Enkele kanttekeningen bij stellingname Ruud van Wees
Civis Mundi Digitaal #2
door C.W. Rietdijk
Enkele kanttekeningen bij stellingname Ruud van Wees
C.W. Rietdijk[1]
Er bestaat niets dan feiten en relaties tussen feiten.
Hippolyte Taine
De materie is misschien maar één van de schijngestalten die worden aangenomen door het Grote Gelaat.
Louis Pauwels
Over zingeving, het paranormale, biljart-fysica, Heisenbergs onzekerheden en de dood
Het betoog van Ruud van Wees vormt geen uitzondering op de regel dat milieugedrevenen weinig enthousiast plegen te zijn over de richting die de westerse samenleving en cultuur sinds de industriële revolutie van de 18e eeuw is ingeslagen. Zij lijken daartegen veel reserves te koesteren en meer sympathie te hebben voor een premodern geestesklimaat, zoals dat in de meeste niet-westerse landen nog de toon aangeeft. Ze lijken dat te prefereren boven de "ambiance van Newton, Einstein en Silicon Valley". Galileï, Copernicus, Newton, Marx, Darwin, Einstein en de meeste parapsychologen waren of zijn niet toevallig westerlingen. Beseft Van Wees - tot mijn genoegen ook geïntereseeerd in bijna-dood-ervaringen en de intrigerende wereld van het paranormale - wel voldoende hoe weinig hij wat onderzoek daarnaar betreft te verwachten heeft van wie niet voorbouwt op de tradities van het moderne rationele denken? Met Van Wees betreur ik het dat de meeste westerse fysici en andere wetenschappers momenteel behoren tot een van twee "reductionistische" denkscholen:
- Die van de "biljart-deterministen", een minderheid onder de fysici die nog steeds de klassieke botsingswetten als model neemt ter verklaring van de vraag hoe de natuur universeel werkt. Hierbij vullen Einsteins zogenoemde verborgen variabelen de lacunes in de causaliteit op die er volgens "onzekerheidsfysici" zoals Bohr en Heisenberg bij natuurprocessen optreden.
- De denkwijze van de meerderheid die Bohr en Heisenberg volgt in hun gedachte dat die natuurprocessen fundamentele onzekerheden vertonen die de (micro-)wereld in bepaalde mate fuzzy, "ongearticuleerd", maken.
Beide groepen natuurkundigen hebben gemeen dat ze inrichting van de wereld en het verloop der dingen maar matig coherent en tot op grote hoogte als resultaat van toeval beschouwen, wat de zin ervan uiteraard niet ten goede komt. Want "God dobbelt in beide visies met tragedies en andere negatieve zaken". Besef wel dat Hij dat ook doet in het Einsteiniaanse deterministische model. Want alles moge daarin dan wel tot in detail causaal verlopen (door de zogenaamde verborgen variabelen), het blijft wél zo dat vele onafhankelijk van elkaar optredende"oorzaak-en-gevolg-reeksen tot de meest onverwachte en chaotische botsingen en andere resultaten kunnen leiden, die bijvoorbeeld het verloop van een oorlog mede bepalen.
Ik kan me er zeker wel iets bij voorstellen als zich in de psyche van Van Wees en anderen ongeveer het volgende zou afspelen: "Van de hogelijk chaotische en alles tot plaatselijke causale details of tot toeval reducerende - reductionistische - modellen 1. en 2. zoals boven aangegeven, hebben wij wat betreft een eventuele zin van het bestaan niet veel te verwachten. Dus weg met dat hele rationalisme dat de mens geen andere idealen of beleving van ultieme zin laat dan hedonisme en consumptie, die ook nog het milieu aantasten".
Omdat de niet-rationalistische benadering echter ook weinig vertrouwen wekt (zij verwerpt bijvoorbeeld de stelling van Taine die ons eerste motto vormt en is dan ook bij gebrek aan strenge argumentatie speculatief), ben ik op zoek gegaan naar een "vierde weg". De essenties daarvan zijn in een zestal punten samengevat; voor details en wetenschappelijke onderbouwing verwijs ik naar de in de referenties aangegeven literatuur.
- a) Einstein had gelijk in zijn vermoeden dat de toekomst en het verleden even realistisch bestaan als ons heden, dus als onze nu-wereld.
- b) Dit betekent niet alleen dat de toekomst gedetermineerd is - ze bestaat immers "al" - maar bovendien dat het heden, naast (causale) invloeden vanuit het verleden, in beginsel ook invloeden kan ondergaan van de realistisch bestaande toekomst. Dat dit ook feitelijk gebeurt wordt bewezen in enige artikelen, genoemd in literatuurverwijzing 1.
