Civis Mundi Digitaal #135
Nieuw mondiaal financieel overleg
Plastic: een wereldwijd gevaar voor milieu, gezondheid en klimaat
Brazilië: president Lula en het milieu
Nieuw mondiaal financieel overleg
Op 22 en 23 juni werd in Parijs een topconferentie gehouden met als doel te komen tot ‘een nieuwe mondiale financiële overeenkomst’ die de arme landen financieel moet helpen hun ecologische transitie te realiseren. Op deze topconferentie is afgesproken om over twee jaar weer bij elkaar te komen. Hypocrisie op alle niveau’s en dat voor een heel eenvoudige reden: velen hebben er belang bij om vooral niet het probleem bij de wortel aan te pakken.
Laat ik het duidelijk zeggen: er kan geen sprake zijn van een evenwicht tussen Noord en Zuid als het huidige systeem gebaseerd op fiscale paradijzen en op speculatie van publieke schulden niet aangepakt wordt. Er kan geen sprake zijn van een evenwichtsherstel zolang het IMF in ruil voor zijn financiële hulp een liberalisering van de opkomende landen eist met privatiseringen en een opening voor westerse multinationals.
Vrij verkeer van kapitaal, vrij verkeer van personen dat is de mantra die sinds de jaren 1970 de westerse mondialisering bepaalt: een ramp. Kijk bijvoorbeeld naar Ursula van der Leyen die met al haar energie erin geslaagd is het vrijhandelsverdrag met de Mercosuur te realiseren waarvan het belangrijkste resultaat is dat de landen van Latijns-Amerika vastzitten in een intensieve landbouwcultuur alleen gericht op export en verwoestend voor natuurlijke hulpbronnen.
Ik voeg hieraan toe dat het ‘zwarte gat’ in het centrum van dit systeem de almacht van de zeetransportbedrijven is. Deze ondernemingen slepen fabelachtige bedragen binnen die minder zichtbaar zijn dan de gigantische winsten van bijvoorbeeld TotalEnergies. Nummer twee in deze sector, het Franse bedrijf CMA CGM betaalde slechts 2% aan belastingen over zijn resultaat in 2022: een netto winst van 23 miljard euro. Wat betreft nummer één, het Italiaans-Zwitserse bedrijf MSC weigert zelfs zijn resultaten te publiceren… En de grote containerschepen gaan door met het Westen te overstromen met op basis van plastic gefabriceerde zinloze producten.
Mijn constatering: vrijhandel en de bescherming van het klimaat gaan niet samen. Helaas loopt een systeem waarvan de opkomende landen en de volksklassen in de ontwikkelde landen de belangrijkste slachtoffers zijn, maar dat fabelachtige winsten produceert voor de financiële wereld en de multinationals, maar weinig risico om ter discussie gesteld te worden. Behalve als de klimaatopwarming normaal (over)leven onmogelijk maakt zelfs voor de miljardairs, maar dan is het helaas te laat….Doet mij denken aan het chanson van Dalida : ‘paroles, paroles’ oftewel woorden, woorden...
Plastic: een wereldwijd gevaar voor milieu, gezondheid en klimaat
Onderhandelaars van 175 landen, alsook wetenschappers en vertegenwoordigers van de burgerlijke samenleving in de industrie, kwamen van 29 mei tot 2 juni in Parijs bijeen met als doel plasticvervuiling te elimineren via een juridisch dwingend multilateraal akkoord dat in 2024 gereed zou moeten zijn. Niet eenvoudig, want – nog afgezien van de kosten – er is heel wat weerstand tegen zo’n akkoord. De VS, de grootste gebruiker van plastic, voelt niets voor globale verplichtingen en prefereert vrijwillige, niet dwingende beloftes in het kader van nationale plannen volgens het model van het klimaatakkoord van Parijs (2015). China, de grootste producent van plastic, zit op dezelfde lijn. Peking wil dat het verdrag de « fundamentele rol van plastic voor de maatschappij en de economie » erkent en wil het accent leggen op « de aanpak van afval ». Een derde blok doet er alles aan om de ambitie van het verdrag af te remmen: de productielanden van olie en gas, aangevoerd door Saoedi-Arabië, voor wie plastic en met name verpakkingsmateriaal nieuwe afzetmogelijkheden biedt. Zij zijn in geen enkel opzicht bereid om productiebeperkingen te accepteren. Om over de weerstand en de lobby’s van de grote oliemaatschappijen maar niet te spreken: zij investeerden de laatste jaren tientallen miljarden dollars in onder meer de productie van polyethyleen, het meest gebruikte plastic. Eerlijk gezegd zie ik het niet gebeuren dat er een wereldwijd juridisch dwingend akkoord komt. Het blijft bij vrijblijvende beloftes, net als bij de afspraken in het klimaatakkoord van Parijs. En de kans dat er heel wat landen zijn die zelfs daar niet aan zullen meewerken, is buitengewoon groot.
