Society 4.0 en de ’Great Reset’

Civis Mundi Digitaal #131

door Erik Jansen

Bespreking van Bob de Wit, Society 4.0, resolving eight key issues to build a citizen’s society. Vakmedianet, 2021.

 

Bij het lezen van het vorige nummer van Civis Mundi werd ik getriggerd door een uitspraak van Bob de Wit, hoogleraar strategisch leiderschap aan de Business Universiteit Nyenrode, die in zijn bijdrage aan de bundel Pandemische chaos van Dick Bijl [1] stelt, dat er een ‘global elite’ zou zijn, bestaande uit CEO’s van multinationale bedrijven en internationale publieke organisaties (NGO’s), die zich voorgenomen hebben de wereldproblemen op te lossen. Zij zouden daarbij geen behoefte meer hebben aan regeringen van nationale staten en aan democratisch feedbackmechanismes, die de belangen van de burgers behartigen. De insteek van die globale elite zou zijn om de voor een industriële samenleving ingerichte partijdemocratie op nationaal niveau te transformeren naar een door de wereldspelers beheerste samenleving op wereldschaal. Dat is wat Bob de Wit haalt uit de statements over de ‘4th industrial revolution’ van het World Economic Forum (WEF) [2] en ‘Society 5.0’ van andere denktanks [3]. De globale elite zou menen dat de lokale democratie te traag is en te verstrikt in afzonderlijke deelbelangen om de wereld te kunnen redden.

Ook in een interview bij De Nieuwe Wereld [4] herhaalt hij dat de grote bedrijven, die globaal georganiseerd zijn, de wereld dreigen over te nemen via de EU en andere NGO’s. Vooral de nieuwe BigTech bedrijven verzamelen een enorme financiële macht en monopoliseren de ‘user data’ en beïnvloeden de kiezers met misleidende informatie. Het nationale niveau is onmachtig geworden en de politici bewijzen alleen lippendienst aan de bevolking en dienen ondertussen de grote financiële machten met belastingvoordelen om zoveel mogelijk bedrijven binnen de landsgrenzen te houden. De Euro is failliet en zal straks instorten, want er staat geen waarde tegenover.

Kortom, reden om zijn boek Society 4.0, waar hij zijn alternatieve ideeën in beschrijft, er nog eens bij te pakken. Dit boek is al een keer door Herman Hümmels besproken in CM#121 en ik zal dus niet uitgebreid ingaan op de inhoud. Wel op de vraag hoe dominant het internationale bedrijfsleven is en hoe onmachtig de nationale regeringen, en of het niet allemaal beter kan op regionale schaal. Ik besluit met de rol van het WEF en de ‘Great Reset’ waar Bob de Wit al zijn angsten op projecteert.

 

Nieuw tijdperk
Het centrale thema van het boek is de maatschappelijke transitie die gaande is ten gevolge van de opkomst van AI-technologie en IT-platforms (Facebook, Amazon, Alibaba, e.a.). Opvallend is dat de technologische transitie die Bob de Wit ziet dezelfde is als die het WEF en andere denktanks voorspellen en ook de impact van de technologie op de samenleving is vergelijkbaar: AI, virtual reality, robotica, blockchain, internet-of-things, digital currencies, genetische modificatie, eco-modernisme, etc. Ook de naam die Bob de Wit geeft aan de nieuwe samenleving, Society 4.0, lijkt sprekend op Industry 4.0 van de Duitse overheid, de 4th industrial revolution van het WEF, en Society 5.0 van het Japanse bedrijfsleven [3]. Net als het WEF dat de naam ‘Great Reset’ ontleent aan de herstructurering van de samenleving na de pandemie, ziet Bob de Wit de coronacrisis als een belangrijke trigger voor de op handen zijnde veranderingen (p. 46).

