Civis Mundi Digitaal #132
Hoewel de kruiddampen van de Statenverkiezingen nog in de lucht hangen, is de vraag aan de orde wat de vervolgstappen zijn. De daverende overwinning van BBB doet verwachten dat we aan de vooravond staan van ingrijpende vernieuwingen. Het politieke landschap is veranderd. Een uitgelezen kans om de kussens op te schudden. Dat geldt natuurlijk in het bijzonder voor het beleid met betrekking tot de landbouw en speciaal voor de stikstofproblematiek.
Die vernieuwing is dringend nodig. We zijn met al onze kennis en slimmigheid beleidsmatig vastgelopen. Kernvraag is, hoe we de beide functies van de landbouw, namelijk economisch georiënteerde voedselproductie en verantwoord beheer van gemeenschappelijke waarden als natuur, landschap en omgevingskwaliteiten met elkaar kunnen verenigen. Kijken we hoe we daar tot nu toe aan hebben gewerkt, dan zal dat weinigen tevreden stellen. Landbouwbeleid is een kwestie geworden van scherpzinnige juristerij.
De overheid bemoeit zich tot in detail met de gang van zaken op boerenbedrijven. Voortdurend moet worden gecorrigeerd, omdat wat economisch aantrekkelijk is, doorgaans voorrang krijgt. Voor natuurbeleid geldt hetzelfde. We zijn terechtgekomen in een woud van definities over natuurdoeltypen, over lijsten van zeldzame flora en fauna en over wat de gunstige condities zijn voor vogels, dassen, korenwolven en planten. We zijn gaandeweg verstrikt geraakt in een nauwelijks nog begrijpelijk complex van regels. Dat vraagt enorme handhavingsinspanningen, voortdurend overleg, de ene na de andere juridische procedure en een overbelasting van de rechtspraak. We blijven ouderwets denken over vernieuwing.
Nu zou de naam van de Boer Burger Beweging erop kunnen duiden dat men de tegenstelling die thans bestaan tussen boer en burger gaat overbruggen door een bondgenootschap. Dus niet langer als vijanden tegenover elkaar staan, maar de verbinding zoeken. Bijvoorbeeld organisatievormen waarin boeren en burgers samenwerken en verantwoordelijkheid overnemen van de overheden. Het is een nieuwe vorm van sturing die in de plaats komt van marktwerking en overheidsregulering die nu regeren.
Dan zal kunnen blijken dat boeren en burgers elkaar veel waardevols hebben te vertellen, wat nu niet op tafel komt. Men kent elkaar niet eens. De landbouw heeft zich de afgelopen zestig jaar ontwikkeld als een eigen sector met eigen belangenorganisaties en vaak ook eigen ministers. Het leidde tot symptoombestrijding. Boeren werden gedwongen te investeren. Stilstand was achteruitgang. Aan de keukentafel kan men de verhalen horen, hoe pijnlijk het was om te worden gedwongen tot bedrijfsbeëindiging omdat men de ratrace niet meer kon bijhouden. Maar schaalvergroting bleek telkens weer niet de oplossing te zijn. Groter was nooit groot genoeg. En zo werd men afhankelijk van grootschalige verwerkingsbedrijven en supermarkten. Men was de greep op het eigen bedrijf en op zichzelf kwijtgeraakt. Dat soort verhalen dringen niet tot de vergadertafels door omdat men verblind is door de zucht naar meer en groter. Het zou voor veel boeren een opluchting zijn, wanneer men de bedrijfsvoering kan afstemmen op de natuurlijke omgeving.
Maar ook aan de zijde van de burgers waren en zijn er problemen. Er leven klachten en onzekerheden of geforceerd geproduceerd voedsel ook op termijn wel gezond is. Of men heeft opvattingen over hoe het voedsel moet worden geproduceerd maar kiest in de supermarkt voor een zo laag mogelijke prijs. De landbouw heeft aan burgers veel meer te vertellen dan een zo laag mogelijke kostprijs. Dan gaan we armoedig om met voedselproductie. Landbouw kan worden opgevat als een interventie in natuurlijke systemen en is dus een rijke bron van zingeving.
De uitdaging is om tot vormen van zelfverantwoordelijk regionaal beheer te komen. Boeren en burgers die zich verenigen en taken van overheden overnemen. Vormen van zelfcorrectie. Dat zou heel wat geld en tijd besparen. Dan zal ook blijken dat we tot praktijken komen die mensen inspireren, althans veel meer dan de vervreemding die nu onze landbouwpraktijk domineert.
De BBB zit niet aan het verleden vast en heeft daardoor de ruimte om vernieuwing af te dwingen. Slaagt men daarin en weet men de huidige problematiek op te lossen en de politiek weer inspirerend te maken, dan zijn we over vier jaar veel dank verschuldigd aan de BBB. Kiest men er daarentegen voor de geitenpaadjes te blijven belopen en voorrang te geven aan uitgekooktheid en juridische scherpslijperij, dan verandert er niets en is men slechts bezig het verleden te herhalen.
Mathieu Wagemans is Raadslid voor Ronduit Open in Leudal