Azië

Civis Mundi Digitaal #130

door Jan de Boer

China treft wellicht hetzelfde lot als destijds de Sovjet-Unie
India: verdere hindoeïsering door hervorming van het burgerlijk wetboek
Toenemende spanningen op het Koreaanse schiereiland
De derde politieke kracht in Israël, vertegenwoordiger van het « joods fascisme »

China treft wellicht hetzelfde lot als destijds de Sovjet-Unie

 

Het twintigste congres van de Chinese communistische partij (CCP) in oktober 2022 bevestigde het leiderschap van Xi Jinping voor de komende vijf jaar. De fundamentele instituties van China hebben een totalitair karakter en geven de controle weer van de CCP over elk facet van de Chinese maatschappij, inclusief de economie. De instituties van deze partijstaat zijn in 1949 volledig gekopieerd van de Sovjet-Unie. Maar waar het Sovjet-totalitarisme drie decennia geleden volledig ineen stortte door zijn economische missslagen, lijkt dat het totalitarisme van China niet te treffen. De vraag is of dat zo blijft.

Het Chinese totalitarisme combineert zeer gecentraliseerde controle van politiek, ideologie en bevolking met decentralisatie van bestuurlijke en economische zaken. Deze combinatie vergemakkelijkte de hervormingen na de grote roerganger Mao. Maar sinds het aan de macht komen van Xi Jinping is China teruggevallen in een algemene totalitaire controle, in het bijzonder van de in grote bloei verkerende privésector. Deze kentering is de centrale oorzaak van de ernstige economische vertraging in 2022.

Een groot deel van de snelle economische groei in de jaren 1990 was niet meer dan een inhaalslag na de verwoesting van de economie door de « Grote Sprong Voorwaarts » en de Culturele Revolutie van eind jaren 1950 tot aan de jaren 1970. Na de dood van Mao was de CCP ervan overtuigd dat haar voortbestaan afhing van economische groei. De regionale economische prestaties werden de doorslaggevende factor in het opklimmen in de macht van lokale bureaucraten van de partijstaat, hetgeen tot forse concurrentie tussen deze regionale bureaucraten leidde. Om daarbij meer succes te hebben, steunde een zeker aantal bureaucraten heimelijk privé-ondernemingen en vergemakkelijkte zo de snelle groei van de privésector.

De CCP heeft vervolgens in 2004 de Grondwet gemodificeerd voor de erkenning van rechten inzake privé-eigendom. In de privésector konden zo beginnende burgerlijke « starters » en onafhankelijke persorganen zich ongelooflijk snel ontwikkelen, op voorwaarde dat ze het politieke monopolie van de CCP zouden accepteren. De aansluiting van China bij de Wereldhandelsorganisatie in 2001 had enorme investeringen uit het buitenland en een spectaculaire toename van de export tot gevolg, twee zaken die met de snelle uitbreiding van de privésector de motors van de economische groei waren.

Maar het regime berust op een massale accumulatie van schulden voor het versterken van de ontwikkeling van infrastructuren. Het merendeel van deze investeringen was ondoelmatig, soms zelfs volledig zinloos, zoals de bouw van nieuwe steden waar niemand wilde wonen. China kwam zo terecht in een vicieuze cirkel van een oversized hefboomeffect en overcapaciteit. Daarbij kwam dat het monopolie van de Staat wat betreft grondeigendom leidde tot ernstige problemen in de woningbouw (ongeveer een derde van het BBP). De in 1998 begonnen privatisering van de woningmarkt diende in werkelijkheid het converteren van overheidsgrond naar begrotingsinkomsten voor de partijstaat op lokaal niveau. De belangrijkste hervorming was om ieder lokaal bestuur de enige grondeigenaar maken met zijn eigen jurisdictie. Om hun winst te maximaliseren deden deze lokale besturen er alles aan om het aanbod te limiteren, met als consequentie dat huisvesting in China in verhouding tot het gemiddelde inkomen per inwoner één van de duurste ter wereld is. Deze opzettelijk gecreëerde luchtbel staat nu op het punt te exploderen. Het monopolie van de Staat inzake bankoperaties heeft het financiële systeem gedestabiliseerd. Met grondbezit als garantie hebben lokale besturen massaal leningen afgesloten bij staatsbanken, met als gevolg dat in het eerste trimester van 2019 de schuldquote van het land 300% bedroeg. Erger nog, het merendeel van de schulden in China zijn hypotheekleningen die grond en andere hypotheekleningen als garantie gebruiken. Nu de Chinese economie vertraagt, beginnen deze gedevalueerde hypotheken zwaar op de economie te drukken Waarschijnlijk gaat dat financiële en begrotingscrises ontketenen.

