Civis Mundi Digitaal #140
https://lottesansen.be/vrijheid-als-keuze/
Merab Konstantinovitsj Mamardasjvili (Gori, Georgië 1930 – Moskou, 1990) was wijd en zijd bekend in de voormalige Sovjet-Unie. De zalen waar bij college gaf, waren tot de nok toe gevuld. “Hij sprak over persoonlijkheid, over menselijke verantwoordelijkheid en over vrijheid,” volgens een toehoorder, schrijft Elisa Pontini. Zij werkte lange tijd voor de Verenigde Naties.
Praag en Parijs
In 1961 werd hij naar Praag gestuurd om te werken voor het Sovjet-tijdschrift Problemen van vrede en socialisme. Het bracht contact met zich mee met buitenlandse intellectuelen, pers en literatuur. In Praag “heerste ondanks de communistische druk een sfeer van vrijheid, of, om preciezer te zijn, een onbegrensd verlangen naar vrijheid. Mensen wilden ademen, leven, lachen, liefhebben.” (p19)
In Praag, ontmoette Mamardasjvili Jean-Paul Sartre, las hij Proust en Céline en bracht hij de gelukkigste jaren van zijn leven door. Hij reisde ook meerdere keren naar Parijs, waar hij in 1966 Louis Althusser ontmoette met wie hij tot 1980 correspondeerde. Na een reis naar Parijs zonder officiële toestemming kreeg hij een uitreisverbod dat voortduurde tot de perestrojka in de late jaren tachtig. Hij werd in 1968 niettemin adjunct-hoofdredacteur van het belangrijkste filosofische tijdschrift in de USSR, Voprosy filosofii [Vragen van de filosofie] en bleef doceren aan de Moskouse universiteit. Maar hij was ongegeneerd onconventioneel: spijkerbroek en trui waren voor een Sovjet-hoogleraar hoogst ongebruikelijk en zijn stijl van lesgeven – ingaan op zinvolle vragen – was een verademing en ging verder dan een correcte uitleg van de filosofische doctrine van de Communistische Partij.
Ontslag, isolement en marginalisering
Zijn carrière wankelde toen zijn colleges aan de universiteit tweemaal werden opgeschort. Hij ging elders werken, maar werd daar in 1972 ontslagen en in 1974 verwijderd van de redactie van Voprosy filosofii. Vanaf toen werd hij afhankelijk van ad hoc uitnodigingen, trok van instituut naar instituut en hield lezingen voor zeer uiteenlopend publiek dat de zalen en gangen vulde “alsof ze naar de kerk gingen”. Desondanks waren de jaren zeventig een donkere periode. “Ik heb een soort blokkade opgebouwd in het uitdrukken van mijn eigen denken en ik zwijg, ” schreef hij aan Althusser. (p20)
Vervreemd van iedere levende intellectuele gemeenschap en in zijn beroepsmatige leven permanent bedreigd, keerde hij terug te keren naar zijn geboorteland Georgië, waar hij op de Staatsuniversiteit van Tbilisi een relatieve gemoedsrust vond tot zijn voortijdige dood in 1990. Toen hij door de KGB op het matje geroepen werd zei de officier van dienst: “Wij weten dat u zichzelf beschouwt als de meest vrije mens in het land.” Hoe kon dat bij zo’n gemarginaliseerd iemand die moest werken onder de permanente druk en dreiging van de censuur?
Ons eigen schip als topologische ruimte. https://lottesansen.be/vrijheid-als-keuze/
De kern van Mamardasjvili’s filosofie
Over wat voor soort vrijheid heeft hij het? Volgens Mamardasjvili is de wereld om ons heen te begrijpen als de “topologie van de betekenisruimte”. Topologie betekent letterlijk kennis van een gebied, dat ruimtelijk wordt opgevat. Topografie is de beschrijving van dat gebied. Dat wil zeggen de configuratie van de ruimte waarin die paden van waarneming en betekenisgeving zich ontvouwen. In filosofische termen betreft topologie de [kennis van] eigenschappen en interne verhoudingen van causale relaties, tijdsverhoudingen en andere relaties van betekenis. “Deze eigenschappen en verhoudingen bepalen wat als werkelijk, waar, waardig, mooi, enz. beschouwd wordt.“ (p20)
De kracht van Mamardasjvili’s boodschap is dat de mens zich rekenschap kangeven van die betekenisruimte, of de verantwoordelijkheid te ervaren “de werkelijkheid in het gezicht te zien,” in zijn woorden. We herscheppen zo de (topologische) verbindingen en hun betekenis voor ons. Het denken en authentiek begrijpen blijft in handen van het individu, dat de verantwoordelijkheid heeft om te schrijven en te filosoferen Men kan zelf een zekere inhoud geven aan de beschikbare betekenisruimte. Vrijheid is voor Mamardasjvili een diep besef dat “de wereld, om te beginnen, altijd nieuw is… en verder dat er altijd een plek in de wereld is die op jou wacht; niets is volledig gedefinieerd totdat jij die lege plek inneemt teneinde de definitie van de percepties en toestanden van een object te voltooien.”
