Deel 5. Perestroika en de jaren negentig bij Vladimir Bibichin

Civis Mundi Digitaal #140

De perestroika was maar van korte duur

 

Russische filosofie Deel 5 Perestroika en de jaren negentig bij Vladimir Bibichin 

Vladimir Venjaminovitsj Bibichin (1938-2004) vertaalde Heidegger, maar schreef zelf ook teksten, bijv. over de Russische geschiedenis, en met name het belang van de perestrojka en de liberale hervormingen in de vroege jaren negentig. “Bibichin is uiteindelijk niet in Rusland als een individueel land geïnteresseerd, maar in de wereld als geheel.... We kennen andere landen, eerlijk, alleen via ons eigen land’,” schrijft de Russische universitaire docent Ilja Pavlov. (p24) 

 

Perestroika werd als een revolutie gezien die echter niet doorzette

 

Perestrojka, ideologie en revolutie 

Bibichins historisch-filosofische werken lijken verbonden te zijn met de huidige politieke situatie en de rol van ideologie hierin. Het enthousiasme in die tijd (vooral in 1991) kwam door de val van het ideologische regime en de komst van de lang begeerde vrijheid. Bibichin beschouwde de perestrojka als “onze laatste revolutie”, “de revolutie van 1987-1993”. 

Maar verwelkomde Bibichin deze revolutie? Hij schrijf: “Ik betrapte mezelf erop dat ik het ten onder gaande socialisme wilde redden, dat ik het sterker wilde zien groeien en meer stabiel... dat de enige betrouwbare weg om de autocratie te verzwakken was om haar het recht te ontzeggen van ideologie te veranderen, en het dus aan haar beloften te houden.” 

Hij ziet de perestrojka als een verandering van ideologie terwijl de autocratie behouden werd. De onstabiele situatie van recht en orde in het Russische keizerrijk werd ook door anderen vergeleken met de tirannie van de revolutionaire periode in Frankrijk, noteerde De Custine. Waar in Frankrijk de revolutionaire tirannie de chaos is van een tijd van transitie, lijkt de despotische tirannie in Rusland op een permanente revolutie, “in stand gehouden onbalans”, terwijl het in Frankrijk een overgangssituatie was. 

Bibichin identificeert de term ‘autocratie’ niet alleen met tsarisme, maar ook met de bolsjewieken of de oligarchen. Volgens Bibichin grijpen zij niet die de macht, maar grijpt juist omgekeerd de macht hen. De macht verandert naar willekeur zowel recht als ideologie. Hij deelde de ideeën van de pioniers van de perestrojka niet. Hij zag naast de perestrojka ook het graaien naar eigendom gedurende de privatisering in de jaren negentig. Het thema van ‘gegrepen worden’ is een belangrijk thema bij Bibichin. 

Een centraal concept in Bibichins filosofie en zijn interpretatie van de huidige tijd is de ‘amechanía’: de stemming van armoede, het gebrek aan hulpbronnen, dat menselijk initiatief belemmert. De verzuchting “och, we hebben het gemist, de rijkdom (miljarden, olie) stromen ons voorbij en we zijn niet alleen niet in staat ons er even in onder te dompelen, maar kunnen zelfs niet zien hoe en waar het stroomt...  dat een gebeurtenis van de wereld plaatsvindt zonder ons en zonder rekening met ons te houden… en dat we gefaald hebben... - met het toestaan dat een gebeurtenis plaatsvindt ook zonder enige toestemming van onze kant begint onze deelname aan die gebeurtenis.” (p25) Het lijkt een variant van het ‘gegrepen worden’, in dit geval niet door de macht, maar door een gebeurtenis.

 

Revolutionair platonisme en enthousiasme 

Bibichin gaat in op actuele ontwikkelingen zoals privatisering en eigendom, maar houdt zich op een afstand. Het is niet aan de filosoof om maatregelen te nemen of voor te staan, dat is niet zijn zaak. Daardoor kan het denken “verworden tot berekening”. “Maar zou de filosoof dan niet moeten proberen voor de samenleving waarheid en rechtvaardigheid te brengen? Bibichin beschrijft de positie van een filosoof die gelooft dat onze wereld niet is wat zij zou moeten zijn en die veranderd zou moeten worden om te passen bij het ideaal van een platonisme dat... hij karakteriseert... als revolutionair idealisme.” Bij zowel Plato als het revolutionaire idealisme is de idee stralender dan de hele wereld, zij overschaduwt het aardse, verblindt ons, “inspireert de revolutionaire omvormer en geeft hem de energie om te handelen.” Een dergelijke overeenkomst tussen Plato, Hegel en Marx is ook opgemerkt door Karl Popper in The Open Society and Its Enemies