De zwakke binnenlandse vraag doet de problemen verergeren. Vroeger kon China dat vervangen door de inkomsten van export, maar nu zijn relaties met de geavanceerde economieën verslechteren, kan zij daar nauwelijks meer op rekenen. Het aandeel van privé-consumptie in het BBP is één van de minste ter wereld: 38,5% tegen bijna 70% in de Verenigde Staten en tegen 56% in Japan. Dit verklaart zich door het feit dat de groei van het inkomen van huishoudens decennialang lager was dan dat van het BBP, doordat de Staat zich er een groot deel van toegeëigende via staatsagentschappen en monopolies. Een andere reden is de sterke inkomensongelijkheid: een groot aantal huishoudens – in het bijzonder op het platteland – leeft in barre armoede. In 2020 bekende de vroegere eerste minister Li Keqiang dat rond de 600 miljoen Chinezen een maandelijks inkomen hadden van ongeveer 1000 yuan (140 euro); in werkelijkheid verdienen 500 miljoen Chinezen nog beduidend minder.

Maar de grootste uitdaging voor de economie is vandaag de dag de veranderde strategie van de CCP om zijn overleven te verzekeren. Het doel van economische ontwikkeling is vervangen door een objectief van politieke stabiliteit en het voorkomen van pro-westerse revoluties. Hoewel sporen van pluralisme in China zeer beperkt zijn (privé-ondernemingen, organen van de burgerlijke samenleving, onafhankelijke media) zijn de Chinese leiders altijd bang dat deze beperkte ruimte een basis van rebellie wordt. De belangrijkste ondernemers in de privésector zijn nu overgeleverd aan politieke zuiveringen en sancties, en de belangrijkste onafhankelijke maatschappijen op het gebied van digitale economie zijn uit de weg geruimd.

Na het twintigste congres is het duidelijk dat de totalitaire controle wordt versterkt. De publieke ondernemingen en de bureaucratieën van de partijstaat ondergaan hetzelfde lot als de privé-ondernemingen en privé-markten. China heeft geen onafhankelijk juridisch systeem dat waakt over de eigendomsrechten in de privésfeer die in de Grondwet erkend zijn. De juridische orde ziet het als haar taak de staatsondernemingen te beschermen, het kapitaal door de partij te laten controleren en ook privé-ondernemingen te onteigenen. Dat betekent voor de zakenwereld dat contracten in China lang niet altijd uitgevoerd worden en ook niet te voorspellen zijn.

In de jaren 1950 was één van de beroemdste marsorders van de Chinese Communistische Partij: « De huidige Sovjet-Unie is onze toekomst ». Deze toekomst kon al wel eens gearriveerd zijn nu de CCP op het punt staat het China van vandaag in de Sovjet-Unie van gisteren te veranderen. De leiders van de partij geven zich er duidelijk geen rekening van dat de problemen die de ondergang van de Sovjet-economie veroorzaakten nu China ten onder dreigen te laten gaan.

 

Geschreven in januari 2023

 

 

India: verdere hindoeïsering door hervorming van het burgerlijk wetboek

 

In India is een nieuw offensief van nationalistisch rechts begonnen met als doel de dominantie van hindoes over andere religies en minderheden, met name moslims. Verscheidene van de deelstaten waar de regerende « Bharatiya Janata Party » (BJP) aan de macht is, onder meer de dichtstbevolkte deelstaat met 200 miljoen inwoners, Uttar Pradesh, hebben besloten in hun gebied een uniform burgerlijk wetboek in te voeren. Deze deelstaten zijn van oordeel dat het volkomen legitiem is hiertoe over te gaan, omdat het instellen van een universeel burgerlijk wetboek één van de prioriteiten van het nationaal programma van de BJP is. Premier Modi beloofde in 2019 een uniformisering van het burgerlijk wetboek, maar zijn regering heeft het bij woorden gelaten. Te moeilijk en te gevaarlijk, want daarvoor was een twee derde meerderheid in het parlement noodzakelijk en de oppositie was fel tegen.

