Civis Mundi Digitaal #140
Europese essayprijs 2023
De Zwitserse Charles Veillon Foundation, gesticht door ondernemer Charles Veillon en gevestigd in Lausanne, vergeeft internationale prijzen op het gebied van literatuur. Sinds 1975 wordt ook een prijs uitgereikt voor een essay of zelfs een geheel oeuvre. In de lijst van geëerden komen vele bekende en beroemde namen voor. Het begon met Jacques Ellul met Trahison de l’Occident (The Betrayal of the West, niet in het Nederlands vertaald), gevolgd door Ernst F. Schumacher met Small is beautifull (Hou het klein). Verder behoren ook Alain Finkelkraut, György Konrad, Tomothy Garton Ash, Peter Bichsel, Alain de Botton, Giorgio Agamben, Peter Sloterdijk, Richard Sennett en Siri Hustvedt tot de gelauwerde uitverkorenen, om slechts enkele bekende auteurs te noemen.
Dit jaar viel de keuze van de jury[1] op de schrijfster, activiste en essayiste uit India, Arundhati Roy (*1961). Ze kreeg de prijs voor lifetime achievement bij gelegenheid van de Franse vertaling van een van haar werken Azadi – Liberté, fascisme, fiction, van twee jaar geleden. Het is de moeite waard stil te staan bij de prijsuitreiking in Lausanne op 16 september 2023, de laudatio door de Duitse schrijfster, essayiste, columniste, presentatrice en artistiek leider van het Internationale Literatuurfestival van Heidelberg Jagoda Marinić, de rede van de prijswinnares zelf, maar zeker ook bij de verzamelde essays die oorspronkelijk in het Engels verschenen onder de titel Azadi: Freedom, Fascism, Fiction[2]. Eerst enige aandacht voor Arundhati Roy zelf.
Arundhati Roy
De schrijfster is geboren in India en leeft daar nog steeds, in Delhi[3]. Ze volgde een architectuurstudie en was ook werkzaam op dit terrein. Na haar ontmoeting met cineast Pradip Krishen raakte ze verzeild in de film- en televisiewereld, waar ze ook draaiboeken schreef. Voor een van deze werd ze uitbundig geloofd en verkreeg ze een prestigieuze prijs. Deze wereld bevredigde haar echter helemaal niet en na een zoektocht op andere terreinen begon zij een carrière als schrijfster en activiste.
Haar eerste boek The God of Small things (De God van kleine dingen) bezorgde haar een dusdanig succes – zij won de Booker Prize for Fiction in 1997 – dat zij volledig onafhankelijk werd van verdere inkomsten. Eerst in 2017 verscheen haar tweede roman The Ministry of Utmost Happiness (Het ministerie van opperst geluk).
Het meest bekend is zij echter als schrijfster van kritische essays, waarbij zij haar schrijverschap laat zien in de manier waarop ze deze verpakt in verhalen. Voor haar essays verkreeg zij een hele rij aan onderscheidingen en prijzen. De meest recente is dus de Europese essayprijs 2023. Eveneens werd zij dit jaar vereerd met de uitnodiging de openingstoespraak te houden op het Münchner Literaturfest. Zij was echter niet in staat naar München te komen, omdat zij in staat van beschuldiging is gesteld in India wegens door haar gedane uitspraken over Kashmir in 2010. Al direct na haar uitspraken – zij gaf aan dat Kashmir niet van oudsher tot India heeft behoord, noch altijd een integraal deel ervan is geweest – werd zij ervan beticht antinationaal te zijn[4].
Plotseling, in oktober 2023, “is ze aangeklaagd[5] voor “overtredingen met betrekking tot provocerend taalgebruik en het bevorderen van vijandschap tussen verschillende groepen”.” Een opzichtige manier om haar het zwijgen op te leggen. In haar toespraak bij de prijsuitreiking zegt zij: “Ik begrijp dat wanneer ik niet zou schrijven wat ik geloof, ongeacht de consequenties, ik mijn eigen ergste vijand zou worden en waarschijnlijk nooit meer iets zou schrijven.”
