Civis Mundi Digitaal #133
Rusland kan uiteenvallen als zij de oorlog in Oekraïne verliest
Denemarken gokt op CO2-opslag om zijn uitstoot te verminderen
Rusland kan uiteenvallen als zij de oorlog in Oekraïne verliest
Rusland is het laatste nog bestaande Europese koloniale imperium, dat het beste vergeleken kan worden met het vroegere Ibero-Amerikaanse imperium. Rusland was in het begin een relatief klein vorstendom van Moskou, waarvan de enorme expansie begon in de zestiende eeuw. Deze periode komt overeen met die van de eerste Europese overzeese wereldrijken.
Het Russische imperium berust niet alleen op zijn kracht, maar ook op zijn mythos: Rusland is een superieure militaire macht (en kan dus niet verslagen worden). Er is geen toekomst voor de provincies anders dan binnen Rusland (zonder Rusland vervallen die in het stenen tijdperk). Vanuit Russisch oogpunt is Oekraïne een opstandige provincie, met als gevolg dat de oorlog in Oekraïne een test is voor de imperiale mythos. De provincie die zich afscheidt, zal verslagen worden of in het stenen tijdperk terugvallen. Als dat niet gebeurt, moet ze met geweld naar het stenen tijdperk worden gebracht om de mythos te kunnen handhaven.
De territoriale integriteit van Rusland wordt als volgt door de imperiale mythos gehandhaafd: jullie kunnen zonder ons niet overleven, en wij kunnen jullie op ieder moment verwoesten.
Deze beide hypotheses houden het imperium in stand. Beide zijn in Oekraïne getest. Daarom « moet » Rusland de Oekraïense infrastructuren c.a. verwoesten.
Op dit moment is de tweede hypothese mogelijkerwijs niet meer aan de orde. Niet alleen houdt Oekraïne stand, maar zij is zelfs in staat de oorlog naar Rusland zelf te verplaatsen door onder meer Russische strategische bommenwerpers ver over de grens te treffen.
Dat brengt elk mogelijk staakt-het-vuren naar een bifurcatiepunt, een tweesprong. Volgens mij zijn er twee scenario’s mogelijk. Het eerste scenario veronderstelt dat Rusland zich hergroepeert, zich opnieuw bevoorraadt, wederom aanvalt en wint: hypotheses 1 en 2 zijn werkelijkheid geworden. (Ik sluit dat niet uit, want naar mijn mening komt de westerse militaire hulp in aard en omvang aan Oekraïne altijd aan de (te) late kant). In het tweede scenario slaagt Rusland daar niet in: hypotheses 1 en 2 blijken onjuist te zijn. Het lot van het Russische imperium hangt af van zijn capaciteit om een opstandige provincie te verpletteren.
Als we ervan uitgaan dat Rusland niet in staat is Oekraïne te verpletteren en haar bevolking er niet van weet te overtuigen dat zij dat in de toekomst wel kan, dan kan dat voldoende zijn om het geloof in beide hypotheses van het imperiale mythos te doen wankelen, waardoor het proces van het uiteenvallen van Rusland werkelijkheid gaat worden.
Welke scenario’s zijn dan mogelijk? Het meest waarschijnlijk is naar mijn mening dat dit proces niet begonnen wordt door politieke tegenstanders of activisten, maar door reeds bestaande regionale belangengroepen met per regio sterk verschillend karakter. Dit desintegratieproces begint zeker niet in de etnische republieken, zoals veel mensen zouden kunnen denken. Tegen dit aanwezige etnische separatisme zijn al heel lang allerlei voorzorgsmaatregelen getroffen. Ik denk dus dat het waarschijnlijk is dat dit proces in « Russische » regio’s begint, waar in de ogen van Moskou het politieke risico veel geringer is. Het proces zal zich waarschijnlijk afspelen in de vorm van lokale belangengroepen die meer macht krijgen en verder gaan met regionale protectionistisch beleid, etc., maar zonder openlijke afscheidingsverklaringen. Die komen met de juridische consequenties, denk ik, (heel) veel later aan de orde.
Waar zou dit proces een aanvang kunnen nemen? Naar mijn idee zijn daarvoor drie goede regio’s: het gebied van Krasnodar en de regio Rostov in Europees Rusland, de gebieden Sverdlovsk en Tcheliabinsk in het westen van Siberië, en de gebieden Khabarovsk en Primorsk in het uiterste oosten van Siberië. Alle drie zijn etnisch gezien in meerderheid Russisch, en er zijn derhalve weinig maatregelen tegen hen getroffen. Alle drie zijn rijk, en de regionale elites zijn machtig en worden slechts gedeeltelijk door Moskou gecontroleerd. Hoe minder deze regio’s aan Moskou gehoorzamen en aan haar belastingen afdragen, hoe minder ook andere regio’s daartoe geneigd zullen zijn vanuit een kosten-baten oogpunt. Natuurlijk zijn de rijkste regio’s meer gemotiveerd dan de armste regio’s.
Zoals ik al zei: in tegenstelling tot wat algemeen gedacht wordt, zal het uiteenvallen van Rusland en de vorming van nieuwe staten eerder op regionale basis tot stand komen dan op een « etnische » of « raciale » basis.
Historisch gezien hebben administratieve grenzen, met name binnen imperiums, de neiging om nationale grenzen te worden. Net als in Latijns-Amerika zal de desintegratie van Rusland eerder langs administratieve dan langs etnische grenzen plaatsvinden. De nieuwe staten lijken waarschijnlijk op een verzameling van de oude Russische regio’s; de oude afbakeningen tussen de provincies zullen de nationale grenzen worden.