Het verschil is dat Bob de Wit – in plaats van een nationale of planetaire aanpak – pleit voor een regionale benadering. Zelfstandige regio’s zouden een eigen IT-structuur (internet, sociale media) kunnen opbouwen en naar lokale zelfvoorziening kunnen streven in voedsel en diensten, en vormen van directe democratie. Met het principe van ‘wisdom of the crowd’ zouden juiste beslissingen genomen kunnen worden, ook voor complexe problemen. Het IT-tijdperk biedt verder allerlei technologie zoals blockchain om alles meer gedecentraliseerd en regionaal te organiseren, met lokale (crypto) munten, niet alleen voor de economie, maar ook voor wonen en gezondheidszorg. Er komt ruimte voor ‘commons’: gemeenschappelijke deel-economieën die voedselproductie, wonen en zorg organiseren. Dus terug naar het echte belang van de bevolking en zingeving in kleinere lokale verbanden. Meer aandacht voor gezond leven en natuur. Bestuur kan via directe democratie waar ‘goede’ mensen worden aangewezen voor bestuurlijke functies, mensen die het belang van de bevolking dienen en bewezen onkreukbaar zijn. Kortom, een pleidooi voor een citizens society. Kortom, een mooie samenleving, alleen komen we daar nu niet vanzelf op uit omdat de burgers niet langer de macht hebben.

 

BigTech
De technologische transitie van industriële samenleving naar een informatie- en kennis- maatschappij gaat net als bij de eerdere technologische transities gepaard met een verschuiving van de machtsstructuur. Zo onderscheidt Bob de Wit de agrarische samenleving waar de feodale heersers de macht hebben, vervolgens de stedelijke maatschappij van handel en ambacht, waar de burgerij de democratie invoerde, vervolgens het industriële tijdperk, met zijn strijd tussen arbeid en kapitaal, en tenslotte de overgang naar het AI/TI-tijdperk, waar BigTech nu de macht grijpt. Het meest tekenend hiervoor is dat vrijwel alle bedrijven met de hoogste beurswaarde (buiten Saudi Aramco) allen IT-bedrijven zijn (Apple, Microsoft, Alphabet, Amazon, Meta, Alibaba).

Het kenmerkende van een IT-bedrijf is dat het ontwerpen en onderhouden van softwaresystemen hooggekwalificeerd werk is, en dat het opzetten van de infrastructuur van dataservers zeer kapitaalsintensief is, maar dat aan de uiteindelijke exploitatie, het werkelijk draaien van de software, wel veel elektriciteit, maar weinig arbeid te pas komt en dat de gevraagde informatie (plus reclame) virtueel aan de gebruiker kan worden geleverd. Dat betekent dat een groot deel van de ‘omzet’ als winst kan worden uitgekeerd aan de oprichters en aandeelhouders. Zo ontstaat er een klasse van superrijken (Jeff Bezos, Elon Musk, Bill Gates, etc.) [5].

Naast hun goedgevulde kas, beschikken deze bedrijven ook over de ‘user data’ (het nieuwe goud) en kennen van iedere wereldburger het surf- en koopgedrag. Het zal niet lang meer duren of die bedrijven hebben van iedere wereldburger een persoonlijk profiel inclusief politieke overtuigingen, geslachtsvoorkeur, etc. en kunnen zo de mensen beïnvloeden in hun leefstijl, misleiden door fake news, en manipuleren in hun politieke voorkeur.

Zowel hun rijkdom als het beheer van ‘user data’ stelt deze ‘globale elite’ in staat om macht uit te oefenen in de politiek en bij de NGO’s. Bob de Wit vergelijkt deze macht met de feodale macht uit vroeger tijd en hoopt dat de burgers, net als bij het ontstaan van de burgermaatschappij in het handelstijdperk, weer de macht zullen teruggrijpen om een citizens society te realiseren.

 

Sectormodel
Bob de Wit classificeert de tijdperken vooral op het aspect van ‘macht’. Er zijn ook andere modellen in omloop om tijdperken te definiëren, zoals het Clark-Fisher model, dat gebaseerd is op bedrijfssectoren [6]. Dit model kent een opeenvolging van opkomende en dalende sectoren (zie figuur), zoals de agrarische sector (rood), de industriële sector (blauw), de dienstensector (groen), en de informatie-communicatie sector (paars). De nieuwe technologieën komen in golven op maar beïnvloeden elkaar ook onderling. De relatieve neergang van de agrarische sector komt voor een deel door de mechanisatie van de landbouw die mogelijk is geworden door het industriële tijdperk. Een relatieve neergang, want terwijl de productie (de hoeveelheid voedsel) enorm is gestegen, is het aandeel in het nationaal inkomen gedaald. Hetzelfde geldt voor de invloed van de IT-technieken op de industriële sector waar mechanisering en automatisering de efficiëntie enorm hebben verhoogd.