Ondanks alles blijft ze schrijven, ook nu ze is aangeklaagd, waarbij haar een celstraf van zeven jaren boven het hoofd hangt[6]. “Een aanklacht die haar en verschillende anderen beschuldigt van opruiing is sinds de indiening in 2010 blijven liggen in het notoir trage Indiase strafrechtsysteem.” Je kunt je afvragen, waarom ze nu in staat van beschuldiging gesteld is? Het antwoord lijkt te vinden te zijn in haar toespraak tijdens de prijsuitreiking, waarin ze ingaat op de democratische ontwikkelingen en de censuur in India. Ook Verslagevers zonder Grenzen (VZG) geeft aan dat de persvrijheid in India in een crisis is beland. In 2023 staat India op de ranglijst van landen op plaats 161. Onderaan staat China op plaats 179.
Het oordeel van de jury
De motivatie van de jury werd bij de uitreiking van de prijs door een van de leden van de jury uit de doeken gedaan. Na het lezen van de essaybundel, waarvan de titel Azadi vrijheid betekent in het Urdu, een van de officiële talen van India, volgden “prachtige, intense en tot nadenken stemmende discussies over wat het betekent om vandaag de dag een lezer te zijn, hoe de individuele ervaring en het universele in elkaar grijpen, en over het absolute belang om de verbeelding levend te houden.”
De jury sluit aan bij de officiële Indiase lezing van de activiteiten van de schrijfster als zij spreekt van “Arundhati Roy lezen is naar onrecht kijken door het prisma van een kritisch en ‘opruiend’ hart.” De jury is zich er zeer wel van bewust dat opruiend het woordgebruik van de staat weergeeft wanneer de gezagsdragers over de schrijfster spreken. Arundhati Roy “eigent het zich opnieuw toe en maakt er een krachtige vorm van verzet van tegen de massamedia, de publieke opinie en simplistische manieren van zijn en denken. Arundhati Roy lezen is ook ergens naartoe vervoerd worden zonder ooit te verdwalen. Het betekent in staat zijn om moeilijke vragen aan te pakken en niet te zwelgen in het onrecht dat ons vandaag de dag omringt.” De jury stelt vast dat haar essays evenzeer literaire pogingen zijn die verschillende interpretaties toelaten en nieuwe vragen oproepen.
Ze beschrijft de uiterlijke en de innerlijke wereld, anders gezegd de samenleving als een totaal van zichtbare en niet zichtbare componenten, zoals zij die waarneemt en zoals zij ziet dat deze samenleving ten onder zou kunnen gaan. “Het ‘redden van deze wereld’ is een noodzakelijk doel voor ons allen.” De jury noemt Roy “een briljante schrijfster en denker” en dankt haar “voor het blijven geloven in de verbeelding. Dat je ons hebt laten zien hoe de wereld zowel groot als klein is, en hoe we de complexiteit ervan kunnen proberen te bevatten door het te beschrijven, erover te schrijven, ertegen en ermee. Want beschrijven wat we zien, is het probleem benoemen.”
Laudatio
Bij een prijsuitreiking als deze prestigieuze essayprijs hoort natuurlijk een laudatio. Deze werd uitgesproken, als boven gezegd, door Jagoda Marinić. Zij spreekt van een moment van hoop rond het geschreven woord dat de genodigden en de schrijfster samenbrengt. Marinić neemt ons mee in haar eigen belevingswereld bij het lezen van de teksten van de gelauwerde.
“De plasticiteit van haar schrijven is buitengewoon. Als je haar leest ga je niet alleen op in haar personages en verhalen, er komt een moment waarop je volledig wordt omhuld door haar beelden, en dat gevoel is moeilijk te vergeten.” Het is duidelijk hoezeer de spreekster het werk van Roy waardeert. Belangrijk is de opmerking dat “er een morele architectuur is, waarop haar essays en romans zijn gebaseerd.” Roy observeert en vertelt ons lezers “verhalen over het onrecht in de wereld waarin we leven.”
Ze is een scherpzinnige critica, vaak zelfs vlijmscherp, maar ze confronteert ons met een glimlach met haar wil om zich uit te spreken. Ze signaleert en laat de lezer het oordeel. Ze wil geen activiste genoemd worden, ze is geen activiste, want ze benoemt, ze beschrijft, ze vraagt, ze luistert voor ons naar de wereld zoals die is, waarin voortdurend ruis te beluisteren valt, niet naar de wereld die we zouden willen hebben. Met haar schrijven wil ze iedereen bereiken, iedereen wakker schudden, maar bovenal de mensen aan de macht opschrikken, degenen die “anderen het zwijgen proberen op te leggen uit naam van hun eigen macht, invloed, egoïstische rijkdom of status.” En dat doet Roy op een duidelijke, literaire manier.
