïense nationale identiteit, enz. Bewustwording van de sociale positie en van sociale invloeden is van belang bij sociale verandering.
http://www.hetgrotereplaatje.nl/collective-consciousness.php
“Bewustzijn is in de psychologie een centraal aandachtsgebied’’ (p146). Grondleggers van de experimentele psychologie zijn al genoemd: Fechner, Wundt en James. Dieptepsychologie en psychoanalyse onderzoeken de relatie van het bewustzijn met het onbewuste. Jung onderscheidt het persoonlijk en collectief onbewuste: collectieven symbolen en archetypen. In de cognitieve psychologie worden bewustzijnsfuncties onderzocht.
Bekende recente studies van de invloed van onbewuste processen zijn Thinking Fast and Slow van Nobelprijswinnaar Daniel Kahneman en Het slimme onbewuste van Ap Dijksterhuis, hoogleraar psychologie van het onbewuste in Nijmegen (zie CM 51). Een overzichtstudie waarin het bewustzijn als primaire realiteit een centrale plaats heeft is Irreducible Mind: Toward a Psychology of the 21th Century door Edward en Emily Kelly e.a (zie CM opgedragen aan Frederick Myers, een van de grondleggers van de parapsychologie (zie CM 74).
Bewustzijn in de cognitiewetenschap
Het betreft hier een interdiscipinaire wetenschap van vnl. cognitieve psychologie, neurowetenschap en kunstmatige intelligentie. Cognitie in ruime zin omvat waarnemen, emotie, aandacht, geheugen, intelligentie, creativiteit en metacognitie (p153,160). Informatieverwerking is de kern. “De geest (mind) wordt dan gezien als informatieverwerker... Via aandacht wordt een selectie gemaakt van wat het meest belangrijk is uit de enorme hoeveelheid aan beschikbare informatie. Aandacht is een noodzakelijke maar niet voldoende voorwaarde voor bewustzijn. Neurobioloog Baars en collega’s bijvoorbeeld zien aandacht als de poort voor bewustzijn” (p154). James was de eerste die wees op het verband.
De Gobale werkruimte theorie (GWT) licht bewustzijn toe met de ‘theater-metafoor’. “In het ‘theater van bewustzijn’ schijnt een spotlight bestaande uit selectieve aandacht op het podium. Het spotlight onthult de inhoud van het bewustzijn, waar acteurs komen en gaan... Volgens Baars worden processen bewust als ze de globale werkruimte betreden” (p156).
De hogere orde theorie (HOT) “stelt dat een hogere orde observatie van een eerste orde verwerking cognitie bewust maakt” (p161). Bewustzijn en hersenwerking zouden dan gelaagde verschijnselen zijn met hogere en lagere aspecten, die resp. bewust en voorbewust of onbewust zijn.
https://stocksnap.io/search/spotlight
Het meervoudige versies model van Daniel Dennett beschouwt bewustzijn in termen van verscheidene “stromen van bewustzijn”, dat dus geen centrale plek heeft. Bij zintuiglijke waarneming zijn er verschillende informatiestromen en processen in verschillende hersendelen die worden geïntegreerd.
(Cognitief) enactivisme beschouwt bewustzijn in interactie met de omgeving “Waarnemer en omgeving bepalen elkaar en zijn van elkaar afhankelijk” (p160).
https://profinit.eu/en/blog/career-suicide-by-integrated-information-theory/
De informatiebenadering: de Integrated Information Theory (IIT)
De Integrated Information Theory (IIT) van Tononi en Koch is een van de bekendste. “Kerngedachte is dat bewustzijn overeenkomt met, mogelijk gemaakt wordt door geïntegreerde informatie” (p163). Uitgangspunt is de bewuste ervaring, niet de hersenwerking. Van de belangrijkste kenmerken van bewustzijn worden neurale correlaten onderzocht, niet andersom. “De theorie gaat ervan uit dat bewustzijn een basale eigenschap is van fysische systemen... Bewustzijn kent niveaus/gradaties... en is ook in zeer eenvoudige systemen aanwezig” (p165). In die zin komt het in de buurt van panpsychisme, dat echter weinig zegt over de organisatie van de geest en/of het bewustzijn.
Axiomatische kenmerken van bewustzijn zijn: het bestaat, het is gestructureerd,
informatief, geïntegreerd en exclusief, d.w.z. het sluit andere bewuste ervaringen uit (op hetzelfde moment). Vervolgens worden mechanismen onderzocht die deze kenmerken ondersteunen. Bewustzijn komt overeen met geïntegreerde informatie en evolueert naar hogere vormen daarvan, waarschijnlijk in samenhang met het aantal neuronen en onderlinge verbindingen. Meer geïntegreerde informatie zou meer bewustzijn generen. Dit leent zich voor empirisch onderzoek. Het cerebellum zou niet voldoende integratie hebben, de hersenschors wel.