Zo kannibaliseren de streaming diensten (Netflix, Spotify) en social media van de nieuwe kenniseconomie, op de traditionele vormen van cultuur en sociale interactie, zoals theater en amateurgezelschappen. Er is een enorme bedrijvigheid gegroeid in de media, gaming and gambling sectoren. Deze productiemaatschappijen ontwikkelen in aansluiting op de traditionele filmindustrie en omroeporganisaties nieuwe formats, series en films. Deze creatieve industrie overstijgt de nationale grenzen en richt zich op de wereldmarkt.

Ook in de financiële wereld, waar voorheen de banken een centrale rol speelden, is nu het betalingsverkeer volledig geautomatiseerd en ook de diensten zijn online gegaan inclusief de internationale handel in financiële producten en derivaten via de elektronische dealing rooms. IT-platforms zoals Bol en Amazon betekenen het verdwijnen van winkelaanbod, een verarming van de werkgelegenheid, en het vervangen van de zelfstandige middenstand door bezorgdiensten. Dus er zijn grote verschuivingen gaande in alle bedrijfssectoren onder invloed van de IT.

 

Gevolgen voor de maatschappij
De technische ontwikkelingen vertalen zich ook in sociale en culturele veranderingen. De toepassing van mechanisering, automatisering en AI in de industrie in het Westen betekent een afnemend belang van de factor arbeid, vooral van de laag gekwalificeerde arbeid. Ook is een deel van de maakindustrie door de lagere lonen, goede communicatiemogelijkheden, en het goedkope transport verschoven naar het Verre Oosten. Dat niet alleen laag gekwalificeerde arbeid naar de goedkope lonenlanden gaat, maar ook meer kennisintensief werk zien we aan het ‘out-shoren’ van call-centres en softwareontwikkeling. Het ontwikkelen van een computer game en het genereren van virtuele werelden is zeer arbeidsintensief, maar relatief hoogwaardig werk, en kan prima online in India gedaan worden.

Het gevolg is een tweedeling in onze westerse samenleving tussen enerzijds hogeropgeleiden die werken in de kenniscentra en grote steden, en anderzijds de midden- en lageropgeleiden die meer landelijk gespreid zijn en werken in sectoren als de retail en logistiek, bouw, zorg, horeca en onderwijs. De afgelopen decennia is de laatste categorie er weinig of niets op vooruitgegaan. Daarnaast zijn de bedrijven die op wereldschaal werken zeer succesvol in het ontwijken van belastingen. Daardoor zijn de overheden niet of nauwelijks in staat het leven van een groot deel van hun burgers te verbeteren.

Bob de Wit concludeert dat door deze ontwikkelingen de macht van de overheid afneemt en de macht van de bedrijven en NGO’s toeneemt. Hij schildert zelfs een behoorlijk zwart scenario waarbij de ‘have-somethings’ (de intellectuele, kosmopolitische klasse) de ‘have-alls’ (de rijke elite, de oude rijken, Rothschild, Rockefeller, etc., en de nieuwe rijken, Bill Gates, Elon Musk, Jack Ma, etc.) helpen in het onderdrukken van de ‘have-nots’ (het gewone volk) (p.70). Zo waar een echte populistische dystopie waarbij een elite het volk onderdrukt met behulp van de vuile intellectuele verraders (‘retinues of the global elite’)!

 

Is het bedrijfsleven wel zo machtig?
Toch zijn er ook andere geluiden. Moisés Naími stelt in The End of Power [7] dat mede door de toenemende individualisering de macht van alle organisaties zal afnemen, niet alleen van overheden, maar ook van bedrijven. Mensen zijn meer autonoom, kennen de wereld, en laten zich geen knollen voor citroenen meer verkopen. Zeker de kennis-elite is kosmopolitisch en laat zich niet binden door familie, cultuur of werk. Landsgrenzen en bedrijfsgrenzen zijn er om over te steken. De samenleving wordt complexer en de burger mondiger, en de grote bedrijven en overheden hebben moeite de toenemende complexiteit het hoofd te bieden.

Zo ziet ook Manuel Castels een afscheid van de hiërarchische bedrijfscultuur en de opkomst van een netwerk samenleving [8]. Die term slaat niet zo zeer op IT-netwerken, maar heeft betrekking op het feit dat organisaties platter worden en alle werknemers medeverantwoordelijk zijn voor het resultaat. Medewerkers zijn eerder ‘partner’ dan ondergeschikte, en verkeren met elkaar op voet van gelijkheid, en kunnen als het hen niet bevalt makkelijk aan het werk in een andere firma. Dat geldt zeker voor bedrijven als consultancy firms, creatieve studio’s, academisch onderzoek, en soortgelijke bedrijven in de kennisindustrie. De macht ligt dan eerder bij de kenniswerkers zelf, en minder bij de aandeelhouders.