“De ontmanteling van de democratie in India raakt de gehele wereld”
Onder deze titel[7] antwoordt Arundhati Roy allen die betrokken zijn bij de prijs en de prijsuitreiking. Ze maakt daarbij van deze gelegenheid gebruik om haar boodschap ver over de hoofden van de aanwezigen uit te dragen aan allen die het willen horen. Ze begint met haar vreugde, haar genoegen te uiten dat het om een literaire prijs gaat, die haar uitgereikt wordt, terwijl ze in haar werk een duidelijke boodschap van de “banaliteit van het kwaad” uitdraagt. In haar werk heeft ze “de neergang van India, van democratie, via majoritarianisme” – de terreur van de meerderheid, tot, zoals zij het nu ziet, “regelrecht fascisme” beschreven en eigenlijk aan de kaak gesteld.
“India kan allesbehalve een democratie genoemd worden. […] Wij zijn Nazi’s geworden.” Zij wijst erop dat in India door de regerende Bhartiya Janata Partij (BJP) van president Narendra Modi konsekwent slechts één boodschap wordt uitgezonden, de boodschap dat in India sprake is van Hindoesuprematie, Hindoes zijn het uitverkoren volk. “Het gevolg, verkiezingstijd is een tijd van moorden, van lynchen en dubbelzinnig taalgebruik – de meeste gevaarlijke tijd voor India’s minderheden, de moslims en de christenen in het bijzonder.” En even later, “er wordt zelfs openlijk over een “moslimvrij” Uttarakhand gesproken.”
En waarom deze jonge – na veel onlusten in 2000 gevormde – deelstaat van India? Het wordt wel het land van de Goden genoemd, vanwege de vele heilige plaatsen van de Hindoes. Ook ontspringt de belangrijke rivier de Ganges er. De BJP is hier al sinds 1998 aan de macht. Hindoes vormen meer dan 80% van de bevolking. Moslims, 10% van de bevolking, worden hier als ongewenst gezien. Hindi is de officiële taal.
Roy waarschuwt dat in India bijna alle institutionele checks-and-balances de nek zijn omgedraaid. “Het Wetboek van Strafrecht van India wordt herschreven. Wanneer het huidige regiem de meerderheid verkrijgt in 2024 [er zijn dan nieuwe verkiezingen] lijkt het erop dat een nieuwe Grondwet het licht zal zien.”
In haar toespraak somt ze nog eens op wat er de laatste jaren, maar ook al veel eerder, met en onder Modi aan geweld is geaccepteerd, gesteund of zelfs geïnitieerd is door de partij, die een conservatief-rechtse koers voorstaat en gelieerd is aan (relatief) extreemrechtse groeperingen, waartoe ook Modi behoort. Ze is somber over de toekomst van India, “een van de staten met de meeste ongelijkheid ter wereld. […] Het wordt gezien als een economische macht met een zeer grote markt, terwijl het grootste deel van de bevolking in verpletterende armoede leeft.”
Daarnaast neemt de censuur toe. De zittende regering gaat zelfs zover dat ongewenste uitingen of vragen in het parlement van de oppositie “uit de officiële verslagen van de parlementszittingen worden verwijderd.” Uitlatingen over de toestand in India worden snel als antinationaal geduid en de sprekers als (bijna)terroristen neergezet. Vermeende overtredingen van de wet worden met antiterrorismewetten beoordeeld.
Roy wijst erop dat alle wereldleiders, maar ook wij allen, in de bijeenkomst, maar nu ook de lezers van haar toespraak, evenals de lezers van haar essays, op de hoogte (kunnen) zijn van de misstanden in India. Desalniettemin omarmen de meeste politieke leiders in de wereld Modi en zijn beleid. Als de staat verder afglijdt in totalitarisme, “kan niemand nog pretenderen niet te weten wat er gaande is,” aldus Roy.
Ze vindt het een eer dat de jury zegt: “Arundhati Roy gebruikt het essay als een manier om te strijden.”
Azadi
De essaybundel kwam een kleine twee jaar geleden onder mijn aandacht. Aanleiding om nadien met een kenner van het moderne India regelmatig van gedachten te wisselen over de inhoud, maar vooral over de ontwikkelingen in India.