Geïntegreerde informatie lijkt echter geen voldoende voorwaarde voor bewustzijn. Een ander punt van kritiek is dat de vijf axiomatische kenmerken niet duidelijk zijn gedefinieerd, evenmin hoe ze samenhangen of correleren met (de mate van) bewustzijn. En wat is bewustzijn precies? “De hamvraag luidt: wanneer is een fysisch systeem bewust?... Naar welke dimensies verwijzen IIT-theoretici als ze spreken over niveaus van bewustzijn?” (p176,177) En hoe hangt het samen met geïntegreerde informatie?
“Tononi maakt geen onderscheid in bewustzijn en proto-bewustzijn” (p180). De mate van bewustzijn wordt niet verduidelijkt met parameters. “Je kunt bewustzijn niet verklaren door te zeggen dat het uit informatie bestaat, omdat informatie slechts in relatie tot bewustzijn bestaat... Ze proberen bewustzijn te verklaren met een concept - informatie - dat bewustzijn veronderstelt” (p182). Bovendien vraagt men zich af of bewustzijn zonder materie kan bestaan.
Verder zijn (bewustzijns)kwaliteiten niet te vatten in kwantiteiten en fysische kenmerken en mechanismen. De kloof tussen bewustzijn en materie blijft. “Het moeilijke probleem wordt niet opgelost” (p185). Het laat zich ook niet oplossen met geïntegreerde informatie. De vraag hoe informatie wordt geïntegreerd en gerelateerd is aan bewustzijn en welke vorm van informatieverwerking tot bewustzijn leidt, blijft onbeantwoord.
https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Bestand:Chalmers%27s_double-aspect_theory_of_information.JPG
Protyposis: informatie oerstof van het universum
Protypsis betekent ‘preformatie’. “Ze vormt de basis om zowel het materiële als het mentale natuurwetenschappelijk te kunnen verklaren” (p187). Het zou de grondsubstantie van het universum zijn. Het zou overeenkomen met de “absolute quantum bits AQB” van de kwantumfysica. M a w protyposis komt overeen met “kwantuminformatie”. “Materie uit zich dan als gevormde of gecondenseerde protyposis en bewustzijn als protyposis die zichzelf beleeft en kent... Görnitz omschrijft het menselijk bewustzijn als een geactiveerde entiteit van betekenisvolle kwantuminformatie waarbij het levende brein zijn drager is... Toename van de informatieverwerkingscapaciteit door de ontwikkeling van het brein leidt tot een toename van het reflectievermogen van het bewustzijn” (p187,189,190,201).
Commentaar: bewustzijn doet zich voor als een geheel. Kwantum bits kunnen niet verklaren hoe uit stukjes (bits) informatie het holistisch karakter van bewustzijn als geheel voortkomt. De holistische veldtheorie van Bohm lijkt daarvoor meer geschikt, omdat een veld al een geheel vormt.
http://quantum-mind.co.uk/implicate-order/
Bohm: Kwantumveldinformatie en bewustzijn
De auteur verwijst hier naar Bohms boek Wholeness and Implicate Order. In het universum is een “ingevouwen” orde die a.h.w. wordt uitgevouwen. Dit geldt ook voor de geest. Informatie heeft een holistisch veldkarakter, waarbij een deeltje ook een golf- of veldkarakter heeft en ook tegelijk een materieel en een mentaal karakter. “Onder ieder deeltje ligt de beweging van een veld. Deze beweging ontvouwt informatie” (p193). Informatie is niet precies gelokaliseerd, omdat het veld uitgespreid is. Dat geldt ook voor de ‘implicate order’ die zich overal ‘uitvouwt’ in een informatie- en manifestatieproces. “Bohm verkondigt de stelling dat de implicate orde de feitelijke relatie tussen geest en materie uitdrukt, zonder dat er sprake is van cartesiaanse dualiteit” (p194).
“De golf in-formeert het deeltje, zet het deeltje als het ware in vorm. Deze informatie heet dan actieve informatie... Dit opent de mogelijkheid van een andere wijze van denken over de verhouding tussen geest en materie... Materie correspondeert met de meer manifeste niveaus... Geest met meer subtiele niveaus... De meer subtiele niveaus organiseren de meer manifeste niveaus, de meer manifeste niveaus voorzien de subtiele niveaus van inhoud. Informatie wordt dan op elk niveau opgevat als de brug tussen de mentale en fysieke/fysische aspecten” (p202).
