Civis Mundi Digitaal #138
Citaten over wetenschap van Ingrid Robeyns, hoogleraar ethiek Universiteit Utrecht, auteur van 40 stellingen over de wetenschap (met hoogleraren Rens Bod (UvA) en Remco Breuker, Leiden)* en van Ewald Engelen, hoogleraar financiële geografie UvA
“Waar is de ‘vrijplaats van belangeloze nieuwsgierigheid’ gebleven?... Er is binnen de universiteiten al sinds het begin van deze eeuw kritiek op het gevoerde beleid. Maar sinds de bezetting van het Maagdenhuis (het bestuurlijk centrum van de Universiteit van Amsterdam)... van 2015 is de kritiek pas echt losgekomen...Nederlandse universiteiten bloeien als nooit tevoren.”
“Maar schijn bedriegt... dat universiteiten lijden onder structurele onderfinanciering en onder een ondemocratisch, bedrijfsmatig bestuur... De werkdruk is voor zo’n 70 procent van de wetenschappers al jaren ongezond.’ De budgetten zijn sinds begin deze eeuw niet meegegroeid met de studentenaantallen... Uit een inventarisatie van de aangiftes bij de arbeidsinspectie blijkt dat wetenschappers structureel gemiddeld 12 tot 15 uur per week onbetaald overwerken. Bottom of Form
De grotere werkdruk komt ook door een verandering in de manier waarop onderzoek wordt gefinancierd. Die zou ook tot veel extra werk, onzekerheid en stress leiden. Vroeger werd onderzoek standaard door de staat bekostigd; het viel onder een vaste ‘eerste geldstroom’. Sinds 2003 is ‘de tweede geldstroom’ dominant: onderzoekers moeten veelal buiten het vaste budget zoeken naar beurzen, fondsen of subsidie voor onderzoek, enkel te verkrijgen via uitputtende competitie... ‘De situatie voor de toekomst van de wetenschap in Nederland is nijpend. Dat is uiteindelijk schadelijk voor het hele land, Van de meesten onderzoekers en docenten op universiteiten zul je niet snel iets horen, want zij moeten iets zien op te bouwen vanuit zwaar bevochten tijdelijke aanstellingen van twee jaar of korter, vaak in deeltijd. Hun posities zijn te kwetsbaar.’”
“Naast de financiering is er... een grondige verandering nodig in het bestuur... Universiteiten worden te veel als een bedrijf gerund, stellen ze, terwijl het democratische kennisgemeenschappen zouden moeten zijn... Managers spreken een andere taal dan wetenschappers... Let vooral op..: “topsectoren”, “productiviteit”, “rendement”. Die woorden zijn niet onschuldig.’ Samen met collega’s wees Ewald Engelen, filosoof en hoogleraar financiële geografie aan de Universiteit van Amsterdam, er al in 2014 op dat managers de macht overnamen op hogescholen en universiteiten, en dat dit het eind inluidde van de universiteit als ‘vrijplaats voor belangeloze nieuwsgierigheid’.”
“?VU-historicus Chris Lorenz... beschreef in 1993 in een pamflet wat er zou gaan gebeuren met de academische vrijheid toen de politiek in de ban begon te raken van marktwerking en neoliberale idealen. In de bundel Waartoe is de universiteit op aarde? (2014) schrijft Lorenz dat ‘sinds de jaren tachtig het debat over het idee van de universiteit in toenemende mate wordt achterhaald door het oprukken van het neoliberalisme en het New Public Management’... de verzamelterm voor de managementfilosofie die de overheid sinds de jaren tachtig gebruikt bij de liberalisering en hervorming van de publieke sector. Publieke instellingen zoals universiteiten moesten de markt op en efficiënter worden gerund, wat leidde tot een nieuwe bovenlaag van managers, zoals in het bedrijfsleven. De crux is volgens Lorenz dat de [professionele] specialisten niet langer vertrouwd worden in hun vermogen om zelf te bepalen wat van waarde is en zichzelf te besturen. ‘Mijn punt is dat New Public Management professionele “zelfregulering” afschaft en deze vervangt door een als kanker groeiend systeem van gekwantificeerde externe controles,’ schreef hij.”
“Toen ik [Engelen] in 1994 als aio begon aan de UvA, was het een heel platte organisatie, met een grote mate van vrijheid, zeker voor hoogleraren. Op dit moment is het een zeer gecentraliseerde, uiterst complexe organisatie, met een dikke laag aan tussenbestuurders. Er lopen op de universiteit veel te veel mensen rond die niet bezig zijn met waar het om gaat: onderzoek doen en onderwijs geven.”