In het voorwoord geeft Roy aan dat een roman voor haar “werkelijk ongebreidelde Azadi – vrijheid” betekent. Een vrijheid die terugkeert in de essays in de bundel, die “ten dele door de ogen van een romancier en het universum van haar romans geschreven zijn” en ten dele gaan over hoe fictie zich bij de wereld voegt en de wereld wordt.”
Al in het voorwoord zet ze de toon. “Niet nadenken is geen optie.” Eveneens vermeldt ze al kort de veranderingen in India, van “de seculiere, inclusieve republiek beoogd in de Grondwet” tot de situatie waarin “de infrastructuur van het fascisme ons in ons gezicht staart. De coronapandemie heeft dit proces op niet voor te stellen wijze versneld.” Hier moet worden aangetekend, zoals Roy in een van de andere essays vermeld, dat seculier in India betekent dat “alle religies dezelfde gelijkwaardige plek op grond van de wet” innemen. De werkelijkheid is altijd anders geweest. India “heeft altijd als een elitaire Hindoestaat gefunctioneerd.”
In het eerste essay wijst ze al op de visie van de BJP, “Eén natie, één religie, één taal”, later voegt ze nog “één Grondwet” toe. Het land is in hun ogen het moederland van de Hindoes, de religie is Hindoe en de taal Hindi. Dat dit een zeer eenzijdige blik is op een natie, bestaande uit 27 deelstaten, met nog veel meer etnische groepen en dito talen - bij de laatste telling minstens 780, moge duidelijk zijn. Roy noemt het een continent.
Zij schildert een onthutsend beeld van een land op weg naar totalitarisme, op weg naar een dictatuur, volledig in de greep van de Rashtriya Swayamsevak Sangh (RSS), opgericht in 1925, en “grotelijks beïnvloed door het Duitse en Italiaanse fascisme”. De BJP is de politieke uitingsvorm ervan. Vele vooraanstaande politici van deze partij behoren tevens tot de RSS, zo ook Nanendra Modi. Het gaat haar erom te laten zien dat het Hindoe-nationalisme niet veel afwijkt van andere fascistische bewegingen.
Ze noemt de kenmerken: “de sterke man, het ideologisch kader, de smoezelige nachtmerrie van superioriteit van een enkele bevolkingsgroep, het ontmenselijken en marginaliseren van de interne vijand, de massieve en uiterst gewetenloze propagandamachine, de aanvallen en moorden onder valse vlag, de kruiperige, slijmerige zakenlieden en filmsterren, de aanvallen op universiteiten, de angst van de intellectuelen, het schrikbeeld van detentiekampen, en de haat zaaiende zombieburgers die een eigen equivalent van ‘Heil! Heil! Heil!’ scanderen.”
En dan ook nog de anderen die het laten gebeuren, die ervan uitgaan dat het overwaait of spontaan ineenstort of uiteenvalt. Roy is vlijmscherp, zodanig zelfs dat lezers haar soms in de steek laten; zo erg kan het toch niet zijn! Ze beschrijft een land waar de waarheid er niet meer toe doet, slechts de officieel geuite waarheid door de staat is waar. Een land waar gezagsdragers onschuldige burgers gevangenzetten, ombrengen, huizen in beslag nemen of vernielen, wanneer het om etnische minderheden gaat, vooral moslims. En de wereld zwijgt, kijkt de andere kant op en eert de president.
Mijn gedachtewisseling met de Indiakenner veranderde het beeld niet, integendeel. Roy’s beschrijvingen, Roy’s verhalen werden bevestigd uit persoonlijke ervaring en beleving. Hoewel het grootste probleem gezien wordt in de onderdrukking van de moslimminderheid, blijken ook de christelijke groepen op vele plaatsen in de vuurlinie te komen. Er worden niet alleen moskeeën vernield, maar ook kerken.
Een belangrijke kanttekening is, en als je goed leest komt dat ook bij Arundhati Roy naar voren, dat de problemen niet overal in India even groot zijn. In het zuiden van dit grote land spelen de tegenstellingen tussen deze religieuze groeperingen bijna helemaal niet, ook omdat de meeste moslims in de noordelijke deelstaten leven. Kashmir is daarbij een ook voor de rest van de wereld herkenbaar strijdgebied. In het zuiden is er eerder een taalvraagstuk. Niemand heeft behoefte aan de eenheidstaal Hindi. Hier moet de gezamenlijke taal eerder Engels zijn.