Zie ook hoe snel nieuwe startups in korte tijd kunnen uitgroeien tot wereldspelers, zoals de opkomst van Tesla heeft laten zien binnen een zeer concurrerende bedrijfstak van gevestigde automobielbedrijven met een enorme eigen kennisinfrastructuur. De koers van Tesla is overigens een rollercoaster, van 20 naar 400 naar 120 naar 200 $ in twee jaar tijd, dus het laat zien hoe variabel en instabiel het leven is van een succesvolle startup. Het aandeel Facebook stond in mei 2020 op 200, in september 2021 op 375, en is nu weer terug naar 175 $. Momenteel krijgt Alphabet-Google weer een forse knauw door het ChatGTP van Microsoft. Ook IBM is als machtige IT-speler uit de jaren tachtig en negentig geheel voorbijgelopen door de nieuwe IT-bedrijven. Kodak was dertig jaar geleden het op twee na grootste bedrijf ter wereld en bestaat nu vrijwel niet meer.

Ook is de vraag hoe sterk de BigTech-bedrijven er over tien jaar voor zullen staan. De inkomsten zijn voor een groot deel afkomstig van online reclame. Deze advertenties zijn weinig effectief. Mocht je op het web gesurft hebben naar een buitenkraantje, dan ontvang je nog wekenlang reclame voor buitenkraantjes, terwijl jouw kraantje al lang geïnstalleerd is. Behoorlijk ineffectief allemaal. Kabel- en mediabedrijven hebben door hun abonnementen wel een vaste bron van inkomen maar die moeten ook behoorlijk investeren in infrastructuur (glasvezel) en filmproducties.

Het kan dus allemaal anders lopen. Macht is niet iets vanzelfsprekends of iets blijvends. Het staat voortdurend ter discussie.

 

Landen of regio’s?
De conclusie die Bob de Wit trekt is dat de grote bedrijven en NGO’s oppermachtig worden en de wereld in toenemende mate zullen beheersen en hun wil zullen opleggen aan de nationale overheden. Vandaar zijn optie de burgers weer de macht in eigen handen te geven (“take back control”) op regionale schaal. Hij schraagt zijn stelling met acht argumenten, waaronder dat landsgrenzen een grote willekeur hebben en dat regio’s meer verbinden, dat vormen van ‘commons’ mogelijk zijn, dat kleinschalige bedrijven op lokale schaal in eigen beheer genomen kunnen worden, dat het makkelijker is om een basisinkomen te realiseren en hogere inkomens te toppen, en dat er een eerlijker manier mogelijk is om met de bebouwde omgeving en de natuur om te gaan.

Ik laat deze argumenten voor wat ze zijn en of we daar kunnen uitkomen. Tot nu toe vormen de nationale staten het niveau van democratische besluitvorming en zijn taal en cultuur nog steeds een vanzelfsprekende basis voor de natie, al is de oorsprong inderdaad traceerbaar tot het feodale tijdperk en heeft het concept natiestaat technisch en economisch zijn tijd al lang overleeft. Versterking van de democratie kan ook gezocht worden in versterking van de rol van het Europese parlement.

 

De rol van de NGO’s
Blijft het punt dat Bob de Wit de grote bedrijven en NGO’s verdenkt van machtsmisbruik en het overrulen van de nationale democratie. Hij stelt dat de NGO’s niet onder democratische controle staan, maar wel op wereldschaal aanzitten bij de regeringsleiders en bij de belangrijkste conferenties zoals de IPCC-klimaatmeetings, onder het mom de wereld (gezondheidszorg, klimaat, landbouw) te redden, maar in werkelijkheid om zichzelf te verrijken. Verder noemt hij de WTO-handelsverdragen die CETA-bepalingen bevatten waarmee bedrijven hun investeringen kunnen veiligstellen, ook als de lokale bevolking nieuwe milieu of klimaatmaatregelen wil doorvoeren. Kortom, we worden geregeerd door een kongsi van grote bedrijven en particuliere organisaties die zich verbergen achter het ethische schild van de VN-ontwikkelingsdoelstellingen (SDGs, Sustainable Development Goals).

