Afrika

Civis Mundi Digitaal #131

door Jan de Boer

Egypte: een mogelijke oncontroleerbare sociale opstand

Het dictatoriaal bestuurde Egypte, dat om geopolitieke redenen een ware vriend van het Westen is, maakt zeer zware tijden door: een economische, financiële en sociale crisis verlamt dit land, waar ten minste 30% van de bevolking onder de armoededrempel leeft.

Nog maar net bekomen van de negatieve effecten van de coronapandemie viel zijn bevoorrading van graan weg door de oorlog in Oekraïne, evenals de inkomsten uit toerisme, en daarbij was er ook nog eens een massale vlucht van buitenlands kapitaal.

Dat veroorzaakte zeer snel toenemende inflatie, die inmiddels een nieuw record heeft bereikt. Binnen één jaar heeft het Egyptische pond twee devaluaties ondergaan, de laatste eind vorig jaar, om te voldoen aan de voorwaarden van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) dat door de Egyptische autoriteiten opnieuw gevraagd werd te hulp te schieten. Egypte moet snel ten minste 40 miljard dollar aan deviezen krijgen om zijn schulden te betalen en zijn commerciële balans in evenwicht te brengen om de nodige importen te kunnen financieren. Behalve het beroep op het IMF heeft Egypte ook financiële steun aan de Golfstaten gevraagd en verkoopt het onroerend goed om de benodigde dollars bijeen te krijgen.

Terwijl de Egyptenaren voor de zoveelste keer hun broekriem moeten aanhalen, tonen affiches in het centrum van Caïro een glimlachende Abdel Fattah Al-Sissi, de president die Egypte al acht jaar met ijzeren vuist regeert. Daarboven staat de slogan « acht jaar van verworvenheden »: gigantische infrastructurele projecten, door hem verdedigd als noodzakelijke vernieuwing, maar door een groot deel van de publieke opinie veroordeeld als een financiële ramp ten koste van de economie. Ja, al zou de oorlog in Oekraïne morgen beëindigd worden, dan blijven de echte problemen in Egypte: de zwakheden van de economie, totaal beheerst door het leger voor zijn eigen profijt, en daardoor een gebrek aan uitgaven in de publieke sector.

Meer nog dan een mogelijke ineenstorting, zoals in Libanon, wordt Egypte naar mijn mening bedreigd door een Argentijns scenario. Het werkelijke risico heeft een sociaal karakter: een nog verdere toename van bittere armoede, waarvoor de armen geen oplossing meer weten te vinden. Al gedurende de coronapandemie was 30% van de bevolking, d.w.z. 100 miljoen mensen, gedwongen hun dagelijkse maaltijden te verminderen, waarbij bovendien de prijzen van basisvoedsel als rijst ook nog eens de pan uitrezen.

Op het Tahrirplein in het centrum van Caïro, het epicentrum van de revolutie in 2011, is de politie sterk aanwezig. De oproep vorig jaar om op 11 november massaal te manifesteren had geen succes, volgens de organisatie « Human Rights Watch » mede door de honderden arrestaties voorafgaand aan deze dag. De afwezigheid van manifestanten is een teken van angst, van de afwezigheid van intern leiderschap en van wantrouwen tegen de in ballingschap levende leden van de oppositie (de uit Egypte verbannen Moslimbroederschap had ook tot deze manifestatie opgeroepen). Ik ben ervan overtuigd dat deze « 11 november » ieder moment plaats kan hebben en de autoriteiten weten dat ook. Hoe meer het lijden verergert, hoe groter de kans op een sociale, chaotische en niet meer in de hand te houden explosie.

 

Geschreven in februari 2023