Over het algemeen is het in grote delen van India een bedroevende en deprimerende situatie, waar geweld aan de orde van de dag is.
Tot slot
In The Monarchy of Fear[8] besteedt Martha Nussbaum aandacht aan de situatie in India en plaatst het in een groter perspectief. Ze gaat in op het fenomeen dat er situaties zijn waarin mensen reageren op het gedrag van anderen door plotseling met hen mee te gaan doen. Dit wordt ‘cascade’ genoemd. Er zijn verschillende soorten cascaden. De reputatiecascade. Hierbij worden mensen gevolgd vanwege hun reputatie. De anderen willen er ook bij horen. Een andere vorm is de informatiecascade. Mensen volgen anderen omdat ze denken dat hun gedrag nieuwe informatie toevoegt. En zo is er ook de etnologische cascade, waarbij “mensen zichzelf zien in termen van een etnische of religieuze identiteit en zich vervolgens afzetten tegen andere soortgelijke groepen.” Nussbaum verwijst naar onderzoek in India dat laat zien dat hier bij de tegenstelling Hindoe – Moslim, nieuw, want al eeuwen wonen ze samen zonder al te veel problemen, “een grote rol is weggelegd voor gerespecteerde leidende personen, waarvan de reputatie anderen tot kritiekloze volgers maakt.” Verder speelt het naar voren laten komen van nieuwe informatie omtrent gevaren een rol, ook al is deze volstrekt ongeloofwaardig. Hierbij is in de huidige tijd de snelheid waarmee informatie over internet of sociale media verspreid wordt een belangrijk gegeven. In de Indiase situatie speelt dit allemaal mee. Het is echter duidelijk dat deze verklaringen, de cascaden, ook op andere plekken in de wereld evenzeer een rol (kunnen) spelen.
Een laatste vraag
Is er in de werkelijkheid van vandaag de dag in India sprake van een werkelijke dystopie die geen fictie is? Kijkend naar de kenmerken ervan moet helaas gezegd worden dat vele elementen van een dystopie te zien zijn. Te denken valt hierbij aan de intensieve controle door de staat, toegerust met totalitaire pretenties en een passende propagandistische ideologie, waarbij er veel conformisme is, veel elkaar naroepen en handelen in de zin van de regerende elite, dissidente opvattingen worden streng aangepakt en ontmoedigt, er is veel geweld, ook van staatswege, er wordt willekeurig gemoord zonder de daders te vervolgen, de wettelijke vrijheden zijn behoorlijk ingeperkt. En natuurlijk zijn er dissidenten. Kortom, er is genoeg aan de hand om van een dystopie te spreken.
Arundhati Roy beschrijft in haar essays op literaire manier de werkelijkheid van India, een werkelijkheid die zich als een dystopie laat zien. Zij heeft terecht zorgen over de toekomst van het land en zijn inwoners, zeker als die tot etnische of religieuze minderheden behoren. Haar eigen lot behoeft een groot protest van uit de westerse wereld. Haar kritische geluid mag niet verstommen.
In het vervolg van de serie bezien we de werkelijkheid die dichter bij ons staat. Is in deze werkelijkheid sprake van een dystopie? We gaan het zien.
Noten
[1] https://fondation-veillon.ch/en/
[2] Roy A: Azadi: Freedom, Fascism, Fiction. Penguin Random House India, Gurgaon, Haryana, India, 2020
[3] https://en.wikipedia.org/wiki/Arundhati_Roy
https://literature.britishcouncil.org/writer/arundhati-roy
[4] Chamberlain G: Arundhati Roy faces arrest over Kashmir remark. The Guardian, 26 oktober 2010
[5] Author Arundhati Roy may face prosecution in India over 2010 speech. The Guardian, 10 oktober 2023
[6] Kandasamy M: Arundhati Roy is being hounded by the Indian state. This is a test case for its democracy. The Guardian, 20 oktober 2023
[7] https://scroll.in/article/1055943/arundhati-roy-the-dismantling-of-democracy-in-india-will-affect-the-whole-world
[8] Nussbaum M: The Monarch of Fear. Simon & Schuster, New York 2018