“Hoe de explicate orde oprijst uit de implicate orde blijft onhelder. Ook blijft onduidelijk hoe de mentale en de materiële kanten zich tot elkaar verhouden” (p195). Volgens Bohm is informatie fysisch en mentaal. “Een veld moeten we zien als informatie die zich letterlijk informeert (=invouwt) of die vorm geeft aan de energie van het deeltje, een nieuwe notie van ‘actieve informatie’... Informatie zoals bevat in de kwantumgolffunctie heeft bepaalde holistische eigenschappen – het bemiddelt bijvoorbeeld non-lokale verbindingen. Dit maakt het interessant te bezien of bepaalde welbekende holistische eigenschappen van de bewuste ervaring verbonden kunnen worden met actieve kwantuminformatie” (p196,197).
https://www.huisvangod.nu/preken/schepping-vs-evolutie/
Er zijn verschillende niveau’s van bewustzijn, het begint al bij eencelligen
Bewustzijn, biologie en evolutie
De vraag is wanneer bewustzijn ontstond tijdens de evolutie. Of het er altijd al was in protovorm en net zo fundamenteel is als materie volgens continuïteitstheorieën. Of is het in een bepaalde fase ontstaan, volgens discontinïteitstheorieën, bijv. bij eencelligen, of bij dieren, bij zoogdieren en vogels of pas bij de mens. Het moeilijke probleem is hoe uit niet-bewuste materie bewustzijn wordt ontstoken?
In de evolutie toont zich volgens Arie Bos een toenemende autonomie en vrijheid t.o.v. de buitenwereld, die gepaard gaat met individualisering en internalisatie. De celwand geeft “afsluiting van èn uitwisseling met de buitenwereld... Zo kon de cel aan stofwisseling doen... en daarmee energie met de omgeving uitwisselen. op die manier maakte de cel zich vrij van de entropie [wanorde... Het doel wordt zelfregulatie, het handhaven van de eigen ordening te midden van de chaos in de omgeving... De cel is een geordende autonome structuur... Volgens Bos begint het bewustzijn al bij eencelligen als een soort eencellig protobewustzijn” (p206,207,208).
“Evolutie... is een spel van zelforganiserende krachten.” Het gaat in de richting van toenemende autonomie. Dit gaat samen met toenemend bewustzijn. “De hersenen vormen het instrument van het bewustzijn... het orgaan van de vrijheid” (p208, 210,232).
https://www.slideshare.net/TonHurkmans/raadsels-van-de-evolutie-th-56603630
Biologisch naturalisme
Volgens deze benadering is bewustzijn complex en emergent en heeft het fysicalistische biologische oorzaken. Het bewustzijn ontstaat in complexe, hiërarchisch georganiseerde systemen. De vraag is wat bewustzijn is en wanneer het er is. Bij gewervelden, of geleedpotigen en koppotigen (inktvissen)? De laatsten hebben zintuiglijke organen, een soort zenuwstelsel en “hersenmechanismen voor het richten van de aandacht en het opslaan van herinnering” (p212). Waarneming, “onbewerkte ervaring zonder reflectie”, zou een vereiste voor primair, sensorisch bewustzijn zijn (p211,214). Er wordt gekeken naar neurale correlaten van bewustzijn. Een correlaat is echter nog geen verklaring.
Het neuraal darwinisme van Edelman onderscheidt o.a. primair, sensorisch bewustzijn in het heden en secundair bewustzijn van heden, verleden en toekomst. Een meer complex bewustzijn vereist een meer complex zenuwstelsel.
“Bewustzijn is... een emergente eigenschap van complexe zenuwstelsels” volgens Feinberg en Mallatt (p217). Het komt voort uit bepaalde neurologische kenmerken. Hoe bewustzijn ontstaat wordt echter niet duidelijk.
Leven als oorsprong van bewustzijn
https://www.slideshare.net/09059637270/3-cellular-basis-of-life-7404081
Cel als oorsprong van bewustzijn: Cellulair Basis of Consciousnes CBC
Deze visie van cognitief psycholoog Arthur Reber en neurowetenschapper LeDoux houdt in dat er geen zenuwstelsel vereist is voor elementair bewustzijn, dat al bij bacterieën zou voorkomen. Deze slaan nl. informatie op en reageren erop, bijv. over gevaren en voedingsstoffen (zie CM 105 over bacteriologie en evolutie). Velmans geeft als criterium voor bewustzijn o.a. “het vermogen om gedrag op basis van interacties met de wereld aan te passen” (p221). Dat zien we al bij eencelligen.