- c) Dit komt er op neer dat de gebeurtenissen niet alleen afhangen van hun verleden, maar ook wetmatig rekening houden met de resultaten van relevante natuurprocessen die in de toekomst al vastliggen. In ons model is er een wisselwerking tussen eerdere en latere gebeurtenissen, tussen oorzaken en gevolgen of resultaten.
- d) Dat leidt tot een veel meer samenhangend en minder toevallig beeld van de natuurprocessen, waarbij vier-dimensionale natuurwetten relaties regelen tussen eveneens vier-dimensionale gebeurtenissen in plaats van alleen tussen drie-dimensionale objecten. Oorzaken en gevolgen zijn in onderlinge wisselwerking of in (statisch) evenwicht, in plaats van dat de eerste "blindelings" de laatste doen optreden zonder dat dus rekening wordt gehouden met de portee van die gevolgen.
- e) Dit beeld brengt onder meer de mogelijkheid dichterbij dat het menselijk lot niet slechts het resultaat is van blinde, al of niet fuzzy, invloeden en "botsingen" uit het verleden, maar zó "werkt" dat eerdere stadia in iemands leven al rekening kunnen houden met hoe de latere uitkomsten wetmatig moeten zijn.
- f) Het realistisch vier-dimensionale model of gezichtspunt (met de vier dimensies lengte, breedte, hoogte en tijd), waarbij alles op de tijdsas evenzeer reëel bestaat en invloed heeft als alles op de drie ruimte-assen, dat model blijkt fysisch uiterst vruchtbaar te zijn en leidt bijvoorbeeld to een verklaringstheorie van bewustzijn en paranormale verschijnselen. (Zie literatuurverwijzingen 3 en 4, waarin onder meer naar voren komt dat paranormale of niet causaal begrijpelijke fenomenen kunnen worden gezien als inderdaad niet (alleen) oorzakelijk vanuit het verleden verklaarbare, maar mede door invloeden vanuit de toekomst mee-bepaalde gebeurtenissen, met als regel ook een psychische relevantie.)
Tot zover de mogelijkheden voor een model van de wereld waarin meer samenhang - minder onzekerheid en minder toeval - leidt tot althans de mogelijkheid van meer zin, binnen het kader niet alleen van Taines rationalisme maar eveneens zo dat de enorm vergrote coherentie in een vier-dimensionale wereld (met oorzaak-resultaat-wisselwerking) ook de visie van Louis Pauwels voorstelbaar maakt: God is coherentie. De religieuze dimensie keert terug, maar nu geleid door de wetenschap, en als diepe wetmatigheid, zó dat de bestaansmotivaties van althans onze voorhoedes kunnen uitstijgen boven consumptie, macht, geld en carrière.
Een concreet economisch alternatief voor de inflatie van amusement, hier-en-nu-oppervlakkigheid en verspilling
Van Wees wil af van de Prometheïsche beschaving - genoemd naar Prometheus die het vuur stal van de goden en daarmee symbool werd van homo faber, de mens die door innoverend handelen zijn lot meer en meer zélf ging bepalen. Ik zie dat als een nederlaag van ’s mensen antwoord op lijden, frustratie, toeval en onrecht. Ik vind ook de stadia van beschaving waarin de meeste niet-westerse landen verkeren verschrikkelijk. Laat ik mijn alternatief in een viertal punten samenvatten via welke de moderne mens zou kunnen worden geholpen om in groter kader ook de milieu-problematiek de baas te worden.
- 1) In het voorafgaande zagen we al dat er alleen schijnbaar een zekere disharmonie bestaat tussen onze twee motto’s. Taine distancieert zich van wazigheid, tovenarij en incoherentie, de Belgische essayist Pauwels poneert de hypothese dat de coherentie van de wereld zelfs zo ver zou kunnen gaan dat zij organisch-psychische kenmerken vertoont, gesymboliseerd door het Grote Gelaat. Deze visie zou ook in overeenstemming zijn met Einsteins volgende twee gedachten: "Wie zich langdurig en diepgaand met de natuur bezighoudt raakt er van overtuigd dat er in haar een Geest (Mind) werkzaam is. Een Geest die de onze ver overtreft en waartegenover wij, met onze bescheiden vermogens, ons nederig moeten voelen." En: "Het meest verwonderlijke van alles is dat de wereld vrijwel zeker een zin heeft."