Vrijheid: zes implicaties
Dit idee van vrijheid, begrepen als het aanvaarden van de verantwoordelijkheid om “de wereld op onze schouders te dragen” heeft een aantal implicaties. “Allereerst impliceert het een radicale vrijheid met betrekking tot de filosofie uit het verleden... en iets nieuws tot stand te brengen, iets dat keer op keer “tot leven gebracht” moet worden. In zijn eigen woorden: ‘We komen tot begrip van iets, niet door de betekenis van een geschreven tekst of een gesproken woord over te plaatsen naar onze geest; maar alleen op voorwaarde dat een soort nieuwe bewuste ervaring in ons geproduceerd wordt, een ervaring van bewustzijn als zodanig, waarin iets opduikt, dat is, iets dat was, iets dat al gezegd is. Maar het moet opnieuw opduiken om begrepen te worden.’ Deze houding was beslist een van de redenen voor de aantrekkingskracht die van zijn colleges uitging.” (p21) HIj verwees daarbij naar een breed scala aan filosofen, dichters, schilders, wiskundigen, schrijvers en kunstenaars die karakters werden in de ‘levende gebeurtenis’ van zijn lessen. De verwijzingen vormden voor Mamardasjvili een soort geestelijk huis.
Op de tweede plaats betekent de wereld ‘in het gezicht zien’ voor Mamardasjvili vrij te zijn van de een onbewogen kant-en-klare betekenis van wat er gebeurt. Vrijheid is een daad van bevrijding door actief de paden van onze betekenisruimte na te gaan. Zo kunnen we de topologie ervan doorgronden en er zelf betekenis aan geven.
Dit betekent ook, ten derde, dat vrijheid voor Mamardasjvili ‘bewuste noodzakelijkheid’ wordt om in zijn eigen betekenisruimte te blijven. “Het is niet hetzelfde als keuzevrijheid... de vrijheid om tussen A en B te kiezen. Vrijheid is iets dat plaatsgrijpt in de vanzelfsprekende noodzakelijkheid van het eigen zelf, hetgeen betekent dat vrijheid bewuste noodzakelijkheid is. Deze notie werd veel korter uitgedrukt door Luther toen hij zei: ‘Hier sta ik, ik kan niet anders.’ Het bewustzijn van iets in je dat niet van jouzelf afhankelijk is (zodat je kunt zeggen: ‘Ik kan niet anders’), dat is inderdaad vrijheid, oftewel noodzakelijkheid.” (p22)
Dit inzicht vormt voor Mamardasjvili een soort inwendig gebod dat ertoe leidde dat hij besloot in de Sovjet-Unie te blijven. Terwijl collega’s en vrienden ervoor kozen om te emigreren teneinde elders vrijheid van denken te vinden. Hij betaalde er een hoge prijs voor gezien het isolement, de marginalisering, censuur en allerlei beperkingen.
Dit komt naar voren in een vijfde aspect van Mamardasjvili’s begrip van vrijheid: “Het punt van vrijheid vereist een zekere op zichzelf gerichte actie, op ons lichaam, op onze geest. Het gaat om een soort van primair geweld met betrekking tot onze natuur.” Met andere woorden, vrijheid vereist een inspanning om in te gaan tegen de kant-en-klare betekenisverbindingen die als de ‘natuurlijke’ staat der dingen verschijnen en om te duiken in het begrip van een veel complexere topologische kennis van de ruimte die we bewonen. Vrijheid is daarom ook, voor Mamardasjvili, de “inspanning om in leven te blijven”, wat neerkomt op de inspanning om in de eigen betekenisruimte te blijven en de topologie van die ruimte te belopen. “De authentieke daad van het ‘belopen’ van de topologie van de betekenisruimte “is vrijheid een onnatuurlijk verschijnsel, wat betekent dat er geen natuurlijk mechanisme voor vrijheid kan bestaan” (p22).
Een zesde en laatste aspect is dat de uitoefening van vrijheid als een performatieve, daadwerkelijke handeling die wordt uitgevoerd in de betekenisruimte leidt tot een besef en bevrijding van de ‘topologische trucs’ die niet verwijderd kunnen worden, maar wel doorzien. “Het ‘gevaar’ en de bevrijdende kracht van Mamardasjvili’s filosofie bestond precies in het benadrukken van een radicale verantwoordelijkheid ten aanzien van het denken zelf, welke de enige vorm van vrijheid is die niet onderdrukt kan worden, en in de waardigheid die gepaard gaat met het op de schouders nemen van zo’n gewichtige verantwoordelijkheid. Zoals hij het zegt: “Kunnen ze me verplichten niet te denken wat ik denk? Het is mogelijk om me te verplichten iets niet te doen, of te liegen, wat neerkomt op mijn eigen denken wel of niet uitdrukken. Maar het is niet mogelijk me te verplichten niet te denken of wat ik denk middels een externe kracht te veranderen.” (p22)
Conclusie
Uitspraken van Mamardasjvili kunnen een schokeffect hebben teweeggebracht en staat haaks op het opofferen van de eigen individualiteit aan het collectief. Hij benadrukte de verantwoordelijkheid van het individu om die collectieve betekenisruimte op eigen voeten te belopen. Dit verzet ging niet gepaard met de luide, oppositionele houding van een dissident, maar met een lichtvoetige, ‘illegale’ vreugde, die samenhangt met zijn Georgische achtergrond en met Franse invloeden. Mamardasjvili’s filosofie kent vele lagen van kentheoretische posities via het esthetische en ethische belang, tot het politieke belang van zijn filosofische uitweidingen in de Sovjetcontext van zijn tijd. “Maar hoe men hem ook wenst te lezen, de rode draad in zijn werk is een gevoel van waardigheid en veerkracht dat een stempel heeft achtergelaten op hele generaties studenten.”