Geweldloos burgerlijk verzet

Civis Mundi Digitaal #138

door Herman Hümmels

Bespreking van Erica Chenoweth, Vredelievend Verzet, Hoe een kleine minderheid de wereld kan veranderen. Boom, 2023.

 

Erica Chenoweth is politicoloog en hoogleraar Openbaar Beleid aan de Harvard Kennedy School en het Radcliffe Institute for Advanced Study van Harvard University. Vakgebied: Internationale betrekkingen.


Het belang van deze studie
Het boek beschrijft zo’n driehonderd vragen, ingedeeld in vijf hoofdstukken. Is burgerlijk verzet tegen het optreden van de overheid effectief?
“Een aantal zich ontwikkelende patronen vormt een reden tot bezorgdheid voor mensen die zich inzetten voor sociale, politieke en economische rechtvaardigheid." (p18)

  1. Een golf van opkomende autoritaire systemen;
  2. De opkomst van digitaal despotisme;
  3. Sommige tendensen binnen massabewegingen.

Mensen grijpen naar geweld omdat het werkt. Er zijn veel voorbeelden die suggereren, dat een gewapende opstand van in militair opzicht inferieure groeperingen, het vaak hebben gewonnen van machtige staten. Maar verandering wensende groeperingen die ‘geweldloos verzet’ als tactiek gebruiken, lukt vaak wel wat met gewelddadig optreden niet lukt. Het boek beschrijft de resultaten van groeperingen van minstens duizend deelnemers, om een voor hen belangrijk maatschappelijk doel te bereiken. Daarbij wordt aandacht besteed aan de onderliggende oorzaken die aanleiding waren voor het verzet.


Moderne bewegingen
Een sociale beweging is een georganiseerde groep mensen die zich verenigt om gemeenschappelijke sociale, politieke of culturele doelen te bereiken. Moderne bewegingen zijn kleiner dan hun tegenhangers in het verleden. Vandaar dat in dit onderzoek van Chenoweth alleen bewegingen met duizend deelnemers zijn betrokken.

Moderne bewegingen lijken meer te vertrouwen op straatprotesten dan op andere methoden van geweldloze actie.
Moderne bewegingen zijn geneigd ‘spontaan verzet’ te omarmen in plaats van een leiderschapsstructuur op te zetten.
Moderne bewegingen worden steeds meer gekenmerkt door minder gedisciplineerde acties.


Mythen

  1. Geweldloze actie is slap en passief.
  2. Geweld is de snelste en betrouwbaarste weg naar bevrijding.
  3. Geweldloos verzet is onmogelijk of niet effectief tegen extreem onrecht.
  4. Geweldloos verzet kan geen echte sociale, politieke of economische verandering bewerkstelligen.
  5. Geweldloos verzet is niet toegankelijk voor gemarginaliseerde gemeenschappen, omdat ze daartoe de macht missen.
  6. Bewegingen winnen als hun zaak gerechtvaardigd is.

Burgerlijk verzet
“Burgerlijk verzet is een vorm van gezamenlijke actie die invloed probeert uit te oefenen op de politieke, sociale en economische status quo zonder daarbij geweld te gebruiken of daarmee te dreigen. [...] Dit boek geeft een overzicht van de voornaamste conclusies die we uit de geschiedenis kunnen trekken over de manier waarop acties van burgerlijk verzet zijn opgezet, gepland, georganiseerd en gemobiliseerd.” (p23) De term ’burgerlijk verzet’ is bedacht door Mahatma Gandhi (1869-1948).

(https://en.wikipedia.org/wiki/Mahatma_Gandhi)

Burgerlijk verzet is een strijdmethode: een actieve confronterende techniek die gericht is het ontregelen en om macht te vergaren om de status quo te beïnvloeden, te veranderen of te hervormen. Het wordt gepleegd door ongewapende burgers en zonder de tegenstander rechtstreeks kwaad te doen. Er wordt een diversiteit aan technieken gebruikt om van onderen af macht op te bouwen en uit te oefenen. Verder houdt burgerlijk verzet in dat niet-institutionele acties opgezet worden: ze zijn bewust ongehoorzaam en opereren buiten de bestaande instituties, wetten en grotere systemen. Burgerlijk verzet wil verandering teweegbrengen binnen een grotere gemeenschap.

Burgerlijk verzet is niet één techniek, andere technieken zijn: protesteren, staken, blokkeren... Het is een methode die meerdere technieken gebruikt. Ondanks bepaalde kenmerken wordt het vooral gedefinieerd door wat het niet is (gebruik van fysiek geweld). Ze zijn vaak strak geleid door individuen of coalities. Het burgerlijk verzet verloopt niet altijd vreedzaam. ‘Geweld’ kan veel vormen aannemen: indirect, psychisch, dreiging, suggestie… Geweldloosheid komt voort uit een morele stellingname, burgerlijk verzet heeft politieke wortels.

 

Geweldloze actie
Intuïtief betekent geweldloze actie, zoiets als: actievoeren zonder letsel toe te brengen. De term wordt vaak verkeerd begrepen, als: passief en onderdanig. De acties zijn echter vaak uitdagend, ontwrichtend en confronterend, “met de opzettelijke bedoeling om de tegenstander te tarten. [...] Geweldloos verzet als strategie is het creëren van een actief conflict met de tegenstander – een conflict dat met andere middelen wordt uitgevochten dan die gebruikelijk zijn bij een gewelddadige of militaire aanpak.” (p60)

De term kan verkeerd begrepen worden als geweldloze interactie - een volledig geweldloze confrontatie tussen twee groepen. Als de politie met wapenstok en waterpistool optreedt, is de interactie niet geweldloos. Als Chenoweth de term ‘geweldloze actie’ gebruikt bedoelt ze: ‘geweldloze actie door de dissidenten’.