De volgeling van het platonisme wil na zijn ontmoeting met de ideale waarheid heel de wereld herstructureren overeenkomstig dit idee. De moderne Russische filosofie volgt niet Plato’s filosofie, “maar het revolutionaire platonisme, de claim van het absolute kennen van goed en kwaad: “de politicus is een ‘vechter tegen het kwaad’... Hoewel Bibichin activisme afwijst, ziet hij wel een andere mogelijkheid door de perestrojka geopend.” (p26) 

Deze “laatste revolutie had... een mobiliserende potentie”. Hij vergelijkt dit met “de mysterieuze golf van inspiratie in het Duitsland van Augustus 1914” Daarmee rechtvaardigt hij het niet en blijft hij oog hebben voor de verwarring die volgde. “Men moet het verschil zien tussen de bedwelmende gegrepenheid, de frisse wind van de echte wereld waarvan de ruimte zich onverwacht en plotseling opent, zoals in Parijs en Praag in de lente en zomer van 1968, zoals in Rusland laat in augustus 1991, en het onvermijdelijke menselijke onvermogen ten overstaan van de uitdaging van deze historische openbaringen.” (p26)

Bibichin vraagt aandacht voor de dingen die deze gebeurtenissen aan het licht hebben gebracht, waaronder een vrijer filosofisch denken, meer gericht op de wereld(gemeenschap). Na de ineenstorting van de Sovjet-Unie waren de ogen van de wereld op Rusland gericht. Filosofie was er“verbannen en verwaarloosd”. 

Anders dan eerder genoemde slavofiele filosofen gelooft Bibichin niet dat Rusland het Westen niets nieuws te zeggen heeft om “de taak van het regelen van het menselijke leven op aarde op zich te nemen”. (p26) Hoewel hij het ook heeft over een “mondiale missie van Rusland, een ideologisch cliché bij uitstek dat speculatief omgaat met de mythe van de ‘speciale spiritualiteit’ van de Russen.” (p27)

 

De perestroika was van wereldhistorische betekenis

 

Filosofie en ideologie 

Het politieke enthousiasme van de vroege jaren negentig dat werd geïnspireerd door de vrijheid leek de ideologie te vervangen, maar imiteerde en verving ook de ideologie voor een meer liberale invulling, die Bibichin bekritiseerde, zonder op te roepen om terug te keren naar het socialistisme. De drijvende kracht achter het denken van Bibichin was het verlangen om de ideologie te overwinnen. Omdat een simpele afwijzing van de oude ideologie vaak een nieuwe ideologie brengt, zocht Bibichin naar een andere manier van niet-ideologisch denken. In een staat van beroering is het zaak “om te pauzeren en na te denken over de uitdagingen die de wereld ons voorlegt. “Mensen halen zich van alles in hun hoofd en hebben haast om het ideologisch dictaat te ontcijferen in antwoord op de onverdraaglijke uitdaging.” 

“Bibichin opent twee strategieën om ideologie te overwinnen. Ten eerste, door filosofie te interpreteren als... vrijheid van filosofisch bevragen... Ten tweede, in plaats van de oude ideologie te verwerpen... na te denken over hoe ideologie überhaupt mogelijk is,” en een kritische visie  “op de ideologie van nationale superioriteit die karakteristiek is voor Rusland” Maar ook Bibichin is zich bewust is van de “wereldmissie” van Rusland “in filosofisch opzicht” en “trekt hieruit politieke conclusies, door bijvoorbeeld de Russische macht een metafysische sanctie te geven”. (p27) 

 

Conclusie 

“Bibichins strategie om ideologie te overwinnen – door zich in de “afgrond van vrijheid en risico” te begeven – stelt de filosoof in staat om te ontsnappen aan de clichés van de ideologie, maar garandeert niet dat zijn taal [en filosofie] zelf niet ideologisch zou blijken te zijn.” Zijn strategie en sommige uitspraken botsen met de “burgerlijke verantwoordelijkheid en filosofische voorzichtigheid die zo belangrijk voor zijn denken waren.” Toch kreeg bij hem de zoektocht naar vrijheid als een klassiek thema van de filosofie in zijn tijd nieuwe relevantie. “Zijn denken plaatst het Rusland van de jaren negentig in het onsterfelijke landschap van de geschiedenis van de wereldfilosofie, een geschiedenis van de zoektocht naar vrijheid en geloof in de waarheid.”