Civis Mundi Digitaal #137
We kunnen stellen dat de apocalyps sluipenderwijs begon met de komst van het antropoceen: het geologische tijdperk van de mens, dat gepaard ging en gaat met massale veranderingen in de omlooptijd van grondstoffen, met het uitsterven van planten en diersoorten, en dat begon met de industrialisatie in de negentiende eeuw met de bijbehorende uitstoot van broeikasgassen. In 1950 kwamen de uitgestoten broeikasgassen voor 65% van twee landen: het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Pas eind jaren 1970 overtrof de uitstoot van broeikasgassen van de rest van de wereld die van de dominerende machten van de negentiende en twintigste eeuw. De dikke steenkoollagen, later aangevuld met olie en gas, creëerden zo industriële welvaart met een kapitalistisch economisch systeem, met de belofte van oneindige groei en consumptie: meer dan genoeg voor iedereen. Deze belofte deed dan ook het malthusiaanse denken verdwijnen en leidde tot een gigantische mondiale bevolkingsexplosie. En dat alles op een in alle opzichten beperkte planeet, die misschien wel kan voldoen aan ieders sobere behoeften, maar zeker niet aan ieders hebzucht.
In die tijd werd overigens al gewaarschuwd voor een ongelimiteerd vertrouwen in de wetenschap, in deze « vooruitgang », zoals bijvoorbeeld door de Franse advocaat Eugène Huzard met zijn succesvolle boek « La Fin du monde par la science » (1855), waarin hij al de komende planetaire catastrofe aankondigde.
In 1972 werd het rapport « Grenzen aan de groei » van Dennis Meadows (Massachusetss Insitute of Technology) en de Club van Rome gepubliceerd, waarin gesteld werd dat ongebreidelde economische groei binnen honderd jaar voor onoverkomelijke problemen zou zorgen. Dit rapport sloeg in als een bom, werd uiteraard fors bekritiseerd en in de praktijk van alledag al snel vergeten: de economische groei en de daarmee samenhangende consumptie denderden als nooit tevoren door. De Nederlandse commissaris van landbouw en vicevoorzitter van de Europese Unie, Sicco Mansholt, schreef in dat jaar in een open brief aan de toenmalige voorzitter van de EU dat « het duidelijk is dat de maatschappij van morgen niet gebaseerd kan worden op groei » en stelde in dat kader praktische maatregelen voor die met een waterval van negatieve kritieken naar de prullenmand werden verwezen. Eind jaren 1970 begon ik – directeur van de sociale dienst Leeuwarden – in Nederland mijn kruistocht tegen milieuvernietiging en armoede (twee kanten van dezelfde medaille), waarschuwde ik voor de opwarming van de aarde en predikte ik soberheid. Het resulteerde in een boekje « samenleven en overleven, een geschiedenis van economie, ecologie en macht », dat aanleiding gaf tot eindeloze discussies op de VPRO en daarna werd vergeten. Gekweld door een meedogenloos geweten denkend aan mijn en andermans nageslacht ben ik tot op heden doorgegaan in woord en geschrift (ook vanuit Frankrijk, mijn tweede vaderland), maar zonder enig resultaat. En zo vergaat het iedereen die gewaarschuwd heeft of waarschuwt voor de apocalyps die zich aan het voltrekken is, zoals in Frankrijk door de filosoof Dominique Bourg en de landbouwkundige Pablo Servigne, en recentelijk in Nederland door de filosofe Lisa Doeland met haar boek « Apocalypsofie »: de beschrijving van het door de mensheid ingezette en onomkeerbare zesde massale uitsterven van 70% tot 80% van al wat leeft op deze planeet. Even een grote belangstelling in onze spektakelmaatschappij, waarin men van het ene naar het andere evenement holt. En dan is er weer het grote vergeten of het niet willen weten van de daarachter liggende werkelijkheid…