Maar in dit artikel wil ik voor een beter begrip toch het gevaar van de jaarlijks wereldwijd meer dan 350 miljoen ton van meer dan 4000 soorten plastic-afval beschrijven. Een gigantische hoeveelheid, die volgens het milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP) tussen nu en 2060 verdrievoudigd gaat worden en zo jaarlijks de miljard ton gaat overschrijden. Geschat wordt dat 80% van de geproduceerde plastic-producten in minder dan één jaar verandert in plastic-afval. Alleen al voor het jaar 2019 heeft de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) berekend dat van de geproduceerde 460 miljoen ton plastic 353 miljoen ton afval is geworden. Een heel klein deel (9%) is gerecycled (Ik ben geen voorstander van het recyclen van plastic, omdat daarmee het nieuwe plastic heel veel meer giftige stoffen bevat – zie een eerder artikeltje), bijna de helft vinden we terug in afvalstortplaatsen en 19% wordt verbrand. De rest (22%) bevindt zich in het milieu in de vorm van fragmenten van macro-plastics (88%), micro-plastics (kleiner dan 5 millimeter) en nano-plastics (minder dan 1 microgram), naar de mate waarin het verweert (duizend jaar voor een plastic fles). In totaal is zo sinds 1950 meer dan 8 miljard ton plastic-afval op de oppervlakte van onze Aarde verzameld.
Maar de plastic-vervuiling beperkt zich niet tot afval. De plastics vervuilen heel hun leven lang: bij het ouder worden verweren de in de bouw gebruikte plastic-deeltjes, de textielvezels in kleren of het rubber van banden in micro- en nano-plastics die wij in de atmosfeer terugvinden.
Plastic is het derde meest gefabriceerde materiaal in de wereld na cement en staal. Sinds 1950 is er in de wereld ongeveer 10 miljard ton plastic geproduceerd, in belangrijke mate vanaf de jaren 2000. De mondiale productie is tussen 2000 en 2020 verdubbeld tot 460 miljoen ton per jaar. Met name door de sector verpakkingsmateriaal – vooral in handen van de olie- en gasindustrie – zal zij richting 2060 verdrievoudigen en jaarlijks de 1,2 miljoen ton gaan overschrijden.
Meer dan 6 miljoen ton plastic-afval wordt jaarlijks in wateren gedumpt, waarvan bijna 2 miljoen ton via rivieren, etc.in de oceanen. Men schat dat in de zeeën en oceanen nu een 30 miljoen ton plastic-afval aanwezig is en meer dan 109 miljoen ton in rivieren en andere waterlopen. Maar dit is niet meer dan het topje van de ijsberg: 97% van het plastic-afval vinden we nog altijd in aardse milieus en hun verder vergaan kost nog enige duizenden jaren, om daarna in de zee-afzettingen terecht te komen.
De hele voedselketen is besmet met deze microplastics. Men denkt dat ieder individu elke week tot 5 gram plastic consumeert. Daarbij zitten in deze plastics (er zijn meer dan 4000 verschillende polymeren) ook nog grote hoeveelheden chemische substanties die er door de industrie aan toegevoegd zijn. Een recente studie van het Internationale netwerk voor de eliminatie van blijvende organische vervuilers heeft meer dan 13.000 verschillende chemische producten in plastics geïdentificeerd. Voor de helft ervan ontbreken giftige gegevens, maar wat de andere helft betreft worden 3200 als buitengewoon zorgelijk beoordeeld. In deze lange lijst vinden we ftalaten, bisfenolen, PCB’s, de eeuwige vervuilers PFAS, etc. Zij hebben rampzalige effecten voor de gezondheid: kankers, verstoringen van het endocriene systeem, vroegtijdige geboortes, onvruchtbaarheid, zwaarlijvigheid, hart- en vaatziekten, enzovoort, enzovoort.