Maar op 9 december 2022 werd er toch een stap in deze richting gedaan. Een volksvertegenwoordiger van de BJP in de deelstaat Rajasthan slaagde erin een wetsvoorstel voor de vorming van een comité, belast met het redigeren van een uniform burgerlijk wetboek, bij de eerste kamer in te dienen. Het instellen van een uniform burgerlijk wetboek is een ware revolutie, want de huidige regels van het familierecht (huwelijk, echtscheiding, opvolging, voogdij en adoptie) zijn voorbehouden aan religieuze of tribale gemeenschappen. Hindoes, moslims, christenen, parsen, en ook de talrijke stammen in India hebben hun eigen regels en gewoontes. Deze situatie dateert uit de Britse koloniale tijd. Jawaharlal Nehru, de eerste premier na de onafhankelijkheid van India, en Bhimrao Ramji Ambedkar, de vader van de Grondwet en minister van justitie, waren voorstander van een uniform burgerlijk wetboek. Zij hebben het principe in de Grondwet opgenomen, maar zijn nooit verder gegaan uit zorg de gemeenschappen te kwetsen na het trauma van de verdeling van het vroegere Brits-Indië in 1947 (India, Pakistan, Bangladesh), maar ook omdat een aantal religieuze praktijken diepgeworteld zijn.

Zestig jaar later is het debat volledig veranderd. In augustus 2018 oordeelde de Indiase juridische commissie dat een uniform burgerlijk wetboek « niet nodig en niet wenselijk » was. De progressieven, die altijd voorstander van een uniform burgerlijk wetboek waren om redenen van gelijkheid, stelden zich gereserveerd op, en het waren de nationalistische hindoes die zich er fel tegen verzetten. Het polariserende onderwerp werd een electoraal wapen voor de BJP.

Het belangrijkste argument ten gunste van de hervorming was het verzekeren van gelijkheid voor alle burgers, in het bijzonder voor vrouwen, onafhankelijk van kaste, religie en seksuele aard. Het waren ook vrouwen die hiervoor streden in het uiterst patriarchale India van de jaren 1930.

In de hindoe-religie geniet de oudste zoon een bijzonder statuut. Hij is verantwoordelijk voor de zorg van zijn ouders, neemt de zorg voor het landeigendom over, is verantwoordelijk voor het voortbestaan van de familie en verzorgt de begrafenisrituelen. Een meisje kan nooit erfgenaam zijn en blijft een drukkend gewicht voor de familie wegens de praktijk van de bruidsschat, die de ouders in de vorm van geld en goederen aan haar echtgenoot moeten aanbieden.

Om hun eisen te ondersteunen hebben de nationalisten laten weten dat de hindoes zelf vroeger een uniformering van hun eigen regels hebben nagestreefd: midden jaren 1950 werd het persoonlijke hindoe-recht gecodificeerd via vier wetten betreffende het huwelijk, erfenissen, meerderjarigheid en voogdij, adoptie en zorg voor de echtgenote. Deze code werd toegepast op hindoes, sikhs en aanhangers van het jaïnisme. Maar het verhinderde niet het voortduren van lokale gewoonten. Dat de BJP absoluut geen haast maakte om werk te maken van haar belofte om het wetboek van strafrecht te uniformeren, was juist vanwege deze bijzonderheden. De BJP wantrouwde alle politiek die tegen het hindoe-conservatisme inging. In werkelijkheid betrof het modernistische elan van de BJP dan ook vrijwel uitsluitend de moslims.

