Civis Mundi Digitaal #2
Als religie nu weer ‘in’ lijkt, dan gaat het wel om religiositeit
Hans Feddema[*]
Op symposia over religie krijgt het instituut kerk, moskee en/of synagoge en de relevantie daarvan voor de samenleving helaas vaak meer aandacht dan religiositeit.
Terwijl het daar juist om gaat, als er vandaag de roep klinkt, dat religie ‘weer in is’.
Religiositeit is net als mystiek en beleving van rituelen de innerlijke dimensie van religie, zo niet van het hele leven. Ze kan als een soort zuurdesem een samenleving doortrekken, ook onze seculiere maatschappij, deze als het ware ‘betoveren’, althans meer magisch of intuïtief maken, kortom iets minder rationeel doen zijn. De samenleving heeft zowel een heilige als een onheilige zo niet demonische component en dan hoef je inzake het eerste niet slechts te denken aan muziek en kunst. Ik denk dat de moderne mens niet meer gelooft in de scheiding tussen het heilige en het onheilige, maar deze beiden ziet als min of meer geintegreerd in de samenleving. Dus dat het goddelijke, zoals Carl Jung het uitdrukt, ‘goed en kwaad tegelijkertijd’ is en hoe dan ook niet een moralistische en straffende ‘Heer op afstand’ is, zoals het christendom vanaf de middeleeuwse theologen Thomas van Aquino en Albertus Magnus ons helaas wel te veel heeft voorgehouden. De moderne mens ziet God of het goddelijke niet meer als een (louter) buitenwerelds wezen, maar als een Liefdeswezen dat niet in de laatste plaats tevens sterk aanwezig is als een kracht in de kosmos en in het aardse leven, dus ook in de mens. In die perceptie is de tegenstelling religieus en humanistisch gekunsteld en gedateerd, evenals de tegenstelling theisme en atheisme. Het humanisme ontstond immers als reactie op de omstreden wijze waarop religie als instituut invulling gaf aan religiositeit. En het atheïsme lijkt vooral een reactie op bovengenoemd buitenwereldlijk godsbeeld.
Natuurlijk moet de politiek ‘dealen’ met het instituut kerk, moskee en synagoge en ook met zowel hun vrijheid als hoe ze zich gedragen binnen de rechtsorde. Zeker nu populisten pijlen afvuren op de islam en ook de kerk in problemen is door het recent aan het licht gekomen en weerstand oproepende sexuele misbruik in internaten. Maar die religiositeit is niettemin een zeer belangrijke dimensie in de samenleving, ja ook in de politiek, omdat die ons en de samenleving bezielt, ook al zijn we er ons niet van bewust of wijzen we dat mentaal zelfs af. Zeker als we ons richten op duurzaamheid, vrede, compassie en interetnische of interreligieuze tolerantie, lijkt die inspiratie essentieel.
Ik vraag daarom van de politiek en zeker van mijn eigen partij GroenLinks openheid voor spiritualiteit, zoals religiositeit en mystiek thans vaak heet, - de maand november was er zelfs aan gewijd -; openheid dus voor de alom opkomende spiritualiteit in de samenleving, wat je kunt omschrijven als een levenshouding, een manier van leven, een leven vanuit de Bron. Een leven van binnenuit kortom, een leven vanuit onze kern. Ik denk dat veel mensen en ook politici zich in die nieuwe spiritualiteit herkennen. Vrij recent WRR-onderzoek noemde zelfs in Nederland het cijfer van 4 miljoen ‘ongebonden spirituelen’. En zoals een onderzoek in Engeland van de Britse godsdienstsocioloog Paul Heelas aantoonde, komt dit sterk op in het bedrijfsleven, de zorg, het maatschappelijk werk, het onderwijs, ja zelfs binnen de muren van de kerk. Hoe pluriform en ongestructureerd deze ‘ongebonden spirituelen’ ook mogen zijn, ze zien het goddelijke niet meer als een buitenwereldlijk wezen, maar als geintegreerd in ons aardse leven. In de optiek van deze beweging van onderop is het hele leven, - inclusief partijen, die zich niet expliciet beroepen op religieuze uitgangspunten -, min of meer religieus te noemen. Ik voel dat ook zo. Het religieuze gebeurt bij wijze van spreken op het station, als men een oudere laat voor gaan of als bij mensen harmonie, schoonheid en compassie meer accent krijgt dan jaloezie, dwang en vernedering, zonder dat ze zich daar op voorstaan.
Een aparte christelijke politieke partij oprichten, zoals ik dat in de PPR-tijd, - toen wij nog volop een zuilensamenleving waren -, (mede) deed met de Evangelische Volkspartij van fractievoorzitter Cathy Ubels, zou ik nu dan ook niet meer doen.
De visie, dat het hele leven religieus is, is ook voor mijzelf natuurlijk even wennen, maar dat is wellicht zeker het geval voor hen, die menen dat alles louter materie is en eveneens voor vele ‘traditionelen’ in kerk, moskee en synagoge. Maar voor de politiek is het negeren van de postmoderne spiritualiteit of de nieuwe spirituele bewustwording van vandaag, laat staan er op neerkijken, het laatste wat zij zou moeten doen. Ze kunnen elkaar zeer bevruchten en zo de huidige polarisatie helpen te doen plaats maken voor meer bezieling in de samenleving en voor een geïnspireerde politiek, gericht op onder meer verbinding en duurzaamheid.
[*] Dr Hans Feddema is antropoloog, publicist en bestuurslid van De Linker Wang.