Civis Mundi Digitaal #141
Immigratie: schijnheiligheid en vragen
Veel toeristen aan de kust van Kroatië zullen deze zomer verbaasd hebben gekeken toen zij in de restaurants bediend werden door Engels sprekende werkneemsters uit de Filippijnen. Alleen de baas achter de tapkast was nog een Kroaat.
In dit Balkanland, waarvan de bevolking sterk terugloopt – in 2021 had het nog 3,9 miljoen inwoners –, zijn buitenlandse arbeidskrachten de enige oplossing om te voorzien in de groeiende behoefte van de lokale toeristenindustrie. De reden: Kroaten emigreren massaal naar West-Europa, waar ze veel beter hun brood kunnen verdienen. Volgens een bericht van het Kroatische ministerie van binnenlandse zaken in september werden sinds het begin van het jaar al meer dan honderdduizend werkvergunningen toegekend aan arbeidskrachten van buiten de Europese Unie. Een absoluut record voor dit land met in totaal 1,7 miljoen arbeidskrachten.
Hoewel de helft van deze arbeidskrachten uit Balkan-buurstaten buiten de EU komt, worden die uit Azië steeds talrijker, met vooral werkers uit Nepal, India en de Filippijnen.
Kroatië is wat deze kwestie betreft geen geïsoleerd geval in Centraal- en Oost-Europa. Sinds het einde van de corona-epidemie laten bijna alle landen uit deze regio buitenlandse arbeidskrachten komen om in hun groeiende behoefte aan menskracht te voorzien. Zelfs de nationalistische regeringen in Hongarije en Polen, historisch vijandig tegen elke vorm van immigratie, ontkomen er niet aan. Zo werken bij de bouw van een raffinaderij in het Poolse Plock zesduizend arbeidskrachten uit India, Pakistan, Bangladesh, de Filippijnen en Maleisië. En Hongarije is een onderneming van zwaargewichten, waar de zwager van premier Viktor Orbán, die deze ommezwaai symboliseerde door chauffeurs in India en Kenia te rekruteren, de scepter zwaait.
De nationalistische partij van Orbán heeft in mei wel een resolutie aangenomen waarin verzekerd werd dat Hongarije altijd weigert « een immigratieland te worden », maar dat schijnt niet te gelden voor degenen die Orbán « uitgenodigde arbeidskrachten » noemt: een aantal dat « binnen twee jaar 500.000 » kan bedragen. Dat doet denken aan de Duitse term « Gastarbeiter » in vroegere jaren, toen het land arbeidskrachten uit de Balkan en Turkije liet komen, met de wat naïeve intentie dat zij bij het einde van hun contract weer huiswaarts zouden keren.
Op dit moment houden de landen uit deze regio deze illusie in stand, maar Tiago Campelo, hoofd personeelszaken van een groot Hongaars bedrijf, zegt: « Het is erg gecompliceerd om arbeidskrachten die wij opgeleid hebben na twee jaar weer naar huis te sturen. »
Talrijke interim-agentschappen hebben interculturele bemiddelings-programma’s gelanceerd om deze nieuwe migranten beter te laten accepteren in deze landen zonder immigratie-ervaring. In allerlei berichten onderstrepen zij, veelal op bedekt racistische wijze, dat hun rekrutering plaatsvindt in « passende » Aziatische landen, en dat zij bewust niet in Afrika of het Midden-Oosten.
Geschreven in december 2023