De Verenigde Naties (VN) trokken met rapporten van het IPCC – een uniek samenwerkingsverband van wetenschappers en vertegenwoordigers van landen – ook aan de alarmbel. Dat resulteerde in het « historische » klimaatverdrag van Parijs (2015): op basis van twijfelachtige, mede door de industrie aangeleverde en onsamenhangende gegevens – waarbij overigens de zee- en luchtvaart werden vergeten –, vrijblijvende (en nooit nagekomen) beloftes om de klimaatopwarming tegen te gaan. Dat is een beeld dat zich voortdurend herhaalt in de zogeheten COP’s, die het klimaatverdrag verder moeten brengen en waarbij een niet gering aantal landen, met name de fossiele brandstoffen producerende landen, het formeel af laat weten. Over de rapporten van het IPCC valt nog wel wat meer te zeggen. Het IPCC onderzoekt zelf niets: het baseert zich op geselecteerde studies van derden, en loopt dus altijd achter de feiten aan. Bij de publicatie van de IPCC-rapporten hebben de deelnemende landen bovendien altijd het laatste woord. Dat betekent dat voor de klimaatopwarming toch nog een oplossing te vinden is voor het einde van deze eeuw, want die tijd geven de landen zich voor verdere actie. Zij kunnen het zich politiek gezien in onze consumptiemaatschappij niet permitteren om hun ingezetenen in onze consumptiemaatschappij te laten weten dat er oneindig veel ingeleverd moet worden in de strijd tegen de klimaatopwarming, of dat het nu te laat is om het door de mensheid in gang gezette zesde massale uitsterven te keren.
Daarbij komt dat de hoofdoorzaak van de klimaatopwarming in de rapporten van het IPCC politiek graag vergeten wordt: ons (kapitalistisch) economisch en consumptiesysteem gebaseerd op oneindige groei, waarbij het gebruik van fossiele brandstoffen onontkoombaar is. Er is nog nooit zoveel fossiele brandstof – steenkool, olie en (leisteen)gas – met hun uitstoot aan CO2 gebruikt als vandaag de dag, en de investeringen in fossiele brandstofprojecten gaan onverminderd door. Andere broeikasgassen als methaan, dat mede vrijkomt door de ontdooiing van de permafrost en door het teveel aan koeien, laat ik maar even rusten.
Liever wordt er in onze maatschappij gedroomd over niet-bestaande groene energie, die het mogelijk zou maken ons mondiale economisch en consumptiesysteem tot in het oneindige te handhaven, een onwerkelijke en frauduleuze « CO2-markt », enzovoort, enzovoort. Triest voor de mensen die geloofden en geloven in persoonlijk handelen en soberheid om deze apocalyps tegen te gaan.
Het is triest dat ik hier moet zeggen dat daardoor de rapporten van het IPCC de maatschappij nooit verder gebracht hebben in de strijd tegen de klimaatopwarming. Dat geldt om dezelfde redenen ook voor het IPBS, het intergouvernementele wetenschappelijke platform inzake de biodiversiteit en de ecosystemische diensten, met hun COP’s die vrijwel geen wezenlijke vooruitgang laten zien in de strijd voor het behoud van ecosystemen en de biodiversiteit, waarvan toch ook het behoud van de menselijke beschaving afhangt. De toch al zeer alarmerende toestand waarin ecosystemen en biodiversiteit verkeren, is veel ernstiger dan in de toch wat simplistische rapporten van het IPBS wordt geschetst. Laat ik als recent voorbeeld een in juli 2023 in « Nature » gepubliceerde studie nemen waarin Simon Willcock, professor aan de universiteit van Bangor (Wales), aantoont dat meer dan een vijfde van de mondiale ecosystemen op instorten staat door op elkaar reagerende en elkaar versterkende elementen en interacties die vervolgens rampzalige gevolgen hebben