In 2019 liet de regering door het parlement een wet aannemen die de zogeheten praktijk van de drievoudige « talaq » strafbaar stelde, die moslims het recht gaf te scheiden door drie keer het woord « talag » (verstoting) uit te spreken, zonder enige juridische procedure. Het hoofd van de deelstaat Uttararakhand, die het verst op de weg naar de codificatie van het burgerlijk wetboek is, verzekert dat zijn project van het uniforme burgerlijk wetboek de beste praktijken van de diverse religies bewaart.

Maar de eerste ervaringen met dit project geven de mensen gelijk die vrezen dat deze operatie bij uitstek gelegenheid biedt voor een hindoeïsering van het recht en een marginalisatie van islamitische regels. Het comité dat de suggesties verzamelt van burgers, gouvernementele en niet-gouvernementele organisaties, van religieuze instellingen en politieke partijen laat weten dat zich een meerderheid vormt voor een verbod op polygamie en een voorschrift ter beperking van het aantal kinderen per echtpaar. Dit voorstel doet herinneren aan de voorstellen van de « Rashtriya Swayamsevak Sangh » (het nationale corps van vrijwilligers), de moederorganisatie van de hindoe-nationalisten die strijdt voor politieke controle van de bevolking en zegt dat er een duidelijk demografisch verstoord evenwicht bestaat ten gunste van moslims. Op 1 januari heeft één van de belangrijkste organisaties van de nationalistische hindoes op haar beurt een resolutie aangenomen om te eisen dat het uniforme burgerlijk wetboek in werking wordt gesteld: het zoveelste teken van hindoe-nationalistisch ongeduld.

Het lijkt erop dat, hoewel het eerste offensief voor volledige hindoeïsering van India vooral tegen moslims gericht is, ook de andere minderheden en religies alvast hun borst nat kunnen maken in deze « grootste democratie » ter wereld.

 

Geschreven in januari 2023

 

 

Toenemende spanningen op het Koreaanse schiereiland

 

Zuid-Korea en Noord-Korea hebben beide bij de jaarwisseling laten weten dat nucleaire bewapening voor hen een eerste prioriteit is. Seoel verhardt zijn positie vis-à-vis Pyongyang door als volgt op de nucleaire dreiging te antwoorden: « Elke poging van Noord-Korea om zijn nucleaire wapens te gebruiken zal de ondergang van het regime van Kim Jong-un tot gevolg hebben. »

Deze krijgshaftige woorden werden uitgesproken naar aanleiding van een toespraak van Kim Jong-un, die bij het congres van de Arbeiderspartij opriep tot een « exponentiële toename » van de nucleaire bewapening van zijn land en uitlegde dat Zuid-Korea de onbetwistbare vijand was geworden onder het bewind van de in mei 2022 aan de macht gekomen president Yoon. Ik denk dat deze inspanningen met name gericht zijn op raketten voor de korte afstand, die tegen Zuid-Korea gebruikt kunnen worden, en op een nieuwe intercontinentale ballistische raket die Amerika kan bereiken en waaraan momenteel de laatste hand wordt gelegd. Noord-Korea heeft op 31 december en 1 januari als teken van haar vastberadenheid raketten afgevuurd die volgens Kim Jong-un met kernkoppen uitgerust kunnen worden en heel Zuid-Korea kunnen bereiken.

De verbale verscherping tussen de twee Korea’s past in de continuïteit van het jaar 2022, dat gekenmerkt werd door een fikse toename van spanningen op het schiereiland na de relatieve ontspanning in 2018 tijdens het bewind van de Zuid-Koreaanse president Moon Jae-in (2017-2022), die gemarkeerd werd door topontmoetingen in 2018 en2019 tussen Kim Jong-un en de Amerikaanse president Donald Trump.

Al direct in 2022 riep Kim Jong-un op tot « versterking » van de nationale defensie-capaciteiten. De oorlog in Oekraïne en de verkiezing in maart van de conservatieve president Yoon Seok-youl versterkten hem in deze keus. Pyongyang steunde Moskou voor de volle 100% in de oorlog tegen Kiev. Het regime erkende de annexatie door Rusland van de Oekraïense gebieden en zou Moskou van 100.000 granaten hebben voorzien. In ruil daarvoor verklaarde Poetin economische en militaire hulp aan Noord-Korea te geven.