“Het roept volgens hem vooral één vraag op... wat de universiteit wél zou moeten zijn... Universiteiten zijn er in principe niet om economische groei aan te zwengelen, maar in de praktijk worden ze wel zo ingezet. Er wordt veel bedrijfsondersteunend wetenschappelijk onderzoek gedaan – in Wageningen bedenken ze hoe de rentabiliteit van de koe verder vergroot kan worden. Verdient dat soort onderzoek publieke financiering?”
“Universiteiten zijn vooral opleidingscentra voor de elite. Denk hierbij aan de bulk van economie- en rechtenstudenten die de bestuurlijke kaste van nieuwe werknemers voorzien, het administratief-bureaucratisch apparaat van Nederland. De toekomstige functionarissen van overheden, banken en multinationals. Dit zorgt ervoor dat universiteiten in veel opzichten geen centra zijn van kritisch denken, maar eerder een voorportaal van de gevestigde orde... In Nederland was het in de jaren zestig en zeventig wel enigszins anders. En internationaal zijn er beroemde voorbeelden, zoals de Frankfurter Schule, die in de jaren twintig ontstond. Misschien is het tijd om met een dergelijk ideaal voor ogen een nieuw mandaat voor de universiteit te formuleren.”
“Daarin zou volgens Engelen ook nadrukkelijk de publieke relevantie van wetenschappelijk onderzoek voor de Nederlandse samenleving centraal moeten staan. ‘We hebben ons sinds de Tweede Wereldoorlog helemaal geconformeerd aan Anglo-Amerikaanse wetenschappelijke conventies. Die conventies zijn niet neutraal. Er komen allerlei onuitgesproken ideologische uitgangspunten en denkpatronen mee... Ook stilzwijgende aannames over wat normaal is, wat gezond is en wat vooruitgang is, die bijvoorbeeld verstopt zitten in termen als “economische ontwikkeling”, “opkomende markten”, “verstedelijking”, “secularisatie” en “globalisering”. En afgezien van de wenselijkheid hiervan: kunnen we ervan uitgaan dat die ook in de toekomst mondiaal heersend blijven? Allemaal onbeantwoorde vragen.’”
“Ingrid Robeyns:.. ‘De universiteit zou een centrum van onafhankelijk denkwerk moeten zijn... zonder door andere belangen te worden belemmerd. Hierover moeten we in aanloop naar de verkiezingen uitgebreid debatteren – en niet alleen met academici.’”
‘Het is tijd voor een nieuwe universiteit’, Filosofie Magazine, 24 december 2020 door Marc van Dijk
* Rens Bod, Remco Breuker en Ingrid Robeyns, 40 stellingen over de wetenschap, Amsterdam, Boom. Gratis te downloaden via www.boomfilosofie.nl. De kritiek heeft oude wortels:
Relevante literatuur, klassieke en kritische werken
Boer, Theo de, en André J F Köbben, Waarden en wetenschap
Bovenkerk, Frank, e.a., Wetenschap en partijdigheid. Opstellen voor André J.F Köbben
Capra, Fritjof, Het keerpunt. Wetenschap, samenleving en de opkomende cultuur. Zie CM 110
Feyerabend, Paul, Science in a Free Society. Zie CM 73
Idem, ‘Deskundigen in een vrije samenleving’ en ‘Hoe verdedigen wij onze samenleving tegen de wetenschap?’ In Harry Kunneman, redactie, Wetenschap en ideologiekritiek. Zie CM 82
Habermas, Jurgen, Erkenntnis und Interesse (Kennis en belang). Zie CM 74
Hoefnagels, Harry, Sociologie en maatschappijkritiek
Horkheimer, Max, en Theodor W. Adorno, Dialectiek van de Verlichting. Zie CM 130
Kicken, Sef, Alternatieve wetenschap
Klapwijk, Jacob, Dialektiek der verlichting. Een verkenning in het neomaxisme van de Frankfurter Schule. Zie CM 130
Köbben André, J.F., Bert Laeyendecker e.a., Homo Prudens. Religie, cultuur en wetenschap in de moderne samenleving
Kunneman, Harry, redactie, Wetenschap en ideologiekritiek.
Laeyendecker, Bert, Bedreigde cultuur. Over moderniteit, wetenschap en religie. Zie CM 31
Lakatos, Imre, en Alan Musgrave, Criticism and the Growth of Knowledge. Zie CM 73
Mannheim, Karl, Ideology and Utopia. An Introduction to the Sociology of Knowlegde. Zie CM 108
Marcuse, Herbert, One Dimensional Man. The Ideology of Industrial Society
Maslow, Abraham, The Psychology of Science
Merton, Robert King, The Sociology of Science
Idem, On the Social Structure of Science
Sorokin, Pitirim A., Fads and Foibles in Sociology and Related Sciences
Veblen, Thorstein, The Higher Learning in America
idem, The Place of Science in Modern Civilisation. Zie CM 106, Deel 5B
Weber, Max, Wissenschaft als Beruf (Science as a Vocation, Wetenschap als beroep). Zie CM 71