Europa

Civis Mundi Digitaal #132

door Jan de Boer

Het falende Europese landbouwbeleid
De oorlog in de Oekraïne doet ons recht tegenover de geschiedenis staan
Hoe lang houdt de « sjiitische halve maan » in het Midden-Oosten nog stand?

Het falende Europese landbouwbeleid

 

Het Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) is wat je in de wandelgangen noemt een « dinosaurus ». Het houdt vast aan de praktijken van niet-duurzame productie tegenover de problemen van klimaat en biodiversiteit en verzwakt de Europese cohesie. De Europese Commissie heeft in de laatste jaren ernstige strategische « vergissingen », beter gezegd « blunders », begaan. Onder invloed van de lidstaten heeft zij het GLB gerenationaliseerd in plaats van één van de pijlers van de Europese integratie en van noodzakelijke agro-ecologische verandering te versterken. Zij is gezwicht voor de pressie van de lidstaten voor minder gemeenschappelijke regels en de toch al weinig ambitieuze agro- milieubeperkingen. Zij is er mee akkoord gegaan dat het GLB niet bepaald zou worden door de « Green Deal », die overigens veel minder groen is dan vaak gedacht wordt. Ten opzichte van de impact van de landbouw op het klimaat en het milieu is dat een daad van verstandsverbijstering die doet geloven dat niemand in Brussel het rapport van het IPCC inzake de evolutie van het klimaat en het gebruik van grond heeft gelezen.

Dit GLB ondermijnt de – overigens vrijblijvende en onvoldoende – afspraken van het klimaatakkoord van Parijs (2015) wat betreft het klimaat en de biodiversiteit. Als het GLB onveranderd gebaseerd blijft op subsidies voor fossiele brandstoffen, kunstmest en pesticiden, en als de « Green Deal » niet het extractieve gebruik van grond (het uit de grond halen van grondstoffen) afschaft, noch voor 2027 een ecologisch verantwoord landbouw- en voedselsysteem weet te realiseren, kunnen we het klimaatakkoord van Parijs wel vergeten en wordt zacht gezegd de Europese voedselsoevereiniteit ernstig bedreigd.

De Europese Unie (EU) is structureel zeer afhankelijk van importen van voeding voor dieren, vooral afkomstig uit landen buiten Europa zonder duurzame productiesystemen, en soms zelfs met slavenarbeid. De EU subsidieert haar exporten naar opkomende en ontwikkelingslanden met als gevolg een destabilisatie-effect van markten en voedselonveiligheid.

De oorlog in Oekraïne heeft deze afhankelijkheid aangetoond met onder meer een op hol slaan van graanprijzen en een tekort aan zonnebloemolie. Het graan dat Oekraïne verliet, ging allereerst naar de Europese vleesproductieplaatsen, voordat het honger lijdende regio’s elders voorzag. Onder druk van de agro-industriële lobby, met name het Comité van de professionele landbouworganisaties van de Europese Unie, heeft de politieke reflex van de landbouwministers van de EU de paar ecologiseringspogingen, zoals de wisseling van culturen, om zeep geholpen. Uit landbouwkundig, ecologisch en klimatologisch oogpunt een ramp. Als deze lobby doorgaat om elke concrete poging van de Europese Commissie om de « Green Deal » in de praktijk te doen functioneren te blokkeren, wordt er wat nog rest van het GLB hoogstwaarschijnlijk geannexeerd door de politiek van nationale of regionale eenheid van de lidstaten. Als vervolgens, zoals beloofd, Oekraïne en de Balkanlanden lid worden van de EU, is het definitief afgelopen met het GLB als pijler van de Europese integratie.

De Europese Commissie en de landbouwindustrie bevorderen de « koolstoflandbouw » als een moedige stap van de landbouw om bij te dragen aan de beperking van het broeikaseffect. Het betreft het belonen van de landbouwers via de CO2-markt door per hectare de hoeveelheid koolstof te berekenen die een cultuur of een weiland absorbeert (wat het altijd al heeft gedaan). Het is enerzijds een middel om grondbezitters geld te laten verdienen, en anderzijds een teken voor kopers van grond om door te gaan met de grote industriële culturen – zonder enig positief effect voor klimaat en biodiversiteit, hetgeen de legitimiteit van nieuwe GLB-subsidies ondermijnt. Het zijn dezelfde personen die de « poet », de emmer geld, controleren. In feite verandert er in wezen dus niets.

De EU blijft doorgaan met haar onrechtvaardige beleid voor het grootste deel van haar boeren en plattelanders, consumenten en haar commerciële partners. Het belangrijkste deel van de landbouwsubsidies gaat naar grondbezitters die deze subsidies niet nodig hebben. Voedsel wordt steeds vaker getransformeerd naar minder gezond en minder betaalbaar. Gesubsidieerde exporten en voedselverspilling blijven bestaan.