De komst aan de macht van Yoon Seok-youl in Seoel, gekozen op de politieke belofte van flinkheid vis-à-vis Noord-Korea, versterking van het bondgenootschap met de Verenigde Staten en toenadering tot Japan, overtuigde Pyongyang om zijn posities te verharden. Yoon Seok-youl bood Noord-Korea economische hulp in ruil voor het kernwapenvrij maken van het land: een voorstel dat Pyongyang onmiddellijk verwierp. Tegelijkertijd hervatte Yoon Seok-youl de jaarlijkse omvangrijke militaire oefeningen met de Verenigde Staten, die in 2018 opgeschort waren ter vergemakkelijking van de interkoreaanse dialoog.

President Yoon bekrachtigde ook het nieuwe witboek voor defensie dat Noord-Korea bestempelde als de « belangrijkste vijand », en bij iedere « provocatie » van Noord-Korea dreigde hij met represailles. Toen Pyongyang eind december vorig jaar vijf drones in het luchtruim van zijn buurland liet verschijnen, beloofde president Yoon « represailles » en riep hij het land op « zich voor te bereiden op oorlog ». In deze context aarzelde Pyongyang niet om op 8 september een nieuwe nucleaire doctrine aan te nemen met vijf scenario’s die een preventieve aanval tegen « vijandelijke krachten » rechtvaardigen. Twee van deze scenario’s zouden volgens Pyongyang « automatisch en onmiddellijk » de toevlucht tot nucleaire wapens rechtvaardigen. Gedurende het hele jaar 2022 heeft Noord-Korea aan de lopende band bijna 70 raketten afgeschoten, waarvan één op 4 oktober over Japans grondgebied vloog. En ik verwacht dat Noord-Korea klaar staat voor een zevende kernproef sinds 2006.

Ik kan me moeilijk een verbetering van deze situatie voorstellen dit jaar, zeker aangezien beide Korea’s zich aan deze polarisatie aangepast hebben. De engagementen van Kim-Jong-un mogen ambitieus lijken, maar zij getuigen ook van een groot vertrouwen in zijn capaciteiten en kunnen naar mijn overtuiging ook best gerealiseerd worden. Deze ontwikkelingen kunnen de positie verstevigen bij eventuele onderhandelingen en hem helpen om officiële erkenning als nucleaire macht te verkrijgen. Ik heb vroeger al eens gepleit voor officiële erkenning van deze realiteit, omdat dit de enige mogelijkheid biedt om verdere onderhandelingen in het kader van non-proliferatie te voeren. Maar tot dusverre lijkt men daartoe internationaal niet bereid te zijn.

De steun van Moskou en zijn traditionele partner Peking garandeert Noord-Korea het vrijwaren van nieuwe sancties die het land door de Veiligheidsraad opgelegd zouden kunnen worden. Daarbij gevoegd de heropening van de grenzen met China wegens het einde van het zero-Covid beleid die de bilaterale handel weer op gang zou kunnen brengen, zou deze steun Noord-Korea kunnen helpen een zeer verslechterde economische situatie te verbeteren. Deze werd veroorzaakt door de VN-sancties, de sluiting van het land wegens de coronapandemie en natuurlijke catastrofes die de landbouw en dus de voedselvoorziening troffen. In afwachting daarvan dienen de nucleaire successen voor het verbeteren van het imago van Kim-Jong-un.

In Zuid-Korea laat Yoon Seok-youl nog altijd weten open te staan voor een dialoog, maar hij weigert topontmoetingen te organiseren alleen voor de vorm. Hij aarzelt ook niet om wegens politieke redenen de confrontatie aan te gaan om zo het conservatieve kamp te mobiliseren voor de komende algemene verkiezingen in 2024. Dit is voor hem een essentiële verkiezing, want de democratische oppositie heeft nu de meerderheid in het parlement.