voor andere ecosystemen. De wetenschappers hebben voor hun onderzoek digitale modellen van twee water- en twee bos-ecosystemen ontwikkeld en deze meer dan 70.000 keer getest, daarbij alle variabelen op elkaar afstemmend. De studie geeft aan dat de ineenstorting van ecosystemen (en dus ook van de biodiversiteit) vijf keer sneller gaat dan gedacht werd. John Dearing, co-auteur van deze studie en professor fysische geografie aan de universiteit van Southampton (Engeland), laat weten dat de studie aangeeft dat de « points of no return » van de ineenstorting van de mondiale ecosystemen, eerder voorzien rond 2100 (wat volgens het IPBS nog de gelegenheid gaf om maatregelen te treffen), afhankelijk van de soort stress nu binnen 23 tot 62 jaar bereikt worden. De klimatologische ineenstorting zou zo binnen 15 jaar kunnen plaatsvinden, en dat geeft de onderling tot op het bot verdeelde overheden nog maar heel weinig tijd om te reageren. Gregory Cooper, co-auteur van deze studie en wetenschapper klimaatsystemen aan de universiteit van Sheffield (Engeland), is ronduit pessimistisch: « De toenemende druk op de ecosystemen is uiterst schadelijk en kan catastrofale gevolgen voor de mensheid hebben. »
Terug naar de rapporten van het IPCC. Eén van de vooraanstaande wetenschappers van het IPCC, de klimatoloog Michael Mann, directeur van het « Centrum voor Wetenschappen en het Milieu » van de universiteit van Pennsylvania, Verenigde Staten, is ervan overtuigd dat conform de rapporten van het IPCC de overheden nog tot het einde van de eeuw de mogelijkheid hebben om maatregelen tegen de verdere opwarming van het klimaat te treffen, als tenminste de « points of no return » niet veel eerder bereikt worden als we doorgaan met het nog steeds toenemende gebruik van fossiele brandstoffen. En dat gebeurt. In dat interview in het Franse dagblad « Le Monde » (24 juli) laat hij weten dat hij niet in een versnelling van de klimaatopwarming gelooft: deze is constant en dat is al erg genoeg. Maar hij laat wel weten dat de huidige gevolgen van de klimaatopwarming: in aard en omvang toenemende extreme weersomstandigheden,droogte, overstromingen, orkanen… heel wat heftiger zijn dan voorzien was en dat wij alles in het werk moeten stellen om ons aan de onvermijdelijke en niet terug te draaien gevolgen aan te passen voor zover en zolang als dat mogelijk is. Wat betreft de duur van de menselijke beschaving komen we volgens hem op onbekend gebied. Zelfs, zegt hij, als we nu onmiddellijk zouden stoppen met het gebruik van fossiele brandstoffen, gaan bepaalde effecten van de klimaatopwarming nog eeuwen lang door zoals de opwarming van de oceanen, het verdwijnen van de ijskappen, de stijging van het zeeniveau, de verzuring van de oceanen, verwoestijning…
Wat die laatste opmerkingen van Michael Mann betreft, zijn er al heel wat wetenschappelijke studies verricht en gepubliceerd die ik mijn lezerspubliek regelmatig onder de aandacht heb proberen te brengen. Eén daarvan betreft het verdwijnen van de ijskappen en daardoor de enorme toename van zoet water in de oceanen waardoor de zeestromingen die het klimaat in grote mate bepalen verstoord worden – de onderstroom van zuid naar noord heeft al 30% van zijn kracht ingeboet – met als uiteindelijk resultaat dat de zeestromingen van het zuidelijk naar het noordelijk halfrond ophouden te bestaan met als onvermijdelijk gevolg een oververhit zuidelijk halfrond en een door een polair klimaat getroffen noordelijk halfrond totdat eens de balans hersteld wordt en beide halfronden onder eenzelfde verschrikkelijke temperatuurstijging lijden.