De grote landbouwtentoonstellingen in Berlijn en Parijs onlangs waren een weerslag van de starheid van de landbouw- en voedselindustrie: « business as usual ». Robots en grote machines worden gepresenteerd in een door de « food industry » geïdealiseerd beeld van het boerenleven, dat de bezoekers het geloof bij moet brengen dat alles prima voor elkaar is. Er is geen enkel teken dat er een verandering in het landbouw- en voedselsysteem op komst is.

Omdat ze niets meer van Brussel verwachten, houden bewuste landbouwers, consumenten en gemeenteraden zich nu bezig met landbouw- en voedselkwesties en tuigen landbouw- en voedselbeleid op: geen « business as usual » meer, maar experimenten: kringloopeconomie, rekening houdend met klimaat en biodiversiteit, als weergegeven in het boek « Rural Europe Takes Action /for Resilience and Peace » (ARC2020, Forum Synenergies). Wie zich hier verder over wil oriënteren, google dit uitgebreide werk, dat ook in het Engels gelezen kan worden.

 

Geschreven in maart 2023

 

 


De oorlog in de Oekraïne doet ons recht tegenover de geschiedenis staan

 

Het is 24 februari 2022. Kiev moest binnen 48 uur veroverd worden. Een jaar later wappert de Oekraïense vlag bij Kherson. Al een jaar lang geven Oekraïners ons een buitengewoon beeld van oneindige moed. Deze geschiedenis wordt geschreven in de loopgraven van Bakhmoet, de straten van Kherson, in de kelders van Kharkiv en de schuilplaatsen van Kiev.

Oekraïne is vandaag de dag het kloppend hart van Europa en de belichaming van de vrijheid van volkeren tegenover een imperialistische agressie. Het verdedigt de democratie niet alleen voor zichzelf, maar voor ons allemaal, voor heel Europa. Daarom moeten we het met alle kracht steunen en de Europese hulp uitbreiden. Mensen die bang zijn voor escalatie, terwijl het hier niets anders betreft dan het terugdringen van agressie, zien kennelijk niet dat als wij voor Poetin terugdeinzen, hij ons continent in een spiraal van onveiligheid en geweld dompelt. Poetin is heel duidelijk wat betreft zijn ideeën en zijn project: hij voert oorlog tegen de Europese democratie die hij decadent vindt. Hij wil er – tegen elk recht in – de macht van een Russisch imperium dat de oude familiewaarden verdedigt tegenover stellen, en de grenzen van de vroegere Sovjet-Unie en die van het tsaristische koloniale imperium herstellen. Nu de oorlog opnieuw aan onze grenzen woedt en de veiligheid van heel Europa op het spel staat, kunnen zwakheid en dubbelzinnigheid niet geduld worden.

De vraag is heel eenvoudig of wij alle middelen aan de Oekraïners willen geven voor hun verdediging of de Russische agressor genoegdoening willen geven door hem het internationale recht te laten verwoesten en totaal straffeloos zijn misdaden tegen de mensheid te laten plegen. Zij die oproepen om geen wapens meer aan Oekraïne te leveren zijn geen « pacifisten »: zij willen geen vrede, maar accepteren een nederlaag. Zij gaan ermee akkoord om Oekraïners op te offeren door hen aan hun agressors over te leveren. Zij hopen vrede te bewerkstellingen door toe te geven aan hen die de oorlog ontketend hebben: een oude illusie die ons in de loop van de geschiedenis vele keren zuur is opgebroken. De overwinning van het fascisme is geen « vrede », maar de voorbereiding op andere oorlogen. Het pseudo-« pacifisme » van een deel van de Europese politieke klasse – met inbegrip van links – die weigert (of in het gunstigste geval twijfelt) aan het leveren van wapens aan Oekraïne, stemt in feite in met de onderdrukking en vernietiging van een volk waarvan de enige « misdaad » is om in vrijheid te willen leven. Europese landen hebben niet alleen gelijk om wapens aan Oekraïne te leveren, maar zij moeten hun inspanningen opvoeren en daartoe een duidelijke gezamenlijke strategie ontwerpen; iets waaraan het nu totaal ontbreekt.

Als wij werkelijk in vrede willen leven, moeten wij solidair zijn met de strijd van de Oekraïners tegen een regime dat burgers tot zijn belangrijkste doelwit maakt, zoals eerder in Tsjetsjenië en Syrië. Wij moeten aan Oekraïners alle wapens leveren die zij nodig hebben om het Russische leger naar zijn grenzen terug te sturen. Elk uitstel, elke vertraging – en dat is helaas voortdurend het geval – verlengt de agressie. Deze oorlog beslist over de veiligheid van het Europese continent voor de komende decennia.