 

Is burgerlijk verzet succesvol?
Een van de eerste vragen die beantwoord wordt is die naar het succes. Het succes van geweldloos verzet wordt afgezet tegen het succes van gewelddadig verzet: “Vergeleken met de alternatieven is geweldloos verzet een verbijsterend succesvolle methode om verandering teweeg te brengen.” (p36) Er werd gekeken naar het succes van 627 revoluties. Een lijst met voorbeelden loopt van verzet van vroedvrouwen tegen genocide (Egypte, jaren 1700 v.Chr.) tot de Oktoberrevoluties (van Libanon tot Kasjmir) 2019-2020.

 

 

Een voorbeeld is de Amerikaanse Revolutie. Een aantal kolonisten pleegde van 1763 tot 1775 burgerlijk verzet tegen het Britse koloniale bestuur, vooruitlopend op de onafhankelijkheidsoorlog. Andere voorbeelden zijn de abolitionisten (die gedurende de hele negentiende eeuw zich verzet hebben tegen de slavernij in Groot-Brittannië, het Caribisch gebied, en de Verenigde Staten), de arbeidersbeweging, vredesbewegingen, feminisme, Extinction Rebellion…

Sceptici
Veel populaire mythen over politieke macht vertroebelen het zicht op de kans van slagen van burgerlijk verzet. Dit komt onder andere door de ’theory of change’ die door Chenoweth ‘de machtsbenadering’ wordt genoemd en zich concentreert op de semi-onoverwinnelijkheid van de zittende macht. “Deze theorie veronderstelt impliciet dat alleen militante en gewelddadige actie het systeem kan tarten en de macht ten val kan brengen.” (p54)
Een tweede ‘theory of change’ wordt door Chenoweth de ’legitimiteitsbenadering’ genoemd. Die “gaat uit van een machtsbeeld dat zich concentreert op het vermogen om invloed uit te oefenen op wat er gebeurt met wie, wat en hoe. Deze benadering is geconcentreerd op drie fundamentele veronderstellingen: 1) macht is gebaseerd op legitimiteit en niet op dwang; 2) macht is nooit blijvend; en 3) geen enkel systeem is uit steen gehouwen.” (p55)


Leerboek?
Dit boek is niet bedoeld als leerboek voor het opzetten van succesvolle campagnes.
Hoofdstuk 1 benoemt een aantal basisprincipes van burgerlijk verzet en vertelt hoe het pragmatisch gebruik van burgerlijk verzet botst met morele eisen.
Hoofdstuk 2 gaat in op de vraag hoe mensen van onderaf sociale en politieke macht kunnen opbouwen.
Hoofdstuk 3 gaat over het gecompliceerde vraagstuk van geweld binnen een beweging en het flankerend geweld van binnenuit op de politieke positie van degenen die ijveren voor verandering.
Hoofdstuk 4 verteld over mythen en werkelijkheid van geweldloos verzet tegen meedogenloze tegenstanders en de manieren waarop geweldloos verzet succesvol is geweest, ondanks extreem gewelddadige gebeurtenissen. In het bijzonder gaat het over de mogelijkheden die bewegingen hebben om tegen racistische regimes te strijden.
Hoofdstuk 5 behandelt de langetermijneffecten van burgerlijk verzet op verschillende samenlevingen en hoe digitaal activisme een rol speelt.
In het boek wordt vooral naar voren gebracht dat burgerlijk verzet in vrijwel elke situatie enorme mogelijkheden biedt voor mensen om zich collectief te organiseren tegen onrecht.


Conclusie
Het boek gaat over de vraag hoe op een vreedzame manier maatschappelijke doelen bereikt kunnen worden. De achterliggende vraag, naar het grondprincipe waar een overheid vanuit gaat, komt daarmee echter weinig aan bod. In ‘het Westen’ is dit het (neo)liberalsme, in China is het de staatsbemoeienis van de communistische partij, in moslimstaten zijn het de religieuze machthebbers. De beschreven bewegingen zijn dan vaak tegen een detail van het staatsbeleid, bijvoorbeeld het klimaatbeleid. Dit beleid is echter terug te voeren op het paradigma waar een overheid vanuit gaat (bijvoorbeeld het vrije-markt-principe). Dit principe wordt dan vervolgens door de zittende overheid als argument gebruikt. De verzorgingsstaat is te duur geworden, daarom is het zorgprincipe afgeschaft en wordt het marktprincipe gebruikt, dus is de markt verantwoordelijk en niet de overheid.
De grote vraag blijft onbeantwoord wat nu eigenlijk ‘geweld’ is. Is anderen ‘kwaad doen’ een vorm van geweld? Is het blokkeren van de A12 door Extinction Rebellion niet: ‘anderen kwaad doen’? Is het bezetten van een snelweg een acceptabel middel om de overheid te treffen? Welk doel wordt ermee bereikt?
Verder is het een leerzaam boek dat volledig aan zijn bedoelingen voldoet. Die bedoeling is het promoten van ‘vredelievendheid’ en het is hier en daar ook een aanmoediging tot verzet tegen de hiërarchische macht van de overheid.