Waar de Verenigde Naties met hun door het IPCC en het IPBS opgestelde rapporten het dus totaal laten afweten, zijn behalve de hier genoemde wetenschappers andere (universitaire) onderzoekers bezig de catastrofale gevolgen van het feitelijke niets-doen tegen de klimaatopwarming in kaart te brengen, waarbij ook het onderschatte einde van de menselijke beschaving betrokken wordt. Ik noem er een paar:
een studie (belangrijkste auteur Luke Kemp) van het « Centre for the Study of Existential Risk » van de universiteit Cambridge; studies van de Australische denktank « Centre for Climate Restoration », Melbourne, van het « Centre for Resource and Environmental Studies », Nationale Universiteit Australië, van de « Tenner School of Environment and Society », « Brief Answers to the Big Questions » van het genie en kosmoloogj Stephen Hawkings.
Hun algemene conclusies: wij zijn met teveel mensen op aarde, breken ecosystemen en biodiversiteit af, en zijn volledig verantwoordelijk voor de klimaatopwarming. Het grote uitsterven van het leven op aarde is begonnen en onomkeerbaar:het door de mensheid veroorzaakte onomkeerbare zesde uitsterven van alles wat leeft – 70% tot 80% - op deze planeet. Het resultaat: ergens tussen 2030 en 2050 gaat de menselijke beschaving zoals wij die nu kennen uiteenvallen: honger, oorlogen, ziekten, uiteenvallen van Staten en infrastructuren zoals voedselvoorziening, miljoenen vluchtelingen…dood en verderf op mondiale schaal. Frank John Tenner: « Wij gaan verdwijnen wat we ook nog doen ». Natuurlijk zal dit uiteenvallen van de menselijke beschaving niet overal gelijktijdig en op gelijke wijze plaatsvinden, maar uiteindelijk zal geen enkele regio aan deze apocalyps ontsnappen.
Natuurlijk blijven de Staatshoofden de apocalyps ontkennen, politiek kunnen ze zich dit niet permitteren, en zoeken naarstig naar mogelijke oplossingen: de wetenschap, de menselijke creativiteit staat immers voor niets? Er moet toch een oplossing te vinden zijn die het mogelijk maakt om op de oude voet door te gaan. En het merendeel van de mensen wil daar ook graag in geloven. Aan de meest drastische methode om de klimaatopwarming te bestrijden en de apocalyps te vermijden wordt sinds enige tijd gewerkt door een commissie met een vijftiental leden- vroegere Europese commissarissen, Staatshoofden en ministers uit noordelijke en zuidelijke landen…binnen het « Paris Peace Forum » Er is nu officieel sprake van het nadenken over de voorwaarden van het gebruik van geo-engineering, dat wil zeggen van methodes van klimaatverandering op grote schaal wat betreft hun uitvoerbaarheid, hun zegeningen en risico’s. (ik heb mijn lezerspubliek over geo-engineering c.a. al verscheidene keren geïnformeerd). Het simpele feit dat deze technieken nu officieel op de agenda staan, betekent allereerst dat de hoop op bescherming voor een catastrofale ontwikkeling van het klimaat, voor de in gang gezette apocalyps, vervliegt. Zij liggen nu officieel op tafel nog net niet op die van de diplomatie van de Verenigde Naties maar wel op die van hun antichambre, hun voorportaal. In het laatste rapport van de IPCC wordt tussen neus en lippen door geo-engineering ook even aangestipt.