Jedlicka laat zien dat eencelligen “zintuiglijke informatie verwerken, die vervolgens hun interne gesteldheden en besluitvorming vorm geeft... eencelligen bezitten geavanceerde sensomotorische en besluitvormende vaardigheden. Vraag is evenwel of we hier met bewuste of onbewuste processen te maken hebben” (p221). En de vraag wat het onderscheid precies is. Er is (elementaire) waarneming en cognitie, maar is dat ook bewustzijn? Of proto-bewustzijn? En wat is bewustzijn en proto-bewustzijn dan precies? Er is natuurlijk een wereld van verschil tussen het elementaire bewustzijn van eencelligen en het zelfbewustzijn van mensen, maar er is ook een vorm van continuïteit, die de natuur zo fascinerend maakt.
https://timeincosmology.com/tag/orchestrated-objective-reduction/
Orch OR orchesterated objective reduction
Deze theorie van wis- en natuurkundige Roger Penrose en anesthesioloog Stuart Hameroff verklaart bewustzijn uit de orkestratie van talloze zgn. ‘microtubili’ (Mti). Dat zijn “informatie verwerkende moleculaire automaten” in de vorm van “proteïnestructuren in de zenuwcellen van het brein” (p233). Daarin zouden proto-bewuste kwantumprocessen plaatsvinden. Die zouden dan tot een geheel worden georkestreerd. Het brein maakt muziek van de talloze noten. Maar wat maakt of wie maakt dat deze ‘noten’ muziek worden? En wat maakt dat het brein dat kan? Wat is het brein?
“Bewustzijn is samengesteld uit afzonderlijke ‘proto-bewuste’ kwantumgebeurtenissen die zich voltrekken conform fysische wetten die nog niet helemaal worden begrepen” (p234). Het heeft ook te maken met emergentie vanuit “complexe berekening van breinneuronen”. Bewustzijn kan ook worden beschouwd als proto-bewuste eigenschap, die latent aanwezig is in het universum en bij voortschrijdende evolutie zich manifesteert door toenemende orkestratie en organisatie.
Macroscopische kwantumcogerentie van miljarden cellen, die nodig zou zijn om het bewustzijn van de wereld als een synchroon geheel te verklaren, is alleen bekend bij temperaturen in de buurt van het absolute nulpunt en lijken onwaarschijnlijk in ons brein.
https://blog.donders.ru.nl/?p=7165
Neurowetenschap: de studie van het zenuwstelsel
Basisidee is dat het brein bewustzijn voortbrengt. Een onbewezen these. Een minderheid meent dat “het brein een instrument vormt voor bewustijn” dat a.h.w. de signalen van het bewustzijn opvangt(p236, 254). Francis Crick, medeontdekker van de structuur van DNA en Christof Koch gelden als grondleggers.
“Het brein bestaat uit om en nabij 1,1 triljoen cellen... Bij elkaar schept dat 500 triljoen verbindingen... Dit kleine orgaan gebruikt twintig tot vijfentwintig procent van de metabolische voorraden... Het groot raadsel is hoe uit de organische machinerie het bewustzijn tevoorschijn komt” (p238,239).
Er zijn twee modellen van het brein: het model van de gebieden, dat functies in hersengebieden lokaliseert en het netwerkmodel dat functies met neurale netwerken van samenwerkende cellen verbindt. Probleem is hoe verschillende gebieden en netwerken af te bakenen. Dan zijn er nog de twee hersenhelften die ook verschillende functies, soorten van aandacht en bewustzijn hebben.
De neurowetenschap spoort vooral neurale correlaten op van psychische functies en bewuste ervaring. “Die ervaring valt echter niet te reduceren tot eraan voorafgaande oorzaken of correlaten. Correlaten immers zijn geen oorzaken.
Het grote probleem van de hedendaagse onderzoek is dat het niet wil lukken de neuronale grondslagen van bewustzijnstoestandenop te helderen... Het fenomenale/mentale en het fysieke/fysische lijken tot twee verschillende koninkrijken te behoren met elk eigenn wetten” (p243-44, zie Christof Koch, Bewusstsein: Bekentenisse eines Hirnforschers).
Dan is er ook nog het “verbindingsprobleem”, hoe uit een veelheid van zintuiglijke indrukken eenvormige waarnemingen en een ononderbroken stroom van bewustzijn worden gevormd. “Bewustzijn valt volgens Velmans niet te reduceren tot hersentoestanden en/of –functies” (p245).
Neuroplasticiteit relativeert de rol van het brein. Iemand bij wie 97% van de verbindingen tussen hersenschors en ruggemerg blijvend waren verwoest door een beroerte, leerde alles opnieuw. “Hoe kan hij leren spreken met verwoeste spraakcentra?... We zijn dus niet gedetermineerd door onze hersenen, maar passen die aan onszelf aan” (p246,254).