Plastic berust op winning en verandering van fossiele energie en is in zijn hele levenscyclus zo mede verantwoordelijk voor de klimaatopwarming. Rond 2050 vertegenwoordigen naar schatting de broeikasgassen gelieerd aan de productie, het gebruik en de opruiming van plastics 15% van de mondiale uitstoot van broeikasgassen. In een rapport uit 2019 laat het « Centre pour le droit international de l’environnement » (CIDCE) weten dat haar jaarlijkse productie evenveel broeikasgassen uitstoot als ongeveer 189 steenkoolcentrales. Als we daaraan de verbranding van plastic-afval toevoegen kan zij van nu tot 2050 maar liefst 56 miljard ton uitstoot van CO2 genereren, oftewel het equivalent van 615 steenkoolcentrales. Er zijn overigens nog heel wat pessimistischer scenario’s, die ik mijn geachte lezers zal besparen.
De sociale en milieukosten (ziekten, uitstoot van broeikasgassen, verlies van biodiversiteit, schoonmaak van de oceanen, enzovoort) gerelateerd aan plastic-vervuiling zijn even talrijk als dat zij slecht gedocumenteerd zijn. De UNEP schat ze op basis van de weinige gegevens wereldwijd op jaarlijks 300 tot 600 miljard dollar. Andere wetenschappelijke publicaties komen alleen al wat de impact op gezondheidssystemen betreft (ziektes, werkonderbrekingen…) op een jaarlijkse astronomische rekening van 1500 miljard dollar.
De noodzaak van een wereldwijd juridisch dwingend verdrag om de productie en vervuiling van plastics aan te pakken mag duidelijk zijn, maar zoals ik in het begin van dit artikel liet weten, kunnen we zo’n verdrag vergeten. Met andere woorden: de productie van en de vervuiling door plastics gaan gewoon door, net als overigens de klimaatopwarming; want ook daar hebben de afspraken in het kader van het klimaatakkoord van Parijs een vrijblijvend karakter, om over afhakende landen maar niet te spreken. De toekomst van de mensheid wordt zo voor de eerste keer in de geschiedenis van onze planeet door de mensheid zelf om zeep gebracht.
Geschreven in juni 2023
Brazilië: president Lula en het milieu
Alweer even geleden: 30 mei was een uiterst zwarte dag voor de bescherming van het milieu in Brazilië, na de aanvaarding door het parlement van een tekst die de natuur en de inheemse volkeren, zacht gezegd, bedreigt. En dat niet tijdens het mandaat van de extreem-rechtse Bolsonaro, maar van de huidige linkse president Luiz Inacio Lula da Silva, die zich presenteert als de grote beschermer van het milieu. De hele dag hebben milieuverdedigers er alles aan gedaan om voorstel PL490, dat uiteindelijk aangenomen werd met 283 tegen 155 stemmen, verworpen te krijgen.
Toegejuicht door de landbouwsector is PL490 een ongekende aanval tegen de autochtone bevolking sinds de terugkeer naar de democratie: de officiële erkenning van nieuwe beschermde gebieden is alleen maar mogelijk voor autochtonen die daar woonden op het moment van de aanvaarding van de Grondwet in 1988. Er wordt hierbij dus geen rekening gehouden met de schandalige gedwongen verplaatsingen van deze volkeren. PL490 autoriseert overigens ook de economische exploitatie van autochtoon grondbezit en de mogelijkheid om met geïsoleerde volkeren in contact te treden onder het mom van « publiek belang ».
PL490 is niet de enige verontrustende tekst. Zo is het ministerie van milieu door een algemene maatregel van bestuur van zijn belangrijkste prerogatieven beroofd, zoals dat van het rurale kadaster en het waterbeheer. Het nieuwe ministerie van autochtone volkeren is niets meer dan een lege huls, beroofd van zijn macht om nieuw autochtoon gebied vast te stellen. Alles bij elkaar genomen is het niet best voor het imago van Brazilië op het internationale toneel.