Er wordt in deze commissie met name gewerkt aan het door de Nederlandse chemicus Paul Crutzen - medewinnaar Nobelprijs scheikunde 1995 – voorgestelde principe van het in de hoge atmosfeer injecteren van aerosoldeeltjes bestemd om een deel van het zonlicht te verduisteren om zo de temperatuur te laten dalen. Dat heeft uiteraard een fikse prijs: het regelmatig sturen van tienduizenden ballonnen in de stratosfeer om daar zwavel te verbranden en zo heel fijne zwaveldeeltjes te verspreiden, of het gebruik van een gigantische vloot vrachtvliegtuigen om jaarlijks miljoenen tonnen zwaveldeeltjes op meer dan 10 km hoogte te droppen met als gevolg dat onze mooie blauwe hemel een geelachtige kleur krijgt. En daarbij zonder rekening te houden met bijbehorende en te voorziene en ook nog onbekende effecten en catastrofale gevolgen: verwoesting van ecosystemen en biodiversiteit,veranderingen van zeestromingen die ons klimaat bepalen, verdere verzuring van de oceanen, enzovoort, enzovoort. Daarbij brengt deze technologie ons in een uiterst gevaarlijke situatie: als na enige tijd het mondiaal onmogelijk wordt deze complexe en peperdure injecties van aerosol in de stratosfeer te vervolgen wegens bijvoorbeeld een oorlog (komt nogal eens voor) of een economische crisis (ook geen zeldzaamheid) zullen de temperaturen weer met een duizelingwekkende snelheid stijgen die elke aanpassingsmogelijkheid illusoir maakt. Dit nog afgezien van de levensgrote problemen van het mondiale beheer en toepassen van dergelijke systemen van geo-engineering zoals wie heeft de thermometer van de planeet in zijn hand?
Naar mijn heilige overtuiging zijn dit soort vormen van geo-engineering met als doel op de oude voet van oneindige economische groei en consumptie door te kunnen gaan een onmogelijke en levensgevaarlijke vlucht naar voren. Wetenschappers binnen de IPCC hebben in de algemene vergadering van de IPCC een motie ingediend om de bestrijding van de steeds snellere en catastrofalere klimaatopwarming met methodes van geo-engineering te verbieden. Die motie werd verworpen door de Staatshoofden die zoals ik eerder schreef gezien de structuur van het IPCC altijd het laatste woord hebben wat betreft de inhoud van de rapporten en aanbevelingen van het IPCC.
De apocalyps: het zesde massale uitstervingsproces op deze planeet door menselijke activiteiten is in gang gezet, is niet meer af te remmen ondanks mogelijke of zelfs waarschijnlijke volkomen irreële pogingen van de politiek verantwoordelijken.
Wanneer een ieder eens wakker wordt in een nachtmerrie van wat onherroepelijk komen gaat, vrees ik voor rampzalige individuele en collectieve reacties. De erkenning dat de strijd tegen de klimaatopwarming met zijn catastrofale gevolgen definitief verloren is, dat er weining meer rest dan peperdure aanpassing aan deze gevolgen voor zover en zo lang dat mogelijk is, dat de apocalyps een realiteit is, zal ongetwijfeld ingeluid worden met een nooit eerder vertoonde beurskracht.
Wat rest ons in dit door menselijke activiteiten zesde massale uitsterven op deze planeet waarbij 70 tot 80% van alles wat leeft uitsterft nog te doen? Ik denk weinig meer dan wat Dominique Bourg en Pablo Servigne laten weten in een publicatie: waar het op aarde nog mogelijk zal zijn en blijven – en dat is gezien de catastrofale gevolgen van deze gruwelijke klimaatopwarming niet te voorspellen - is het in de komende decennia organiseren van lokale zelfvoorzienende groepen in de hoop dat zij overleven en in de toekomst een weg weten uit te stippelen naar een nieuwe menselijke solidaire samenleving in harmonie met wat er aan natuur op deze door mensen verwoeste planeet nog overblijft. Of is ook dit een droom?
Een nawoord: dit is dus mijn laatste artikel over de apocalyps waarvoor ik meer dan veertig jaar in woord en geschrift tevergeefs gewaarschuwd heb. Mijn lezers en hun nageslacht kunnen het bewaren en zullen helaas ervaren dat mijn vergeefse waarschuwingen en van anderen: de Club van Rome, Sicco Mansholt…terecht waren en dat de mensheid horende doof en ziende blind is geweest.