“Op het punt van... het moeilijke probleem van het bewustzijn levert de neurowetenschap weinig... Het kennisgereedschap... schiet tekort bij elementen als: bewustzijn, intentionaliteit, fenomenale aard, eenheid en perspectief... De hamvraag is of mentale eigenschappen tot neurale eigenschappen gereduceerd kunnen worden. De neurowetenschap biedt nog geen enkele verklaring voor hoe vurende neuronen zich tot fenomenale ervaring ontwikkelen... fMRI en andere technieken die het brein meten, zijn indrukwekkend, toch bieden ze geen enkel inzicht in wat de geest is... Als de wereld geen mentale eigenschappen kent en als neurale netwerken deel uitmaken van de wereld, hoe kunnen neurale netwerken dan mentale eigenschappen voortbrengen... Er is een diepe kloof tussen beide. Er zijn nog vele onopgeloste kwesties” (p255,249,250,251-52).
Bijv. hoe onze waarneming een eenheid vormt en verschillende hersengebieden, -netwerken en -functies samenwerken. “De veronderstelling dat bewustzijn opdoemt uit het brein is nog nooit met enig experimenteel bewijs onderbouwd. Zelfs is er geen steun voor de noodzakelijkheid van neurale activiteit voor bewustzijn. Er bestaan evenmin psychofysiche wetten die de kloof tussen fysieke/fysische en mentale processen overbruggen” (p253).
https://allevents.in/haarlem/cursus-praktisch-kwantumbewustzijn/200023756242824
Kwantumbewustzijn
Bij bewustzijn zouden kwantumfysische processen een rol spelen, zoals verstrengeling en superpositie: resp. deeltjes die op afstand gelijktijdig op elkaar afgestemd zijn en deeltjes die op verschillende plaatsen tegenijk zijn. Mensen die daarvan niet willen weten noemen het ‘kwantummystiek’. Het bewustzijn van de waarnemer zou het waargenome beïnvloeden. Zonder bewustzijn geen meting. Bewustzijn krijgt een fundamentele plaats in de kwantumfysica, fundamenteler dan materie en energie volgens vooraanstaande fysici als Max Planck, Erwin Schrödinger, Wolfgang Pauli, Eugene Wigner, Brian Josephson, John Wheeler, Henry Stapp en de wiskundige John von Neumann (p268).
De kwantumtheorie houdt in dat energie verdeeld is in kwanta, die zich als golf en als deeltje gedragen, afhankelijk van de proefopstelling en de waarneming. Ook de locatie en andere eigenschappen van een deeltje zijn afhankelijk van de waarneming volgens de Kopenhagen interpretatie. Vóór de waarneming zijn er slechts waarschijnlijkheden en mogelijkheden die door de waarneming als een bepaalde werkelijkheid worden geregistreerd. “Als er niet wordt waargenomen heeft een kwantumobject geen definitieve locatie in tijd en ruimte en ook geen vaststaande eigenschappen” (p2680
“De werkelijkheid vormt een kansenveld... Het is de waarneming die ervoor zorgt dat het oneindige kansenveld van de schrödingervergelijking zich samentrekt tot een concrete, tastbare werkelijkheid. Maar waar is nou die waarnemer?” (p272,273). Het bewustzijn van de waarnemer zou de bepalende factor zijn bij de waarneming. Hoe blijft een mysterie.
“Stapp... ziet een rol voor microscopische kwantumprocessen die zich in de synaposen tussen de neuronen afspelen. De gedachte gaat zover dat bewustzijn een fundamentele natuurkracht is” (p284). Vooralsnog een hypothese. Meer over bewustzijn en kwantumfysica in CM 26, 27 en 108.
http://integral-options.blogspot.com/2013/03/conscious-electromagnetic-field.html
Elektromagnetische veldtheorieën
Bewustzijn zou te maken hebben of ontstaan door een elektromagnetisch veld in het brein volgens o.m. de Conscious Electromagnetic Information (CEMI) veldtheorie van Johnjoe McFadden en Susan Pockett. Zo’n veld zou ontstaan door synchroon vuren van talloze neuronen. “Gedachten worden gezien als elektromagnetische representaties van neuronale informatie... Het gevoel van subjectieve ervaring of qualia correspondeert met een bepaalde configuratie van het CEMI-veld... Een sleutelkenmerk van bewustzijn is dat het gebonden of geïntegreerde informatie representeert... De CEMI-veldtheorie stelt dat het EM veld van het brein het fysische substraat is van bewustzijn” (p286,287).
