De stupiditeit van het heersende repressieve drugsbeleid

Civis Mundi Digitaal #3

door Wim Couwenberg

De stupiditeit van het heersende repressieve drugsbeleid

Wim Couwenberg

 

Drugsproblematiek is door VVD-prominent Frits Bolkestein e.a. opnieuw ter discussie gesteld. Onder bepaalde voorwaarden moet het verbod van soft- en harddrugs worden afgeschaft, zo menen zij. Het reguleren van de productie en verkoop van cannabis, heroïne en XTC zal een forse bezuiniging opleveren en een hele opluchting zijn. Gereguleerde verkoop dient alleen te gelden voor meerderjarige Nederlandse ingezetenen en bij een beperkte gebruikshoeveelheid.[1] De CDA-ministers Ab Klink en Ernst Hirsch Ballin vinden dat een verkeerd signaal,[2] evenals VVD-prominent Frits Korthals-Altes,[3] en willen derhalve de status quo zoveel mogelijk in stand houden. In dit nummer niettemin een kort pleidooi voor legalisatie van softdrugs om hierover een zinnige discussie op gang te brengen.

Hoewel de droogleggingpolitiek in Amerika in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw een complete mislukking geworden is en een vruchtbare voedingsbodem voor de ontwikkeling van grootscheeps georganiseerde criminaliteit, hebben we daarvan niets geleerd en zitten we daardoor opgescheept met een drugsbeleid dat evenzeer gedoemd is te mislukken. Het is dweilen met de kraan open, zeggen drugsdeskundigen.[4] In kringen van de rechterlijke macht en de politie is er ook groeiende weerstand tegen die vorm van drugsbestrijding. Het enige dat we ermee bereikt hebben is de creatie van nieuwe grootscheepse criminaliteit, uitholling van de rechtsstaat - denk bijvoorbeeld aan de IRT-affaire in Nederland -, en overbelasting van politie, justitie en gevangeniswezen. De kosten van de huidige vorm van drugsbestrijding rijzen ook de pan uit. Volgens Bolkestein e.a. gaat het jaarlijks om een bedrag van 15,7 miljard euro.

Op ieder ander beleidsterrein zou men allang besloten hebben tot een ander beleid dat de schaduwzijden van de huidige falende strafrechtelijke aanpak terugdringt en meer effect sorteert. Waarom geldt voor softdrugs een ander beleid dan voor roken en alcoholgebruik? In al die gevallen gaat het om verdovende middelen waaraan men verslaafd kan raken. Men moet in al die gevallen in de eerste plaats de behoefte daaraan en het stimuleren van die behoefte bestrijden, in plaats van alle heil te verwachten van uiterlijke dwangmiddelen. Veel adequater is, lijkt mij, een primair bestuurlijk georiënteerd anti-drugsbeleid, gericht op consequente ontmoediging van drugsgebruik met bestuurlijke middelen, zoals sinds kort met roken geschiedt en meer en meer ook met alcohol, en medische en sociale hulpverlening aan verslaafden, zoals dat in Nederland gebeurt, waar sinds jaren een gedoogbeleid gevoerd wordt wat de verstrekking van softdrugs betreft. Legalisering van harddrugs (cocaïne en speed), zoals door Bolkestein e.a. bepleit, gaat mij te ver.

Herhaaldelijk is een lans gebroken voor gecontroleerde legalisering van softdrugs. Dat is op goede gronden al in 1972 gedaan door de Commissie-Baan (Werkgroep Verdovende Middelen) en daarna in 2000 en 2005. In november 2008 is dat opnieuw gedaan, nu van burgemeesterszijde, met een pleidooi ook de productie en levering van wiet onder overheidstoezicht toe te staan. Maar ook dat heeft niets opgeleverd. Probleem is dat het heersende internationale verdragsregime inzake drugs dat niet toestaat, zodat deze geïnstitutionaliseerde vorm van stupidocratie op mondiaal niveau zich voorlopig wel zal handhaven. Maar wat let Nederland om dat internationale verdragsregime eindelijk eens ter discussie te stellen? Verdragen zijn ook tijdgebonden juridische conventies.

            Interessant is in dit verband de declaratie die onlangs op een internationale AIDS-conferentie in Wenen is aangenomen en gewijd is aan het falende drugsbeleid. Meer dan 13.500 wetenschappers ondertekenden op die conferentie de ‘Vienna Declaration’, met een overweldigende hoeveelheid wetenschappelijk bewijs voor het jammerlijk falen van het internationale verbod op drugs en voor de immense economische, sociale en gezondheidsschade die daarmee samenhangt. Regeringen, de VN en andere internationale organisaties worden daarin opgeroepen tot een volledige heroriëntering van het drugsbeleid door dat te baseren op serieus wetenschappelijk onderzoek en in aansluiting hierop tot en decriminalisering van drugs en schadereductie.[5] De roep uit de internationale wetenschappelijke gemeenschap om eindelijk veranderingen in het internationale drugsbeleid te realiseren is groter dan ooit. Onder de ondertekenaars bevinden zich diverse oud-presidenten, Nobelprijswinnaars en vooraanstaande wetenschappers. Een dergelijke Declaratie moet de beleidsmakers te denken geven.

            In een land als Mexico waar al jarenlang een steeds bloederige drugsoorlog woedt, heeft Vicente Fox, van 2000 tot 2006 president van dit land, zich onlangs sterk gemaakt voor legalisering van de productie, distributie en verkoop van drugs. Het verbod er van heeft niet alleen volstrekt niet gewerkt, het heeft bovendien enorm veel geweld en corruptie teweeg gebracht en dreigt zijn land, zo stelt hij, volledig te ontwrichten. Meer dan 28.000 Mexicanen zijn de laatste vier jaar in die oorlog omgekomen. Ook elders in Latijns-Amerika beginnen steeds meer mensen het geloof in die drugsoorlog te verliezen. Het is een uitzichtloze strijd, gegeven de onverzadigbare vraag naar drugs in de VS zelf ook. Dat daar ook een kentering gaande is blijkt uit het feit dat in Californie begin november in het kader van de Congresverkiezingen een referendum gehouden wordt over een voorstel om de verkoop van marihuana te legaliseren en voortaan te belasten.[6]

 


 

[1] Bolkestein e.a., Redt het land, sta drugs toe. NRC Handelsblad, 18 mei 2010.

[2] A. Klink en E. Hirsch Ballin, Legalisatie drugs zou overlast juist doen toenemen. NRC Handelsblad, 8 juni 2010.

[3] Zie zijn bijdrage in Liberaal Reveil, 2, 2010.

[4] Voor een goed overzicht van de vele schadelijke kanten van drugsbestrijding, zie E. Tellegen, Het utopisme van de drugsbestrijding, 2008; zie ook M. Glenny, McMaffia. Crime without Frontiers, 2008

[5] Zie Jean-Paul Grund, Trouw, 30 juli 2010.

[6] Zie J. Eijsvoogel, Een uitzichtloze strijd die de hoge prijs niet waard is, NRC Handelsblad, 14 augustus 2010