Lula en zijn ministers proberen daarom ook de aandacht op andere zaken te vestigen, zoals op de laatste cijfers over de ontbossing van het Amazonegebied (heel wat minder in april 2023 dan in april 2022); het internationale fonds voor de bescherming van het Amazonegebied is weer hersteld en bovendien gevoed met 500 miljoen dollar. En in februari werden door een spectaculaire, door het leger gecoördineerde actie duizenden illegale goudzoekers verjaagd uit het grote grondgebied van de Yanomami. André Lima van het ministerie van milieu: « Dat alles is positief en laat zien dat het afgelopen is met straffeloosheid. Maar we kunnen niet alles in een paar maanden veranderen. »
Maar achter deze goede resultaten verbergen zich andere ecosystemen die in groot gevaar verkeren. Eind mei werd door de Braziliaanse volksvertegenwoordiging een wet aangenomen die de bescherming van de « Mata Atlantica », een zeer kwetsbaar en uitgestrekt tropisch bos langs de Braziliaanse kusten, volledig tenietdoet. En dat terwijl de verwoesting van de « Cerrado », een savanne-landschap dat een kwart van het land bedekt, sinds het begin van dit jaar met 2133 glad geschoren vierkante kilometers is toegenomen. Bolsonaro heeft daar hooguit van kunnen dromen.
De politieke situatie is voor Lula zeer ingewikkeld. De linkse partijen hebben slechts 20% van de zetels in het parlement, dat gedomineerd wordt door een ultra-conservatief rechts dat de landbouw een warm hart toedraagt. Lula heeft geen andere keus dan het parlement over dit soort teksten te laten stemmen. Maar hij zou zich wel wat meer kunnen inspannen, zei kortgeleden de gefrustreerde minister van autochtone volkeren, Sonia Guajajara. De laatste tijd munt Lula uit in het zenden van tegengestelde signalen aan de volksvertegenwoordiging, bijvoorbeeld door publiekelijk zijn steun te betuigen voor een oliewinningsproject in de delta van de Amazone dat tot nu toe geblokkeerd werd door het nationale agentschap van het milieu, Ibama.
De prioriteit van Lula blijft het aanjagen van de economie en in dat kader heeft hij ook een belastingverlaging aangekondigd om de koop van auto’s te stimuleren. Wat ook enorme vormen aanneemt is de verkoop van wapens aan burgers, indertijd via een wet van Bolsonaro mogelijk gemaakt. Brazilië steekt op dit gebied zelfs de Verenigde Staten naar de kroon.
De antropoloog Bruce Albert, groot kenner van het Amazonegebied, laat weten dat « het lulisme gevangen zit in haar tegenstellingen door de ouderwetse vleugel – nationale ontwikkeling, pro-olie en pro-economische groei – aan de ene kant en sociale milieuverdedigers, die de verdediging van de ecologie en de minderheden hoog in hun vaandel voeren, aan de andere kant. Lula denkt dat hij aan beide kampen kan voldoen, maar je kunt duidelijk constateren dat dat onmogelijk is. En je ziet dat hij steeds meer de kant van de ouderwetse vleugel kiest. »
Lula hoopt dat het federale hooggerechtshof hem in de komende maanden wat PL490 betreft te hulp schiet. Het hoogste juridische gerechtshof van het land moet deze wet namelijk aan de grondwet toetsen. Vol enthousiasme heeft Lula op 26 mei aangekondigd dat de Internationale topconferentie van de Verenigde Naties inzake het klimaat, de COP30, in 2025 in de stad Belem in Amazonië plaats zal vinden, in de hoop dat de resultaten wat betreft de strijd voor het milieu dan ook gezien mogen worden. Ik help het hem hopen, maar weet maar al te goed hoe ambivalent Lula inzake het milieu is. En hij zal zich moeten realiseren dat in zijn coalitie ook politiek rechts vertegenwoordigd is, dat veel meer op de toer van de ouderwetse vleugel van de linkse partijen zit.
Geschreven in juni 2023