De sancties die de Russische Federatie als doelwit hebben, moeten fors aangescherpt worden. De Europese Unie moet kristalhelder haar strategisch doel uitdragen: de overwinning van Oekraïne binnen haar grenzen. Dubbelzinnige uitspraken die Moskou doen geloven dat Europa mogelijkerwijs de annexatie van de door Rusland bezette Oekraïense regio’s zou kunnen accepteren, verlengen alleen maar de oorlog en moedigen Rusland aan om zoveel mogelijk Oekraïens grondgebied te bezetten. Om « realistisch » te zijn, moet de Europese Unie haar strategie baseren op de realiteit en niet op de illusie van een compromis met Poetin. De realiteit is dat wij het hoofd moeten bieden aan een fascistische staat die absoluut de oorlog moet verliezen die het in Oekraïne heeft ontketend.

De oorlog in Oekraïne stelt ieder van ons tegenover de geschiedenis. Zij verplicht politici, met name linkse politici, om te beslissen of zij wel of niet de strijd tegen het fascisme willen voortzetten. Deze politici moeten zich de uiterst bloedige Spaanse burgeroorlog herinneren en de gewelddadige invasie van Ethiopië door het Italië van Mussolini. Zij moeten zich de lessen van de invasie van Tsjechoslowakije door Nazi-Duitsland herinneren. De weigering om de Republikeinse Spanjaarden en de Ethiopiërs te bewapenen heeft geen « vrede » bewerkstelligd, maar heeft wel alles en iedereen verwoestende oorlogen tot gevolg gehad. Het in de steek laten van Tsjechoslowakije op de conferentie van München in 1938 was zo deel van de voorbereiding van de Tweede Wereldoorlog door Hitler.

Elk opgeven bereidt de catastrofes van morgen voor. Dat zagen we ook bij het terugtrekken uit Syrië, wat voor Poetin, die al met de straffeloosheid van zijn extreme geweld in Tsjetsjenië en de schending van het internationale recht op de Krim ervaring had opgedaan, het teken was om Oekraïne binnen te vallen. De Oekraïners geven niet op, ondanks de doden, de systematische verkrachtingen, de bloedbaden. Wij hebben geen enkel recht op zwakheid en gebrek aan wilskracht tegenover hen die ook voor ons strijden. De enige verdediging van de vrede is het steunen van de Oekraïners.

Winst voor Poetin in deze oorlog betekent ten slotte een griezelige versterking van (extreem)rechtse populistische bewegingen en politieke partijen in Europa die altijd, als de democratie faalt, verlangen naar een « sterke man of vrouw ».

 

Geschreven in maart 2023

 

 

Hoe lang houdt de « sjiitische halve maan » in het Midden-Oosten nog stand?

 

De « sjiitische halve maan », die Libanon, Syrië en Irak omvat en met veel geduld door de Islamitische republiek Iran is geconstrueerd, maakt een zware tijd door, die zelfs tot haar ondergang kan leiden. Deze onder de duim van de Iraanse « mollarchie » gehouden landen worden nu geconfronteerd met een schaarste aan dollars, een institutionele chaos, een economische puinhoop en een burgeroorlog. Vandaag de dag lijkt de « axial resistance » meer dan ooit bedreigd door vergevorderde ontbinding, meer te wijten aan het tekort aan dollars dan aan militaire aanvallen van zijn vijanden.

Twee landen, Iran en Syrië, zijn onderworpen aan zeer strenge politieke en economische sancties van de VS en andere landen. Irak heeft weliswaar een overvloed aan oliedollars, maar kan daar niet direct over beschikken, omdat zijn deviezenrekening is ondergebracht bij de Amerikaanse schatkist. En gezien de tegen Iran genomen sancties surveilleert Washington zeer grondig de bestemming van de aan de Iraakse regering in Bagdad ter beschikking gestelde deviezen. Deze bewaking is de laatste tijd verscherpt om het Iraanse regime te verstikken, en wel zodanig dat Bagdad zijn aankopen bij Teheran in dinars heeft moeten betalen, met als gevolg een drastische waardevermindering van de dinar en de ineenstorting van de Iraanse rial.

Wat Libanon betreft: in dit land heeft de grotendeels maffiose politieke klasse zich overgegeven aan systematische plundering van het land onder het welwillende oog van Hezbollah, dat met de steun van een paar politieke partijen zijn deel van de buit heeft kunnen verdelen met zijn beschermer en zijn krijgsmacht heeft kunnen financieren, evenals het regime van de Syrische president Bashar Al-Assad.