Gelijktijdig zijn de NGO’s voorlopig nog de enige echte klimaatvechters, zoals blijkt uit de rechtszaken die ze voeren om nationale regeringen hun eerdere toezeggingen gestand te laten doen. De nationale politiek heeft maar al te zwakke knieën om echt door te pakken en te voldoen aan de Parijs-akkoorden, zoals we zien bij de stikstofproblematiek en de moeizame uitfasering van fossiele brandstoffen. Maar dit is volgens Bob de Wit zeer ondemocratisch.

 

De elite versus het volk
Bob de Wit presenteert aan het eind van zijn boek twee scenario’s: ‘the elite reset society’ dat een voortzetting is van de huidige trend met het bedrijfsleven in de feodale machtsrol, versus ‘the glocal citizens society’, die een alternatief biedt voor de burgers die in samenspraak op lokale schaal een betere toekomst willen ontwerpen. Met ‘glocal citizen’ wil hij aanduiden dat iedereen leeft in zijn regio (local) en daar zijn democratische rechten kan uitoefenen, maar zich gelijktijdig wereldburger (global) voelt die via de IT-infrastructuur meedenkt en meebeslist over wereldproblemen. Als we opnieuw zouden kunnen beginnen zouden er geen natiestaten komen, maar zouden we digitale platforms bouwen, beheerd door de mensen zelf, om alle mensen met elkaar te verbinden, en zo zouden we lokaal gemeenschappen vormen van mensen met dezelfde belangen.

In het hoofdstuk waarin ‘the elite reset society’ wordt beschreven, souffleert Bob de Wit Klaus Schwab van het WEF die een ‘coalition of the winning’ zou voorstaan bestaande uit grote bedrijven, rijke personen en NGO’s, die zich achter de volgende missie scharen:

“Restoring nature and the climate needs globally directed, fundamental and fast interventions from corporate states (bedrijven met de omvang van staten), NGO’s, global citizens and charitable organisations. The problems of nature and climate are just too large for national governments and small business” (p. 71). “Given that the problems with nature and the climate are urgent and building a ‘nature positive’ economy also presents an opportunity, a winning coalition of players is a superior road when compared with waiting for cooperative initiatives between countries. These initiatives are ineffective and take too much time, and will probably not lead to solutions. Governments should be given clear guidelines on how to proceed, directed by the winning coalition of players. The harsh economic consequences of the ‘corona pandemic’ provide a favourable context for the societal reforms required to rescue nature and the climate, and therefore Planet Earth” (p. 72).

Bob de Wit doet voorkomen alsof dit uit het WEF-report The Future of Nature and Business [2] komt, al gebruikt hij geen letterlijke quotes en paginaverwijzing. Kijken we echter naar dit WEF-rapport  dan zien we dat het vooral over klimaat en biodiversiteit gaat en wat bedrijven daaraan kunnen bijdragen, en gaan de enige politieke opmerkingen in het report over het benadrukken van de eigen verantwoordelijkheid van de bedrijven om hun supplychains te vernieuwen, en om samen met overheden, onderzoeksinstellingen en NGO’s te streven naar de invoering van klimaat- en biodiversiteitsmaatregelen. Zie de citaten in de Bijlage.

 

Conclusie
Bob de Wit biedt een interessante analyse van de maatschappelijke ontwikkelingen, maar geeft geen doorslaggevende reden om voor regio’s te kiezen als democratisch platform. Het is natuurlijk prima om voorstander te zijn van ‘commons’ en vanuit eigen IT-implementaties van social media de zo verkregen ‘user data’ in eigen beheer te houden. Maar dat kan ook binnen Nederland.

Wil de klimaattransitie lukken dan moeten alle landen en bedrijven zich daar gezamenlijk voor inzetten. Dat vraagt landelijk en intergouvernementeel overleg en betrokkenheid van alle bedrijven en financiële instellingen. Het WEF wil daaraan bijdragen. Het WEF zegt niet dat de regeringen het niet zullen redden, of dat de regeringen door de bedrijven moeten worden geïnstrueerd, of dat hun rol door de elite moet worden overgenomen. Het WEF benadrukt wél de eigen verantwoordelijkheid van de bedrijven om hun eigen businessmodellen en supplychains milieuvriendelijker te maken en daarmee niet te wachten tot ze door de overheden daartoe gedwongen worden.