Echter, “complexiteit is niet voldoende om bewust te acteren”, net zomin als geïntegreerde informatie... Niet alle elektromagnetische patronen gegenereerd door breinactiviteit zijn bewust” (p288,289). Wat bepaalt dan welke EM velden met bewustzijn gepaard gaan en welke niet? Waar komt bewustzijn dan vandaan?
“Als bewustzijn een eigenschap is van elektromagnetische energie, moet het tastbare componenten hebben in het elektrische veld en het magnetische veld... Pockett en McFadden sluiten aan bij de standaardassumptie van de fysische wetenschapsgemeenschap dat welke elektromagnetische component van bewustzijn dan ook een epifenomeen is, een veld als bijzonder bijproduct dat ontstaat uit het vuren van neuronen in het brein of kwantumresonantie die in microtubuli ontstaat.”
“Shelli Joye... gaat uit van de assumptie dat bewustzijn in het hele spectrum van stralingsenergie aanwezig is... en als de voorloper van de evolutie van menselijk bewustzijn kan gelden... De premisse is dat bewustzijn en menselijk bewustzijn niet een en hetzelfde zijn... Volgens Joye heeft de moderne wetenschap bewustzijn beperkt tot menselijk bewustzijn” (p290). De vraag is dan wat beide onderscheidt. Een andere vraag is “waarom een bepaald kwantumkenmerk, zoals het EM-veld in de hersenen tot bewustzijn zou leiden” en hoe (p293).
Een voordeel van electromagnetische veldtheorieën is dat het combinatieprobleem niet speelt: hoe de combinatie van miljoenen neuronen zich integreert in een holistisch verschijnsel als bewustzijn. Een veld vormt immers een geïntegreerd geheel.
https://zeropointfields.com/home
Het nulpuntveld (ZPF)
Volgens de benadering van Joachim Keppler, de stochastische elektrodynamica (SED), is bewustzijn fundamenteel als een niet-materieel veld van bewustzijn dat interacteert met materie. Dit veld noemt hij het substraat van bewustzijn, dat als het ware uit het veld wordt gefilterd door het brein. “De vraag is: wat is de aard van het bewustzijnssubstraat, hoe wekt het interactiemechanisme precies, is er bewijs dat bewuste processen in het brein daadwerkelijk gebaseerd zijn op dit mechanisme?” (p295).
Keppler ziet niet materie maar een vacuümveld of nulpuntveld (zero point field, ZPF) als primaire werkelijkheid. “Dit valt te interpreteren als oceaan van licht.” Het is geen geordend, maar een stochastisch veld. D.w.z. dat het ongeordend is en er toevalsfluctuaties zijn. “Dat veld is niet alleen de drager van energie [en materie], maar ook de drager van bewustzijn... Alle tinten van fenomenaal bewustzijn zijn reeds inherent in het volle frequentiespectrum van het ZPF (p295,296). Er is geen combinatie- of aggregatieprobleem. Materie, energie en bewustzijn komen voort uit ordening van het ZPF.
Het brein beschouwt Keppler als “een stochastische oscillator die wordt aangedreven door het ZPF” (p297). En geordend bewustzijn en materie ontstaan uit een ongeordende veld. Het brein vibreert op onvoorspelbare wijze, maar met een zekere ordening. “Het brein is een hoogst gespecialiseerd filter van bewustzijn... Het brein filtert nuances van bewuste ervaringen uit het universele kleurenpalet van van bewustzijn dat in het alomtegenwoordige veld is ingebouwd” (p308).
Een sleutelkenmerk... is de notie van een informatietoestand in het ZPF... Deze vormt de centrale verbinding tussen en fysische manifestatie in de buitenwereld en een psychische gesteldheid in onze binnenwereld... De verbinding tussen informatietoestanden in het ZPF en ons spectrum van qualia wordt gespecificeerd door psychofysische wetten” (p300,308,309). De vraag is dan welke?