Waarom ik aan dit scenario de voorkeur geef? Etniciteit, « ras » en cultuur zijn onvoldoende elementen om nieuwe staten te vormen. Daarvoor is het kunnen betalen van de rekeningen een bittere noodzaak. Het principe van economische clusters is minstens even belangrijk als, of zelfs belangrijker dan het etnische of culturele principe om grenzen vast te stellen.
De sleutelkwestie is dus niet die van de Kaukasus of de Wolga, het is die van Siberië. Siberië is het juweel van de Russische kroon en zij betaalt de rekeningen van het imperium. Als de Russische Federatie de controle over Siberië houdt, kan zij makkelijk heel de rest van Rusland heroveren. Als zij die verliest, is het met het Russische koloniale imperium over en uit.
Geschreven in februari 2023
Denemarken gokt op CO2-opslag om zijn uitstoot te verminderen
Nu 51 jaar geleden kondigde prins Henrik, echtgenoot van koningin Margarete, in de haven van Esbjerg het olie- en gasavontuur van het Deense koninkrijk in de Noordzee aan. Op 8 maart jongstleden wijdde zijn zoon Frederik de eerste opslagplaats in van koolstofdioxide, ingespoten in een uitgeput oliebekken, 1,8 kilometer onder de zeebodem. Naast hem de minister van klimaat en energie, Lars Aagaard, die zich verheugde dat « de opslag van CO2 niet alleen meer op papier bestaat, maar een realiteit is geworden die het halen van de klimaatdoelstellingen dichterbij brengt ». Vanuit Brussel begroette Ursula von der Leyen een « zegenrijk project voor onze industrie en het klimaat, een Europees succes wat betreft samenwerking ».Want de bijzonderheid van dit project, getiteld « Greensand » (genoemd naar het groene zand dat de zeebodem op die plek bedekt), is dat de CO2 uit België komt. Het is afkomstig uit de productie van etheenoxide, met name gebruikt voor de productie van farmaceutische en schoonmaakmiddelen. Het wordt opgevangen in een vlakbij Antwerpen gelegen fabriek van de Engelse chemische reus Ineos, vervolgens vloeibaar gemaakt en daarna naar de Noordzee vervoerd. Het project – de Deense Staat is voor 20% aandeelhouder – wordt beheerd door een consortium van een twintigtal bedrijven, geleid door Ineos en het Duitse Wintershall Dea.
De eerste fase is gewijd aan testen. Het doel is om vanaf 2025 1,5 miljoen ton CO2 per jaar onder de grond te stoppen, en vanaf 2030 tot 8 miljoen ton. Niet ver daarvandaan hoopt de groep TotalEnergies rond 2030 ieder jaar 5 miljoen ton CO2 ondergronds op te slaan.
Deze projecten zijn voor Denemarken essentieel. Het land heeft beloofd om in 2045 CO2-neutraal te zijn en om in 2030 zijn CO2 uitstoot met 70% verminderd te hebben. Om dat te realiseren moet het zich in de komende zeven jaar van 20 miljoen ton CO2 bevrijden. De regering rekent op technologieën voor opvang en opslag van CO2 (CCS) om 3,2 miljoen CO2 uit de atmosfeer te doen verdwijnen. Volgens berekeningen van de denktank Concito « moet het mogelijk zijn om 5 miljoen ton CO2, uitgestoten door verbrandingsinstallaties, installaties van biogas en van diverse industriële handelingen te vangen van nu tot 2030, maar beslist niet meer, » laat de analist Tobias Johan Sorensen mij weten. Het potentieel van opslag is « enorm », zegt hij: de Geologische Dienst van Denemarken en Groenland schat dat de Deense ondergrond 22 miljard ton CO2 kan opslaan. Tobias Johan Sorensen: « Wij kunnen ook buurlanden, die niet deze opslagmogelijkheden hebben, uit de brand helpen. »
Maar in Denemarken roepen steeds meer stemmen op om voorzichtig te zijn. Hendrik Lund, professor aan de Universiteit van Aalborg en specialist in energiesystemen: « Natuurlijk hebben wij CCS nodig om onze klimatologische doelen te halen, maar wij bevrijden ons echt niet van alle uitstoot aan CO2 in de landbouw, van de productie van cement, van luchtvaart… zelfs niet als wij biobrandstoffen gebruiken. Dus moeten wij deze compenseren. » In een in 2021 met zes andere wetenschappers gepubliceerde uitgebreide studie werd opgeroepen om het gebruik van fossiele brandstoffen te beperken en hergebruik van CO2 te bevorderen.
Wat Hendrik Lund betreft, moet de technologie verder ontwikkeld worden, maar het gebruik ervan moet als laatste redmiddel gezien worden: « Men moet in geen geval de levensduur van fabrieken of vervuilende centrales verlengen, en ook niet de door verbranding van biomassa geproduceerde CO2 opvangen. » De Deense Raad voor het klimaat, een onafhankelijk publiek orgaan, toonde zich in zijn in februari jongstleden gepubliceerde rapport erg verontrust over het feit dat Denemarken zoveel op CCS rekent: « Er is een niet te onderschatten risico dat dit centrale element van het regeringsplan niet op tijd en ook niet in de gewenste mate gereed is. » Het is een kritiekpunt dat gedeeld wordt door de Raad voor een groene transitie, een milieu-NGO wiens directeur Bjarke Moller herinnert aan het feit dat Denemarken 5,3 miljard euro uitgetrokken heeft om gedurende 25 jaar « een riskante, niet bewezen en verre van rendabele technologie » te subsidiëren.
Het gevaar is inderdaad levensgroot dat CCS gezien wordt als hét middel om gewoon door te kunnen gaan met onze oneindige productie en consumptie op een beperkte planeet, met alle catastrofale gevolgen van dien.
Geschreven in maart 2023