De opstelling van Pyongyang verontrust Zuid-Korea steeds meer: volgens een peiling door het Institut Hankook Research op 2 januari is 67% van de bevolking voorstander van kernbewapening van hun land. Er zijn er die denken dat dit de enige mogelijkheid is om tot nucleaire vrijwaring van het Koreaanse schiereiland te komen, omdat Noord-Korea en China anders niet in beweging komen. Ik heb een andere mening, want Kim Jong-un beseft heel goed dat het voortbestaan van zijn regime berust op zijn nucleaire bewapening,. Het is daarom een illusie dat hij tot afschaffing van zijn nucleaire arsenaal te bewegen zou zijn. Deze optie van kernbewapening van Zuid-Korea lanceert naar mijn overtuiging een nucleaire wapenwedloop met andere landen in Oost-Azië, waaronder Japan, met alle levensgrote risico’s van dien.

 

Geschreven in januari 2023

 

 

De derde politieke kracht in Israël, vertegenwoordiger van het « joods fascisme »

 

 

De winnaar van de algemene verkiezingen in Israël, Benjamin Netanyahu, is bezig een regering te vormen. Misschien al gevormd wanneer u dit leest. Zijn « natuurlijke » partners zijn en blijven de ultraorthodoxen, maar daarbij komt nu ook de extreem-rechtse radicale « Religieus-Zionistische Partij » bij: de derde politieke kracht in Israël. Dat verwondert mij niets, want Netanyahu heeft al twee decennia lang joden en Arabieren tegen elkaar opgestookt, de legitimiteit van het juridisch systeem ondermijnd en religie tot het voetstuk van de nationale identiteit verheven.

Maar er is een belangrijk verschil. Netanyahu is een « conventionele » rechtse populist, te vergelijken met Modi, Orban of Trump. Itamar Ben Gvir, de aanvoerder van de Religieus-Zionistische Partij, positioneert zich veel extremer dan het populisme: hij vertegenwoordigt het « joods fascisme ». Een paar voorbeelden die dit oordeel naar mijn mening verduidelijken.

Ben Gvir heeft geen dienst gedaan in het Israëlische leger; hij vond dat te oproerig. Als advocaat heeft hij joodse terroristen verdedigd en door joden gepleegde terroristische operaties toegejuicht, zoals die van Baruch Goldstein, die 29 Palestijnen tijdens hun gebed in een moskee doodde. Hij identificeert zich zodanig met het joods terrorisme dat hij zelfs voorgesteld heeft dit begrip af te schaffen, hoewel het door de politie en de Shin Beth Israëliërs is erkend. Joods terrorisme was in Israël tot in de jaren 1980 een marginaal verschijnsel. Maar vanaf dit decennium hebben verscheidene terroristische aanvallen door diverse joodse groepen als Hamakhteret Hayehudit, Kach, Terror Neged Terror, Bat Ayin en Lehava veel haat gezaaid. Een aantal van deze groepen is ultranationalistisch, andere overduidelijk antizionistisch: zij willen de staat Israël ontmantelen en vervangen door het koninkrijk Juda.

Zij hebben een gemeenschappelijke ideologische achtergrond die het resultaat is van een politieke situatie: het kolonisatieproces van sinds 1967 bezette gebieden. Het is onmogelijk om Israëlisch extreemrechts te begrijpen als je niet beseft dat deze gebieden er de oorzaak van zijn. Van 1967 tot 2018 zijn meer dan 200 nederzettingen in Cisjordanië gerealiseerd. 131 daarvan zijn officieel door de regering erkend en 110 worden als illegaal beschouwd.

Voor het merendeel zijn deze nederzettingen gerealiseerd door onteigening van Palestijnse privé-grond, evenals voor de door joodse kolonisten gebouwde wegen voor hun eigen exclusieve gebruik. Een uitgebreid bureaucratisch en territoriaal systeem van versperringen is ontworpen om de joodse aanwezigheid en de veiligheid van de kolonisten te verzekeren en het vrije verkeer van Palestijnen te verhinderen. De bezetting van de gebieden heeft zo de geboorte ingeluid van een territoriale en militaire overheersing en aan ideologieën bestemd om de meedogenloze controle van de Palestijnse bevolking te rechtvaardigen. Deze ideologieën kunnen samen gebracht worden onder de naam van religieus nationalisme.