Deze vier landen zijn de facto failliet: Libanon is institutioneel verlamd, sinds 2020 in gebreke gebleven met zijn betalingen en sociaal in elkaar gestort, ondanks de geldoverdrachten door Libanezen in het buitenland aan hun in het land gebleven familie. Het in een verinternationaliseerde burgeroorlog verkerende Syrië is in stukken uiteengevallen en bezet door verschillende buitenlandse legers: die van Turkije, Rusland, de Verenigde Staten, Iran en ook die van Israël, wat betreft de controle van zijn luchtruim. Het gebruikte juridische arsenaal voor het bestraffen van het gijzelen van Amerikaans ambassadepersoneel in Iran, van actieve steun van Damas en Teheran aan het terrorisme en van de ontwikkeling door Iran van een militair nucleair programma werd nog eens versterkt door de Amerikaanse Caesar-wet die in juni 2020 in werking trad.

De zorgen thuis bij de Iraanse godfather – sinds september 2022 fors bestreden in de straten – en het vastraken van de Russische agressie in Oekraïne doen de aandacht van Iran en Rusland danig verslappen voor hun beschermeling Syrië, dat al lang beroofd is van zijn strategische belangen: infrastructuren, rijke bronnen, elektriciteit, telefoonverkeer. Moskou en Teheran laten Syrië steeds verder in de modder zakken: 50% van zijn bakkerszaken is gesloten, de waarde van het salaris van een luitenant in het leger is niet meer dan 15 dollar per maand en in december jongstleden werkten ambtenaren niet meer dan tien dagen wegens gebrek aan brandstof. Verzwakt door het lange conflict en niet meer in staat Libanon van zijn laatste hulpbronnen te beroven kan Assad niets meer aan zijn godfathers weigeren, want zijn overlevingskansen hangen van hen af. Poetin heeft hem zo gedwongen tot een toenadering tot zijn ergste vijand: zijn Turkse collega-president Erdogan. Naar verluidt zou er een topontmoeting van de drie presidenten voorbereid worden. Poetin zou Erdogan willen helpen de presidentsverkiezingen in mei te winnen, als dank voor het afstand nemen van de NAVO en Washington. Of Erdogan deze verkiezingen ook wint, is overigens de vraag. De eerste politieke peiling na de aardbeving op 6 februari laat een daling van de populariteit van de regeringscoalitie zien. De formatie van Erdogan en de partij van zijn ultra-nationalistische bondgenoot, Devlet Bahceli, halen volgens een op 28 februari gepubliceerde peiling van het Instituut ALF 31,5% van de stemmen bij de eerste ronde. De oppositie, met name geleid door de « kemalist » Kemal Kiliçdaroglu en de nationalist Meral Aksener, zou 47,6% halen. Op bezoek na de aardbeving in de stad Adiyamant erkende Erdogan dat « gedurende de eerste dagen de regering niet in staat was om zo doeltreffend te werken als hij gewenst had » en vroeg voor de eerste keer « vergiffenis ». Bij de aardbevingen in Turkije en Syrië kwamen meer dan 50.000 mensen om het leven. Erdogan wil in geen geval de verkiezingen uitstellen, omdat zijn herverkiezing dan nog meer gevaar loopt door de hard verslechterende economische situatie in Turkije. Overigens kunnen we er zeker van zijn dat deze verkiezingen door Erdogan op grote schaal gemanipuleerd worden en dat er nog heel wat opposanten, zoals de burgemeester van Istanboel (een gedoodverfde presidentskandidaat), al of niet via schijnprocessen achter de tralies zullen belanden.

Wat Iran betreft, dit land heeft niet eens zijn belofte gehouden om zijn Syrische kolonie van olie te voorzien. Om hun overleven zeker te stellen hebben Assad en Hezbollah de productie van synthetische drugs fors opgevoerd met agressieve commercialisering, soms met militair geweld, via Jordanië naar de Golfstaten. Om dat voor zoveel en zover mogelijk tegen te gaan, heeft Amman zijn leger aan de Syrische grens duidelijke instructies gegeven.

Irak was de belangrijkste economische steun van Iran, maar wordt verhinderd deze steun voort te zetten door de toegenomen waakzaamheid van de Amerikaanse schatkist. Syrië, dat straffeloos Libanon met zijn gesubsidieerde producten plunderde, slaagt er niet meer in om ten koste van dit leeggepompte land te leven. De Iraanse financiële en oliesteun aan Syrië is zodanig afgenomen dat het overleven van het regime van Assad ernstig bedreigd wordt.

Het is beslist niet onmogelijk dat deze gecombineerde veranderingen door sancties en het wegvallen van de dollar deze regimes zodanig verzwakken dat hun einde nabij is. Het Iraanse regime, de hoeksteen van het geheel, kent nu de langste en sterkste strijd tegen zijn bestaan. Ondanks zeer gewelddadige onderdrukking kan het deze strijd kennelijk niet de baas worden. De « axial resistance » is naar mijn mening dan ook gedoemd om ten onder te gaan.

 

Geschreven in maart 2023