Al dit soort tegenwerpingen zal Bob de Wit denk ik niet geruststellen. Als zijn angsten voor een mogelijke elite reset society, waar een elite de nieuwste AI en DNA-technieken zal gebruiken om zichzelf te verbeteren, zoals met CRISPR-Cas technieken voor DNA-modificatie (Sapiens 2.X), Brain Machine Interfaces voor een IQ van 300 of meer (Sapiens 3.X ), en AI voor menselijke robots (Sapiens 4.X), te illustreren, het volgende citaatje (p. 71):

Issue 7 (Rethinking human life): Elite upgrade With the arrival of Sapiens 2.X - 4.X, Homo Sapiens (1.X)  will no longer be the superior species on earth. The elite will have the power and money to upgrade themselves before others do. In that case, the upgraded elite will be superior to the rest of humanity. The difference between them and other humans on the planet will be too large to be vulnerable to attacks on their position. With a combination of power, billions of dollars, access to technology and genetical and IQ upgrades, a cyborg elite will be able to rule the world. Sapiens 4.X will become the servants and soldiers protecting them. Their position will then be secure for as long as Mother Earth allows”.

 

Bijlage
Citaten uit WEF-report The Future of Nature and Business [2]:

“Seeking a Great Reset, however, needs to acknowledge the new context in which we live. To be successful, this path will need to gain the confidence and the support of citizens and governments, by demonstrating its focus on inclusive growth and improved jobs and livelihoods” (WEF, p. 4).

“To successfully address this challenge will require tackling the indirect forces that underly the drivers of nature loss – such as global trade, production and consumption patterns, governance mechanisms and the values and behaviours of society – something business alone can seldom do. Even as lasting transformational change will often require enforceable and coherent regulatory and policy mechanisms and a shift in societal values, business leadership can help shape the agenda and move the goalpost of what is politically possible” (WEF, p. 8).

“Policy changes, as highlighted above, are needed to put us on a people- and nature-positive pathway. However, without strong leadership from civil society and progressive businesses, policy processes at national and especially international level can be slow and unambitious. Moreover, governments’ budgets are likely to face constraints as resources are diverted towards solving the immediate humanitarian crisis of the COVID-19 pandemic. In this context, business can take practical actions to fill some of these gaps while governments reshape their policies, incentives and pricing. Businesses can lead by moving ahead of policy and regulation – for instance, through voluntary commitments – where feasible, and by engaging and advocating with government to accelerate necessary policy changes (WEF, p. 95).

“Ultimately, businesses’ role in these transitions will vary by sector and region, determined through four practical steps: first, businesses should identify the specific transitions that are relevant to them and the role they can play; second, businesses should adopt, implement and support the corporate policies that minimize their impact on nature; third, businesses should explore public-private cooperation opportunities in the relevant transitions to create the critical mass of change agents required to tip markets and value chains towards nature-positive models; and fourth, businesses need to activate the enablers to accelerate progress: new capital investment and Fourth Industrial Revolution technologies” (WEF, p. 95-96).

 

Noten
[1] Dick Bijl, red. Pandemische chaos, Zutphen Walburg Pers, 2021. Bijdrage Bob de Wit, Ongezond onderweg in een maatschappelijke revolutie, p. 240 – 250.  Zie bespreking in CM#130.

[2] WEF, The Future of Nature and Business, New Nature Economy Report II, 2020. Zie: weforum.org/docs/WEF_The_Future_OF_Nature_And_Business_2020.pdf. Het WEF (World Economic Forum) is een informeel platform voor het bedrijfsleven dat bekend is van zijn Davos-meetings waar ook regeringsleiders, NGO’s, centrale banken, beleggingsfondsen, en private equity jaarlijks in januari aanschuiven.

[3] Keidanren, The Japanese Business Federation, Report Society 5.0, Co-creating the future, pdf.

[4] Bob de Wit, The Great Reset? Bob de Wit’s alternatieve plan voor onze toekomst, De Nieuwe Wereld #753, Youtube

[5] David Rothkopf, Superclass: The Global Power Elite and the World They are Making. Farrar, Straus and Giroux, 2009. Zie bespreking in CM 126.

[6] Clark-Fisher sectormodel, Wikipedia

[7] Moisés Naíme, The End of Power, 2013. Zie bespreking elders in dit CM-nummer.

[8] Manuel Castels, The Rise of the Network Society, 2005. 2nd edition 2009.