- 2) Het voorgaande laat zien dat Prometheus en zin samen kunnen gaan en dat we het voor geen van beide behoeven te zoeken buiten de denkwijze van Galileï, Newton, Einstein en de Society for Psychical Research (SPR) die het paranormale wetenschappelijk bestudeert. Tenzij je de ogen sluit voor ook bovenlokale, niet reductionistische coherenties in de natuur (zoals de neo-positivisten doen die zelfs niet meer streven naar en denken over samenhangende modellen van de micro-verschijnselen), zullen Taine, Pauwels en Prometheus ons mogelijk ook dichter brengen bij het Grote Gelaat en hogere bestaansmotivaties dan luxe-consumptie en amusement.
- 3) Wat nu het milieu in concreto betreft denk ik in de volgende geest. Nu besteedt de industriële wereld 2,6 % van zijn nationale inkomen aan onderzoek en ontwikkeling, waarvan 0,3 % aan fundamenteel onderzoek. Ik stel nu voor om - onder meer via belastingbeleid, regeringsopdrachten zoals sinds jaar en dag voor defensie, subsidies en opleidingsfaciliteiten voor "the best and the brightest" - die percentages op te voeren tot bijvoorbeeld respectievelijk 12 en 3. Die "best and brightest" moeten in dit verband van de nu meest lucratieve financiële en juridische sectoren naar de research gestimuleerd worden. Onder andere het afschaffen van bonussen en de beheersing van hoge salarissen (denk ook aan de tarieven van advocaten) kunnen hier effectief zijn. Onze wijze van productie kan zich in dit kader heroriënteren door (luxe) consumpties zodanig te belasten dat consumptiereductie de benodigde capaciteit voor de beoogde research vrijmaakt. Deels samengevat: we moeten onze economische en geestelijke inspanningen in niet onaanzienlijke mate overhevelen van korte- naar lange-termijndoelen en door selectieve consumptiebeperkingen het milieu ontlasten. Merk hier ook op dat in het bijzonder fundamentele research qua vervuiling en gebruik van grondstoffen milieu-vriendelijker pleegt te zijn dan "wegwerpconsumptie", vliegreizen en status-uitgaven.
- 4) Bij het fundamentele onderzoek in kwestie kunnen we onder andere denken aan kunstmatige intelligentie, medisch en genetisch onderzoek, microbiologie, hersenonderzoek, bewustzijnsonderzoek en parapsychologie, fundamentele fysica, milieu-wetenschap, nanotechnologie, en ruimtevaart. Ook voor de zin van ons bestaan kunnen de positieve wetenschappen waarschijnlijk meer betekenen dan de vele kringetjes waarin talloze denkers nu al zo langdurig ronddraaien omdat ze het contact met die wetenschappen, met Taine en met Pauwels, hebben verwisseld voor subjectivistische speculaties die steeds weer "de mens centraal stellen". Men denke hier bijvoorbeeld aan het subjectivistische adagium dat "we de zin van ons bestaan moeten zoeken in onszelf" in plaats van dat men grootschalig concreet onderzoek bevordert in vitale, maar nu veronachtzaamde sectoren. Ik denk dan bijvoorbeeld aan dat naar realistische vier-dimensionaliteit en doelgerichtheid in de natuur en ook aan dat naar bijna-doodervaringen. Ook verwaarloze men het sociologische kennisgebied niet, zoals de voor de vrijheid van denken kardinale vraag waarom er nog steeds zoveel taboes in ons denken bestaan, onder andere wat betreft immigratie, genetische en psychische verschillen tussen etnische en andere sociale groepen, en eugenetica.
Literatuurverwijzingen
1 Gemakkelijk toegankelijk inzake realistische vier-dimensionaliteit en de verandering daardoor van ons wereldbeeld - grotere samenhang in de natuurprocessen -, en ook literatuuropgaven bevattende naar internationale vakbladen is paragraaf (page) 6.1 van mijn website:
< www.xs4all.nl/~bcb/rietdijk26.html >
2 C.W. Rietdijk, How do hidden variables fit in natural law?, Physics Essays, Vol. 16 (2003), pp. 43 - 62.
3 C.W. Rietdijk, Consciousness and the coherence of natural law, Physics Essays, Vol. 19 (2006), pp. 200 - 224.
4 C.W. Rietdijk, Four-dimensional physics, nonlocal coherence, and paranormal phenomena, Physics Essays, Vol. 20 (2007), pp. 169 - 196
[1] Dr. C.W. Rietdijk is wis- en natuurkundige en cultuurfilosoof. Op het terrein van de cultuurfilosofie publiceerde hij onder andere zijn opus magnum The Scientization of Culture.