Materie en bewustzijn worden verklaard vanuit interactie met het ZPF. Maar hoe precies blijft onderwerp van onderzoek. Bewustzijn is latent aanwezig in het ZPF en kent gradaties van manifestatie. De mate van geïngreerde informatie in kwantumsystemen zou samengaan met de mate van bewustzijn, “waarbij eenvoudige systemen alleen eenvoudige en rudimentaire vormen van bewustzijn hebben” (p301). Gradaties worden niet gespecificeerd.
https://www.linkedin.com/pulse/our-brain-zero-point-field-quantum-dynamics-anne-stanford
Het ZPF als kosmisch veld van bewustzijn zou zijn “te vergelijken met zuiver bewustzijn, een vormeloze zee van bewustzijn die dient als scheppende baarmoeder waaruit alle vormen van ervaring ontstaan” (p305). Subjectiviteit zou inherent zijn in kosmisch bewustzijn als “zuiver subject... een a-perspectivisch subject... zonder individueel bewust perspectief... De vraag is dan: is een zuiver subject wel een subject?” Het geldt als “bewuste aanwezigheid zonder vorm en objecten en toch gereed om gewone kwalitatieve tonen aan te nemen en te dienen als waarnemende ontvanger van objecten als de juiste condities voor het opkomen van een individueel bewust perspectief zich materialiseren... Wat om een verklaring vraagt is het bestaan van perspectivische zelven behept met gestructureerde ervaring” (p306). Waarom en hoe komen die voort uit het ZPF?
Multidisciplinaire benaderingen
De holografische of holoflux benadering van Karl Pribram en David Bohm “vat bewustzijn op als een cybernetisch energieproces, een holoflux die zich in de woorden van Bohm tranformeert tussen twee zijnsorden in ”’ongedeeld vloeiende beweging zonder grenzen’... Deze holoflux resoneert met elektromagnetische energie... Maar wat is het dat naar deze stroom van ervaringen ‘kijkt’? Het lijkt alsof er een metabewustzijn is dat meer is dan de som van elk van deze individuele ervaringsstromen. Het lijkt alsof er een meer alomvattend niveau is, een of ander panoramisch perspectief dat ze alle omvat en bevat... Pribram meent dat flux (gemeten als spectrale dichtheid) de basisfunctie is waaruit materie en geest zijn ‘gevormd’... Deze flux bevindt zich buiten of voorbij de tijd” (p314,315).
De psychofysica gecombineerd met neurowetenschap en metafysica van R L P Vimal gaat uit van duaal-aspect monisme, zie boven. Hij onderscheidt “proto-ervaringen als voorlopers van bewuste ervaringen”. Wanneer worden deze bewust? Niet alle neurale netwerken hebben bewustzijn. “Wat maakt een neuraal netwerk bewust?” (p316). Onder meer waakzaamheid, aandacht, geheugen en drempelniveau van een stimulus voor opsporing en onderscheiding zijn ingrediënten van het zgn. toegangsbewustzijn, de toegang tot bewuste ervaring waarvan verslag kan worden gedaan. “Zijn uitgangspunt is dat fysische objecten de dragers zijn van gesuperponeerde subjectieve ervaringen/proto-ervaringen” (p318).
Materie, energie en informatie
Dit zijn de drie bouwstenen van de kwantumfysische benadering van de gepensioneerde farmacoloog prof D Meijer. Interacties vinden plaats in een kwantumveld. “Informatie’ betekent ‘een vorm geven... Een vorm is van zichzelf in staat tot bewegen.’’ In een meer gevorderd stadium betekent dit leven, dat weer een vorm van proto-bewustzijn kan hebben in de vorm van zelfbesturing. “Informatie gaat aan materie vooraf, (intrinsieke) informatie produceert materie... Bewustzijn kan worden opgevat als informatieverwerking” (p321,322). Dat geldt ook voor materie.
“Elk deeltje kan worden opgevat als een bundel informatie die de huidige gesteldheid volledig beschrijft.” Waaronder waarschijnlijke locatie en spin... “Moderne fysica beschouwt [informatie]bit als de uiteindelijke fundamentele eenheid. John Wheeler formuleerde dit idee als ‘it fom bit’... De basis van... een subatomair deeltje is... een bit van informatie” (p322). Deeltjes wisselen bits van kwantuminformatie uit.
Meijers “uitgangspunt is het concept van universeel bewustzijn in de vorm van een kwantum kennisveld... Er is sprake van syntropie (neg-entropie) en entropie, waarbij syntropie nieuwe vormen van leven schept en handhaaft via het selecteren en samenpersen van relevante informatie... Universeel bewustzijn veronderstelt een dynamisch energieveld. De fysische basis... komt uit de principes van de kwantumfysica; elk elementair deeltje heeft tegelijk een golf- (=informatie) en deeltjesaspect. De golf/deeltje eenheden zijn kwantum verstrengeld/gecorreleerd en kunnen informatie opslaan... en vormen golven van resonerende vibratie... Informatie geldt als het het fundament van zowel idividueel als universeel bewustzijn en kan als fundamenteler worden opgevat dan materie... Informatie geeft vorm aan materie en energie. Hij omarmt het holografisch principe [van Bohm]” (p322-23, 324).