Volgens de socioloog Roger Friedland kent het religieus nationalisme vier componenten. Allereerst beschouwt het het gebied als een heilige ruimte, als de erfenis van een goddelijke geschiedenis. In de tweede plaats focussen religieuze nationalisten zich sterk op het lichaam van vrouwen en dat van homoseksuelen. Op de derde plaats maken zij een heel strikt onderscheid tussen hen die tot de grond en de natie behoren en vreemdelingen. En ten slotte onderwerpen ze zich aan God en de liefde van God, onverbrekelijk verbonden met de liefde voor de natie. Zij dichten de grond en de natie een metafysische grootheid en een goddelijke heiligheid toe waarvan zij menen de bewakers te zijn. Grond, volk, en de geschiedenis krijgen zo een kosmische, een universele betekenis.

Dit is de door Ben Gvir verdedigde ideologie, maar met nog een « toegevoegde waarde »: hij ziet in geweld een legitiem hulpmiddel om de grond, de natie en God te verdedigen. Hij heeft een duidelijke afkeer voor democratische normen en instituties en zegt openlijk dat er geen plaats is voor twee volken in Israël. Ben Gvir is zwaar beïnvloed door de Amerikaanse rabbijn Meir Kahane, die in de Verenigde Staten de « Jewish Defense League » oprichtte. De FBI heeft deze organisatie indertijd als een terroristische organisatie aangemerkt. Na zijn komst in Israël stichtte hij een politieke partij die in 1988 door de Knesset werd verboden. Deze rabbijn prees bijvoorbeeld drie oplossingen aan voor het probleem van de Arabieren: zij konden in Israël blijven, maar wel met een juridisch ondergeschikt statuut van « buitenlands ingezetene »; vertrekken met een financiële compensatie van de regering; of met geweld uitgewezen worden. Yitzhak Shamir, een vroegere eerste minister en lid van de radicale en autoritaire rechtervleugel van Likud, beschouwde Kahane als een politiek gevaarlijke en niet te tolereren man. Netanyahu daarentegen heeft deze Kahane weer een legitieme status gegeven.

Toch moet deze analyse volgens Eva Illouz, Frans-Israëlische sociologe en directrice van de « études à l’Ecole des hautes études en sciences sociales », wel genuanceerd worden. Het judaïsme blijft, zo stelt zij, in meerderheid en tot nu toe een religie die geweld afwijst. Bovendien zijn de verboden « Jewish Defense League » en ook Kahane zelf één van de vele emanaties van de grote catastrofe waarvan de joden in de twintigste eeuw het slachtoffer waren. Hun ideologie berust op een visie van de geschiedenis volgens welke het antisemitisch geweld alleen maar tot joodse zelfverdediging kan oproepen, en op de zekerheid dat de hele wereld een permanente antisemitische dreiging vertegenwoordigt.

Overgebracht naar Israël is deze ideologie absurd. Joods geweld heeft nergens zin en zeker niet in Israël, waar joden – overduidelijk in de meerderheid – militaire veiligheid verworven hebben, waar de Arabische bevolking onder voogdij staat en waar de Palestijnen zuchten onder het juk van een wreed regime.

De golem is een personage uit de joodse folklore van Centraal-Europa. De Maharal van Praag, Judah Loew Ben Bezalel, opperrabbijn in de zestiende eeuw, heeft er één van de meest beroemde versies van geschreven. De rabbijn loew fabriceerde uit stof en klei een schepsel dat de joden van Praag zou beschermen tegen verbanning en pogroms. Maar het wezen ontsnapte aan zijn meester en werd gewelddadig en gevaarlijk. In één van de versies stuurt de Rabbijn het schepsel naar het niets door het tot stof terug te brengen.

Zullen de Israëliërs ook zo intelligent als deze rabbijn zijn? Zullen zij deze door Netanyahu gecreëerde golem ook tot stof terugbrengen? Ik heb geen antwoord op deze vragen, maar de ideeën en de weinige scrupules van Netanyahu kennende, vrees ik het ergste.

 

Geschreven in november 2022