De implicate orde van Bohm bevat impliciet informatie. “De implicate orde van Bohm wordt later geïnterpreteerd als nulpunt energieveld” (p323). Bewustzijn is “causally self-observant”, kenmerkt zich o.a. door zelfobservatie en zelfsturing. In het brein vinden informatiestromen plaats in de vorm van een torus. Een dynamisch roterde vorm waarin informatie circuleert als een spiraal die tot ziczelf terugkeert... Meijer en Geesink formuleren als postulaat dat de toroïdale [torusvormige] informatiestroom de basis vormt voor het bestaan van bewustzijn op verschillende niveaus van het universum. De torus wordt – los van microfysica – veelvuldig gebruikt in de kosmologie. De torus heeft een vorm van een donut en komt tot stand via energie draaikolken” (p325).
“Materie en dus deeltjes kunnen worden gezien als samenballingen van krachtenvelden die met elkaar interacteren. Beide kunnen worden beschreven met behulp van kwantuminformatie, feitelijk een vorm van energie” (p325-26). Elementaire deeltjes bevatten informatie, die uit interacties ontstaat. Levensprocessen bestaan uit transformatie van informatie, die voedsel is voor levensvormen (volgens de biologische cybernetica, zie S T Bok, CM 99).
“Verder is het aannemelijk te maken dat fysische informatie een modaliteit van energie is [en/of andersom] en dat informatie en energie wederzijds in elkaar kunnen worden omgezet” (p326).
Een volgende stap zou dan het omzetten in bewustzijn zijn. ”Als bewustzijn inderdaad het meest fundamentele apect van de werkelijkheid is, hoe resulteert bewustzijn dan in de manifestatie van materie?” Een omkering van de vraag hoe bewustzijn oprijst uit een materieel brein. “Het [bewustzijn] kan kan op ieder niveau worden uitgedrukt als een dynamische zich herhalende informatiestructuur” (p327). Deze komt voort uit “integratrie van verscheidene modaliteiten van van [kwantum]veldinformatie... Onze beperkte geest [kan...] de ware aarde van de werkelijkheid slechts deels doorgronden” (p327).
Andere geïntegreerde benaderingen
Integrated World Modeling Theory (TWMT) betreft een integratie van theorieën, waarvan sommige hier al besproken zijn, o.a. de globale werkruimte theorie (GWT), die werd geïllustreert met een spotlight, en de De hogere orde theorie (HOT) en de Integrated Information Theory (IIT), zie de tweede en derde paragraaf van dit artikel.
In De verborgen bron combineert neuro-psychoanalyticus Mark Solms fysica, neurowetenschap en psychoanalyse. “Kern van zijn betoog is dat bewustzijn om gevoel draait... In zijn meest elementaire vorm is het bewustzijn louter gevoel. gevoel gaat boven cognitie... Gevoelswaarde geeft aan of iets aangenaam is of niet... Bewustzijn kwam op om aan lichamelijke gewaarwordingen gevoelswaarden toe te kennen... Er lijkt een magische overgang te zijn van reflex naar gevoel” (p329,330). Dat gebeurt door hersenfuncties, die Solms nogal technisch beschrijft. Het verklaart nog niet het verband tussen neurofysiologie en bewustzijn, het ‘moeilijke probleem’. Lichamelijke gewaarwordingen kunnen worden ervaren als gevoelens. “Gevoelens zijn de stof waaruit bewustzijn ontstaat” (p332). Dit verklaart niet hoe fysieke fysiologie subjectief wordt ervaren als aangenaam of niet of als andere qualia.
Het Q continuüm van Jacob Jolij en de Britse kosmoloog Bernard Carr veronderstelt dat bewustzijn een aparte dimensie is, die gevuld is met qualia (zie CM 109). Het lijkt een beetje op een platoonse ideeënwereld, maar dan van bewuste ervaringen van qualia. Deze vormen een continuüm: “een oceaan vol bewustzijns-qualia” (p332). Dat betekent dat overeenkomstige ervaringen dichter bij elkaar zijn geordend. Dit kan paranormale ervaringen verklaren: overeenkomstige ervaringen van verschillende personen liggen dicht bij elkaar in het Q continuum. “De kern van het Q continuüm is dat de relatie tussen hersentoestanden en bewuste sensaties op kansverdelingen berust’’ (p333). Hoe het precies werkt wordt niet duidelijk.
De uiteenlopende benaderingen gaan van materialistisch fysicalisme via vormen van dualisme naar idealistisch panpsychisme in allerlei schakeringen. Oosterse benaderingen neigen meer naar het laatste, zoals in Deel 3 naar voren komt.
Oosterse benaderingen zien bewustzijn vaak als fundament van het universum